Bijlagen bij COM(2016)627 - Voorstel voor een Interinstitutioneel Akkoord inzake een verplicht transparantieregister

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II gespecificeerde gegevens te verstrekken, en ermee in te stemmen dat deze gegevens openbaar worden gemaakt.

3) Verzoekers kunnen verzocht worden om aanvullende documenten te overleggen, die aantonen dat zij voor inschrijving in aanmerking komen en dat de ingediende gegevens juist zijn.

4) Verzoekers worden in het register ingeschreven zodra is vastgesteld dat zij voor inschrijving in aanmerking komen en de inschrijving wordt geacht te voldoen aan de bepalingen van bijlage II inzake de te verstrekken gegevens.


Artikel 7

De op inschrijvers van toepassing zijnde Gedragscode en de handhaving daarvan

1) De regels en beginselen die inschrijvers dienen na te leven, zijn neergelegd in de aan dit akkoord als bijlage toegevoegde Gedragscode (bijlage III). Door inschrijving stemmen inschrijvers in met de naleving van deze regels en beginselen.

2) Zoals in de Gedragscode bepaald, kan niet-nakoming van de bepalingen daarvan aanleiding zijn tot de onderzoeken en maatregelen overeenkomstig de in bijlage IV bij dit akkoord vermelde procedures.

Onderzoeken kunnen worden uitgevoerd naar aanleiding van ontvangen klachten dan wel op eigen initiatief van het Secretariaat.

De drie instellingen nemen de noodzakelijke interne maatregelen teneinde de overeenkomstig bijlage IV opgelegde maatregelen uit te voeren.

3) Zoals bepaald in de Gedragscode, dienen inschrijvers met name:


op verzoek de documenten en andere aanvullende bescheiden te overleggen waaruit blijkt dat de ingediende gegevens juist zijn;


ermee in te stemmen om op eerlijke en constructieve wijze medewerking te verlenen aan verzoeken om opheldering en actuele gegevens;


te aanvaarden dat zij kunnen worden onderworpen aan de onderzoeksprocedures en, indien van toepassing, maatregelen die in bijlage IV zijn vermeld.

Artikel 8

Beheersorgaan van het register

1) Het Beheersorgaan van het register bestaat uit de Secretarissen-Generaal van de drie instellingen.

2) Het Beheersorgaan:

—    houdt toezicht op de algemene uitvoering van dit akkoord door het Secretariaat en vaardigt daartoe algemene aanwijzingen uit;

—    keurt het reglement van orde van het Secretariaat goed;

—    keurt de uitvaardiging goed van richtsnoeren als bedoeld in Artikel 9, lid 4;

—    onderzoekt door inschrijvers ingediende gemotiveerde verzoeken om herziening van beslissingen van het Secretariaat zoals neergelegd in bijlage IV bij dit akkoord;

—        aanvaardt kennisgevingen van vrijwillige betrokkenheid krachtens de artikelen 12 en 13 van dit akkoord.

3) Het Beheersorgaan beslist bij consensus.

4) Het Beheersorgaan kan een reglement van orde vaststellen waarin de uitoefening van zijn verantwoordelijkheden wordt geregeld.


Artikel 9

Het Secretariaat van het register

1) Het Secretariaat is een onderlinge operationele structuur bestaande uit een Coördinator en de leden van het Secretariaat en legt rechtstreeks verantwoording af aan het Beheersorgaan.

2) Het Secretariaat wordt gecoördineerd door een ambtenaar van het Secretariaat-generaal van de Europese Commissie (“de Coördinator”). De leden van het Secretariaat zijn personeelsleden van het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie, die door hun betreffende instelling bij het Secretariaat zijn gedetacheerd.

De Coördinator draagt de algemene verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van het Secretariaat en houdt toezicht op de dagelijkse werkzaamheden.

