Bijlagen bij COM(2017)708 - Richtsnoeren inzake bepaalde aspecten van Richtlijn 2004/48 EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage II - Samenvattend verslag.

(6)

Artikelen 12-15 van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (PB L 178, 17.7.2000, blz. 16).

(7)

Mededeling van de Commissie "Online platforms en de digitale eengemaakte markt - Kansen en uitdagingen voor Europa", COM(2016) 288.

(8)

Mededeling van de Commissie "De bestrijding van illegale online-inhoud – Naar een grotere verantwoordelijkheid voor onlineplatforms", COM(2017) 555.

(9)

Zoals vastgesteld in CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EG;

(10)

COM(2017) 707.

(11)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 2628.

(12)

 Ibidem, blz. 10. Als voornaamste redenen waarom het MKB niet tot procederen overgaat werden de proceskosten, het gebrek aan middelen en de onvoorspelbaarheid van het resultaat opgevoerd.

(13)

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 17 maart 2016, C-99/15 , Christian Liffers / Producciones Mandarina SL en Mediaset España Comunicación SA, voorheen Gestevisión Telecinco SA, EU:C:2016:173, punt 25.

(14)

Overweging 26 van de IPRED.

(15)

CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EC, Bijlage II - Beknopt verslag.

(16)

CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EG, blz. 17 en Bijlage III.

(17)

Europees Waarnemingscentrum voor inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten "Damages in Intellectual Property Rights", blz. 4.

(18)

  C-99/15  Liffers, punten 15-27. 

(19)

CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EG, Bijlage III.

(20)

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 25 januari 2017, C-367/15 , Stowarzyszenie "Oławska Telewizja Kablowa" w Oławie / Stowarzyszenie Filmowców Polskich w Warszawie, EU:C:2017:36.

(21)

  C-367/15 OTK , punt 30. Zie ook C-99/15  Liffers, punt 18.

(22)

  C-367/15  OTK, punten 26 en 32.

(23)

Een vergelijkbare bevoegdheidstoekenning, hoewel enkel van toepassing in welbepaalde omstandigheden, is opgenomen in artikel 17, lid 1, van Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie (PB L 349 van 5.12.2014, blz. 119).

(24)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 2830.

(25)

CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EG; blz. 20 en Bijlage III.

(26)

Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 juli 2015, C-681/13 , Diageo Brands BV / Simiramida-04 EOOD, EU:C:2015:471 .

(27)

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 oktober 2011, C-406/09 , Realchemie Nederland BV / Bayer CropScience AG. EU:C:2011:668

(28)

  C-180/11 , Bericap, punten 7782.

(29)

 "Support study for the ex-post evaluation and ex-ante impact analysis of the IPR enforcement Directive", Technopolis Group in een consortium met EY en Schalast Rechtsanwälte, 2017, blz. 6970.

(30)

  C-57/15 , UVP , punt 25.

(31)

  C-57/15  UVP, punten 2627.

(32)

  C-57/15  UVP, punten 2930.

(33)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 28.

(34)

  C-406/09 ,  Realchemie, punt 49.

(35)

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 28 juli 2016, C-57/15 , United Video Properties Inc. / Telenet NV (UVP), EU:C:2016:611, punt 29.

(36)

  C-57/15  UVP, punt 22.

(37)

  C-57/15 , UVP, punt 34.

(38)

  C-57/15 , UVP , punt 36.

(39)

  C-57/15 , UVP, punten 3940.

(40)

  C-57/15 , UVP, punt 40.

(41)

Zie overweging 26 van de IPRED.

(42)

Zoals is aangegeven in overweging 14 van de IPRED: "Dit neemt dit niet weg dat de lidstaten deze maatregelen ook op andere handelingen moeten kunnen toepassen."

(43)

Bv. Arrest van het Hof (Grote kamer), 3 september 2014, C-201/13 , Johan Deckmyn en Vrijheidsfonds VZW / Helena Vandersteen e.a., EU:C:2014:2132, punt 14.

(44)

Verslag van het WTO-panel van 26 januari 2009, WT/DS362/R , blz. 75 – 98.

(45)

  WT/DS362/R , punt VII, 601-603 en VII.635-636.

(46)

Namelijk in verband met bepaalde strafrechtelijke maatregelen, terwijl het begrip in de IPRED wordt gebruikt in verband met bepaalde civielrechtelijke middelen.

