Bijlagen bij SEC(2003)28 - Overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van landbouw- en bosbouwtrekkers en aanhangwagens, verwisselbare getrokken machines, systemen, onderdelen en technische eenheden daarvan - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | SEC(2003)28 - Overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het ... |
---|---|
document | SEC(2003)28 ![]() ![]() |
datum | 10 januari 2003 |
3. OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT
De discussies in de Raad gingen over redactionele ideeën om het voorstel te laten aansluiten bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad over de typegoedkeuring van motorvoertuigen. De Commissie steunt in het algemeen de voorgestelde wijzigingen, omdat ze de praktische toepassing van de richtlijn zullen vergemakkelijken door de vereiste procedures voor de verschillende voertuigcategorieën meer op elkaar af te stemmen.
Naast deze redactionele wijzigingen moeten in het voorstel van de Commissie ook enkele inhoudelijke wijzigingen worden aangebracht:
- schrapping van alle beperkingen van het aantal voertuigen dat in het kader van één goedkeuringsprocedure moet worden goedgekeurd;
- wat de typegoedkeuringsprocedure voor in kleine series gebouwde voertuigen betreft, verhoging met 50% van het aantal voertuigen dat in gebruik moet worden genomen;
- verlenging van de overgangsperiode voor de constructeurs om bestaande voertuigtypes aan de nieuwe technische voorschriften in bijlage II aan te passen (2009 in plaats van 2007).
De Commissie erkent dat bij de toepassing van beperkende procedures enige soepelheid vereist is om de nationale goedkeuring van uiterst specifieke voertuigen voor bijzondere of regionale teelten mogelijk te maken. Daarom staat de Commissie achter de voorgestelde wijzigingen op voorwaarde dat ze geen bedekte manier zijn om aan de richtlijn te ontsnappen.
Een Frans voorstel om tien afzonderlijke richtlijnen in te trekken die volgens de Franse delegatie betrekking hebben op de veiligheid van werknemers en niet op de verkeersveiligheid, vond geen steun in de Raad. De Commissie acht het voorstel gegrond, maar schaart zich achter de visie van de Raad.
4. CONCLUSIE
De Commissie is van mening dat de wijzigingen van de Raad haar voorstel niet wezenlijk veranderen. Daarom kan zij het gemeenschappelijk standpunt onderschrijven.