Bijlagen bij COM(2018)728 - Uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten 1 januari 2017 - 31 december 2017

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 1 – Preferentiegebruik bij invoer in de EU

Bijlage 2 – PREFERENTIEGEBRUIK BIJ UITVOER UIT DE EU

Bijlage 3 – LIJST VAN AFKORTINGEN


Tabel 1    Overzicht van de overeenkomsten die in dit verslag aan bod komen (deel 1)

Vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie"
PartnerToegepast sinds
Vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea1 juli 2011
Vrijhandelsovereenkomst EU-Colombia-Peru-Ecuador1 maart 2013 voor Peru; 1 augustus 2013 voor Colombia; sinds 1 januari 2017 voor Ecuador.
Associatieovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika1 augustus 2013: de handelspijler geldt voor Honduras, Nicaragua en Panama; 1 oktober 2013: Costa Rica en El Salvador; 1 december 2013: Guatemala.
Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen de EU en Canada21 september 2017

Diepe en brede vrijhandelsruimten (DCFTA's)
EU-Georgië1 september 2014, in werking getreden op 1 juli 2016.
EU-Moldavië1 september 2014, in werking getreden op 1 juli 2016.
EU-Oekraïne1 januari 2016, in werking getreden op 1 september 2017.
Vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie"
PartnerToegepast sinds
Douane-unie EU-TurkijeAssociatieovereenkomst ondertekend in 1963; slotfase van de douane-unie voltooid op 1 januari 1996.
EU-Zwitserland1972
EU-Noorwegen1 juli 1973
EU-Israël1 januari 1996
EU-Jordanië1 mei 2002
EU-Palestina 11 juli 1997
EU-Tunesië1 maart 1998
EU-Marokko18 maart 2000
EU-Libanon1 maart 2003
EU-Egypte21 december 2003
EU-Algerije1 september 2005
Algemene Overeenkomst tussen de EU en MexicoVrijhandelsovereenkomst voor goederen toegepast sinds 1 juli 2000. Vrijhandelsovereenkomst voor diensten toegepast sinds 1 maart 2001.


Tabel 1    Overzicht van de overeenkomsten die in dit verslag aan bod komen (deel 2)

Vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie"
PartnerToegepast sinds
Associatieovereenkomst tussen de EU en Chili1 februari 2003
SAO 2 EU – voormalige Joegoslavische Republiek MacedoniëInterim-overeenkomst betreffende de handel: 1 juni 2001
SAO EU-AlbaniëInterim-overeenkomst betreffende de handel: 1 december 2006
SAO EU-MontenegroInterim-overeenkomst betreffende de handel: 1 januari 2008
SAO EU-ServiëInterim-overeenkomst betreffende de handel voor Servië: 1 februari 2009; voor de EU: 8 december 2009.
SAO EU-Bosnië en HerzegovinaInterim-overeenkomst betreffende de handel 1 juli 2008
SAO EU-Kosovo 31 april 2016
Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's)
PartnerToegepast sinds
EU-Stille Oceaan28 juli 2014: Fiji; 20 december 2009: Papoea-Nieuw-Guinea.
EU-CARIFORUM29 december 2008: Antigua en Barbuda, Belize, Bahama's, Barbados, Dominica, Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Jamaica, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Suriname en Trinidad en Tobago.
EU-subregio Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA)14 mei 2012: Madagaskar, Mauritius, Seychellen en Zimbabwe.
EPO EU-Centraal-Afrika4 augustus 2014: Kameroen
EPO EU-SADC (Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika)10 oktober 2016: Botswana, Lesotho, Namibië, Zuid-Afrika en Swaziland; 4 februari 2018: Mozambique.
Interim-EPO EU-Ghana15 december 2016
Interim-EPO EU-Ivoorkust3 september 2016


1.Inleiding

1.1    Waarom dit verslag?

Bilaterale en regionale vrijhandelsovereenkomsten zijn belangrijke aanjagers van economische groei. Door zo goed mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die door globalisering worden geboden, leveren ze grote voordelen op voor de mensen en ondernemingen in de Europese Unie (EU) en in onze partnerlanden. Vrijhandelsovereenkomsten hebben een belangrijk aandeel in de resultaten van de buitenlandse handel van de EU omdat ze nieuwe markten openstellen voor exporteurs en een voorspelbaarder, op regels gebaseerd ondernemingsklimaat scheppen dat gunstig uitpakt voor de keuze voor de consument en de mededinging. Hoewel het afschaffen van tarieven en het wegnemen van niet-tarifaire handelsbelemmeringen achter de grens belangrijke onderdelen van handelsovereenkomsten blijven, winnen andere aspecten aan belang. Met name regels ter bevordering van vrije en eerlijke handel (bv. met betrekking tot de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en mededingingsregels) en ter bescherming van de arbeidsrechten en het milieu hebben een prominentere rol gekregen. Bovendien kunnen sommige vrijhandelsovereenkomsten mogelijkheden bieden voor nauwere samenwerking tussen de partijen op uiteenlopende terreinen, van onderzoek en innovatie tot normalisatie en klimaatverandering.

De stijging van het aantal door de EU gesloten handelsovereenkomsten gaat hand in hand met de toegenomen algemene interesse in de effecten ervan. Om de werkelijke en potentiële voordelen van belangrijke handelsovereenkomsten te analyseren 4 heeft de Commissie in haar mededeling "Handel voor iedereen" 5 toegezegd jaarlijks de stand van zaken op te maken van de uitvoering van deze overeenkomsten en daarbij zowel de vooruitgang als de resterende uitdagingen voor het voetlicht te brengen, alsook de stappen die de Commissie neemt om het volledige potentieel van vrijhandelsovereenkomsten te benutten.

Net zoals het eerste verslag 6 van november 2017 is dit tweede jaarverslag over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten (hierna "het verslag" genoemd) bedoeld om de wijze waarop de Commissie vrijhandelsovereenkomsten ten uitvoer legt, beter bekend en transparanter te maken. Het verslag moet de andere EU-instellingen, de EU-lidstaten, het maatschappelijk middenveld, bedrijven en alle belanghebbenden bij het EU-handelsbeleid in staat stellen te controleren en te bespreken hoe de EU haar vrijhandelsovereenkomsten toepast. De informatie die in dit kader wordt verzameld, zal ook worden benut bij toekomstige handelsbesprekingen. Bovendien verschaft het verslag nuttige inzichten over de mate waarin ontwikkelingslanden profiteren van vrijhandelsovereenkomsten met de EU en hoe ontwikkelingshulp beter kan worden afgestemd op de onlangs geactualiseerde strategie hulp voor handel .


1.2    Voor het verslag gebruikte gegevens

De in dit verslag gebruikte algemene handelsstatistieken 7 over de ontwikkeling van de handels- en investeringsstromen zijn ontleend aan gegevens van Eurostat (Comext), zoals beschikbaar op 15 juli 2018, tenzij anders vermeld 8 . Tenzij anders is aangegeven, hebben de meest recente jaargegevens over de handel in goederen betrekking op 2017; die over diensten en investeringen op 2016. De statistieken over het preferentiegebruik 9 zijn gebaseerd op de administratieve gegevens die door het land van invoer zijn verzameld. Het preferentiegebruik laat zien in hoeverre de handelsstromen gebruikmaken van preferenties uit hoofde van een handelsovereenkomst. Het preferentiegebruik is het percentage van de invoer of uitvoer die onder handelspreferenties valt afgezet tegen de totale waarde van de invoer of uitvoer die in aanmerking komt voor preferenties per partnerland, d.w.z. de totale waarde van de voor preferentiegebruik in aanmerking komende invoer of uitvoer gedeeld door de invoer/uitvoer waarop de preferentieregeling daadwerkelijk is toegepast. Er is sprake van voor preferenties in aanmerking komende invoer/uitvoer wanneer het toegepaste preferentiële tarief lager is dan het tarief dat geldt voor de meestbegunstigde natie. Derhalve is rechtenvrije handel met de meestbegunstigde natie niet opgenomen in de berekeningen.

Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten is gebaseerd op cijfers van Eurostat. Eurostat voegt tarieven en handelsstromen samen tot een gegevensset waaruit de Commissie informatie extraheert over de regeling waarvoor een product in aanmerking komt en de mate waarin deze regeling wordt gebruikt. De zo ontstane gegevensset is geharmoniseerd en consistent 10 en maakt vergelijkingen tussen partnerlanden en jaren mogelijk.

Daarentegen berekent de Commissie het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar partners van vrijhandelsovereenkomsten aan de hand van administratieve gegevens die door het desbetreffende derde land van invoer zijn verzameld. Deze statistieken zijn niet geharmoniseerd. Zodoende geven rechtstreekse vergelijkingen tussen partnerlanden of met de EU-invoer slechts een indicatie. Informatie over preferentiegebruik wordt alleen gegeven wanneer er voldoende betrouwbare gegevens beschikbaar waren.

1.3    Toepassingsgebied en structuur van het verslag

Dit verslag geeft een actueel overzicht van de activiteiten van de Commissie bij de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten en vat de belangrijkste ontwikkelingen samen ten aanzien van 35 belangrijke handelsovereenkomsten van de EU met 62 partnerlanden die in 2017 ten minste voor enkele maanden van toepassing waren (zie tabel I). Uitvoerige informatie over alle afzonderlijke overeenkomsten is te vinden in een werkdocument van de diensten van de Commissie waarvan dit verslag vergezeld gaat.

·Hoofdstuk 2 bevat een samenvatting van de voornaamste bevindingen op de belangrijkste gebieden die onder de overeenkomsten vallen, en beschrijft de geboekte vooruitgang en de openstaande kwesties.


·De hoofdstukken 3 t/m 6 gaan in op de hoogtepunten voor elke categorie vrijhandelsovereenkomsten:

ovrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" (hoofdstuk 3);

odiepe en brede vrijhandelsruimten (DCFTA's; hoofdstuk 4);

ovrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie" (hoofdstuk 5), en

oeconomische partnerschapsovereenkomsten (hoofdstuk 6).

·In hoofdstuk 7 wordt gekeken naar de uitvoering van de verbintenissen met betrekking tot handel en duurzame ontwikkeling.

·Hoofdstuk 8 maakt de balans op van de handel in agrovoedingsproducten in het kader van vrijhandelsovereenkomsten.

·In hoofdstuk 9 wordt ingegaan op de inspanningen van de Commissie om meer bekendheid te geven aan vrijhandelsovereenkomsten en de benutting ervan te verbeteren.

·Hoofdstuk 10 belicht de stand van zaken op het gebied van de rechtshandhaving.


2.Overzicht van de belangrijkste bevindingen

2.1    Context

Vrijhandelsovereenkomsten zijn een belangrijke katalysator voor het openstellen van markten en het scheppen van de randvoorwaarden om handel en investeringen te stimuleren. Handelsovereenkomsten stellen Europese ondernemingen in staat om hun uitvoer en invoer te vergroten, hetgeen bijdraagt aan de groei van het bruto binnenlands product (bbp) van de EU. Tevens is er een duidelijk verband vastgesteld tussen de (Europese en buitenlandse) werkgelegenheid en de toegevoegde waarde van de EU-uitvoer naar de rest van de wereld 11 . Vrijhandelsovereenkomsten hebben daarnaast nog tal van andere doelstellingen, die zowel algemeen van aard als partnerland- of partnerregiospecifiek zijn. De EU spant zich ervoor in om het handelsbeleid te koppelen aan het bevorderen van waarden, zoals de bescherming van mensenrechten, arbeidsrechten en het milieu, en de bestrijding van klimaatverandering.

Bovendien zijn de diepe en brede vrijhandelsruimten (DCFTA's) met onze partnerlanden van het Oostelijk Nabuurschap Moldavië, Oekraïne en Georgië sterk gericht op de geleidelijke aanpassing van de wetgeving van deze landen aan het EU-acquis. De economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen) zijn asymmetrische overeenkomsten die onze partnerlanden rechtenvrije, quotavrije toegang bieden tot de EU-markt, aangevuld met technische bijstand en ontwikkelingshulp. De overeenkomsten met de Westelijke Balkan zijn gestoeld op een sterk Europees perspectief voor deze landen, die streven naar toetreding tot de EU.

De uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten volgt uit de aard der zaak pas na het onderhandelingsproces en moet waar nodig worden bijgesteld om ervoor te zorgen dat de specifieke beleidsdoelstellingen van de betreffende overeenkomst worden gehaald. Er kunnen pas betekenisvolle conclusies worden getrokken als een overeenkomst enkele jaren heeft gelopen. Om de effecten ervan te beoordelen heeft de Commissie evaluaties achteraf verricht van de EU-vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie" met Chili (2012) en Mexico (2016) en staat zij op het punt een grondige analyse van de eerste EU-overeenkomst van de "nieuwe generatie" met Zuid-Korea af te ronden. De sluiting van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) met Canada, in 2016, betekende een nieuwe mijlpaal wat betreft het toepassingsgebied en de inhoud, hetgeen ook naar voren zal komen in de uitvoering ervan.

Hoe ambitieuzer en breder een handelsovereenkomst is, des te ingewikkelder en kostbaarder is de uitvoering. Daarom is het nu nog belangrijker dan voorheen om de werking van onze belangrijkste vrijhandelsovereenkomsten periodiek en systematisch te monitoren. De bevindingen – wat werkt wel en wat werkt niet in het kader van de verschillende overeenkomsten – kunnen dienen als input bij onderhandelingen over nieuwe overeenkomsten en voor de modernisering van bestaande overeenkomsten. De Commissie legt daarom de nadruk op een soepele overgang van de onderhandelings- naar de uitvoeringsfase en op een betere voorbereiding op het moment waarop een nieuwe overeenkomst voorlopig van toepassing wordt, zoals blijkt uit CETA en de economische partnerschapsovereenkomst met Japan. Een doeltreffende tenuitvoerlegging van vrijhandelsovereenkomsten kan zodoende worden beschouwd als een onderdeel van de handelsbeleidscyclus.

2.2    Handel in goederen 12

De totale EU-handel in het kader van vrijhandelsovereenkomsten beliep in 2017 1 179 miljard EUR, oftewel ongeveer 32 % van de totale handel van de EU met derde landen (die in datzelfde jaar circa 3 737 miljard euro bedroeg). Onze grootste handelspartners in het kader van vrijhandelsovereenkomsten zijn Zwitserland, dat goed is voor 7 % van de totale buitenlandse handel van de EU, gevolgd door Turkije (4,1 %), Noorwegen (3,4 %) en Zuid-Korea (2,7 %). De totale invoer uit hoofde van EU-vrijhandelsovereenkomsten bedroeg 542 miljard EUR in 2017, tegenover een totale uitvoer van 637 miljard EUR.

