Bijlagen bij COM(2016)509 - Verslag mbt bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen door de Commissie per Verordening 347/2013 over richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij de TEN-E-verordening ("de Unielijst") vormt. De Unielijst is vastgesteld bij een gedelegeerde handeling van de Commissie overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening, met inachtneming van de voorwaarden voor de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie die zijn vastgesteld in artikel 16.


In artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening is bepaald dat de Unielijst elke twee jaar moet worden vastgesteld op basis van de regionale lijsten zoals vastgesteld door de besluitvormingsorganen van de zogenoemde "regionale groepen", die overeenkomstig artikel 3, lid 1 2 , van de TEN-E-verordening zijn opgericht, volgens de procedure van artikel 3, leden 3 en 4, alsook bijlage III.2 bij de TEN-E-verordening.


Sinds de vaststelling van de verordening heeft de Commissie haar bevoegdheid tweemaal uitgeoefend door de vaststelling van gedelegeerde verordeningen tot vaststelling van twee opeenvolgende Unielijsten van PGB’s in 2013 en in 2015.


2. RECHTSGRONDSLAG


Het onderhavige verslag van de Commissie is vereist op grond van artikel 16, lid 2, van de TEN-E-verordening. Bij die bepaling is de Commissie de bevoegdheid verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij de Unielijst van PGB's wordt vastgesteld, zoals uiteengezet in artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening.


Overeenkomstig artikel 16, lid 2, van de TEN-E-verordening is de bevoegdheid tot vaststelling van gedelegeerde handelingen aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar, met ingang van15 mei 2013. De Commissie dient negen maanden vóór het einde van de termijn van vier jaar een verslag op te stellen met betrekking tot de uitoefening van de gedelegeerde bevoegdheden.


In artikel 16, lid 2, van de TEN-E-verordening is bepaald dat de delegatie van de bevoegdheid stilzwijgend wordt verlengd voor opeenvolgende perioden van vier jaar, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van elke termijn van vier jaar tegen deze verlenging verzet.


3. UITOEFENING VAN DE BEVOEGDHEIDSDELEGATIE


3.1. Gedelegeerde handelingen die van kracht zijn


Momenteel is er één gedelegeerde verordening van kracht. Zij is door de Commissie vastgesteld op basis van de bevoegdheid die haar bij artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening zijn verleend, en heeft de bezwaartermijn van de medewetgevers met succes doorstaan:


• Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89 van de Commissie van 18 november 2015 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang 3 .


Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89, die op 16 februari 2016 in werking trad, is bijlage VII bij de TEN-E-verordening gewijzigd door de (tweede) Unielijst van PGB's vast te stellen.


3.2. Verstreken gedelegeerde handeling


Een gedelegeerde verordening die overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening door de Commissie was vastgesteld, en die de bezwaartermijn van de medewetgevers met succes had doorstaan, is niet langer geldig:


• Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1391/2013 van de Commissie van 14 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur, wat de Unielijst van projecten van gemeenschappelijk belang betreft 4 .


Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1391/2013, die op 10 februari 2014 in werking trad, is de TEN-E-verordening gewijzigd door de (eerste) Unielijst van PGB's vast te stellen. De Unielijst die is vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89, verving de bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1391/2013 5 vastgesteld Unielijst.


3.3 Openbare raadplegingen voorafgaand aan de vaststelling van gedelegeerde handelingen


• Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89 van 18 november 2015


De Commissie heeft een openbare raadpleging gehouden in de periode van 22 december 2014 tot en met 31 maart 2015. Het raadplegingsproces was open en niet onderworpen aan enige beperking met betrekking tot de categorieën van belanghebbenden. De raadpleging was in overeenstemming met de raadplegingsnormen van de Commissie.


• Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1391/2013 van 14 oktober 2013


De Commissie is zestien maanden vóór de vaststelling van de gedelegeerde handeling met het raadplegingsproces begonnen. De (tweede) openbare raadpleging vond plaats tussen 20 juni en 4 oktober 2012. Het raadplegingsproces was open en niet onderworpen aan enige beperking met betrekking tot de categorieën van belanghebbenden. De raadpleging was in overeenstemming met de raadplegingsnormen van de Commissie.


3.4. Gedelegeerde handelingen die in de toekomst zullen worden goedgekeurd


De Commissie is overeenkomstig artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening verplicht ervoor te zorgen dat de Unielijst van PGB’s elke twee jaar wordt vastgesteld. Bijgevolg zal de bij gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89 vastgestelde Unielijst van 18 november 2015 worden vervangen door een nieuwe (derde) Unielijst van PGB’s die moet worden vastgesteld bij een gedelegeerde verordening van de Commissie die in 2017 zal worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van de TEN-E-verordening.


4. CONCLUSIE


Met dit verslag voldoet de Commissie aan de rapportageverplichting van artikel 16, lid 2, van de TEN-E-verordening. De Commissie is van oordeel dat zij de aan haar gedelegeerde bevoegdheden heeft uitgeoefend binnen de grenzen van haar bevoegdheden volgens de TEN-E-verordening, met inachtneming van alle in de verordening opgenomen bepalingen inzake transparantie en deelname van het publiek.


Overeenkomstig artikel 16, lid 2 van de TEN-E-verordening moet de delegatie van bevoegdheden die wordt verleend door artikel 3, lid 4, van de TEN-E-verordening worden verlengd, zodat de Commissie de volgende Unielijsten van PGB's kan goedkeuren, met inbegrip van de (derde) in 2017 die nodig is voor het bereiken van de energie- en klimaatdoelstellingen van de EU.


De Commissie verzoekt het Europees Parlement en de Raad om van dit verslag nota te nemen.

De Commissie is van mening dat tegen de verlenging van de delegatie van bevoegdheden in de zin van artikel 16, lid 2, van de TEN-E-verordening geen verzet zou moeten worden aangetekend.


(1)

     PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39.

(2)

     De regionale groepen, zoals omschreven in de TEN-E-verordening, omvatten de Commissie en de lidstaten die zich in specifieke geografische gebieden bevinden ("prioritaire corridors"), zoals bepaald in bijlage I.1 bij de TEN-E-verordening.

(3)

     PB L 19 van 27.1.2016, blz. 1.

(4)

     PB L 349 van 21.12.2013, blz. 28. 

(5)

     Zie overweging 10 en artikel 1 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/89.