Bijlagen bij COM(2014)531 - Activiteiten van de Europese Onderzoeksraad en de verwezenlijking van de doelstellingen van het specifieke programma "Ideeën" in 2013

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage I van de beschikking van de Raad betreffende het specifieke programma "Ideeën" geeft de Commissie in dit jaarverslag van de Commissie, opgesteld in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad van de ERC en het Uitvoerend Agentschap van de ERC, haar beoordeling van de werkzaamheden van de ERC en de verwezenlijking van de doelstellingen daarvan in 2013. Naast dit jaarverslag stelt de Wetenschappelijke Raad een verslag op over de wetenschappelijke uitvoering en de resultaten van het programma in 2013[3].

2 Strategische kwesties

De Wetenschappelijke Raad is verantwoordelijk voor de uitwerking van de wetenschappelijke strategie van de ERC, waaronder het opstellen van het belangrijkste strategiedocument van de ERC, namelijk het jaarlijkse werkprogramma "Ideeën".

2.1 Soorten werkzaamheden

Twee soorten subsidies vormen de kern van het werkprogramma "Ideeën":

Subsidies voor starters, die in het leven zijn geroepen om onderzoekers aan het begin van hun loopbaan te ondersteunen en arbeidsvoorwaarden te creëren die hen in staat stellen onafhankelijke onderzoeksleiders te worden.

Subsidies voor gevorderden, bedoeld om excellente reeds gevestigde onderzoeksleiders te ondersteunen door de benodigde middelen beschikbaar te stellen waarmee zij op hun onderzoeksterrein baanbrekend onderzoek van hun team kunnen voortzetten.

In 2012 heeft de Wetenschappelijke Raad bij wijze van tweejarig experiment de zogeheten synergiesubsidies ingevoerd die zich richten op kleine groepen hoofdonderzoekers en hun teams. In tegenstelling tot consortiums zijn de synergiesubsidies bedoeld voor individuele onderzoekers zodat zij hun complementaire vaardigheden, kennis en hulpmiddelen kunnen bundelen om problemen op het gebied van grensverleggend onderzoek gezamenlijk aan te pakken en zo verder te gaan dan wat zij als individuele onderzoekers alleen zouden kunnen bereiken. De synergiesubsidies volgen de strikte ERC-benadering van "excellence-only" en staan open voor voorstellen uit alle takken van wetenschap en studierichtingen.

Een extra subsidiemogelijkheid – "conceptvalidering" ("Proof of Concept") – wordt aangeboden aan ERC-begunstigden om het innovatiepotentieel te bepalen van ideeën die uit hun door de ERC gefinancierde projecten voortvloeien. Deze mogelijkheid is bedoeld om de financieringskloof in het vroegste innovatiestadium te dichten.

2.2 Het werkprogramma 2013 voor het specifieke programma "Ideeën"

Het werkprogramma 2013 voor het specifieke programma "Ideeën" is op 12 maart 2012 door de Wetenschappelijke Raad opgesteld en vervolgens op 9 juli 2012 door de Commissie vastgesteld[4].

In 2013 werd, als reactie op het snelgroeiende aantal aanvragen, de regeling van de subsidies voor starters opgesplitst in twee aparte oproepen, namelijk "starters" en "consolidatoren". Subsidies voor consolidatoren ondersteunen onderzoekers in de vroege fase van hun loopbaan (tussen 7 en 12 jaar na het behalen van hun doctoraat), die meestal al met hun eigen groep werken, terwijl de "starters" zich nog in een vroeger stadium op weg naar onafhankelijk onderzoek begeven (tussen 2 en 7 jaar na het behalen van hun doctoraat).

Bovendien formaliseert de Wetenschappelijke Raad zijn aanpak van schendingen van de wetenschappelijke gedragscode.