In het algemeen steeg de handel in goederen in 2017, met name wat de uitvoer uit de EU betreft. Dalingen van de EU-uitvoer lijken hoofdzakelijk het gevolg van externe factoren 13 die de economie van het betrokken partnerland raken, en vloeien niet voort uit een slechte werking van de vrijhandelsovereenkomst als zodanig. Een sectorale analyse van de handelsstromen duidt op een aanzienlijke toename van de uitvoer uit de EU van agrovoedingsproducten en motorvoertuigen naar een aantal partnerlanden waarmee een vrijhandelsovereenkomst van de "nieuwe generatie" is gesloten. Tegelijkertijd worden in verschillende sectoren, zoals vervoermaterieel en machines, nog veel mogelijkheden onbenut gelaten, waarbij de onderliggende uitvoerwaarde en de potentiële rechtenbesparingen relatief hoog zijn in alle EU-lidstaten en partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten. Zo kunnen EU-exporteurs volgens een recente studie van DG Handel jaarlijks naar schatting 15 miljard EUR besparen door de preferenties waarin de 18 EU-vrijhandelsovereenkomsten voorzien, volledig te benutten 14 .

2.3    Preferentiegebruik 15

Preferentiegebruik bij invoer in de EU uit partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten


Het jaar 2017 gaf enkele positieve ontwikkelingen te zien, met name voor de Latijns-Amerikaanse landen Chili en Mexico en de EVA-partners Noorwegen en Zwitserland, die de preferenties uit hoofde van de vrijhandelsovereenkomsten met de EU beter wisten te benutten. In het algemeen maakten de mediterrane partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten goed gebruik van de preferenties. Dat gold ook voor een aantal Andeslanden, zoals Ecuador. Ook enkele Midden-Amerikaanse landen vertonen een opwaartse tendens, met name El Salvador en Panama.


Preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten


In veel gevallen blijft het lastig om het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar de partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten te berekenen, omdat gegevens ontbreken of niet betrouwbaar zijn. Hierbij zij opgemerkt dat, net als vorig jaar, niet alle partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten direct gegevens beschikbaar hadden over het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar die landen, en dat de ontvangen gegevens in sommige gevallen onbetrouwbaar of onsamenhangend leken 16 . Dit hangt samen met het feit dat elk partnerland zijn eigen methode hanteert voor het verzamelen en rapporteren van de invoer. In sommige gevallen zijn de tekortkomingen te wijten aan een gebrek aan capaciteit of expertise, terwijl andere landen aangeven deze gegevens überhaupt niet te verzamelen.


De Commissie heeft deze kwestie via de institutionele structuren uit hoofde van de vrijhandelsovereenkomsten aan de orde gesteld bij de desbetreffende partnerlanden om periodieke uitwisselingen tussen de partijen te bevorderen. De meest recente vrijhandelsovereenkomsten, vanaf CETA, bevatten een bindende bepaling inzake de periodieke uitwisseling van handelsgegevens.


Op basis van de informatie waarover de Commissie beschikt is er verbetering gekomen in het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar een aantal vrijhandelspartners, zoals Zuid-Korea, waar het preferentiegebruik in de afgelopen vier jaar op rij is gestegen, en Georgië en Chili. Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar onze grootste vrijhandelspartner Zwitserland bleef met ongeveer 80 % op hetzelfde peil. Ondanks deze positieve ontwikkelingen laat de benutting van vrijhandelsovereenkomsten door EU-exporteurs nog ruimte voor verbetering. De Commissie probeert de benutting van de vrijhandelsovereenkomsten door Europese ondernemingen te verbeteren middels een waaier van maatregelen om tijdiger informatie en praktische richtsnoeren te verstrekken over ingewikkelde onderwerpen, zoals oorsprongsregels. De Commissie werkt ook in nauwe samenwerking met de EU-lidstaten en het bedrijfsleven aan verbeteringen van haar markttoegangsdatabank en handelshelpdesk om die af te stemmen op de behoeften van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's).


2.4    Diensten en investeringen

Alle vrijhandelsovereenkomsten en DCFTA's van de "nieuwe generatie" bevatten ambitieuze bepalingen met betrekking tot diensten en investeringen. De meest recente overeenkomsten (zoals CETA of de economische partnerschapsovereenkomst (EPO) met Japan) dragen bij tot de totstandkoming en consolidering van een regelgevingskader om de dienstverlening te vergemakkelijken en tegelijkertijd de consumenten te beschermen. CETA en de vrijhandelsovereenkomsten van de EU met Singapore en Vietnam bevatten daarnaast bepalingen om investeringen te beschermen volgens de nieuwste inzichten. De EU-vrijhandelsovereenkomsten gaan verder dan de WTO, omdat ze de investeringen niet alleen in de dienstensector, maar in de meeste economische sectoren liberaliseren, met inbegrip van de maakindustrie en de landbouw. Zo wordt het voor EU-dienstverleners en -investeerders veel gemakkelijker om zaken te doen doordat zij opereren in een voorspelbaarder klimaat met een grotere rechtszekerheid.

Niettemin maakt het gebrek aan uitgesplitste gegevens het moeilijk om de precieze effecten van vrijhandelsovereenkomsten op de dienstenhandel en op buitenlandse directe investeringen (BDI) te meten. De effecten van vrijhandelsovereenkomsten op de dienstensector moeten daarom nader worden bestudeerd om een helder beeld te krijgen. Hier volgen enkele belangrijke bevindingen tot nu toe: 

üDe handel in diensten uit hoofde van de vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" met Zuid-Korea, Colombia, Ecuador, Peru en Midden-Amerika is sinds de inwerkingtreding ervan toegenomen. Zo bedroeg de dienstenhandel in 2016 bijna 40 % van de totale handelswaarde voor Midden-Amerika, waarbij Panama alleen goed was voor meer dan de helft van deze stijging.


üEen dergelijke opwaartse tendens is ook waarneembaar bij de overeenkomsten van de "eerste generatie" met Chili en Mexico. De gemoderniseerde overeenkomsten zullen leiden tot verdere verbeteringen. Zo heeft Mexico toegezegd om zijn dienstenmarkten in verregaande mate open te houden voor EU-leveranciers, waarbij het land alomvattende, ambitieuze concessies zal verlenen.


üDe overeenkomsten van de "eerste generatie" met onze mediterrane partners bevatten slechts zeer beperkte bepalingen inzake investeringen en diensten, aangezien zij voornamelijk op goederen zijn gericht. Over het algemeen heeft het verkeer van diensten en investeringen zich positief ontwikkeld, ondanks de afname van de toeristische diensten in bepaalde landen als gevolg van instabiliteit of veiligheidsproblemen.


üDe waarde van de diensten die EU-ondernemingen verrichten in Zwitserland en andersom neemt in hoog tempo toe, met een positieve balans voor de EU.


üHet verkeer van diensten en investeringen dat in het kader van de DCFTA's plaatsvond tussen de EU en Oekraïne en Moldavië, bleef in 2016 stijgen en herstelde zich na de economische en politieke crisis; dat is nog niet het geval voor Georgië.


üVan de bestaande EPO's heeft alleen die met de Caribische landen betrekking op diensten, liberalisering van investeringen en andere handelsgerelateerde onderwerpen. De andere EPO's bevatten rendez-vousclausules om in een later stadium over deze onderwerpen te onderhandelen.


2.5    Geboekte vooruitgang en belangrijkste openstaande kwesties

De Commissie gebruikt het institutioneel kader van de vrijhandelsovereenkomsten om concrete problemen aan de orde te stellen bij partnerlanden, en boekte daarbij in 2017 succes 17 . Hier volgen enkele belangrijke resultaten en kwesties die momenteel nog openstaan:

Sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS-maatregelen)


üChili heeft zijn markt opengesteld voor rundvlees uit de EU door de laatste belemmeringen voor vleesdelen weg te nemen en de voorwaarden voor het gezondheidscertificaat voor de uitvoer aan te passen.

üPeru heeft de markt bijna volledig opengesteld voor zuivelproducten uit de EU.

üColombia, Costa Rica en Panama hebben de SPS-procedures verbeterd, waaronder de voorlopige opneming op lijsten van Europese vestigingen.

üMoldavië heeft een SPS-strategie aangenomen en is begonnen met de uitvoering daarvan, terwijl Georgië een stappenplan voor wetgeving heeft vastgesteld.


·Het verbod op de uitvoer van Europees rundvlees naar Zuid-Korea is van kracht gebleven. Deze kwestie is opnieuw aan de orde gesteld tijdens de vergadering van het SPS-comité op 6 september 2017.

·In Colombia gelden nog steeds omslachtige SPS-procedures voor plantaardige producten; in Peru is weinig vooruitgang geboekt bij de goedkeuring van geharmoniseerde certificaten voor de invoer van vleesproducten. 

·Voor een aantal DCFTA-partnerlanden, zoals Georgië, moet de institutionele capaciteit voor voedselveiligheidscontroles nog worden verbeterd. Moldavië moet zijn capaciteit voor laboratoriumtests bij de monitoring van en het toezicht op dierziekten opschroeven.


Technische en administratieve handelsbelemmeringen

üMexico heeft belemmeringen met betrekking tot de registratie en goedkeuring van gezondheidsproducten en agrochemicaliën weggenomen.

üTurkije heeft de beperkingen op de uitvoer van koper- en aluminiumschroot afgeschaft en papierproducten geschrapt uit zijn regeling voor toezicht op de invoer.

üColombia heeft de wetgeving aangepast om een gelijk speelveld te creëren voor de invoer en verkoop van binnenlandse en ingevoerde gedistilleerde dranken en heeft aangekondigd een gelijk speelveld te zullen creëren voor ingevoerde vrachtwagens (hoewel deze verbintenissen nog moeten worden uitgevoerd).


·Het verbod op de uitvoer van houtblokken in Oekraïne bleef van kracht en er werd weinig vooruitgang geboekt bij de aanneming van de bos(bouw)wetgeving die deze handelsbeperking moest opheffen.

·Een aantal mediterrane landen, waaronder Algerije, Egypte, Marokko en Tunesië, hanteren omslachtige registratieprocedures, certificeringsprocessen, technische controles in havens en inspecties vóór verzending ten aanzien van industriële producten, of vereisten inzake plaatselijke inbreng ten aanzien van overheidsopdrachten.

·De handelsbeperkende maatregelen in Turkije omvatten de benadeling van de EU-uitvoer van tractoren, beperkingen op de uitvoer van leerproducten en het Turkse lokalisatiebeleid in de farmaceutische sector.


Geografische aanduidingen (GA's)


üDe Europese GA "Prosecco" en het bijbehorende internationale merk worden nu wettelijk beschermd in Moldavië.


·In Zuid-Korea waren er problemen bij de toevoeging van verdere Europese GA's aan de lijst die bescherming geniet in het kader van de vrijhandelsovereenkomst.


Overheidsopdrachten

üOekraïne heeft een alomvattende routekaart inzake overheidsopdrachten aangenomen, die een nieuwe stap betekent op weg naar een transparanter en opener systeem van overheidsopdrachten.


·Door een gebrek aan transparantie kunnen Europese concurrenten nog niet profiteren van de openstelling van de plaatselijke markten voor overheidsopdrachten in een aantal landen van het Oostelijk Partnerschap.


Ondernemingsklimaat, investeringen, markttoegang voor kmo's


üMexico heeft de toegang tot buitenlandse directe investeringen verbeterd door aanpassingen door te voeren in de hoogte van het verplichte eigen vermogen van bedrijven in belangrijke sectoren, waaronder telecom-, energie- en verzekeringsbedrijven.


üTal van landen in de Europees-mediterrane regio hebben wijzigingen in hun wetgeving inzake investeringen aangebracht in een poging om meer buitenlandse directe investeringen aan te trekken. Zo hebben Egypte en Tunesië een nieuwe investeringswet vastgesteld, heeft Algerije zijn investeringswet gewijzigd, heeft Palestina een aantal wetten ter verbetering van het investeringsklimaat vastgesteld en hebben Jordanië en Marokko nieuwe instellingen voor de ontwikkeling van investeringen opgericht. Een doeltreffende uitvoering zal van cruciaal belang zijn voor het succes van dergelijke maatregelen.


·Europese bedrijven bleven in een aantal landen van de Westelijke Balkan en het Oostelijk Nabuurschap hinder ondervinden van corruptie en wanbestuur.

3.Vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie": Zuid-Korea, Colombia-Ecuador-Peru, Midden-Amerika en Canada

In dit verslag wordt met vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" gedoeld op brede vrijhandelsovereenkomsten die na 2006 zijn gesloten met bepaalde derde landen. Van de toegepaste overeenkomsten behoren deze met Zuid-Korea, Columbia, Peru, Ecuador, Midden-Amerika en Canada tot deze categorie. Deze overeenkomsten behelzen doorgaans meer dan tariefverlagingen en de handel in goederen alleen en omvatten ook diensten en overheidsopdrachten. De overeenkomsten met Zuid-Korea en Canada bevatten tevens bepalingen inzake verdere liberalisering van de investeringen, en CETA heeft daarnaast betrekking op investeringsbescherming (hoewel die nog niet voorlopig wordt toegepast) en samenwerking op regelgevingsgebied. In alle handelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" die sinds 2010 zijn gesloten nemen krachtige bepalingen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling een centrale plek in.

3.1    VRIJHANDELSOVEREENKOMST TUSSEN DE EU EN ZUID-KOREA

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

De vrijhandelsovereenkomst loopt inmiddels zeven jaar. In 2017 groeide de handel van de EU met Zuid-Korea sterker (met gemiddeld 5,7 % per jaar in de afgelopen zeven jaar) dan de totale handel tussen de EU en derde landen, die steeg met 3,8 %. De vrijhandelsovereenkomst was de drijvende kracht achter deze ontwikkeling. De invoer in de EU nam sterker toe dan de uitvoer uit de EU, dankzij de heropleving van de Europese economie en de sterke binnenlandse vraag in de EU.

De EU-uitvoer van motorvoertuigen naar Zuid-Korea is opnieuw met 7,3 % gestegen, nadat deze in 2016 met 7,5 % was gedaald.

De uitvoer uit de EU naar Zuid-Korea en de invoer in de EU uit Zuid-Korea in de agrovoedingssector zijn toegenomen met respectievelijk 10 % en 11 %. Dat is hoger dan de groeipercentages voor de EU-uitvoer en -invoer van agrovoedingsproducten in alle partnerlanden bij vrijhandelsovereenkomsten tezamen (respectievelijk 4 % en 5 %). Ook de tariefcontingenten 18 voor gevoelige landbouwproducten werden door EU-exporteurs beter benut dan in de twee jaar daarvoor.

In 2017 registreerde de EU een overschot van 2,6 miljard EUR in de handel in agrovoedingsproducten met Zuid-Korea. Over de periode 2010-2017 is de uitvoer van agrovoedingsproducten uit de EU naar Zuid-Korea toegenomen met 113 % en is de invoer uit Zuid-Korea gestegen met 212 % (al vertegenwoordigt die een geringe waarde: een stijging van 65 miljoen naar 203 miljoen EUR).

Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Zuid-Korea bedroeg 74,3 %, het hoogste percentage ooit. Het preferentiegebruik bij invoer uit Zuid-Korea in de EU nam ook licht toe, van 87 % in 2016 naar 88 % in 2017.

De EU-handel in diensten met Zuid-Korea is goed voor ongeveer 1 % van de handel in diensten buiten de EU. Tussen 2010 en 2016 nam de EU-uitvoer van diensten met 70 % toe. In 2016 daalde de uitvoer uit de EU licht, met 3,6 %, en nam de invoer in de EU af met 3,3 % ten opzichte van 2015. In dezelfde periode zijn de binnenkomende buitenlandse directe investeringen in de EU met 46 % gestegen en ook de uitgaande buitenlandse directe investeringen (EU-investeringen in Zuid-Korea) zijn met 34 % toegenomen.

