Bijlagen bij JOIN(2015)17 - Capaciteitsopbouw voor veiligheid en ontwikkeling - De partners in staat stellen crises te voorkomen en te beheersen

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage 1, Vierde verklaring van de top EU-Afrika, 2-3 april 2014, 2.4.2014.

(6)

Artikel 21, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).

(7)

Art. 21, lid 3, VEU; Artikel 205 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

(8)

Art. 208, VWEU.

(9)

COM(2011) 637 final, "Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: Een agenda voor verandering", 13.10.2011.

(10)

Raad 9369/12, Conclusies van de Raad, "Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: Een agenda voor verandering", 14.5.2012.

(11)

Art. 42, VEU.

(12)

Art. 43, VEU.

(13)

Raad 15895/03, Europese veiligheidsstrategie, 8.12.2003.

(14)

Raad 15097/07, Veiligheid en ontwikkeling - Conclusies van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, 20.11.2007. Verslag van het Europees Parlement (A8-0039/2015) over het Jaarverslag van de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid aan het Europees Parlement (2014/2219(INI)), 3.3.2015.

(15)

Met inbegrip van vervolging, wederzijdse rechtsbijstand, steun aan slachtoffers en een eerlijke procesvoering.

(16)

Met inbegrip van beheer en goed bestuur.

(17)

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014).

(18)

Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument (PB L 327 van 24.11.2006).

(19)

Artikel 15 van Verordening (EU) 2015/322 van de Raad van 2 maart 2015 inzake de uitvoering van het 11e Europees Ontwikkelingsfonds (PB L 58 van 3.3.2015).

(20)

Artikel 11 van de partnerschapsovereenkomst van Cotonou inzake vredesopbouw, conflictpreventie en conflictoplossing en de relevante conclusies van de Raad bieden de rechtsgrondslag voor de Vredesfaciliteit voor Afrika; Besluit nr. 3/2003 van de ACS-EG-Raad van ministers van 11 december 2003 betreffende het gebruik van middelen voor langetermijnontwikkeling uit het negende EOF voor de totstandbrenging van een Vredesfaciliteit voor Afrika (PB L 345 van 31.12.2003).

(21)

Er is ook financiële steun verstrekt aan de internationale ondersteuningsmissie voor Mali onder Afrikaanse leiding (AFISMA) en de internationale ondersteuningsmissie ten behoeve van de Centraal-Afrikaanse Republiek onder Afrikaanse leiding (MISCA).

(22)

Dit impliceert onder meer steun aan Afrikaanse structuren en initiatieven voor bemiddeling; steun voor het panel van wijzen, de Raad voor vrede en veiligheid, het Afrikaanse continentale systeem voor vroegtijdige waarschuwing en de Afrikaanse stand-bytroepenmacht. Voorts wordt steun verstrekt aan de capaciteitsversterking van de Afrikaanse Unie en Afrikaanse regionale organisaties op het gebied van financieel beheer voor vredesondersteuning, planning, personele middelen, informatie-uitwisseling en -analyse.

(23)

De analyse van de tekorten en de kaders voor risicobeheer zijn aan de gang en kunnen leiden tot opties voor concrete verbeteringen, waarbij rekening wordt gehouden met het huidige wettelijke en institutionele kader.

(24)

Besluit 2013/34/GBVB van de Raad van 17 januari 2013 betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Malinese strijdkrachten te helpen opleiden (EUTM Mali) (PB L 14 van 18.1.2013).

(25)

Artikel 41, VEU, legt de beginselen vast voor de financiering van civiele en militaire operaties voor crisisbeheer van de EU. Operaties met militaire of defensie-implicaties kunnen niet uit de begroting van de Unie worden gefinancierd. De gemeenschappelijke kosten van dergelijke operaties worden momenteel gedekt door Besluit (GBVB) 2015/528 van de Raad van 27 maart 2015 tot instelling van een mechanisme voor het beheer van de financiering van de gemeenschappelijke kosten van de operaties van de Europese Unie die gevolgen hebben op militair of defensiegebied (Athena) en tot intrekking van Besluit 2011/871/GBVB (PB L 84 van 28.3.2015). Momenteel dragen alle lidstaten behalve Denemarken bij aan Athena.

(26)

Besluit 2010/96/GBVB van de Raad van 15 februari 2010 betreffende een militaire missie van de Europese Unie om de Somalische veiligheidstroepen te helpen opleiden (PB L 44 van 19.2.2010). In januari 2013 werd het mandaat van EUTM voor een derde keer verlengd, tot maart 2015, en uitgebreid tot strategisch advies en dito begeleiding. Sinds 2010 heeft EUTM ongeveer 4.000 Somalische militairen opgeleid. De huidige personeelssterkte (opleiders en verwant personeel) bedraagt 125 (verstrekt door 10 lidstaten en Servië).