2.3 Peer review-methodologie

De evaluatie van de ERC is gebaseerd op een structuur van peer review-panels op hoog niveau, samengesteld door de Wetenschappelijke Raad. Het betreft wetenschappers, ingenieurs en geleerden van zowel binnen als buiten de EU. Deze panels bestrijken alle onderzoeksdisciplines en worden samengebracht in het kader van drie hoofdonderzoeksgebieden: natuur- en ingenieurswetenschappen (Physical Sciences and Engineering), biowetenschappen (Life Sciences) en menswetenschappen (Social Sciences and Humanities). Net als bij eerdere oproepen waren er 25 panels voor alle subsidies voor starters, consolidatoren en gevorderden. Voorstellen voor conceptvalidering werden door een speciale groep peer reviewers op afstand geëvalueerd. Deze deskundigen werden gekozen op grond van hun ervaring met het proces van het marktconformer maken van projecten of van het voldoen aan de behoeften van de samenleving. De synergiesubsidies werden door vijf verschillende panels beoordeeld volgens een evaluatieprocedure van twee stappen die speciaal voor dit doel was opgezet.

3. Tenuitvoerlegging van het programma

In 2013 heeft het uitvoerend agentschap van de ERC zijn grootste operationele begroting beheerd. De vastleggingskredieten bedroegen 1,8 miljard EUR en de betalingskredieten 1,1 miljard EUR. Zowel de betalings- als de vastleggingskredieten waren eind 2013 volledig verbruikt.

3.1 Subsidies

Sinds het werkprogramma voor 2008 verlopen ERC-oproepen tot het indienen van voorstellen in één fase, waarin kandidaten hun volledige voorstel moeten indienen, gevolgd door een evaluatie in twee fasen.

Naargelang de beschikbare begrotingsmiddelen worden subsidies verleend aan de beste voorstellen. Het aanbod wordt geformuleerd op basis van het voorstel zelf en de in de peer review-beoordeling aanbevolen financiering.

3.1.1 ERC-subsidies voor starters 2013

De ERC-oproep voor starters van 2013 werd in juli 2012 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 398 miljoen EUR. In totaal werden 3 329 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 486 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen (45 %), 1 073 voor biowetenschappen (32 %) en 770 voor menswetenschappen (23 %). In totaal werden 300 voorstellen gefinancierd (gegevens december 2013) voor een totaal budget van meer dan 430 miljoen EUR en een gemiddelde toewijzing van ongeveer 1,5 miljoen EUR.

3.1.2      ERC-subsidies voor consolidatoren 2013

De ERC-oproep van 2013 voor consolidatoren van 2013 werd in juli 2012 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 523 miljoen EUR. In totaal werden 3 673 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 668 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen (45 %), 1 203 voor biowetenschappen (33 %) en 802 (22 %) voor menswetenschappen. In totaal werden 312 voorstellen gefinancierd (gegevens december 2013) voor een totaal budget van meer dan 590 miljoen EUR en een gemiddelde toewijzing van ongeveer 1,9 miljoen EUR.

3.1.3      ERC-subsidies voor gevorderden 2013

De ERC-oproep van 2013 voor gevorderden werd in juli 2012 bekendgemaakt, met een indicatieve begroting van 662 miljoen EUR. In totaal werden 2 408 voorstellen ontvangen, als volgt verdeeld per onderzoeksgebied: 1 053 voorstellen voor natuur- en ingenieurswetenschappen (44 %), 788 voor biowetenschappen (33 %) en 567 voor menswetenschappen (23 %). Na afloop van het evaluatieproces kwamen in totaal 289 voorstellen voor financiering in aanmerking (cijfers van december 2013) waarvoor in totaal ongeveer 670 miljoen EUR werd toegewezen met een gemiddelde van ongeveer 2,4 miljoen EUR per voorstel.

3.1.4      ERC-conceptvalidering 2013

De ERC-oproep van 2013 voor conceptvalidering werd in januari 2013 bekendgemaakt, met een eerste afsluitingsdatum op 24 april en een tweede op 3 oktober met een begroting van 10 miljoen EUR, waarvan ongeveer de helft per afsluitingsdatum. In totaal werden 145 voorstellen ontvangen op de eerste afsluitingsdatum en 147 op de tweede. Na afloop van het evaluatieproces kwamen in totaal 33 voorstellen voor financiering in aanmerking op de eerste afsluitingsdatum en 34 op de tweede.