Italiaanse wijn valt in de smaak in Korea
De wijnmakerij Col d'Orcia maakt sinds 1890 wijnen in Toscane en staat bekend om haar Brunello di Montalcino, die typisch is voor de regio. Col d'Orcia voert sinds 45 jaar wijnen uit naar de hele wereld en maakt daarbij gebruik van EU-handelsovereenkomsten. Zuid-Korea is een zeer sterke markt voor Col d'Orcia, aangezien de douanerechten dankzij de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea zijn opgeheven en de onderneming haar producten zodoende tegen een veel scherpere prijs kan aanbieden. Col d'Orcia voert nu meer dan 1 500 flessen wijn per jaar uit.

Zweeds nanotechbedrijf Insplorion verovert Korea
Het Zweedse bedrijf Insplorion produceert hoogwaardige accusensoren, luchtkwaliteitssensoren en onderzoeksapparatuur door gebruik te maken van de nieuwste nanotechnologie. Insplorion levert een technologie om luchtvervuiling te meten en aan te pakken en de energieoutput te verhogen, met name door middel van een hogere laadsnelheid tegen lagere kosten. De oplossingen van het bedrijf zijn geschikt voor allerlei toepassingen, van het vergroten van de actieradius van elektrische voertuigen tot goedkopere energieopslag en veiligere accu's. Gelet op de toenemende verstedelijking en luchtvervuiling in landen zoals Zuid-Korea is de vraag naar concurrerende luchtkwaliteitssensoren exponentieel gestegen. Dankzij de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea is het voor Insplorion veel gemakkelijker geworden om zijn op onderzoek steunende instrumenten te verkopen aan Koreaanse accuproducenten. De overeenkomst ondersteunt tevens de strategische samenwerking tussen Insplorion en zijn Koreaanse partners, die cruciaal is om innovatie te bevorderen.

EU-handelsovereenkomst zorgt voor banen in de Duitse technische sector
Kolbus, opgericht in 1775, is een Duits bedrijf uit Noordrijn-Westfalen dat gespecialiseerd is in machines op het gebied van boekbinding en papierverwerking. Dankzij de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea heeft de fabrikant in Zuid-Korea een lucratieve afzetmarkt gevonden. Sinds 2015 is de uitvoer van Kolbus naar Zuid-Korea verdubbeld. Een doorslaggevende factor voor het succes van Kolbus is de schrapping van de douanerechten, die voorheen 8 % bedroegen, waardoor het bedrijf ten minste 25 000 EUR per machine kan besparen. Machines zijn het op een na belangrijkste Duitse uitvoerartikel, met een totale waarde van ongeveer 3,14 miljard EUR, na motorvoertuigen (die een uitvoerwaarde van 6 miljard EUR per jaar vertegenwoordigen).


Arbeidsrechten


De Commissie heeft bij herhaling haar ernstige bezorgdheid geuit betreffende de verbintenissen inzake arbeidsrechten in het kader van de vrijhandelsovereenkomst, en deze nadrukkelijker bij de nieuwe Zuid-Koreaanse regering onder de aandacht gebracht.


Een van de aan de orde gestelde kwesties was de ontoereikende vooruitgang die werd geboekt bij de arbeidshervormingen die nodig zijn voor het waarborgen van de eerbiediging van het beginsel van vrijheid van vereniging en van het recht op collectieve onderhandelingen, die voortvloeien uit het lidmaatschap van Zuid-Korea van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO), en bij de ratificatie van vier nog niet geratificeerde fundamentele IAO-Verdragen 19 . De Commissie heeft ook gewezen op het verslag van het Europees Parlement 20 en op de oproepen uit het maatschappelijk middenveld om een formele geschillenbeslechtingsprocedure in te leiden uit hoofde van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling van de vrijhandelsovereenkomst.


Na de interventies van de EU heeft Zuid-Korea onlangs aan de EU medegedeeld welke binnenlandse maatregelen de regering wil nemen met het oog op de ratificatie van vier nog niet geratificeerde fundamentele IAO-Verdragen (zie: Summary of Discussions at the 6th TSD Committee ) . Zuid-Korea wil in dit verband de noodzakelijke wetswijzigingen doorvoeren alvorens de IAO-Verdragen te ondertekenen. Het land heeft al enkele van de aan de EU medegedeelde maatregelen genomen. De Commissie blijft dit proces van nabij opvolgen en zal op passende wijze reageren op ontwikkelingen in Zuid-Korea.


Evaluatie achteraf van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea


In overeenstemming met haar mededeling "Handel voor iedereen" werkt de Commissie momenteel aan de publicatie van de eerste grondige analyse achteraf van het functioneren van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea. De lessen die daaruit worden getrokken helpen om de opzet van andere vrijhandelsovereenkomsten waarover momenteel wordt onderhandeld en de uitvoering van onlangs gesloten vrijhandelsovereenkomsten te verbeteren.    


3.2    EU-HANDELSOVEREENKOMSTEN MET COLOMBIA, ECUADOR EN PERU

De handelsovereenkomst met Colombia en Peru loop nu vijf jaar en werkt goed. De overeenkomst heeft een stabiliserend effect gehad voor wat betreft de daling van de grondstoffenprijzen, die de economie van de landen van de Andesgemeenschap in 2015-2016 trof. De overeenkomst heeft grote kansen voor het bedrijfsleven geschapen, die momenteel worden aangegrepen door bedrijven aan beide zijden. In januari 2017 sloot Ecuador zich aan bij de overeenkomst met Colombia en Peru.


De overeenkomst heeft zeer positieve effecten gehad op kmo's. Zo waren in 2017, volgens Colombiaanse statistieken waarin de mijnbouwsector buiten beschouwing blijft, 1 155 Colombiaanse ondernemingen, waaronder 328 kmo's en 582 micro-ondernemingen, betrokken bij de uitvoer naar de EU.


Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

In 2017 werd de trend van 2015 en 2016 gekeerd: alle drie de partnerlanden meldden een stijging van de bilaterale handel met de EU – 7 % in het geval van Colombia, 16 % wat betreft Peru en maar liefst 20 % in het eerste uitvoeringsjaar in Ecuador.


Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Colombia en Peru handhaafde zich op 97 % respectievelijk 96 %; het preferentiegebruik in Ecuador bedroeg 97 %. Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Colombia bedroeg in 2017 68 %, een lichte daling ten opzichte van 2016 (71 %), 52 % voor Peru en 42 % voor Ecuador.

De EU-uitvoer van landbouwproducten naar de drie partnerlanden in de Andesregio bleef stijgen en zal naar verwachting verder toenemen zodra het SPS-hoofdstuk volledig ten uitvoer wordt gelegd, Colombia en Peru hebben hun gebruik van tariefcontingenten in 2017 verbeterd, wat ook geldt voor de EU-exporteurs. Wat betreft Ecuador, dat nog maar kort partij is bij de overeenkomst, is het gebruik ervan nog gering aan beide kanten. In 2017 werd het stabilisatiemechanisme voor bananen uitgebreid naar Ecuador. Naast de landbouwsector hebben ook andere bedrijfstakken, waaronder de farmaceutische industrie, de machinebouw- en de motorvoertuigensector, geprofiteerd van de verbeterde markttoegang.

De handel in diensten is ongeveer gelijk gebleven, waarbij de EU ten opzichte van alle partnerlanden een aanzienlijk overschot registreert. De EU is in Colombia en Peru nog steeds de grootste buitenlandse investeerder. De buitenlandse directe investeringen van de EU in Ecuador blijven laag als gevolg van complexe regels en wettelijke procedures en tekortkomingen in de rechtshandhaving van contracten.

Peruaans en Colombiaans fruit is een essentiële factor in de groei van een Luxemburgs bedrijf
TUKI, een bedrijf van Harald-Sven Sontag met het hoofdkantoor in Luxemburg, produceert en verkoopt exotische-fruitsappen in Luxemburg, België, Frankrijk en Duitsland. Om hoogwaardige natuurlijke producten aan te bieden gebruikt Sontag guanabana-, lulo- en moravruchten uit Colombia. De verkoop buiten Luxemburg is goed voor 20 % van de omzet en Harald-Sven wil die verkoop verdubbelen.

Gesteund door de EU-handelsovereenkomst en de stijgende populariteit, waardoor TUKI steeds meer fruit nodig heeft, wil het bedrijf het fruit rechtstreeks bij Colombiaanse producenten gaan inkopen.  Rechtstreekse inkoop zal Harald-Sven helpen om zijn bedrijf verder uit te breiden.

Een Oostenrijkse kabelwagen voor Bogotá

Doppelmayr, een bedrijf uit Vorarlberg (Oostenrijk) dat ooit begon als kleine werkplaats, heeft zich ontwikkeld tot een wereldwijd toonaangevende producent van kabelwagens. De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Colombia hielp Doppelmayr om uit te breiden in Zuid-Amerika. Dankzij de overeenkomst tussen de EU en Colombia kon Doppelmayr een kabelwagen bouwen die 2 600 mensen per uur vervoert. De wagen zal volgens planning in 2018 worden opgenomen in het ov-systeem van Bogotá. Het succes van Doppelmayr komt lokale Oostenrijkse leveranciers ten goede: de contracten met ondernemingen in de buurt van Wolfurt zijn meer dan 50 miljoen EUR waard. De bijdrage die Doppelmayr levert aan de economie van Vorarlberg bedraagt zo'n 158 miljoen EUR per jaar, terwijl de jaarlijkse orders van Oostenrijkse bedrijven een waarde vertegenwoordigen van ongeveer 325 miljoen EUR.

De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Colombia geeft Kaeser Kompressoren vleugels

Kaeser Kompressoren, een middelgroot familiebedrijf uit de Duitse deelstaat Beieren, werd honderd jaar geleden opgericht en produceert persluchtsystemen in zijn fabrieken in Coburg (Beieren) en Gera (Thüringen). Momenteel werken er wereldwijd 6 000 mensen bij het bedrijf, dat 90 % van zijn producten uitvoert naar landen overal ter wereld. Dankzij de EU-handelsovereenkomst met Colombia kon Kaeser zijn Colombiaanse dochteronderneming, Kaeser Compresores, laten groeien, met name door de geleidelijke verlaging van de invoertarieven, die in 2019 volledig worden afgeschaft. Bij Compresores de Colombia werken 200 mensen.

"De EU-handelsovereenkomst met Colombia heeft ons in staat gesteld de verkoop in de groeiende Colombiaanse markt aanzienlijk te verhogen dankzij de verlaging van de invoertarieven," aldus Nelson Lopez, algemeen directeur van KAESER Compresores de Colombia.


Vooruitgang bij de tenuitvoerlegging en openstaande kwesties


In 2017 hebben er verschillende positieve ontwikkelingen plaatsgevonden. Naar aanleiding van het bezwaar dat de EU aantekende bij de WTO heeft Colombia de beperkingen op de invoer van gedistilleerde dranken afgeschaft middels een wijziging van de wet inzake gedistilleerde dranken. Tevens heeft Colombia aangekondigd een gelijk speelveld te zullen creëren voor ingevoerde vrachtwagens, hoewel deze verbintenissen nog moeten worden uitgevoerd. Bovendien heeft Colombia helderheid verschaft over zijn toezeggingen in het kader van de bijlage bij de overeenkomst inzake overheidsopdrachten, waardoor EU-ondernemingen betere toegang zouden moeten krijgen tot lokale aanbestedingen, Peru heeft de markt voor zuivelproducten bijna volledig opengesteld.

Tot de openstaande kwesties die de Commissie samen met haar partners in het Handelscomité aanpakt, behoren technische handelsbelemmeringen in Colombia en belastingdiscriminatie in Peru, dat een fiscale voorkeursregeling kent voor "Pisco", waarbij ingevoerde gedistilleerde dranken worden gediscrimineerd. De uitvoer van agrovoedingsproducten uit de EU stuit nog steeds op beperkingen in de vorm van omslachtige verplichte invoervergunningen en willekeurige beperkingen van de tariefcontingenten die door Ecuador worden toegepast. Bovendien probeert de EU nog steeds de goedkeuring van haar drie vrijhandelspartners in de Andesregio te verkrijgen om zendingen te splitsen in geval van producten van oorsprong die via een derde land worden doorgevoerd.

Arbeids- en milieurechten

De vrijhandelspartners van de EU uit de Andesregio staan steeds meer open voor overleg over de uitvoering van arbeids- en milieubepalingen in het kader van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling. De EU heeft samenwerkingsactiviteiten ontplooid met alle drie de partnerlanden, onder meer op het gebied van arbeidsinspectie en -formalisering in Peru en de uitvoering van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (Cites), de circulaire economie en maatschappelijk verantwoord ondernemen in Colombia. Samen met Ecuador werden gedurende het jaar maatregelen genomen om de kennis te vergroten en capaciteit op te bouwen ter ondersteuning van de eerste uitvoeringsfase van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling.

In alle drie de partnerlanden van de vrijhandelsovereenkomst in de Andesregio staan er nog belangrijke kwesties open. Peru moet de binnenlandse raadplegingsmechanismen aanzienlijk verbeteren en meer inspanningen leveren om zijn inhoudelijke verplichtingen na te komen. Met de oprichting van een interne adviesgroep in Colombia als aanvulling op de bestaande raadplegingsmechanismen werd tegemoetgekomen aan de herhaalde oproepen van het maatschappelijk middenveld. In het eerste jaar van uitvoering van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling vond constructieve samenwerking plaats met Ecuador, waarbij het accent nu zal worden verlegd naar concrete actiepunten.


3.3    ASSOCIATIEOVEREENKOMST TUSSEN DE EU EN MIDDEN-AMERIKA

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

Vijf jaar na de inwerkingtreding kreeg het vrijhandelsgedeelte van de associatieovereenkomst tussen de EU en zes Midden-Amerikaanse landen (Panama, Costa Rica, Honduras, Guatemala, Nicaragua en El Salvador) nieuw elan: in 2017 namen de handelsstromen tussen de EU en Midden-Amerika toe met 7,2 %.

De overeenkomst en het bijbehorende institutioneel kader hebben geleid tot een handelsstroom tussen Midden-Amerika en de EU ter waarde van 11 miljard EUR en hebben, samen met de EU-programma's in de regio, de regionale economische integratie in Midden-Amerika bevorderd. De invoer in de EU uit de regio wordt in vijf van de zes landen in de regio gekenmerkt door een sterk opwaartse tendens. Over het geheel genomen nam de uitvoer uit de EU naar Midden-Amerika in bescheiden mate toe.

Het gebruik van tariefcontingenten is voor beide regio's verbeterd in 2017, waarbij de nadruk lag op specifieke producten. Midden-Amerika benutte de contingenten voor suiker en rum in bulk volledig, terwijl de EU-exporteurs hun gebruik van de tariefcontingenten verbeterden, vooral wat betreft melkpoeder (91 %).

Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Midden-Amerika was met gemiddeld 95 % wederom hoog. Er waren geen gegevens beschikbaar voor de berekening van het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Midden-Amerika.