(27)

Het budget van de missie voor gemeenschappelijke kosten tot augustus 2011 bedroeg 4,8 miljoen euro; van augustus 2011 tot december 2012 bedroeg het 4,8 miljoen euro; voor de periode van februari 2013 tot maart 2015 zal de gezamenlijke financiering in totaal 11,6 miljoen euro bedragen. De hogere kosten zijn voornamelijk te wijten aan de verhuizing naar Mogadishu, inclusief de kosten voor de opbouw en de beschermingstroepen.

(28)

Verordening (EU) nr. 230/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een instrument voor bijdrage aan stabiliteit en vrede (PB L 77 van 15.3.2014).

(29)

Verordening (EU) nr. 231/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Instrument voor pretoetredingssteun (IPA II) (PB L 77 van 15.3.2014).

(30)

 Verordening (EU) nr. 232/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een Europees nabuurschapsinstrument (PB L 77 van 15.3.2014).

(31)

Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking voor de periode 2014-2020 (PB L 77 van 15.3.2014).

(32)

Verordening (EU) nr. 235/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014 tot vaststelling van het Europees Instrument voor democratie en mensenrechten (PB L 77 van 15.3.2014).

(33)

Het secretariaat van de OESO-commissie voor ontwikkelingsbijstand (DAC) is een forum voor de coördinatie van de hulpinspanningen. Deze commissie heeft een internationaal aanvaarde definitie van officiële ontwikkelingshulp opgesteld. Dit stelt de donoren in staat een onderscheid te maken tussen officiële transacties die als officiële ontwikkelingshulp worden gedaan en andere officiële geldstromen. Er wordt momenteel gesproken over een mogelijke herziening van de definitie van officiële ontwikkelingshulp.

(34)

EUCO 37/13, Conclusies van de Europese Raad, 7-8 februari 2013, 8.2.2013.

(35)

Artikel 2, leden 3 en 4, van Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad.

(36)

Artikel 3, lid 13, van Verordening (EU) nr. 233/2014 van het Europees Parlement en de Raad.

(37)

Artikel 1, lid 3, van Verordening (EU) nr. 322/2015 van de Raad stelt vast dat de programmering zodanig wordt vormgegeven dat zij zoveel mogelijk voldoet aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp, met inachtneming van het streven van de Unie om er zorg voor te dragen dat in de periode 2014-2020 ten minste 90% van haar totale externe hulp als officiële ontwikkelingshulp wordt aangemerkt.

(38)

In de periode 2001-2009 werd 1 miljard euro besteed voor steun aan hervormingsprogramma's van de sector justitie en veiligheid. In 2013 werd meer dan de helft van de totale bilaterale ontwikkelingshulp van de EU besteed in kwetsbare en door conflicten getroffen landen, grotendeels op het Afrikaanse continent.

(39)

Op basis van artikel 308 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (VEG), dat is vervangen door artikel 352, VWEU, na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

(40)

Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend in Cotonou op 23.6.2000.

(41)

Raad 10342/11, Conclusies van de Raad over de aanvulling van de Afrikaanse Vredesfaciliteit voor het tijdvak 2011-2013, 13.5.2011; Raad 13935/12, Conclusies van de Raad over de aanvulling van de Afrikaanse Vredesfaciliteit voor het tijdvak 2012-2013, 24.9.2012. In artikel 15 van Verordening (EU) nr. 322/2015 van de Raad is bepaald dat op het einde van het eerste meerjarenprogramma de Unie en de lidstaten de resultaten en de procedures van de Vredesfaciliteit voor Afrika zullen evalueren en de mogelijkheden voor toekomstige financieringsbronnen bespreken. In dit verband en met name om de Vredesfaciliteit voor Afrika op een gezondere basis te stellen, zullen de Unie en de lidstaten de kwestie van de middelen voor vredesondersteunende operaties, met inbegrip van maatregelen die door het EOF worden gefinancierd, en van duurzame EU-steun voor vredesondersteunende operaties onder Afrikaanse leiding na 2020 bespreken.

(42)

Raad 8269/14, Driejarig actieprogramma voor de Vredesfaciliteit voor Afrika voor de periode 2014-2016, 28.3.2014.

(43)

Zie voetnoot 37.

(44)

Zie voetnoot 25.

(45)

Er wordt rekening gehouden met de acht gebieden die in de Gezamenlijke mededeling "De brede EU-aanpak van externe conflicten en crisissituaties" van december 2013 worden aangemerkt: i) ontwikkeling van een gemeenschappelijke analyse; ii) vaststellen van een gemeenschappelijke strategische visie; iii) focus op preventie; iv) bundelen van de troeven en capaciteiten van de EU; v) engagement op lange termijn; vi) verband tussen beleidsmaatregelen en het interne en externe optreden; vii) beter gebruikmaken van de EU-delegaties; viii) werken met partnerschappen.

(46)

Verenigde Naties, Algemene Vergadering, Veiligheidsraad, A/67/775–S/2013/110, 5 maart 2013.

(47)

Richtsnoeren inzake begrotingssteun van directoraat-generaal EuropeAid, Ontwikkeling en Samenwerking, Europese Commissie, Brussel, september 2012.