3) De voornaamste taken van het Secretariaat zijn:

—    de opstelling van het reglement van orde van het Secretariaat ter goedkeuring door het Beheersorgaan;

—    het uitbrengen van verslag uitbrengen aan het Beheersorgaan over de algemene uitvoering van dit akkoord;

—    het uitoefenen van toezicht op de inhoud van het register en waarborgen dat uitsluitend verzoekers worden ingeschreven die voor inschrijving in aanmerking komen, teneinde een optimaal kwaliteitsniveau van de geregistreerde gegevens te verkrijgen, evenwel met dien verstande dat de inschrijvers uiteindelijk zelf verantwoordelijk zijn voor de juistheid van de gegevens die zij hebben verstrekt;

—    het bieden van helpdeskondersteuning aan inschrijvers, de drie instellingen en eventuele krachtens de artikelen 12 en 13 op vrijwillige basis participerende entiteiten;

—    de uitvoering van onderzoeken, verwijdering van inschrijvingen en vaststelling van maatregelen overeenkomstig bijlage IV bij dit akkoord;

—    het organiseren van voorlichtingscampagnes;

—    het uitbrengen van een jaarverslag over het voorafgaande kalenderjaar;

—    het zorgen voor de ontwikkeling en het onderhoud van de website van het register en het online inschrijvingsformulier, alsmede van andere relevante IT-middelen;

—        de uitwisseling van beste praktijken en ervaring op het gebied van transparantie van belangenvertegenwoordiging met soortgelijke instanties;

—    de verrichting van alle overige voor de uitvoering van dit akkoord noodzakelijke activiteiten.

4) Het Secretariaat kan ter goedkeuring door het Beheersorgaan richtlijnen voorstellen voor inschrijvers teneinde de consequente toepassing te waarborgen van de artikelen 2 tot 6 (begripsbepalingen, activiteiten, niet onder het toepassingsgebied vallende instanties, interacties waarvoor de voorwaarde van inschrijving geldt, het in aanmerking komen en de inschrijving van verzoekers), alsmede van de bijlagen bij dit akkoord.


Artikel 10

Besluit

De drie instellingen stellen het Secretariaat en het Beheersorgaan in door middel van een afzonderlijk Besluit, dat door de drie instellingen gemeenschappelijk wordt aangenomen vóór de inwerkingtreding van dit akkoord.

Artikel 11

Middelen

1) De drie instellingen waarborgen dat het Secretariaat de beschikking heeft over de personele, administratieve en financiële middelen die nodig zijn voor de juiste uitvoering van zijn taken.

2) De drie instellingen voorzien het Secretariaat van de noodzakelijke personele middelen, in het geval van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie door middel van een detachering bij de Commissie krachtens artikel 37, lid a en artikel 38 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen.

3) De drie instellingen dragen in gelijke mate bij aan het functioneren van het Secretariaat en het register. Zij sluiten een afzonderlijk akkoord waarin hun bijdragen aan de bestuurlijke en financiële middelen van het Secretariaat nader worden geregeld.


Artikel 12

Vrijwillige betrokkenheid van andere EU-instellingen, organen, bureaus en agentschappen

1) Andere EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen worden aangemoedigd om het door dit akkoord in het leven geroepen kader zelf te gebruiken als referentie-instrument voor hun eigen interacties met belangenvertegenwoordigers.

2) Andere EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen kunnen, op vrijwillige basis, het Secretariaat ervan in kennis stellen dat zij bepaalde interacties willen onderwerpen aan de voorwaarde van inschrijving in het Transparantieregister. De kennisgeving bevat de nadere bijzonderheden van de voorgestelde categorieën interactie en de daaraan verbonden voorwaarden.

3) Indien het Beheersorgaan van mening is dat de voorgestelde categorieën interactie verenigbaar zijn met de met het register nagestreefde doeleinden, dan kunnen de betreffende EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen deze categorieën interactie onderwerpen aan de voorwaarde van inschrijving en genieten zij tevens de ondersteuning van het Secretariaat en de helpdesk, in ruil voor een evenredige bijdrage aan de operationele kosten van het Secretariaat en het register.