3.1.5      ERC-synergiesubsidies 2013

In zijn werkprogramma’s van 2012 en 2013 voerde de Wetenschappelijke Raad van de ERC bij wijze van experiment een nieuwe subsidiemogelijkheid in, namelijk de ERC-synergiesubsidie. Na de tweede oproep voor synergiesubsidies (2013) werden 449 aanvragen ingediend; dit waren er minder dan de 700 aanvragen in 2012. In 2013 werden dertien projecten geselecteerd voor synergiesubsidie. Aangezien bij elk project dat voor een synergiesubsidie in aanmerking komt twee tot vier hoofdonderzoekers betrokken zijn, worden door deze dertien subsidies 45 excellente onderzoekers ondersteund. Negen van de dertien voorstellen die in aanmerking kwamen voor financiering waren opnieuw voorgelegd uit de verzoeken die naar aanleiding van de oproep voor synergiesubsidies van 2012 waren ingediend. In 2013 bedroeg de totale toegewezen begroting voor de oproep voor synergiesubsidies 150 miljoen EUR.

3.2 Samenwerking tussen ERC en NSF

Ingevolge de op 13 juli 2012 door de Europese Commissie en de National Science Foundation (NSF) van de VS ondertekende "uitvoeringsregeling" tussen de ERC en de NSF, werden verdere stappen ondernomen om de beste in de VS gevestigde en door de NSF voorgeselecteerde onderzoekers te helpen enige tijd (zes tot twaalf maanden) door te brengen in Europa als gast en lid van de teams die een ERC-subsidie hebben ontvangen. Het initiatief heeft tot doel onderzoekers met dezelfde interesses en complementaire sterke punten met elkaar in verbinding te brengen bij hun pogingen om de grenzen van de wetenschap te verleggen en de wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de twee werelddelen te versterken. Naar aanleiding van de eerste blijk van belangstelling zijn twaalf in de VS gevestigde onderzoekers ingedeeld bij twaalf teams die een ERC-subsidie hebben ontvangen; de afsluitingsdatum van de tweede oproep volgt binnenkort.

Op 8 november 2013 hebben het ministerie van Wetenschap, ICT en Toekomstig Beleid van de Republiek Korea en de Europese Commissie een vergelijkbaar initiatief ondertekend om Koreaanse wetenschappers aan het begin van hun loopbaan meer mogelijkheden te bieden om naar Europa te komen en lid te worden van de onderzoeksteams die een ERC-subsidie hebben ontvangen.

3.3 Programmacomité

Het programmacomité van het specifieke programma "Ideeën" fungeert, afgezien van zijn formele taken, als belangrijk communicatienetwerk tussen de lidstaten en de met KP7 geassocieerde landen, de Wetenschappelijke Raad, de secretaris-generaal van de ERC en de Commissie. In 2013 vergaderde dit comité op 16 april en 15 oktober.

3.4 Ethische evaluatie

In 2013 is er na de ethische evaluatie en de comitologieprocedure van het regelgevend comité toegestemd in vier voorstellen over onderzoek op stamcellen van menselijke embryo’s. Er werden na ethische evaluatie onlangs nog twee voorstellen goedgekeurd.

Wat betreft het monitoren van ethische aspecten van lopende subsidies, heeft het interne controlesysteem een goedkeuringsprocedure ingevoerd waarbij voorstellen worden getoetst aan ethische criteria ("Ethics Monitoring Clearance" procedure), die ervoor zorgt dat onderzoeksvoorstellen in overeenstemming zijn met de ethische beginselen waarnaar verwezen wordt in de regels voor het indienen van voorstellen. In 2013 werd goedkeuring verleend aan 270 voorstellen die een ethische evaluatie hadden ondergaan.

3.5 Beroep

Met 261 ontvangen beroepsschriften is het percentage van het aantal beroepszaken in verhouding tot het aantal voorstellen dat in 2013 is ingediend, gelijk gebleven aan het percentage beroepschriften in 2012 (ongeveer 2,5 %). Hoewel twee beroepschriften in 2013 met succes opnieuw waren geëvalueerd, brachten ze geen structurele tekortkomingen in het evaluatieproces aan het licht.