De handel in diensten tussen de twee regio's bleef stijgen in absolute en relatieve zin en was in 2016 goed voor bijna 40 % van de totale handelswaarde. Panama is de bestemming van ongeveer 60 % van de EU-uitvoer naar de regio en meer dan 60 % van de dienstenhandel.

De EU-investeringen in de regio bleven op een relatief hoog peil. Zo lagen de buitenlandse directe investeringen van de EU in Midden-Amerika in 2016 twee keer zo hoog of nog hoger dan in Colombia en Peru, bij een vergelijkbare of lagere handelswaarde, en lagen ze dichter in de buurt bij die in Argentinië, waar de handelsstroom met de EU in 2016 50 % hoger lag.

Arbeids- en milieurechten

De oprichting van interne adviesgroepen in alle Midden-Amerikaanse landen betekende een mijlpaal in de uitvoering van het hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling. Wederom financierde de EU verschillende activiteiten in samenwerking met de IAO, de OESO en het lokale maatschappelijk middenveld in de regio, met een nadruk op belangrijke onderwerpen zoals maatschappelijk verantwoord ondernemen en verantwoord zakelijk gedrag, inclusief bijeenkomsten van deskundigen. De EU verstrekte ook financiering aan het regionale bureau van de IAO ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van de fundamentele IAO-Verdragen in El Salvador en Guatemala.

Vooruitgang bij de tenuitvoerlegging en openstaande kwesties


Na een lang en moeizaam proces bereikte het Associatiecomité in 2018 een wederzijds bevredigend principeakkoord, dat de weg moet vrijmaken voor de volledige opneming van Kroatië in de overeenkomst, waartoe wordt overgegaan zodra aan de nodige wettelijke vereisten is voldaan.

Het Associatiecomité heeft zich onlangs ook gebogen over het gebrek aan gegevens die de Midden-Amerikaanse partnerlanden moeten verstrekken om het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Midden-Amerika te berekenen. Het subcomité Markttoegang kreeg de taak om te onderzoeken waarom de tekortkomingen zich voordoen en hoe ze mogelijk kunnen worden opgelost.

Spaanse visverwerker vaart mee op de golven van de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en Midden-Amerika

Grupo Calvo is een Spaanse bedrijvengroep die actief is in de visserij en de verwerking en distributie van conserven. De groep is in de loop der tijd van een kleine conservenfabriek in de Galicische plaats Carballo uitgegroeid tot een internationaal levensmiddelenconcern. De groep is momenteel in meer dan 70 landen actief en heeft meer dan 5 000 mensen in dienst. Midden-Amerika is een van de belangrijkste markten van de groep; de grootste omzet in de regio wordt gerealiseerd in Costa Rica, gevolgd door Panama en El Salvador.

In 2013, toen de handelsovereenkomst tussen de EU en zes Midden-Amerikaanse landen in werking was getreden, kon Grupo Calvo gebruikmaken van de contingenten die aan de Midden-Amerikaanse partners zijn toegewezen voor de uitvoer van ongeveer 160 metrische ton aan tonijn. Sindsdien is Grupo Calvo in de afgelopen jaren gestaag doorgegroeid in Midden-Amerika. Sinds de ondertekening van de associatieovereenkomst kan Grupo Calvo niet genoeg benadrukken dat de overeenkomst in de regio zorgt voor rechtszekerheid en investeringskansen. De groep kan hierdoor gemakkelijker strategische allianties aangaan met nationale instanties die lokale producenten en kmo's in staat stellen om beste praktijken te gebruiken. Grupo Calvo heeft in Costa Rica een toonaangevende positie verworven op het gebied van innovatieve bedrijfsmodellen.


3.4.    Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen de EU en Canada

Eerste ervaringen

Aangezien pas op 21 september 2017 een begin is gemaakt met de voorlopige toepassing 21 kunnen er nog geen conclusies over de gevolgen voor de handelsstromen worden getrokken, maar de eerste voordelen beginnen zichtbaar te worden.

üIn de eerste negen maanden van de toepassing van de overeenkomst (oktober 2017 tot en met juni 2018) is de EU-uitvoer van goederen naar Canada met 7 % gestegen, met pieken in de landbouwuitvoer: fruit (29 %) en mousserende wijn (11 %).


üOok de uitvoer van machines en mechanische werktuigen (een vijfde van de EU-uitvoer naar Canada) is gestegen met 8 %. De uitvoer van farmaceutische producten (een tiende van de EU-uitvoer naar Canada) is gestegen met 10 %. Ook andere belangrijke EU-uitvoer is toegenomen, bijvoorbeeld deze van meubilair (10 %), parfum/cosmetische producten (11 %), schoeisel (8 %) en kleding (11 %).


üDe Commissie houdt nauwlettend toezicht op het gebruik en de verzameling van informatie over de toewijzing en overdracht van de tariefcontingenten voor kaas.

Genomen stappen om de uitvoering te bevorderen

Er is voortvarend gewerkt aan de totstandkoming van een alomvattend institutioneel kader bestaande uit 13 comités en 6 dialoogtafels over specifieke onderwerpen, die rapporteren aan het gezamenlijk CETA-comité. In de eerste helft van 2018 zijn verschillende comités bijeengekomen, waaronder de comités voor geografische aanduidingen (GA's), SPS, douane en overheidsopdrachten, e-handel, wijn en gedistilleerde dranken, alsook de dialoogtafels voor bosbouwproducten en markttoegang voor biotechnologie. Meer informatie is hier te vinden.


De eerste vergadering van het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling vond plaats op 13 september 2018; het gezamenlijk verslag kan  hier worden geraadpleegd. De EU en Canada hebben onder meer verkennende besprekingen gevoerd over gezamenlijke acties om uitvoering te geven aan de Overeenkomst van Parijs en over manieren om de betrokkenheid van vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld aan beide zijden te vergemakkelijken. De Commissie en Canada hebben voorts een vroegtijdige evaluatie van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling besproken, overeenkomstig de verbintenis die de Commissie is aangegaan in het  gezamenlijk uitleggingsinstrument van CETA .

Bovendien heeft de Commissie in samenwerking met de lidstaten en Canada richtsnoeren inzake de oorsprongsregels binnen CETA opgesteld voor de belanghebbenden. Deze worden voortdurend aangevuld.

In het kader van CETA heeft de Commissie een volgende stap gezet om de transparantie te verbeteren, door tijdig informatie over de activiteiten van de interinstitutionele organen te publiceren op een voor CETA bestemde webpagina "Bijeenkomsten en documenten" .


De nieuwe gids voor bedrijven waarin CETA stap voor stap wordt uitgelegd en het speciale CETA-onderdeel in de markttoegangsdatabank zijn een groot succes gebleken en kunnen als inspiratie dienen voor toekomstige overeenkomsten.

Om de uitvoering van CETA in kaart te brengen en verder te verbeteren, werd de stand van zaken op 11 juli 2018 besproken in de deskundigengroep inzake EU-handelsovereenkomsten .

Poolse appels: Klaar om de vruchten van CETA te plukken

Het bedrijf Ewa-Bis uit Warschau levert traditioneel en biologisch geteelde producten aan meer dan 25 landen. De eigenaar, Marek Marzec, kon met behulp van EU-financiering die hij in 2014 ontving een business-to-business IT-systeem bouwen, waarmee hij een wereldwijde database van leveranciers en klanten opzette. Ewa-Bis heeft een vestiging in Toronto geopend om de bedrijfsactiviteiten uit te breiden door gebruik te maken van CETA, met name van de rechtenvrije uitvoer van groente en fruit naar Canada. Ewa-Bis zal daarnaast profijt trekken van vereenvoudigde en versnelde goedkeuringsprocedures voor de uitvoer van planten, fruit en groenten van de EU naar Canada.


Franse topkazen voor Canadese tafels

Maison Mons is een Frans familiebedrijf, dat in 1964 werd opgericht en is gespecialiseerd in de raffinage en verkoop van uitzonderlijke kazen die op traditionele wijze worden geproduceerd. Het bedrijf koopt 190 kazen in bij 130 verschillende boerderijen en voert uit naar meer dan 25 landen (waaronder Canada). Nu CETA in werking is getreden, wil het bedrijf de uitvoer graag opschroeven, aangezien het huidige rechtenvrije contingent voor de uitvoer van EU-kaas naar Canada op grond van CETA verdubbelt van 8 000 naar 18 500 ton. Maison Mons en zijn producten zullen ook profiteren van de bescherming die op de Canadese markt wordt verleend aan 140 onderscheidende Europese regionale levensmiddelen en dranken.

Algemeen directeur Hervé Mons: "CETA stimuleert nieuwe handel. Sinds de overeenkomst in werking is getreden hebben wij al heel veel orders voor onze kazen ontvangen van Canadese detailhandels". Laure Dubouloz, verkoopdirecteur voor Noord-Amerika, zegt: "Sinds de inwerkingtreding van CETA vragen Canadese detailhandels naar onze kazen. Dankzij de verdubbeling van het rechtenvrije contingent kunnen zij hun aanbod van topkazen verbreden. Wij zijn erg blij met deze nieuwe kans".

Oude Ierse whiskey lokaal verkrijgbaar in Canada

The Chapel Gate Irish Whiskey Company, uit County Clare in Ierland, is de enige whiskey bonder van het land. Oprichtster Louise McGuane koopt whiskey in bij verschillende distilleerderijen uit heel Ierland en laat de drank rijpen in een opslagplaats op het bedrijfsterrein. Wanneer de whiskeys gerijpt zijn, worden er door vermenging unieke smaken mee gecreëerd. Als wereldwijd opererende kmo gaat zo'n 70 % van de uitvoer van Chapel Gate naar markten buiten de EU, en de omzet zal volgend jaar naar verwachting verdriedubbelen. Dankzij handelsovereenkomsten zoals CETA kunnen kleinere ondernemingen zoals Chapel Gate groeien en met succes concurreren op deze markten. CETA zorgt met name voor een doeltreffendere handhaving van de regels die het merk beschermen tegen namaak. Ook vermindert CETA de administratieve rompslomp, vooral op provinciaal niveau, zodat de uitvoer wordt vergemakkelijkt.

Algemeen directrice Louise McGuane: "Deze overeenkomst maakt de weg vrij voor kleine ondernemingen, zoals de mijne, die moeten uitvoeren om te overleven en te groeien. Door de belastingdruk te verlagen kunnen we veel beter concurreren op de wereldmarkt. De alcoholsector wordt overal ter wereld sterk beschermd, zodat het wegnemen van handelsbelemmeringen voor ons essentieel is om markten te betreden die anders voor ons gesloten zouden blijven."

4.DIEPE EN BREDE VRIJHANDELSRUIMTEN (DCFTA's) 22

Stand van zaken


De associatieovereenkomsten van de EU met Georgië, de Republiek Moldavië (Moldavië) en Oekraïne hebben als doel de politieke associatie te verdiepen en een geleidelijke economische integratie tussen de EU en deze drie oostelijke partners voor te bereiden in het kader van het Oostelijk Partnerschap als onderdeel van het Europees nabuurschapsbeleid.

De DCFTA's hebben twee hoofdelementen:

·wederzijdse openstelling van de markt voor goederen, waarbij sprake is van een zekere asymmetrie ten voordele van de oostelijke partners; en

·verregaande aanpassing van de wetgeving aan het EU-recht, met name op handelsgerelateerde gebieden.

Nu de overeenkomsten meer dan twee jaar lopen wat betreft Oekraïne en meer dan vier jaar wat betreft Moldavië en Georgië, worden de goede resultaten zichtbaar en is de handel toegenomen. De aanpassing van de wetgeving vordert gestaag. De effecten ervan op de handelsdynamiek en de duurzaamheid ervan moeten vanuit een middellange- tot langetermijnperspectief worden bekeken.


Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

De EU is de grootste handelspartner van alle drie de landen en was in 2017 goed voor 56 % (Moldavië), 42 % (Oekraïne) en 27 % (Georgië) van hun totale handel. De EU heeft een positieve handelsbalans met alle drie de landen.

üDe handel tussen de EU en Oekraïne is sterk toegenomen. De EU-uitvoer naar en de EU-invoer uit Oekraïne zijn met respectievelijk 22 % en 27 % toegenomen, wat in grote mate te danken is aan de stabilisatie van de economische situatie na de economische crisis van 2014-2015.


üOok de handel met Moldavië is toegenomen: de EU-invoer steeg met 23 % iets harder dan de uitvoer, die in 2017 toenam met 19 %. De Moldavische economie groeit en Moldavische ondernemingen voeren meer machines, levensmiddelen en bepaalde landbouw- en textielproducten uit.


üDe handel tussen EU en Georgië is met 6 % toegenomen; de uitvoer is slechts met 1,4 % gestegen, terwijl de invoer in de EU, die voornamelijk bestaat uit minerale producten zoals ertsen, slakken en as, met 23 % is toegenomen.

Hoewel het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit de drie DCFTA-partnerlanden ten opzichte van 2016 licht daalde, bleef het relatief hoog (77 % in Georgië, 85 % in Moldavië en 87 % in Oekraïne). Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Georgië nam sterk toe, van 71 % in 2016 naar 77 % in 2017. Er zijn geen gegevens beschikbaar met betrekking tot Oekraïne en Moldavië.

Oekraïne, Moldavië en Georgië benutten de door de EU verleende preferentiële tariefcontingenten voor landbouwproducten niet volledig, omdat ze nog niet aan alle SPS-vereisten voldoen en problemen ondervinden bij de positionering van hun producten op de markt.

In 2015-2016 is de EU-uitvoer van diensten naar de drie partnerlanden met 6 % gestegen, terwijl de EU-invoer met 3 % is toegenomen. De EU-uitvoer naar Oekraïne is met 9 % gestegen, terwijl de EU-invoer met 2 % is gedaald. De EU-invoer uit Georgië handhaafde zich op hetzelfde niveau, terwijl de EU-uitvoer daalde met 33 %. De EU-uitvoer van diensten naar Moldavië is met 16 % gedaald, terwijl de EU-invoer met 35 % is toegenomen.

In 2016 namen de buitenlandse directe investeringen van de EU in Moldavië toe met 183 % (weliswaar ten opzichte van een zeer laag niveau), terwijl de Moldavische investeringsstromen naar de EU met 145 % afnamen. De investeringsstromen vanuit Georgië bleven op hetzelfde niveau, terwijl de EU-investeringsstroom naar Georgië daalde in vergelijking met 2015. De buitenlandse directe investeringen van de EU in Oekraïne bleven in 2016 op een laag niveau.

Vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de DCFTA en openstaande kwesties

Oekraïne heeft de hogere uitvoerrechten op de uitvoer van metaalschroot naar de EU niet toegepast en heeft het in 2015 ingestelde verbod op de uitvoer van onbewerkt hout gehandhaafd, ondanks de dringende oproep van de EU aan Oekraïne om deze kwestie op te lossen. Omdat de Commissie zich constructief heeft opgesteld en Oekraïne zich niet wezenlijk bereid toonde om vooruitgang op dit punt te boeken, overweegt de Commissie daarom nu om deze handelsbelemmering aan te pakken via de regeling voor geschillenbeslechting waarin de DCFTA voorziet.