4) De aanvaarding van de in het voorgaande lid bedoelde kennisgeving verleent de kennisgevende EU-instellingen, -organen, -bureaus en -agentschappen niet de status van partij bij dit interinstitutioneel akkoord.

5) De krachtens lid 3 aanvaarde categorieën voorwaardelijkheid worden gepubliceerd op de website van het register.

Artikel 13

Vrijwillige betrokkenheid van de permanente vertegenwoordigingen van lidstaten bij de EU

1) Onverminderd artikel 4, lid 3 van dit akkoord kunnen lidstaten, op vrijwillige basis, het Secretariaat ervan in kennis stellen dat zij bepaalde interacties van belangenvertegenwoordigers met hun permanente vertegenwoordigingen bij de EU willen onderwerpen aan de voorwaarde van inschrijving in het Transparantieregister. De kennisgeving bevat de nadere bijzonderheden van de voorgestelde categorieën interactie en de voorwaarden daarvoor.

2) Indien het Beheersorgaan van mening is dat de voorgestelde categorieën interactie verenigbaar zijn met de met het register nagestreefde doeleinden, dan kan de betrokken permanente vertegenwoordiging deze categorieën interactie onderwerpen aan de voorwaarde van inschrijving en geniet hij tevens de ondersteuning van het Secretariaat en de helpdesk, in ruil voor een evenredige bijdrage aan de operationele kosten van het Secretariaat en het register.

3) De aanvaarding van de in het voorgaande lid bedoelde kennisgeving verleent de kennisgevende lidstaat niet de status van partij bij dit interinstitutioneel akkoord.

4) De krachtens lid 2 aanvaarde categorieën voorwaardelijkheid worden gepubliceerd op de website van het register.

Artikel 14

Slot- en overgangsbepalingen

1) Dit interinstitutioneel akkoord is bindend voor de ondertekenende instellingen.

2) Dit akkoord vervangt het akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie van 16 april 2014 dat op de datum van inwerkingtreding van dit akkoord buiten werking treedt.

3) Dit akkoord treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is met ingang van [xx xx xxxx] van toepassing.

4) Belangenvertegenwoordigers die op de dag van inwerkingtreding van dit akkoord staan ingeschreven passen hun inschrijving binnen een periode van zes maanden na die datum aan, teneinde aan de nieuwe, uit dit akkoord voortvloeiende vereisten te voldoen.

5) Onderzoeken naar aanleiding van meldingen en klachten op grond van het akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie van 16 april 2014 zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de procedure van dat akkoord.

6) Het onderhavige akkoord zal vier jaar na de inwerkingtreding ervan worden geëvalueerd.


Overeengekomen te [plaats], [datum].

(1)

Akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese Commissie over het Transparantieregister voor organisaties en als zelfstandige werkzame personen die betrokken zijn bij het maken en het uitvoeren van het EU-beleid, PB L 277, 19.9.2014, blz. 11.

(2)

 Resolutie van 11 maart 2014 over de publieke toegankelijkheid van documenten (Artikel 104 lid 7 voor de periode 2011-2013), aangenomen tekst P8_TA(2016)0202.

(3)

Hiermee worden personen bedoeld die een gemeenschappelijk belang van een groep belanghebbenden op een bepaald beleidsgebied vertegenwoordigen en die geen individuele belanghebbende vertegenwoordigen, maar een bepaalde beleidsoriëntatie die door verschillende belangenorganisaties wordt gedeeld (‘type B leden’) en organisaties in de brede zin van het woord, inclusief bedrijven, verenigingen, ngo’s, vakbonden, universiteiten, onderzoeksinstituten, advocatenkantoren en adviesbureaus (‘type C leden’), zoals neergelegd in Commissiebesluit C(2016) 3301 van 30 mei 2016.