(47)

In dit opzicht kan ten eerste worden opgemerkt dat de EU ook partij bij de TRIPS-overeenkomst is (zie overweging 4 van de IPRED), wat betekent dat de bepalingen van die overeenkomst onlosmakelijk tot de rechtsorde van de EU behoren (zie bv. C-180/11, Bericap, punt 67), en ten tweede dat de normale betekenis van niet nader omschreven termen die in secundaire EU-wetgeving zoals de IPRED worden gebruikt, ook volgens de jurisprudentie van het HvJ-EU een belangrijk element is bij de uitlegging van die termen (zie bv. C-201/13, Deckmyn, punt 19).

(48)

Overweging 17, IPRED.

(49)

Overweging 32, IPRED.

(50)

Zie respectievelijk de artikelen 47, 7, 8, 11 en 16 van het Handvest.

(51)

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 29 januari 2008, C-275/06 , Productores de Música de España (Promusicae) / Telefónica de España SAU, EU:C:2008:54, punt 68.

(52)

Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij, PB L 167 van 22.06.2001, blz. 10-19.

(53)

Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, PB L 201, 31.07.2002, blz. 37–47 (die dient ter aanvulling op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, PB L 281, 23.11.1995, blz. 31–50).

(54)

Bv. beschikking van het HvJ-EU (Achtste kamer) van 19 februari 2009, C-557/07 , LSG-Gesellschaft zur Wahrnehmung von Leistungsschutzrechten GmbH / Tele2 Telecommunication GmbH, EU:C:2009:107 ; Arrest van het Hof (Derde kamer) van 19 april 2012, C-461/10 , Bonnier Audio AB and Others / Perfect Communication Sweden A,B EU:C:2012:219; Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 juli 2015, C-580/13 , Coty Germany GmbH / Stadtsparkasse Magdeburg, EU:C:2015:485. 

(55)

Zie ook de verdere bespreking van artikel 8 inzake het recht op informatie (hoofdstuk III) en de artikelen 9 en 11 inzake rechterlijke bevelen (hoofdstuk IV) van de IPRED.

(56)

Zie ook overweging 21 van de IPRED.

(57)

  C-275/06 , Promusicae, punten 58-59. Zie ook deel 1 hierboven.

(58)

  C-461/10 , Bonnier, punt 51-61.

(59)

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 16 juli 2015, C-580/13 , Coty Germany GmbH / Stadtsparkasse Magdeburg, punt 43.

(60)

  C-580/13 , Coty Germany, punt 40.

(61)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 18. Zie ook SEC(2010) 1589 final, blz. 9.

(62)

Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op de bepalingen van het mededingingsrecht van de lidstaten en van de Europese Unie (PB L 349 van 5.12.2014, blz. 1).

(63)

CSWD - Analyse van de toepassing van Richtlijn 2004/48/EG van 22.12.2010, blz. 9; Document van de Commissie "Synthesis of the comments on the Commission Report on the application of Directive 2004/48", juli 2011, blz. 19.

(64)

Zie artikel 3 van de IPRED.

(65)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 18-25.

(66)

Bijvoorbeeld in Nederland

(67)

PB C 175 van 20.6.2013, blz. 1.

(68)

Cf. Arrest van het Hof (Derde kamer) van 14 februari 2008, C-450/06 , Varec SA v Belgian State, EU:C:2008:91 , betreffende evenwicht tussen conflicterende rechten in geschillen met betrekking tot procedures voor overheidsopdrachten.

(69)

 "Intellectual Property SME Scoreboard 2016", EUIPO, Europees Waarnemingscentrum voor inbreuk op intellectuele-eigendomsrechten, 2016.

(70)

Artikel 47 van het Handvest. Zie ook artikel 42 van de TRIPS-overeenkomst.

(71)

Voorlopige bepalingen voor het reglement voor de procesvoering van het eengemaakte octrooigerecht (18e ontwerptekst), beschikbaar op: https://www.unified-patent-court.org/documents.

(72)

Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en naburige rechten in de informatiemaatschappij, PB L 167 van 22.06.2001, blz. 10-19, overweging 59.

(73)

C-324/09 , L’Oréal /. eBay, punt 131; C-70/10 , Scarlet Extended, punt 31; C-360/10 , SABAM, punt 29.

(74)

Die mogelijkheid - tevens los van de aansprakelijkheid van de tussenpersoon - is ook voorzien in artikel 8, lid 3, van de richtlijn inzake de informatiemaatschappij.