Moldavië heeft de tekortkomingen ten aanzien van de Europese geografische aanduiding Prosecco opgelost naar aanleiding van een arrest van het hooggerechtshof. Het land moet nog een aantal problemen aanpakken met betrekking tot de gebrekkige transparantie rond de elektriciteitsdistributie en de aanhoudende discriminatie bij de uitvoering van een wet inzake lokale inkoop voor detailhandelaren. Deze onderwerpen worden momenteel besproken in de uitvoeringsorganen en op politiek niveau.

Op het gebied van SPS-maatregelen heeft Moldavië goede vorderingen gemaakt – in december 2017 werd de SPS-strategie aangenomen en werd een begin gemaakt met de uitvoering – terwijl in Georgië een stappenplan voor wetgeving werd vastgesteld. Oekraïne zou dit voorbeeld moeten volgen in 2018. Het aantal ondernemingen met vergunningen van de EU voor de uitvoer van landbouwproducten naar Oekraïne is toegenomen.

Oekraïne en Moldavië hebben interesse getoond in het starten van onderhandelingen over overeenkomsten betreffende overeenstemmingsbeoordeling en aanvaarding van industrieproducten (OOA).

Alle drie de landen hebben bemoedigende stappen gezet om hun procedures voor overheidsopdrachten te verbeteren en voeren alomvattende hervormingsstrategieën uit. Die strategieën omvatten een e-aanbestedingssysteem in Oekraïne en Moldavië om de efficiëntie te vergroten en de corruptie terug te dringen.

EU-steun voor hervormingen


De EU verleent alle drie de partnerlanden financiële en technische bijstand om binnenlandse hervormingen die uit de DCFTA voortvloeien te ondersteunen en om de bestuurlijke capaciteit van de instellingen die deze hervormingen zullen formuleren en doorvoeren, te bevorderen. De EU-steun bestrijkt een breed scala van terreinen, zoals voedselveiligheid, technische voorschriften en normen, overheidsopdrachten, intellectuele eigendom, mededinging enz. De EU-bijstand wordt verleend middels een veelheid aan instrumenten (zoals twinning, TAIEX of de EU-prestatiecontracten voor sectorale hervormingen, waarbij de begrotingssteun afhankelijk is van de uitvoering van beleidsmaatregelen).

EU-steun voor kmo's

Kmo's in landen die een associatieovereenkomst hebben ondertekend met de EU, zoals een DCFTA, krijgen aanvullende steun uit de DCFTA-faciliteit voor kmo's. Deze faciliteit ontvangt ongeveer 200 miljoen EUR aan subsidies uit de EU-begroting om als hefboom te fungeren voor ten minste 2 miljard EUR aan nieuwe investeringen door kmo's. Deze middelen helpen bedrijven in Georgië, Moldavië en Oekraïne om zich aan te passen aan nieuwe marktvereisten door processen te stroomlijnen en te investeren in nieuwe apparatuur om te voldoen aan EU-regels op gebieden zoals kwaliteit en veiligheid, energie-efficiëntie en naleving van de milieuwetgeving.

Roemeense softwareoplossingen voor banken in Moldavië

Het Roemeense bedrijf Allevo, met hoofdkantoor in Boekarest, heeft vijftig mensen in dienst en levert softwareoplossingen die financiële instellingen helpen bij hun werkzaamheden, het verwerken van betalingen en het naleven van de Europese en plaatselijke normen en regelgeving. Uit hoofde van de DCFTA neemt Moldavië EU-regelgeving over die Moldavische banken in staat stelt een betere positie te verwerven op de bredere financiële-dienstverleningsmarkt. Dit schept nieuwe zakelijke kansen voor Allevo, dat oplossingen aanbiedt die zijn toegesneden op de behoeften van de banken. Bovendien worden in de EU gevestigde bedrijven zoals Allevo die actief zijn in Moldavië, nu uit hoofde van de DCFTA behandeld als Moldavische bedrijven, zodat zij makkelijker zaken kunnen doen. Dankzij de DCFTA baseert Moldavië het grootste deel van zijn financiële regelgeving nu op het EU-model, wat de verkoop van EU-diensten eenvoudiger maakt.

Pools bedrijf in outdoor-uitrusting klimt naar grote hoogten in Oekraïne

Het Poolse bedrijf Fjord Nansen is gevestigd in het dorp Chwaszczyno, in de buurt van Gdynia, en is gespecialiseerd in outdoor-uitrusting, zoals tenten, rugzakken, slaapzakken, vacuümflessen en outdoorkleding. De eigenaar, Dariusz Staniszewski, bevestigt dat de uitvoer steeds belangrijker wordt voor Fjord Nansen. Oekraïne is een belangrijke markt. In 2011 voerde het bedrijf 23 % van zijn productie naar dat land uit – een record. De vrijhandelsruimte EU-Oekraïne, die sinds januari 2016 van toepassing is, bevordert de groei van het bedrijf en helpt er mee voor zorgen dat het zijn volledige potentieel kan ontplooien.

Oekraïens modebedrijf gebruikt vrijhandelsovereenkomst als springplank naar toonaangevende Europese merken

De ondersteuning van bedrijfsontwikkeling en dus van grotere economische stabiliteit in de partnerlanden is een belangrijke doelstelling van de DCFTA's. De kledingfabriek van Uzhgorod werkt in opdracht van bekende Europese merken, zoals Gerry Weber en Marc O'Polo, en werkt samen met Hugo Boss en Dolce & Gabbana. De directeur van de fabriek onderstreept het belang van 1 januari 2016, de dag waarop de Oekraïense douaneautoriteiten naar aanleiding van de aanvang van de toepassing van de DCFTA zijn begonnen met de afgifte van certificaten van oorsprong voor goederen, waardoor bij invoer in de EU preferentiële douanerechten van toepassing zijn. De fabriek levert jaarlijks 400 000 tot 450 000 kledingstukken aan Europa en heeft 300 werknemers.


Arbeids- en milieurechten

Er is vooruitgang geboekt bij de uitvoering van de hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling. In Moldavië en Georgië zijn de adviesstructuren voor het maatschappelijk middenveld een paar jaar geleden ingevoerd. De volgende stap voor Moldavië is het opstellen van een werkplan op het vlak van handel en duurzame ontwikkeling. Georgië heeft in 2018 een dergelijk werkplan vastgesteld en met maatschappelijke organisaties constructief overleg gevoerd over arbeidsnormen – in het bijzonder met arbeidsinspecties, die een essentiële rol spelen bij de doeltreffende toepassing ervan – en over kwesties in verband met milieu en klimaatverandering. In Oekraïne is de dialoog tussen de partijen van start gegaan, waarbij de nadruk ligt op duurzaam bosbeheer; arbeidsrechtelijke bepalingen komen later aan bod in het Subcomité handel en duurzame ontwikkeling. De adviesgroep van het Oekraïense maatschappelijk middenveld moet nog worden opgericht.

5.VRIJHANDELSOVEREENKOMSTEN VAN DE EERSTE GENERATIE

Inleiding

In dit verslag wordt met "vrijhandelsovereenkomsten van de eerste generatie" gedoeld op overeenkomsten die vóór de mededeling "Europa als wereldspeler" uit 2006 en de stabilisatie- en associatieovereenkomsten met landen van de Westelijke Balkan (2009-2016) zijn vastgesteld. Dit verslag heeft betrekking op de volgende toegepaste overeenkomsten 23 :

·vrijhandelsovereenkomsten met Zwitserland en Noorwegen 24 uit de jaren 1970;

·vrijhandelsovereenkomsten met de mediterrane partners 25 van de EU in het kader van associatieovereenkomsten die in de jaren 1990 zijn gesloten;

·vrijhandelsovereenkomsten met Mexico en Chili (uit 2000 en 2003);

·douane-unie met Turkije (1995);

·SAO's met vijf landen van de Westelijke Balkan (gesloten tussen 2001 en 2016).


De handel in twee richtingen is in alle gevallen toegenomen tijdens de toepassing van de vrijhandelsovereenkomsten. Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit de partnerlanden varieerde van 97 % (invoer uit Algerije en Egypte) tot 69 % (invoer uit Noorwegen), met een gemiddelde van 87 %. Niet alle partners beschikten over de statistieken die nodig zijn om het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar de partnerlanden te berekenen. Voor zover die gegevens wel beschikbaar waren, varieerde het preferentiegebruik van 86 % (uitvoer uit de EU naar Israël) tot 44 % (uitvoer uit de EU naar Egypte) 26 . Diensten vallen niet onder de vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie", behalve in het geval van Mexico en Chili.

De EU en Mexico hebben in april 2018 een "principeakkoord" bereikt over het handelsgedeelte van een gemoderniseerde algemene overeenkomst tussen de EU en Mexico. De onderhandelingen met Chili en Tunesië over het bijwerken van de bestaande vrijhandelsovereenkomsten zijn gaande, terwijl ook een begin is gemaakt met de onderhandelingen met Marokko. De Commissie heeft het groene licht gekregen om onderhandelingen te starten met Jordanië en Egypte zodra die landen daar gereed voor zijn. Voorts heeft de Commissie voorgesteld een begin te maken met onderhandelingen om de douane-unie met Turkije te moderniseren.

5.1    Zwitserland

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

Zwitserland is de grootste vrijhandelspartner van de EU en de op twee na grootste handelspartner in algemene zin. De uitvoer uit de EU nam tussen 2016 en 2017 toe met 6 %, wat iets hoger is dan in het decennium ervoor (5 %), terwijl de invoer in de EU afnam met 9 %. De neerwaartse tendens wat betreft het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Zwitserland is in 2017 gekeerd, toen dit gebruik weer 85 % bedroeg. Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Zwitserland is in de afgelopen vier jaar stabiel gebleven en bedroeg 78 % in 2017.

Zwitserland is de tweede handelspartner van de EU op het gebied van diensten. De waarde van de diensten die EU-ondernemingen verrichten in Zwitserland en andersom neemt in rap tempo toe. Tussen 2016 en 2017 nam de EU-uitvoer van diensten met 12 % toe, terwijl de EU-invoer afnam met 26 %, waardoor het handelsoverschot van de EU, dat in 2017 neerkwam op 58 miljard EUR, meer dan verdubbelde 27 . Er bestaat geen brede dienstenovereenkomst tussen de EU en Zwitserland; de diensten worden deels bestreken door de overeenkomsten inzake vervoer over land en door de lucht en inzake het vrije verkeer van personen, en er bestaan mogelijkheden om de handel verder te ontwikkelen.

Een beter institutioneel kader voor de handel tussen de EU en Zwitserland

De verbetering van het institutionele kader van de handelsbetrekkingen tussen de EU en Zwitserland, die momenteel worden geregeld door de vrijhandelsovereenkomst van 1972 en verschillende sectorale overeenkomsten, wordt ook besproken in de bredere context van de onderhandelingen over een institutionele kaderovereenkomst tussen de EU en Zwitserland.

5.2    Noorwegen

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

Noorwegen is de op twee na grootste vrijhandelspartner van de EU en de zevende partner voor de handel in goederen in algemene zin. Tussen Noorwegen en de EU vindt een zeer levendige handel in goederen plaats. Tussen 2016 en 2017 nam de invoer uit Noorwegen toe met 22 %. De uitvoer naar Noorwegen steeg, zij het in een lager tempo (+4,9 %).

De tariefcontingenten die Noorwegen heeft toegekend voor belangrijke landbouwproducten (rundvlees, varkensvlees en kaas) zijn sinds 2012 volledig of bijna volledig benut door EU-exporteurs. Noorwegen heeft slechts vier van de door de EU toegekende tariefcontingenten gebruikt.

2017 was het eerste jaar sinds 2013 waarin het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Noorwegen (70 %) weer toenam.

Nieuwe landbouwovereenkomst

In 2017 voerde de EU landbouwproducten ter waarde van 4,5 miljard EUR uit naar Noorwegen en er is sprake van een opwaartse tendens. De in december 2017 ondertekende landbouwovereenkomst zal, zodra die voorlopig ten uitvoer wordt gelegd, nieuwe handelskansen bieden voor Europese en Noorse exporteurs dankzij de 36 volledig geliberaliseerde tarieflijnen en tariefcontingenten aan beide zijden.

5.3    Mediterrane landen

De verlening van toegang tot de EU-markt is een essentieel instrument waarmee de doelstelling van het Europees nabuurschapsbeleid om de welvaart in de partnerlanden te bevorderen wordt ondersteund. In dit verband voorzien de vrijhandelsovereenkomsten met Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Palestina en Tunesië in de wederzijdse liberalisering van alle handel in industrieproducten en, in verschillende mate, van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten en visserijproducten. Onderdelen ervan zijn asymmetrisch en bevoordelen de meeste mediterrane landen teneinde de economische ontwikkeling in de regio en een nauwere integratie ervan in de interne markt van de EU te bevorderen.

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

Voor de meeste van deze landen is de EU de belangrijkste handelspartner en de belangrijkste bron van invoer. De EU is ook de voornaamste bestemming van producten van de vijf grootste economieën in de regio (Algerije, Egypte, Israël, Marokko en Tunesië). De handel is aan beide zijden gegroeid, maar de EU-uitvoer naar de partnerlanden, met uitzondering van Tunesië en Israël, is sinds de inwerkingtreding van de overeenkomsten sneller gegroeid dan de EU-invoer, hoewel in de periode 2016-2017 de EU-uitvoer in de meeste gevallen trager is gegroeid dan de EU-invoer (met uitzondering van Jordanië, Palestina en Tunesië). De EU-uitvoer naar Algerije en Egypte is in dezelfde periode gedaald, aangezien deze met aanzienlijke handelsbelemmeringen wordt geconfronteerd.

De landen die verhoudingsgewijs de meeste vooruitgang hebben geboekt op het gebied van diversificatie, zoals Marokko, Tunesië en Israël, hebben relatief kleinere en stabielere handelstekorten ten opzichte van de EU. In 2017 had Algerije zijn handelstekort met de EU zo goed als weggewerkt, en het zal waarschijnlijk weer een handelsoverschot met de EU boeken, zoals in de jaren vóór 2015 ook het geval was. Deze ontwikkeling lijkt te worden veroorzaakt door de gestegen olieprijzen en door Algerijnse handelsbeperkingen die invloed hebben op de uitvoer uit de EU.

Onze mediterrane partners hebben in 2017 intensief gebruikgemaakt van handelspreferenties: het gemiddelde preferentiegebruik bij invoer in de EU uit de acht landen beliep 87 %. Wat het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU betreft waren er alleen cijfers bekend voor Israël (86 %), Libanon (58 %) en Egypte (44 %) 28 . De door de EU toegekende tariefcontingenten voor landbouwproducten worden door de meeste partnerlanden onderbenut, met uitzondering van Israël en Marokko. Voor een deel komt dat door de moeite die het kost om aan de SPS-regels van de EU te voldoen. In dit stadium stemt de benutting van de aan de EU toegekende contingenten evenmin tot algehele tevredenheid.

Wat de handel in diensten en buitenlandse directe investeringen betreft, is de EU in alle betrokken landen de grootste of een van de grootste partners voor de dienstenhandel en de belangrijkste buitenlandse directe investeerder.

Spaanse onderneming vindt afzetmarkt voor rundvlees in het Midden-Oosten

Het Spaanse familiebedrijf Cecinas Nieto is gespecialiseerd in gastronomische vleesproducten. Hoewel het in 1965 opgerichte en met prijzen beloonde bedrijf zijn producten naar vele landen over de hele wereld uitvoert, ligt het accent sinds kort op het Midden-Oosten.