3.6 Communicatie

In 2013 zijn er belangrijke initiatieven ontplooid, die waren ontwikkeld in het kader van het toekomstige programma "Horizon 2020" en die zich richtten op een grotere zichtbaarheid van de ERC zowel in Europa als daarbuiten. De ERC bracht meerdere persberichten uit over haar oproepen tot het indienen van voorstellen, alsmede een groot aantal publicaties met informatie over door de ERC gefinancierd onderzoek, die allemaal actief via sociale media netwerken werden gedeeld. Bepaalde evenementen leenden zich goed voor communicatie- en persactiviteiten: de viering van de 3 000e ERC-begunstigde, de bijeenkomst van het Mondiaal Economisch Forum in Davos, de "Summer Davos"-bijeenkomst in China en de gezamenlijke brief van de ERC en de Europese Ronde Tafel van Industriëlen ter ondersteuning van de Europese onderzoeksbegroting. In september organiseerde het Litouwse voorzitterschap een conferentie over de voordelen van het investeren in menswetenschappen in Europa, waaraan de ERC actief deelnam.


De door de secretaris-generaal van de ERC geleide internationale voorlichtingscampagne "ERC goes Global" werd voortgezet in Argentinië, Chili, Mexico, India, China, Australië en Nieuw-Zeeland om onderzoekers voor te lichten over de ERC-financiering en om de betrekkingen met hoofdvertegenwoordigers en -onderzoekers van toonaangevende universiteiten in deze landen te versterken.

Naast deze bezoeken was de ERC aanwezig bij belangrijke internationale wetenschappelijke conferenties, evenementen en tentoonstellingen, alsook carrièrebeurzen en workshops bij de European Month of the Brain, de 63ste bijeenkomst van Nobelprijswinnaars in Lindau, de conferentie van de European Society for Cognitive Psychology (ESCoP), de European Economic Association (EEA), de European Sociological Association (ESA), het European Alpbach Technology Forum, de vergadering van de European Molecular Biology Organisation (EMBO), de jaarvergadering van de Young Academy of Europe (YAE), alsmede de jaarvergadering van de American Association for the Advancement of Science (AAAS), die in februari 2013 werd gehouden in Boston.

De nationale contactpunten (NCP's), die over heel Europa gevestigd zijn en als informatieverspreiders voor mogelijke aanvragers fungeren, werden voortdurend op de hoogte gehouden over de oproepen en evenementen van de ERC, onder andere middels halfjaarlijkse vergaderingen in Brussel (in juni en november 2013). Dankzij de campagne "ERC goes Global" wordt het NCP-netwerk geleidelijk uitgebreid met afgevaardigden van geïnteresseerde derde landen. Voor het eerst werd er in Brussel een ad-hocvergadering georganiseerd voor NCP's die buiten het Europese Onderzoeksgebied gevestigd zijn.

3.7 Monitoring, beoordeling en evaluatie van het specifieke programma “Ideeën"

Op 15 januari 2013 vierde de ERC haar 3 000e ERC-begunstigde. Op basis van voortdurende monitoring van het programma Ideeën werden de volgende conclusies geformuleerd voor het jaar 2013.

· Onder de begunstigden telt ERC acht Nobelprijswinnaars en drie winnaars van de Fields-medaille. In totaal zijn aan 134 ERC-begunstigden andere prestigieuze internationale wetenschappelijke prijzen en onderscheidingen toegekend.

· Tussen 2008 en 2013 werd ERC-financiering vermeld in meer dan 20 000 artikelen in invloedrijke, peer review-beoordeelde vakbladen.

· Elke ERC-begunstigde heeft gemiddeld zes andere onderzoekers in dienst en draagt op deze manier bij aan de opleiding van een nieuwe generatie uitstekende onderzoekers.

· Uit de analyse van een belangrijke keur aan projecten blijkt dat ongeveer de helft van de ERC-teamleden een andere nationaliteit heeft dan de hoofdonderzoeker van hun project. Bovendien bestaan de ERC-teams uit leden met nationaliteiten van bijna alle landen van het Europese Onderzoeksgebied (ERA) en van nog 55 landen van buiten het ERA. Dit toont ongetwijfeld de wereldwijde aantrekkingskracht van de ERC. Dezelfde analyse toont positieve cijfers wat betreft gendergelijkheid: ongeveer 38 % van de ERC-teamleden is vrouw, wat een hoger percentage is dan het aandeel vrouwelijke ERC-begunstigden (20 %). Het aandeel vrouwelijke teamleden in biowetenschappen en menswetenschappen is gestegen tot 50 % van alle teamleden (23 % in natuur- en ingenieurswetenschappen). De meerderheid van deze vrouwen zijn postdocs of doctoraalstudentes, die aan het begin van hun carrière als onderzoeker staan.