(75)

Arrest van het Hof (Grote kamer) van 12 juli 2011, C-324/09 , L’Oréal SA e.a. / eBay International AG e.a., EU:C:2011:474, punt 127. Zie ook C-494/15 , Tommy Hilfiger, EU:C:2016:528, punt 22. De artikelen 12-14 van de richtlijn inzake elektronische handel bepalen specifiek met betrekking tot bepaalde online tussenpersonen dat de in die artikelen verankerde vrijstellingen van aansprakelijkheid niet beletten dat een gerecht of een administratieve autoriteit van hen kan verlangen dat zij een inbreuk beëindigen of voorkomen.

(76)

Zie C-314/12  UPC Telekabel; Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011.

(77)

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 juli 2016, C-494/15 , Tommy Hilfiger Licensing LLC e.a. / DELTA CENTER a.s. , punt 23. Zie met betrekking tot artikel 8, lid 3, van de richtlijn inzake de informatiemaatschappij ook C-314/12  UPC Telekabel, punten 34-35.

(78)

Zie wat betreft offline en online dienstverleners zaak C-494/15, Tommy Hilfiger, punt 29.

(79)

  C-557/07 , LSG-Gesellschaft, punt 46; C-314/12  UPC Telekabel, punten 43-46; Arrest van het Hof (Derde kamer) van 24 november 2011, C-70/10 , Scarlet Extended SA / Société belge des auteurs, compositeurs et éditeurs SCRL (SABAM), EU:C:2011:771, punt 30.

(80)

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 16 februari 2012, C-360/10 , Belgische Vereniging van Auteurs, Componisten en Uitgevers CVBA (SABAM) / Netlog NV, EU:C:2012:85, punt 28.

(81)

  C-324/09 , L’Oréal / eBay, punt 131. 

(82)

  C-494/15  Tommy Hilfiger, punt 28.

(83)

Cf. overweging 59 van de richtlijn inzake de informatiemaatschappij.

(84)

Arrest van het Hof (Vierde kamer), 27 maart 2014, C-314/12 , UPC Telekabel Wien GmbH / Constantin Film Verleih GmbH and Wega Filmproduktionsgesellschaft mbH, EU:C:2014:192, punt 63.  

(85)

  C-314/12 , UPC Telekabel, punt 53.

(86)

  C-314/12 ,  UPC Telekabel, punt 56.

(87)

Zie tevens bespreking in hoofdstuk IV, punt 1, inzake rechterlijke bevelen en aansprakelijkheid.

(88)

  C-314/12 ,  UPC Telekabel, punten 52-57. 

(89)

  C-314/12 ,  UPC Telekabel, punt 53.

(90)

 Entertainment Germany GmbH, EU:C:2016:689, punten 93-95; C-314/12  UPC Telekabel, punten 56 en 58 62.

(91)

Artikel 2, lid 3, onder a) van de IPRED bepaalt dat die richtlijn geen afbreuk doet aan de richtlijn inzake elektronische handel en in het bijzonder de artikelen 12-15 daarvan.

(92)

  C-324/09 , L’Oréal /. eBay, punt 139; C-70/10 , Scarlet Extended, punt 36; C-360/10 , SABAM, punt 34.

(93)

  C-70/10 ,  Scarlet Extended.

(94)

  C-360/10 ,  SABAM.

(95)

Cf. de verplichtingen voor bepaalde online hosting dienstverleners om upload van beschermde inhoud ten aanzien waarvan geen toestemming bestaat, in samenwerking met rechthebbenden te voorkomen, welke zijn voorgesteld in artikel 13 van het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake auteursrecht binnen de digitale eengemaakte markt (COM(2016) 593, van 14.9.2016).

(96)

D.w.z. rechterlijke bevelen die tussenpersonen verplichten verdere inbreuken op alle rechten van een rechthebbende of rechten die tot de catalogus of het repertoire van een licentienemer behoren, te verhinderen op grond van een vastgestelde inbreuk op een deel van die rechten

(97)

Antwerpen, 14 februari 2013, Zaken 2012/FR/303, 2012/PGA/3549, 2012/KC21/262, en Cass., 22 oktober 2013, P.13.0550.N; In deze uitspraak eiste de rechter dat de Belgische politie ("Computer Crime Unit") een lijst van domeinnamen opstelde die verband hielden met de website "thepiratbay.org".