De handelsovereenkomst tussen de EU en Libanon helpt Europese ondernemingen zoals Cecinas Nieto om hun producten zonder beperkingen naar Libanon uit te voeren en te profiteren van de geleidelijke afschaffing van de tarieven, die in 2018 volledig zullen verdwijnen. Hierdoor kunnen Europese rundvleesexporteurs gelijke tred houden met de hevige concurrentie van landen als India en Brazilië.

Libanon is niet het enige land waar Cecinas Nieto groei heeft doorgemaakt. Dankzij de internationale activiteiten is Cecinas Nieto erin geslaagd de werkgelegenheid te behouden en de economische bedrijvigheid in de regio een impuls te geven.

Een caffeïnestoot voor de wereldhandel: Oostenrijkse koffie pept de markten in het Middellandse Zeegebied en daarbuiten op

Wenen staat al eeuwenlang bekend om zijn koffiehuizen. Coffeeshop Company, dat er zijn eerste winkel opende in 1999, brandt koffie, ontwikkelt koffiemachines en creëert een unieke ambiance onder één dak.

Toen het bedrijf uitbreidde naar markten buiten de EU was een goed begrip van de plaatselijke koffiecultuur en tradities een doorslaggevende factor voor succes. Daarnaast profiteerde het bedrijf van de EU-handelsovereenkomsten met Marokko (2000) en Egypte (2004): die maakten het eenvoudiger en goedkoper om filialen te openen en maakten ook de producten goedkoper. Op dit moment heeft Coffeeshop Company meer dan 300 vestigingen waar 4 500 mensen werken, waaronder 36 in Egypte, waar nog eens 54 filialen in de planning staan. Het door de familie Schärf opgerichte bedrijf maakt nog steeds deel uit van de Schärf-groep, die in de jaren 1950 werd opgericht en een belangrijke werkgever is in Neusiedl am See, waar de groep zijn hoofdkantoor heeft.


Er zijn plannen om enkele van deze vrijhandelsovereenkomsten op te waarderen tot DCFTA's die beter aansluiten bij de complexere economische uitwisselingen die tegenwoordig plaatsvinden tussen de EU en haar mediterrane partners. De onderhandelingen over de opwaardering van de vrijhandelsovereenkomsten zijn gaande met Tunesië en zijn gestart met Marokko, en de Commissie heeft het groene licht gekregen om ook te gaan onderhandelen met Jordanië en Egypte zodra die landen er gereed voor zijn.

De economie in onze mediterrane partnerlanden heeft nog altijd te lijden van de instabiliteit in de regio, wat het aantrekken van buitenlandse investeerders bemoeilijkt. Met name de economieën van Jordanië en Libanon ondervinden nadelige gevolgen van de Syrische crisis. De handelsbevorderende maatregelen die verband houden met de versoepeling van de oorsprongsregels die zijn genomen om Jordanië te ondersteunen bij het vergroten van de investerings-, uitvoer- en arbeidsmogelijkheden voor Jordaanse en Syrische vluchtelingen, hebben bescheiden resultaten opgeleverd. De EU zoekt naar manieren om de economische samenwerking en handelsgerelateerde bijstand te versterken om de mediterrane landen meer profijt te laten trekken van de handelsliberalisering met de EU.


5.4    Mexico

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

In 2017 steeg de bilaterale handel in goederen met 15 % ten opzichte van 2016 en bedroeg deze 61,7 miljard EUR. Het handelsoverschot van de EU met Mexico nam ook toe, hoewel de EU-invoer sneller groeide dan de EU-uitvoer.

Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Mexico bedroeg zo'n 71 %, een forse stijging ten opzichte van 2016 (58 %). Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Mexico 29 nam daarentegen af van 85 % naar 75 % 30 .

De handel in diensten nam minder sterk toe, met 2,1 %, en het EU-overschot bleef gelijk aan het overschot in 2015. De EU was, met 27 % (6,5 miljard EUR) van de totale buitenlandse directe investeringen, de op één na grootste investeerder, na de VS.

Spaanse chorizo vindt zijn weg naar Mexico

Het Spaanse familiebedrijf Tello werd meer dan vijftig jaar geleden door Eusebio Tello opgericht in Toledo, Midden-Spanje. Het was destijds een klein bedrijf dat lokaal geteeld varkensvlees, gekookte en gedroogde ham, patés en andere varkensvleesproducten verkocht. De Tello-groep voert momenteel uit naar meer dan veertig landen.

De gemoderniseerde handelsovereenkomst tussen de EU en Mexico zal bedrijven als Tello helpen om uit te breiden en de Mexicaanse markt met 125 miljoen consumenten te betreden, dankzij de afschaffing van het tarief van 20 % dat momenteel op de invoer van Europees varkensvlees wordt geheven. Dankzij de overeenkomst zal de invoer van varkensvlees uit slachthuizen uit alle EU-lidstaten makkelijker worden. Zo zal Mexico, zodra het de uitvoer van een EU-land als Spanje heeft goedgekeurd, automatisch ook alle andere, vergelijkbare locaties in dat land goedkeuren.


Vooruitgang, openstaande kwesties en vooruitzichten


Na overleg in het kader van de vrijhandelsovereenkomst zijn enkele problemen opgelost waarmee EU-exporteurs te maken hadden bij de registratie en goedkeuring van gezondheidsproducten en agrochemische producten in Mexico. Mexico heeft voorts de beperkingen op buitenlandse directe investeringen opgeheven door aanpassingen door te voeren in de hoogte van het verplichte eigen vermogen van bedrijven in diverse sectoren. De gemoderniseerde overeenkomst tussen de EU en Mexico zal helpen om situatie met betrekking tot de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten, SPS-beperkingen en overheidsopdrachten aanzienlijk te verbeteren. De overeenkomst zal ook een hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling bevatten.


5.5    Chili

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik


Hoewel de vrijhandelsovereenkomst dit effect heeft verzacht, heeft de EU geleidelijk marktaandeel in Chili verloren aan andere handelspartners, zoals China en de VS, en is zij momenteel de derde handelspartner van Chili. In 2017 groeide de bilaterale goederenhandel tussen de EU en Chili met bijna 7 % in vergelijking met 2016, waarbij de invoer uit de EU verhoudingsgewijs sterker toenam, deels ten gevolge van het herstel van de koperprijzen.


De uitvoer uit de EU overtrof de door Chili toegekende tariefcontingenten voor kaas ruimschoots, ofschoon het contingent jaarlijks met 75 ton wordt verhoogd. Chili gebruikt maar een deel van zijn contingenten.


Het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit Chili bleef de afgelopen drie jaar grofweg op hetzelfde niveau (rond 95-96 %). Het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Chili nam toe van 74 % in 2016 naar 76 % in 2017. Tussen 2010 en 2016 is de EU-uitvoer van diensten naar Chili met 25 % gestegen, terwijl de EU-invoer met 18 % toenam. De EU blijft de grootste buitenlandse directe investeerder in Chili. De aanhoudende daling van de buitenlandse directe investeringen uit de EU wordt veroorzaakt door de afname van het relatieve belang van de mijnbouwsector in de Chileense economie, die voorheen meer dan 45 % van de totale buitenlandse directe investeringen in het land vertegenwoordigde.

Italiaans design krijgt dankzij de EU-handelsovereenkomsten voet aan de grond in Chili

Moving is een in 1980 opgerichte stoelenfabrikant uit de Italiaanse regio Veneto. Er werken 45 mensen bij het bedrijf, dat maar liefst 85 % tot 90 % van zijn omzet haalt uit de uitvoer. Op grond van de in 2003 in werking getreden handelsovereenkomst tussen de EU en Chili werden alle douanerechten op meubilair afgeschaft, waardoor de vraag naar de producten van Moving steeg. De uitvoer van Italiaanse stoelen naar Chili is sinds de inwerkingtreding van de handelsovereenkomst tussen de EU en Chili in 2003 meer dan verdubbeld, met een stijging van 103 % qua waarde en van 121,4 % qua volume. Dit was een belangrijke factor in de groei van de totale omzet van het bedrijf. De handelsovereenkomst tussen de EU en Chili stelde Moving in staat een daling van de vraag op andere internationale markten te compenseren en het personeelsbestand stabiel te houden. Daarnaast kon Moving 300 000 EUR investeren in nieuwe machines en geld inzetten voor onderzoek naar de ontwikkeling van producten die specifiek bestemd zijn voor de Chileense markt.


Vooruitgang, openstaande kwesties en vooruitzichten


In maart 2017 opende Chili zijn markt voor rundvlees uit de EU. Momenteel buigt het land zich over de noodzakelijke bijwerking van de overeenkomsten inzake wijn en gedistilleerde dranken uit 2002. Chili moet verdere stappen zetten om zijn verplichtingen op het gebied van overheidsopdrachten volledig na te komen. Net als in het geval van Mexico hebben de EU en Chili besloten de bestaande handelsovereenkomst op te waarderen en te vervangen door een nieuw en ambitieus kader voor bilaterale handel en investeringen.


5.6    Douane-unie met Turkije

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik


Turkije is de tweede vrijhandelspartner van de EU en de op vier na grootste handelspartner van de EU in algemene zin. In 2017 steeg zowel de EU-uitvoer naar als de EU-invoer uit Turkije met respectievelijk 8,4 % en 4,5 % ten opzichte van 2016. In hetzelfde tijdsbestek daalde het handelstekort van de EU in de landbouw aanzienlijk, van 1,4 miljard EUR in 2016 tot 0,8 miljard EUR in 2017. Het gebruik van preferenties bleef aan beide kanten hoog: het bleef bij invoer in de EU uit Turkije stabiel met ongeveer 92 %, terwijl het bij uitvoer uit de EU naar Turkije licht afnam, van 95 % naar 94 %.


Modernisering van de douane-unie

In 2016 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd om de douane-unie te moderniseren teneinde de werking ervan te verbeteren en het toepassingsgebied uit te breiden, waardoor deze unie beter zal aansluiten bij de recentere handelsovereenkomsten. Het voorstel is ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. De Raad Algemene Zaken concludeerde evenwel op 26 juni 2018 dat geen verdere werkzaamheden worden voorzien op het gebied van de modernisering van de douane-unie EU-Turkije.

5.7    Stabilisatie- en associatieovereenkomsten met de Westelijke Balkan

Overzicht – stand van zaken

De stabilisatie- en associatieovereenkomsten (SAO's) die tussen 2001 en 2016 met onze partners in de Westelijke Balkan zijn gesloten (Albanië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro, Servië, Bosnië en Herzegovina en Kosovo 31       ), ondersteunen de economische ontwikkeling en politieke stabilisatie van de regio. De SAO's zijn het rechtsinstrument om de wetgeving van deze landen aan te passen aan het EU-acquis ter voorbereiding op hun geleidelijke integratie in de EU-markt. Met uitzondering van Kosovo (waar de stabilisatie- en associatieovereenkomst rechtstreeks in werking is getreden, met inbegrip van het handelsgedeelte) werd de inwerkingtreding van de SAO's voorafgegaan door de inwerkingtreding van interim-overeenkomsten betreffende handelsaangelegenheden. Bij deze interim-overeenkomsten zijn vrijhandelszones tussen de EU en de afzonderlijke partners in de Westelijke Balkan tot stand gebracht, waarbij rechten en kwantitatieve beperkingen op de bilaterale goederenhandel zijn afgeschaft, met enkele uitzonderingen die voornamelijk landbouw- en visserijproducten betreffen. De SAO's bevatten ook aanvullende bepalingen met betrekking tot mededinging, bescherming van intellectuele-eigendomsrechten en samenwerking op douanegebied, verbintenissen inzake diensten en vestiging, en aanpassing aan het EU-acquis betreffende overheidsopdrachten en normalisatie.


Alle partners in de Westelijke Balkan zijn (potentiële) kandidaten voor het lidmaatschap van de EU. Servië en Montenegro onderhandelen momenteel over toetreding.

De EU ondersteunt de inspanningen die de partners in de Westelijke Balkan sinds 2017 leveren om een regionale economische ruimte op te richten, voortbouwend op de vrijhandelszone die in 2006 werd ingesteld middels de Midden-Europese Vrijhandelsovereenkomst . De regionale economische ruimte van de Westelijke Balkan moet een ruimte worden waar het verkeer van goederen, diensten, investeringen en geschoolde werknemers niet wordt belemmerd.

Ontwikkeling van de handel en het preferentiegebruik

De handel met de Westelijke Balkan is sinds 2007 meer dan verdubbeld en deze expansie is over het algemeen de landen in die regio ten goede gekomen: in tien jaar tijd is de uitvoer van de Westelijke Balkan naar de EU gestegen met 142 %, terwijl de uitvoer van de EU naar de regio minder sterk is toegenomen, namelijk met 84 %. In 2017 bleef het preferentiegebruik bij invoer in de EU uit alle landen van de Westelijke Balkan met gemiddeld 91 % hoog. Voor zover er gegevens beschikbaar zijn, is ook het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU relatief hoog (78 % voor Albanië, 89 % voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, 86 % voor Montenegro en 91 % voor Servië).

Belangrijkste uitdagingen bij de tenuitvoerlegging

Uitdagingen die alle partners in de Westelijke Balkan aangaan, zijn onder meer een gebrekkige transparantie, met name in aanbestedingsprocedures, een grote informele sector en een gebrek aan systematische, efficiënte en transparante rechtshandhaving, onder meer wat betreft inspecties en beslechting van handelsgeschillen. Het is voor ondernemingen dan ook van cruciaal belang dat het ondernemingsklimaat wordt verbeterd zodat zij de kansen die de SAO's bieden, ten volle kunnen benutten.

6.Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's) met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen)


In 2017 werden in totaal zeven economische partnerschapsovereenkomsten ten uitvoer gelegd met 29 ACS-landen. Deze hebben betrekking op 14 Caribische landen, 13 Afrikaanse landen en twee landen in de Stille Oceaan.


In het kader van EPO's verleent de EU rechten- en quotavrije toegang voor alle producten waar de ACS-landen vanaf dag één van profiteren, terwijl die landen zich ertoe verbinden ongeveer 80 % van de handel te liberaliseren in een periode van 15 tot 20 jaar. Er zijn oorsprongsregels en speciale waarborgen vastgesteld om de economische ontwikkeling, de diversifiëring van de uitvoer en de regionale integratie in de partnerlanden te ondersteunen. De uitvoer van de EPO-partnerlanden is nog onvoldoende gediversifieerd en schommelingen in de grondstoffenprijzen hebben grote invloed op de waarde van de jaarlijkse handelsstromen.


De EU-steun voor de uitvoering van de EPO is gericht op het ondersteunen van de ontwikkeling van de particuliere sector en het scheppen van banen, de toename van de handel en het aantrekken van investeringen, ook in specifieke sectoren, zoals de landbouw. Er wordt handelsgerelateerde ontwikkelingshulp verleend in verband met alle EPO's en de middelen worden toegewezen in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Deze steun wordt aangevuld door de EU-lidstaten, die met name uit hoofde van de strategie hulp voor handel 32 ook financiering verstrekken, en door intra-ACS-programma's. In de toekomst zal een slimme combinatie van hulp voor handel, EPO-uitvoeringssteun en het Europees extern investeringsplan 33 de partners in staat stellen om verdere vruchten te plukken van de EPO's.