· Het Uitvoerend Agentschap van de ERC had in 2012 drie jaar een autonoom bestaan geleid en werd onderworpen aan een externe evaluatie, met inbegrip van een kosten-batenanalyse. Het evaluatieverslag werd in 2013 afgerond en op 27 januari 2014 overgedragen aan zowel de begrotingsautoriteit (Europees Parlement en de Raad[5]) als aan de Rekenkamer[6].

4 Structuur van de Europese Onderzoeksraad 4.1 De Wetenschappelijke Raad

In februari en april 2013 vond de gefaseerde vervanging van de leden van de Wetenschappelijke Raad plaats. De nieuwe leden werden aangekondigd in het vorige jaarverslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement[7].

De Wetenschappelijke Raad hield in 2013 vijf plenaire vergaderingen, waarvan drie in Brussel, één in Bratislava (Slowakije) en één in Utrecht (Nederland). De leden van de Wetenschappelijke Raad komen ook bijeen in werkgroepen voor specifieke vraagstukken: innovatie en betrekkingen met het bedrijfsleven, open toegang, internationalisering en gendergelijkheid. In 2013 startte een nieuwe werkgroep voor prestatiekernindicatoren zijn activiteiten, met als taak een routekaart te ontwikkelen om de vervulling van de opdracht door de ERC, voor zover mogelijk met dergelijke instrumenten, te controleren en evalueren. Overeenkomstig het in oktober 2012 door de Wetenschappelijke Raad aangenomen ERC-beleid inzake schending van de wetenschappelijke gedragscode, analyseerden het ERCEA en het permanente comité voor belangenconflicten, schending van de wetenschappelijke gedragscode en ethische kwesties in 2013 tien gevallen van schending van de wetenschappelijke gedragscode.

De plenaire vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad en de vergaderingen van diens leden met belanghebbenden van de ERC worden voorbereid met de organisatorische en administratieve steun van het Uitvoerend Agentschap. Het Agentschap voert tevens advies- en analysewerkzaamheden uit om de Wetenschappelijke Raad te helpen bij de uitvoering van zijn taken als beschreven in bijlage 1 van het specifieke programma Ideeën en om de operationele werkzaamheden van zijn werkgroepen en permanente comités te ondersteunen.

Om de banden met de Europese Commissie en het Uitvoerend Agentschap verder aan te halen, komen de voorzitter en ondervoorzitters van de Wetenschappelijke Raad, de secretaris-generaal van de ERC en de directeur van het Agentschap regelmatig bijeen als de raad van bestuur van de ERC. Deze vergaderingen worden tevens bijgewoond door het hoger management van het Agentschap. De raad van bestuur is in 2013 tien keer in Brussel samengekomen, vooral met het oog op de voorbereiding en follow-up van de vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad.

4.2 Het Uitvoerend Agentschap van de ERC

Sinds juli 2009 is het Agentschap verantwoordelijk voor alle aspecten van de administratieve tenuitvoerlegging en programma-uitvoering, zoals omschreven in het werkprogramma.

Een door de Commissie aangewezen stuurgroep houdt toezicht op de werkzaamheden van het Agentschap. De stuurgroep wordt voorgezeten door de directeur-generaal van het DG Onderzoek en Innovatie en heeft twee leden van de Wetenschappelijke Raad als externe leden. In 2013 is de stuurgroep vier keer bijeengekomen en heeft zij besluiten vastgesteld met betrekking tot het jaarlijkse werkprogramma van het Agentschap en de desbetreffende begroting en rekeningen, alsmede de organisatiestructuur.

4.2.1 Personeel van het Agentschap

De operationele begroting van 2013 voorzag in een personeelsformatie van 100 tijdelijke functionarissen, 281 arbeidscontractanten en acht gedetacheerde nationale deskundigen, in totaal 389 personeelsleden. Eind december 2013 had het Agentschap in totaal 379 functionarissen in dienst: 99 tijdelijke functionarissen, 270 arbeidscontractanten en tien gedetacheerde nationale deskundigen.