(98)

  C-324/09 , L’Oréal / eBay, punt 131.

(99)

Zie overweging 23 van de IPRED. Zie ook C-324/09 , L’Oréal / eBay, punt 135; C-70/10 , Scarlet Extended, punt 31; C-360/10 , SABAM, punt 29.

(100)

Bv. België, Frankrijk, Polen.

(101)

Volgens artikel 1 omvat de term "intellectuele-eigendomsrechten" voor het doel van de richtlijn ook industriële-eigendomsrechten.

(102)

Cf. C-367/15 , OTK, punt 23: " Richtlijn 2004/48 legt een minimumnorm inzake de eerbiediging van de intellectuele-eigendomsrechten vast en belet de lidstaten niet om maatregelen met ruimere bescherming te treffen ".

(103)

Verklaring van de Commissie betreffende artikel 2 van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (2005/295/EG), PB L 94 van 13.4.2005, blz. 37–37.

(104)

In het bijzonder, verslag van de Commissie "Toepassing van Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten" (COM(2010)0779 definitief); "Support study for the ex-post evaluation and ex-ante impact analysis of the IPR enforcement directive (IPRED)" Technopolis Group in een consortium met EY en Schalast Rechtsanwälte, 2017.

(105)

Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan, PB L 157, 15.6.2016, blz. 1–18.

(106)

Overweging 39 van de richtlijn inzake bedrijfsgeheimen.

(107)

Lidstaten moeten die richtlijn vóór 9 juni 2018 omzetten.

(108)

Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 november 2012,  C-180/11 , Bericap Záródástechnikai Bt. / Plastinnova 2000 Kft, EU:C:2012:717, punten 79-81.

(109)

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 10 april 2014, C-435/12 , ACI Adam BV e.a. / Stichting de Thuiskopie en Stichting Onderhandelingen Thuiskopie vergoeding, EU:C:2014:254, punt 63.

(110)

Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 4 februari 2016, C-163/15 , Youssef Hassan / Breiding Vertriebsgesellschaft mbH, EU:C:2016:71, punt 26; Arrest van het Hof (Zevende kamer) van 22 juni 2016, C-419/15, Thomas Philipps GmbH & Co. KG / Grüne Welle Vertriebs GmbH, EU:C:2016:468, punt 25.

(111)

Dezelfde zin is opgenomen in artikel 4, onder b, van de IPRED.

(112)

Bepalingen van dit type bestaan in Frankrijk, België, Portugal en Nederland.

(113)

Volgens de algemene feedback die is ontvangen van belanghebbenden. Zie tevens "Support study for the ex-post evaluation and ex-ante impact analysis of the IPR enforcement Directive", Technopolis Group in een consortium met EY en Schalast Rechtsanwälte, 2017, blz. 88-89.

(114)

Overweging 20, IPRED.

(115)

Zie Sec. "Mogelijkheden en merites van een grijsmakingsbrief", blz. 15.

(116)

CSWD – Evaluatie van Richtlijn 2004/48/EG, blz. 13.

(117)

Raadpleging inzake de evaluatie en modernisering van het wettelijk kader voor handhaving van intellectuele-eigendomsrechten, blz. 22.

(118)

Arrest van het Hof (Negende kamer) van 18 januari 2017, C-427/15 , NEW WAVE CZ, a.s. / ALLTOYS, EU:C:2017:18, punt 27. 

(119)

  Artikelen 2 en 7 van afdeling 19 van de Duitse wet inzake handelsmerken.

(120)

Cf. bv. Arrest van het Hof van 16 juni 1998, C-53/96 , Hermès International / FHT Marketing Choice BV, EU:C:1998:292, punt 28; C-275/06, Promusicae, punt 60.

(121)

Overweging 11 van de IPRED.

(122)

Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking, PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).

(123)

Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (PB L 199 van 31.7.2007, blz. 40-49).

(124)

Artikel 35 van de Brussels-I verordening bepaalt: "In de wetgeving van een lidstaat vastgestelde voorlopige of bewarende maatregelen kunnen bij de gerechten van die staat worden aangevraagd, zelfs indien een gerecht van een andere lidstaat bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen."

(125)

Beschikking van het Hof (derde kamer) van 7 maart 2013, in zaak C-145/10 REC ., Eva-Maria Painer / Standard VerlagsGmbH e.a., ECLI:EU:C:2013:138, 62010CO0145.

(126)

  C-406/09  Realchemie.