Handelscapaciteit opbouwen – voorbeelden voor EU-uitvoeringssteun uit hoofde van de EPO's

De steun voor de EPO-uitvoering heeft als doel de capaciteit van het handelsbeleid te bevorderen, het bedrijfsklimaat te verbeteren en de capaciteit van de particuliere sector in partnerlanden aan de aanbodzijde te versterken. Zo ontplooit Mauritius, in de EPO-regio ESA, een project om het zakendoen te vergemakkelijken en het regelgevingskader voor investeringen te verbeteren met hulp van de EU. Er is een e-licentieplatform ontwikkeld als één loket voor bedrijfslicenties en -vergunningen, waardoor de aanvraagprocedure wordt verkort en vereenvoudigd. In de EPO-regio SADC hebben nationale overheden steun ontvangen op het gebied van douane, SPS-beheer en handelsbevordering, waardoor de regionale handel en de uitvoer naar de EU zijn gestimuleerd.

In juli 2017 verstrekte de EU een aanvullende bijdrage van 5 miljoen EUR voor het "hub and spokes"-handelsprogramma. Binnen dit programma versterken en verbeteren handelsadviseurs – de "spokes" – de capaciteit van nationale ministeries, en verlenen regionale handelsadviseurs – de "hubs" – bijstand aan grote regionale organisaties. Het doel is om de centrale spelers in de publieke en particuliere sector in de ACS-landen beter in staat te stellen om bij te dragen tot het formuleren en uitvoeren van, en het onderhandelen over, handelsbeleid en -overeenkomsten, zoals de EPO's.

Een aanzienlijk deel van de ontwikkelingssamenwerking (in het kader van alle beschikbare instrumenten voor externe hulp van de EU, inclusief blending) biedt ondersteuning voor EPO-gerelateerde beleidsterreinen in de respectieve partnerlanden en -regio's, met inbegrip van de ontwikkeling van kmo's, industrialisering, beroepsonderwijs, landbouwontwikkeling en connectiviteit (transport- en energie-infrastructuur).


6.4.EPO met de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika (SADC)

In het eerste volledige jaar van uitvoering van de Economische Partnerschapsovereenkomst hebben Zuid-Afrika en de EU in ruime mate gebruikgemaakt van de zojuist geliberaliseerde tarieflijnen. In Botswana, Lesotho, Namibië en Swaziland nam de uitvoer van frisdrankconcentraten, tropisch fruit en noten naar de EU toe. In sommige Afrikaanse EPO-partnerlanden – met name Mozambique, Swaziland en Zimbabwe (dat de EPO voor ESA ten uitvoer legt) – nam de suikeruitvoer naar de EU af als gevolg van de toegenomen mondiale concurrentie van andere producenten en van de afschaffing van de EU-suikerquota. In oktober 2017 vond het eerste forum van het maatschappelijk middenveld plaats in Zuid-Afrika. Het forum besprak de rol die EPO's spelen in duurzame ontwikkeling, onder meer wat betreft de milieu- en arbeidsaspecten ervan.

In 2017 wierp de EU nieuwe handelsbelemmeringen in de sectoren pluimvee en textiel op voor de landen van de EPO SADC, met name Zuid-Afrika.


6.5.Interim-EPO Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA)

In 2017 nam de uitvoer van de vier partnerlanden van de interim-EPO ESA naar de EU wederom toe, met 15,3 %. De EPO-partners hebben voorgesteld de overeenkomst te verdiepen tot een volwaardige EPO die verder strekt dan alleen de handel in goederen.


Wafels van eetbare bloemen uit Mauritius vinden hun weg naar Europa

In 2017 vond bijna de helft van de uitvoer vanuit Mauritius zijn weg naar de EU-markt. Een van de bedrijven die profiteren van de EPO is Creasim Ltd, een bedrijf op Mauritius dat eetbare taartversieringen produceert (bloemen, vruchten en blaadjes van wafelbeslag) voor gebak en bakkerijproducten. Het bedrijf voert jaarlijks meer dan 180 ton aan taartdecoraties uit naar de EU-markten. Die uitvoer is goed voor 60 % van de omzet. Creasim heeft 230 werknemers, van wie 30 % in dienst is getreden nadat de EPO van kracht werd. De wafels worden steeds populairder in de EU door hun lage prijs en calorieëngehalte. De geregistreerde patronen en modellen worden met de hand gemaakt en worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole die voldoet aan de EU-normen.


6.6.EPO met het Forum van de Caribische groep van ACS-landen (CARIFORUM)

De uitvoer uit de Caribische landen naar de EU nam in 2017 met 12 % toe, ondanks de daling van de bananen-, cacao- en rijstuitvoer als gevolg van een cycloon. Voor de Caribische landen laten de voordelen van de liberalisering van de dienstenhandel nog op zich wachten. Hierbij spelen meerdere factoren een rol, zoals de gebrekkige uitvoering door sommige partners, een gebrek aan levercapaciteit, maar ook de visumregelingen van EU-lidstaten en een gebrek aan gegevens over diensten. Om deze problemen aan te pakken hebben de EPO-partners besloten een speciale commissie voor de dienstenhandel op te richten. Vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld (het raadgevend EPO-comité) kwamen in 2017 voor de derde maal bijeen. In zijn aanbevelingen verzocht het maatschappelijk middenveld om de tijdige goedkeuring van een controlemechanisme en benadrukte het dat de sociale aspecten en fundamentele arbeidsnormen moeten worden geëerbiedigd bij de uitvoering van de EPO.


6.7.EPO Stille Oceaan en EPO's met Ghana, Ivoorkust en Kameroen

In de Stille Oceaan blijft de uitvoer van bereide en geconserveerde visproducten uit Papoea-Nieuw-Guinea (voornamelijk tonijnconserven) toenemen. De uitvoer is in 2017 met 48,7 % gestegen. De uitvoer van verwerkte cacaoproducten uit West- en Centraal-Afrika, Ghana, Ivoorkust en Kameroen in het kader van de desbetreffende EPO's bleef stijgen.


Meer bananen uit Ivoorkust

In het afgelopen decennium (2007-2017) is de invoer in de EU van bananen uit Ivoorkust met 80 % toegenomen, terwijl de totale bananeninvoer naar de EU slechts met 50 % toenam. In kwantitatief opzicht nam de uitvoer toe tot 316 000 ton in 2017 (met een waarde van 235 miljoen EUR). De opwaartse tendens werd ondersteund doordat er dankzij de EPO een langdurige rechten- en quotavrije toegang tot de Europese markt tot stand was gekomen. De teelt van bananen voor de uitvoer is goed voor ongeveer 10 % van het landbouw-bbp van Ivoorkust. De bananenproductie is arbeidsintensiever dan de andere landbouwsectoren van het land. De sector biedt rechtstreekse werkgelegenheid aan 10 000 werknemers en aan nog eens 3 300 werknemers die ondersteunende werkzaamheden verrichten. Wanneer we de gezinsleden meetellen zijn 60 000 mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk van de bananensector.


Verwerkte cacao uit Ghana creëert lokale meerwaarde

Een belangrijk succesverhaal voor Ghana is dat het land erin is geslaagd de uitvoer van verwerkte cacaoproducten naar de EU te verhogen dankzij de rechten- en quotavrije markttoegang uit hoofde van de EPO. In de afgelopen tien jaar is de Ghanese uitvoer van cacaoboter, cacaopasta en cacaopoeder naar de EU met 237 % toegenomen. Daarentegen stagneerde de uitvoer naar de EU van verwerkte cacao uit Nigeria, waar het SAP van kracht bleef.

Door het zwaartepunt in de uitvoer te verleggen van onbewerkte cacaobonen naar lokaal verwerkte cacaoproducten is Ghana beter bestand tegen de schommelende grondstoffenprijzen op de wereldmarkt. Door de lage prijs van cacaobonen nam de omvang van de cacaobonenuitvoer van Ghana naar de EU in 2017 af met 400 miljoen EUR. De uitvoer van verwerkte cacao bleef echter stijgen.


7.Handel en duurzame ontwikkeling: update over de recente activiteiten

Alle vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie" die de EU sinds 2010 heeft gesloten, bevatten een hoofdstuk inzake handel en duurzame ontwikkeling met wettelijk bindende bepalingen waarvan de naleving wordt gecontroleerd door comités ter zake die eenmaal per jaar bijeenkomen.

In 2017 hebben de EU-instellingen, de EU-lidstaten en het maatschappelijk middenveld grondig gedebatteerd over hoe de uitvoering van deze hoofdstukken doeltreffender kan worden gemaakt en de handhaving ervan kan worden verbeterd, waarbij de belangrijkste internationale verbintenissen, waaronder de Overeenkomst van Parijs inzake klimaatverandering, werden herbevestigd. Tegen deze achtergrond kwamen de diensten van de Commissie op 26 februari 2018 met een officieus document waarin zij een vernieuwde strategie presenteren rond een actieplan met 15 concrete actiepunten. Deze zijn onderverdeeld in vier brede rubrieken overeenkomstig de consensus die werd bereikt in de discussies over de gebieden waarop verbetering nodig is:

1) samenwerken (met de EU-lidstaten, het Europees Parlement en internationale organisaties);

2) het maatschappelijk middenveld, waaronder de sociale partners, in staat stellen hun rol bij de uitvoering te vervullen;

3) resultaten boeken (onder meer door partnerspecifieke prioriteiten te formuleren, assertievere handhaving en verbetering van de thematische aanpak met betrekking tot arbeids- en klimaatveranderingsbepalingen en uitbreiding van de middelen die beschikbaar zijn in het kader van de strategie hulp voor handel en daarbuiten); en

4) communicatie en transparantie verbeteren.


De nadruk ligt nu op de volledige uitvoering van het vijftienpuntenactieplan, met dien verstande dat er na vijf jaar een evaluatie gepland staat.

Bij de uitvoering van hoofdstukken inzake handel en duurzame ontwikkeling zorgt de Commissie voor nauwe coördinatie met de EU-lidstaten via een speciale deskundigengroep op dit terrein die viermaal per jaar bijeenkomt. In het kader van de handelsovereenkomsten zijn interne adviesgroepen van het maatschappelijk middenveld opgericht die regelmatig bijeenkomen en worden ondersteund door het Europees Economisch en Sociaal Comité.

De EU blijft haar partners aansporen om te zorgen voor mechanismen voor een evenwichtige en transparante dialoog over kwesties op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling en maakt meer financiële middelen vrij om de deelname van belanghebbenden te bevorderen. In dit verband kan de oprichting van een interne adviesgroep in Colombia worden aangemerkt als een belangrijke ontwikkeling.

De vooruitgang bij de verwezenlijking van de inhoudelijke verbintenissen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling voltrekt zich met verschillende snelheden naargelang de aard van de uitdagingen waar de verschillende partners mee te maken hebben. De grotere inzet van de EU begint echter zijn vruchten af te werpen. Zo zijn er bemoedigende signalen uit Zuid-Korea: de overheid heeft het EU-publiek in kennis gesteld van een tijdpad voor het tripartiete overleg over de evaluatie van de arbeids- en andere wetgeving om de weg vrij te maken voor de ratificatie van vier nog niet geratificeerde fundamentele IAO-Verdragen door Zuid-Korea (zie: Summary of Discussions at the 6th TSD Committee ). De diensten van de Commissie volgen dit proces van nabij op en zullen indien nodig extra maatregelen nemen. In Midden-Amerika heeft de EU zich met de nationale regeringen en de interne adviesgroepen ingezet om in moeilijke omstandigheden vooruitgang te boeken ten aanzien van de verbintenissen inzake handel en duurzame ontwikkeling, in samenwerking met de IAO en andere internationale organen. De EU voert de inspanningen in Peru op om ervoor te zorgen dat de uitvoering wordt versneld. Het verzoekschrift dat een groep maatschappelijke organisaties bij de Commissie heeft ingediend maakt duidelijk dat de Peruaanse autoriteiten het binnenlandse maatschappelijk middenveld formeel moet raadplegen over aangelegenheden op het terrein van handel en duurzame ontwikkeling.

Activiteiten die relevant zijn voor handel en duurzame ontwikkeling zijn niet voorbehouden aan vrijhandelsovereenkomsten en DCFTA's van de "nieuwe generatie", maar komen ook aan bod in andere handelsovereenkomsten zoals EPO's (zie bijvoorbeeld de in paragraaf 6.1 genoemde bijeenkomst van het forum van het maatschappelijk middenveld in het kader van de SADC-EPO).

Verschillende door de EU gefinancierde programma's en projecten dragen ook bij aan de verwezenlijking van doelstellingen op het vlak van handel en duurzame ontwikkeling in de landen waar een EU-handelsovereenkomst van kracht is en daarbuiten 34 .

Daarnaast zijn het Europees extern investeringsplan en Verordening (EU) 2017/1601 van 26 september 2017 35 gericht op het ondersteunen van acties die bijdragen aan de doelstellingen inzake handel en duurzame ontwikkeling.


8.Uitgelicht: de handel in agrovoedingsproducten in het kader van vrijhandelsovereenkomsten

De bijdrage van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU aan de handel in agrovoedingsproducten: stand van zaken in 2017


De handel in agrovoedingsproducten in het kader van de EU-vrijhandelsovereenkomsten neemt toe en levert een belangrijke bijdrage aan het succes van de EU-uitvoer van agrovoedingsproducten. In 2017 was de agrovoedingshandel van de EU met de partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten goed voor een derde van de totale EU-uitvoer van agrovoedingsproducten en voor meer dan 40 % van de invoer daarvan. De handel in het kader van vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie" (in het bijzonder met Zwitserland, Noorwegen en Algerije) heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het EU-handelsoverschot van 20 miljard EUR in de totale handel in agrovoedingsproducten in 2017. In het kader van de vrijhandelsovereenkomst van de "nieuwe generatie" met Zuid-Korea, de vijfde uitvoerbestemming van de EU wat betreft agrovoedingsproducten in het kader van vrijhandelsovereenkomsten, is de EU-uitvoer in deze sector in de afgelopen acht jaar gestegen met 113 %. Tussen 2016 en 2017 is de uitvoer uit de EU naar Zuid-Korea met 10 % gestegen, van 2,6 naar 2,9 miljard EUR. De overeenkomst met Canada, CETA, zal naar verwachting aanzienlijke voordelen opleveren naarmate de uitvoering vordert. CETA heeft als doel om de rechten te schrappen in 91 % van alle tarieflijnen in de landbouwsector.