De statistieken van december 2013 wijzen uit dat het Agentschap ongeveer 35 % mannen en 65 % vrouwen tewerkstelt. Wat gendergelijkheid van zeer gespecialiseerd personeel (tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten van functiegroep IV) betreft: 59 % van de betrekkingen wordt door vrouwen ingevuld. Eind 2013 had het Uitvoerend Agentschap van de ERC onderdanen van 25 lidstaten in dienst.

5 Conclusies en vooruitzichten voor de ERC in het kader van Horizon 2020

In 2013 en voor het eerst sinds haar oprichting deed de ERC in één jaar vier belangrijke oproepen tot het indienen van voorstellen, waarna de ERC, met een totale begroting van 1,8 miljard EUR, 900 subsidies toekende binnen Europa. Met momenteel meer dan 4000 begunstigden en een immer toenemend aantal aanvragers, genereert de ERC reeds een groot aantal nieuwe ontdekkingen, kennis en ideeën. In de zes jaar van haar bestaan, heeft de ERC een uitstekende internationale reputatie opgebouwd en heeft zij zich op hoog tempo ontwikkeld tot een referentiepunt voor uitstekend grensverleggend onderzoek in Europa.

In 2013 is ook het volgende meerjarig financieel kader van de EU geconsolideerd en afgerond en is Horizon 2020, het volgende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, vastgesteld. De stijging van de begroting van de ERC wijst erop dat de ERC een succesverhaal van Europese integratie is geweest en bevestigt haar positie in het mondiale onderzoekslandschap.

Zoals aangekondigd in het vorige jaarverslag en in navolging van de aanbevelingen van de ERC-taakgroep, die de Commissie in haar voorstellen voor Horizon 2020 heeft opgenomen, heeft de Commissie een onafhankelijk comité op hoog niveau samengesteld om een nieuwe ERC-voorzitter aan te werven.[8] In het kader van Horizon 2020 zal de ERC-voorzitter ook belast zijn met de taken van de secretaris-generaal van de ERC, in Brussel gebaseerd zijn en het meeste van zijn/haar tijd aan ERC-werkzaamheden besteden. De benoemingscommissie, onder het voorzitterschap van Lord Sainsbury of Turville, heeft in juli 2013 verslag uitgebracht aan de Commissie, wat leidde tot de benoeming van Professor Jean-Pierre Bourguignon als eerste ERC-voorzitter onder Horizon 2020[9].

Het juridische kader van de ERC onder Horizon 2020 werd in december 2013 vastgesteld bij Besluit 2013/C 373/09[10] van de Commissie, dat ook de samenstelling van de Wetenschappelijke Raad vernieuwde, met de benoeming van drie nieuwe leden: Professor Nils Christian Stenseth (Centre for Ecological and Evolutionary Synthesis (CEES), Universiteit van Oslo), Professor Martin Stokhof (het departement van Wijsbegeerte van de Faculteit der Geesteswetenschappen, Vrije Universiteit van Amsterdam) en Professor Michel Wieviorka (Fondation Maison des sciences de l'homme, École des hautes études en sciences sociales, Parijs). Tot slot verlengde de Commissie bij Besluit 2013/779/EU het mandaat van het Uitvoerend Agentschap van de ERC.[11]

[1]               PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14.

[2]               Besluit 2008/37/EG van de Commissie van 14 december 2007 tot oprichting, ingevolge Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad, van het Uitvoerend Agentschap Europese Onderzoeksraad voor het beheer van het communautair specifiek programma "Ideeën" op het gebied van grensverleggend onderzoek (PB L 9 van 12.1.2008, blz. 15).

[3]               erc.europa.eu/sites/default/files/publication/files/erc_annual_report_2013.pdf

[4]               C(2012)4562 van 9.7.2010, niet gepubliceerd.

[5]               Ares(2014)181203

[6]               Ares(2014)181052

[7]               COM(2013)318 van 30.5.2013

[8]               europa.eu/rapid/press-release_IP-12-1393_en.htm

[9]               europa.eu/rapid/press-release_IP-13-1260_en.htm

[10]             PB C 373 van 20.12.2013, blz. 23.

[11]             PB L 346 van 20.12.2013, blz. 58.