De uitvoer uit de EU in het kader van vrijhandelsovereenkomsten is vrij gelijk verdeeld over primaire landbouwproducten en verwerkte levensmiddelen en dranken. De belangrijkste uitvoerbestemmingen in 2017 waren Zwitserland, Noorwegen, Turkije, Canada, Zuid-Korea en Algerije, die goed waren voor 55 % van de uitvoer van agrovoedingsproducten naar partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten en voor 19 % van de totale EU-uitvoer van agrovoedingsproducten. Oekraïne heeft nu het grootste aandeel in de invoer in de EU van landbouwproducten in het kader van vrijhandelsovereenkomsten (met name granen, plantaardige oliën en oliehoudende zaden). In 2017 is de invoer uit dit land met een derde toegenomen. Oekraïne, Zwitserland, Turkije, Ivoorkust, Zuid-Afrika, Colombia en Chili waren in 2017 goed voor 51 % van de totale invoer van agrovoedingsproducten uit hoofde van vrijhandelsovereenkomsten en voor 22 % van de totale EU-invoer van agrovoedingsproducten. De invoer in de EU betreft voornamelijk landbouwproducten zoals tropische vruchten, cacao, groenten en koffie (72 %), terwijl verwerkte levensmiddelen en dranken goed zijn voor 22 %.


Vrijhandelsovereenkomsten stellen markten open voor landbouwproducten, levensmiddelen en dranken en zorgen zo voor meerwaarde en werkgelegenheid in de primaire landbouw en de verwerkende sector, zoals blijkt uit een door Copenhagen Economics voor de Commissie uitgevoerde studie over het effect van EU-handelsovereenkomsten op de landbouwsector , die in 2016 werd afgerond. In 2017 heeft de Commissie zich opnieuw ingezet voor het bevorderen van de handel in landbouwproducten, onder meer door een bezoek op hoog niveau aan Canada en de promotie van levensmiddelen en dranken uit de EU op grote internationale handelsbeurzen (onder meer in Toronto en Abu Dhabi). Naast de meer dan honderd afzonderlijke bevorderingsprogramma's die al liepen in 2017 heeft de Commissie 33 aanvullende voorstellen geselecteerd om EU-agrovoedingsproducten in derde landen te promoten. Die voorstellen zullen tussen 2018 en 2020 worden uitgevoerd. Deze door de EU medegefinancierde campagnes zetten bijvoorbeeld appelen met geografische aanduiding in de schijnwerpers in Egypte of stimuleren de uitvoer van Europese ham en kaas naar Mexico.


EU-exporteurs kunnen profiteren van meer dan 600 door onze vrijhandelspartners verleende preferentiële tariefcontingenten. Het gebruik van tariefcontingenten verschilt om diverse redenen per land en product en de Commissie tracht de benutting ervan te verbeteren. In 2017 heeft zij betere markttoegang bedongen voor de uitvoer van Europees rundvlees naar Turkije.


De bepalingen van vrijhandelsovereenkomsten op SPS-gebied worden gebruikt om handelsbelemmeringen met betrekking tot SPS-maatregelen in partnerlanden aan te pakken. Zo heeft de Commissie in 2017 voor verschillende EU-lidstaten een betere markttoegang gerealiseerd voor de uitvoer van varkensvlees naar Mexico en van zuivelproducten naar Peru. Oekraïne heeft zijn tijdelijke verbod op de invoer van pluimveevlees wegens vogelgriep opgeheven; Japan heeft het invoerverbod voor rundvlees wegens BSE (boviene spongiforme encefalopathie) voor nog eens twee lidstaten geschrapt. Vrijhandelsovereenkomsten bevatten ook bepalingen om met EU-handelspartners een hoog niveau van bescherming van de gezondheid van planten en dieren te bevorderen, onder meer in de landen van het Oostelijk Partnerschap en de Westelijke Balkan. Een recent succes is de goedkeuring van SPS-strategieën voor Moldavië en Georgië door de desbetreffende DCFTA-subcomités. Verder rondt Oekraïne momenteel besprekingen met de Commissie over dit onderwerp af.


Vrijhandelsovereenkomsten beschermen toonaangevende producten uit de EU, zoals Aceto Balsamico di Modena, Feta, Reblochon, Prosciutto di Parma of Queso Manchego, alsook wijn en gedistilleerde dranken, die zijn beschermd als geografische aanduidingen (GA's) 36 . De recentere EU-vrijhandelsovereenkomsten zorgen voor een hoog niveau van bescherming voor een uiteenlopende GA's in landen waar GA's voorheen meestal niet werden beschermd. Zo zal Ecuador 116 Europese GA's beschermen. Sinds september 2017 worden 143 Europese GA's voor agrovoedingsproducten beschermd uit hoofde van CETA, naast de GA's voor wijn en gedistilleerde dranken die sinds 2003 bescherming genieten in Canada. De bescherming van Prosecco in Moldavië is zeker gesteld, waarmee een langlopende rechtszaak is afgesloten.


Vrijhandelsovereenkomsten bieden EU-producenten van gevoelige producten, zoals rundvlees, pluimvee en suiker, bescherming. Ze zijn ofwel volledig uitgesloten van de preferentiële handel of vallen, als ze gedeeltelijk zijn uitgesloten, onder de in totaal circa 360 EU-tariefcontingenten. Voor gevoelige groenten en fruit wordt tijdens het hoogseizoen in de EU een invoerprijssysteem toegepast.


Daarnaast wordt met vrijhandelsovereenkomsten beoogd de lokale landbouwsector in ontwikkelingslanden te ondersteunen, zoals de ACS-landen en een aantal Midden- en Latijns-Amerikaanse partnerlanden. De EPO's van de EU zijn gericht op ontwikkelingsdoelen en hebben resultaten opgeleverd bij de ondersteuning van de capaciteit van de landbouwsector in tal van ACS-landen: tussen 2007 en 2017 is de waarde van de invoer van agrovoedingsproducten uit EPO-landen met 71 % gestegen, welke toename vooral op het conto komt van landbouwgrondstoffen die niet in de EU worden geteeld, zoals tropisch fruit, cacao en koffie. Terwijl de uitvoer uit de EU naar Midden-Amerika en Colombia, Ecuador en Peru toenam, realiseerden die laatste landen bovendien een overschot op in de handel in agrovoedingsproducten dankzij de invoer in de EU van vers tropisch fruit, zoals bananen.


De Commissie werkt met haar vrijhandelspartners samen op een breed terrein van belangrijke kwesties inzake de handel in landbouwproducten, van technische bijstand van de EU op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling tot verbetering van de controlesystemen voor voedselveiligheid.


Uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten in de agrovoedingssector: huidige en toekomstige activiteiten


De Commissie spant zich op verschillende fronten in om ervoor te zorgen dat de vrijhandelsovereenkomsten voordelen opleveren voor de landbouwsector, waaronder:


üoplossing van hangende markttoegangsvraagstukken, zoals de uitvoer van rundvlees uit de EU naar Zuid-Korea en de erkenning van de EU-regionalisering, met name voor de uitvoer van Europees pluimvee- en varkensvlees naar Zuid-Korea, Japan en Zuid-Afrika;

üeen doeltreffende uitvoering van CETA (bv. monitoring van het gebruik en de verzameling van informatie over de toewijzing en overdracht van de tariefcontingenten voor kaas) en de voorbereiding van de EPO met Japan (zodra die volledig ten uitvoer wordt gelegd, wordt 87 % van de huidige uitvoer van agrovoedingsproducten geliberaliseerd);

ücontrole op en verbetering van het gebruik van tariefcontingenten;

ühandhaving van de bescherming van GA's (bv. CETA, Chili en Colombia, Ecuador en Peru) en bevordering van het proces om verdere Europese GA's toe te voegen aan de lijst die krachtens de vrijhandelsovereenkomst wordt beschermd (Zuid-Korea);

ücontrole van het stabilisatiemechanisme voor bananen uit Colombia, Ecuador, Peru en Midden-Amerika;

üverbetering van de samenwerking met partnerlanden van vrijhandelsovereenkomsten (zoals Canada en Japan) op belangrijke terreinen van gemeenschappelijk belang, zoals dierenwelzijn en antimicrobiële resistentie;

ümobilisering van EU-fondsen om technische bijstand te verlenen, bv. in de regio van het Oostelijk Partnerschap (met het oog op de verdere aanpassing van de regelgeving in Georgië, Moldavië en Oekraïne aan het EU-acquis), de Westelijke Balkan of de ACS-landen.


9.update met betrekking tot lopende en toekomstige activiteiten

De Commissie neemt deel aan een open debat met het Europees Parlement over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten, in welk verband ook de resolutie van het Europees Parlement over het verslag van de Commissie over de uitvoering van het gemeenschappelijk handelsbeleid aan bod komt. De Commissie zal jaarlijks verslag over de tenuitvoerlegging van de vrijhandelsovereenkomsten van de EU blijven uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's.

De Commissie ontplooit tal van activiteiten om mensen en bedrijven te helpen optimaal te profiteren van vrijhandelsovereenkomsten, waarbij zij gebruikmaakt van bestaande instrumenten en praktijken en nieuwe ontwikkelt.

üOm het gebruik van vrijhandelsovereenkomsten door kmo's te bevorderen werkt de Commissie aan een onlineportaal voor EU-invoer en -uitvoer, waarbij ook een plaats wordt ingeruimd voor de informatie van de markttoegangsdatabank en de handelshelpdesk van de EU. De portaalsite zal onder meer productspecifieke informatie en richtsnoeren bevatten over in- en uitklaringsprocedure en zal worden voorzien van een waarschuwingssysteem dat is toegesneden op individuele gebruikers. Actuele informatie over preferentiële tarieven is ook te vinden in de TARIC-databank van de EU ; uitvoerige informatie over preferentiële oorsprongsregels en de bijbehorende procedures is te vinden op de douanewebsites van de Commissie.


üDe Commissie probeert betrouwbare gegevens te verkrijgen bij de partnerlanden zodat zij het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU kan vaststellen, waarbij zij in voorkomend geval problemen aankaart bij de partnerlanden en bijstand biedt. Vanaf CETA bevatten nieuwe overeenkomsten een bindende bepaling inzake periodieke gegevensuitwisseling. De Commissie probeert ook aanvullende informatie te verkrijgen door te kijken naar andere indicatoren, zoals het rechtenbesparingspercentage, dat weergeeft in hoeverre de totale potentiële rechtenbesparingen zijn benut 37 .


üDe nieuwe deskundigengroep inzake EU-handelsovereenkomsten adviseert de Commissie over de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten. De inbreng van het maatschappelijk middenveld bestaat onder meer in regelmatige dialoogbijeenkomsten in dit veld.


üOnlangs heeft de Commissie de samenwerking met de EU-lidstaten met betrekking tot horizontale onderwerpen bij de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten opgeschroefd middels de oprichting van een speciaal netwerk van coördinatoren van vrijhandelsovereenkomsten.


üEen speciale groep van deskundigen uit de lidstaten op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling komt viermaal per jaar bijeen om de uitvoering van de hoofdstukken op dit vlak en met name de praktische aspecten van het 15 punten tellende actieplan te bespreken. Bovendien zullen de bevoegde diensten van de Commissie in 2018 en 2019 enquêtes houden over de toepassing van de fundamentele arbeidsnormen en de arbeidsomstandigheden in 29 landen die verbintenissen zijn aangegaan in het kader van SAP+ en vrijhandelsovereenkomsten.


üOm de uitvoering transparanter te maken zal de Commissie, beginnend bij CETA, informatie over dialogen en comitébijeenkomsten in het kader van vrijhandelsovereenkomsten publiceren op haar webpagina Transparency in Action (transparantie in actie). De Commissie streeft ernaar de transparantie rond bestaande vrijhandelsovereenkomsten te vergroten in overleg met haar partners.


üOm ervoor te zorgen dat de vrijhandelsovereenkomsten zo snel mogelijk worden uitgevoerd, biedt de Commissie uitgebreide informatie op haar website in de aanloop naar de inwerkingtreding. Naast de voorlopige tekst van de vrijhandelsovereenkomst zal de Commissie vanaf CETA ook factsheets, verhalen van exporteurs en infographics publiceren, alsmede gidsen voor bedrijven waarin de betreffende overeenkomst stap voor stap wordt uitgelegd. Om beter voorbereid te zijn op de uitvoering van nieuwe vrijhandelsovereenkomsten heeft de Commissie in voorkomend geval middelen gestoken in studies naar het nationale rechtskader van verschillende partnerlanden.


üDe Commissie bevordert de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten daarnaast via evenementen met de lidstaten in het kader van haar "dag van de markttoegang" en maakt daarbij gebruik van de ervaringen die via haar markttoegangspartnerschap zijn verzameld. Samen met andere branche- en handelsorganisaties, zoals het European Business Organisations worldwide network (EBO WWN), brengen het Enterprise Europe Network (EEN) en de handelsbevorderingsbureaus van de EU-lidstaten zowel in Europa als daarbuiten de specifieke mogelijkheden van vrijhandelsovereenkomsten middels voorlichting onder de aandacht.


üMarkttoegangsteams bij de EU-delegaties in derde landen streven ernaar de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten te ondersteunen met EU-middelen, zoals het partnerschapsinstrument en andere desbetreffende instrumenten. De EU-strategie hulp voor handel en het Europees extern investeringsplan ondersteunen kleine bedrijven uit ontwikkelingslanden om de kansen te grijpen die door vrijhandelsovereenkomsten worden geboden. Het overkoepelende initiatief voor Europese economische diplomatie, dat in 2017 werd genomen, zorgt ervoor dat de verschillende EU-beleidslijnen elkaar versterken bij de ondersteuning van de economische kernprioriteiten, waarvan de uitvoering van vrijhandelsovereenkomsten er één is.


üDe Commissie publiceert in 2018 haar tussentijdse evaluatie van de vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Korea en zal binnenkort een begin maken met de tussentijdse evaluatie van de overeenkomst met Colombia en Peru. Momenteel vindt een evaluatie achteraf plaats van de vrijhandelsovereenkomsten tussen de EU en zes mediterrane partnerlanden, die naar verwachting eind 2019 zal zijn afgerond.


10.RECHTSHANDHAVING

De vrijhandelsovereenkomsten van de EU voorzien in een krachtige handhaving van de inhoudelijke verbintenissen van elke overeenkomst, teneinde te zorgen voor een efficiënte en tijdige beslechting van de geschillen die zich in dit verband kunnen voordoen. In 2017 is de regeling voor geschillenbeslechting in het kader van vrijhandelsovereenkomsten niet toegepast, maar de Commissie blijft grondig en nauwgezet toezien op de uitvoering van die overeenkomsten. Zo kan de Commissie per geval bekijken of het passend is over te gaan tot rechtshandhaving.


Bijlage 1 – Preferentiegebruik bij invoer in de EU

Land van uitvoer201520162017
Vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie"
Colombia97 %97 %97 %
Costa Rica96 %97 %96 %
Ecuador89 %88 %97 %
El Salvador82 %74 %90 %
Guatemala95 %95 %93 %
Honduras91 %92 %92 %
Nicaragua94 %94 %93 %
Panama70 %61 %82 %
Peru98 %97 %96 %
Zuid-Korea85 %87 %88 %
DCFTA's
Georgië83 %80 %77 %
Moldavië91 %88 %85 %
Oekraïne87 %89 %87 %
Vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie"
Mediterrane partners
Algerije97 %95 %97 %
Egypte95 %96 %97 %
Israël89 %90 %91 %
Jordanië68 %79 %75 %
Libanon76 %71 %70 %
Marokko97 %97 %97 %
Bezette Palestijnse gebieden78 %81 %77 %
Tunesië95 %96 %94 %
Westelijke Balkan
Albanië87 %86 %86 %
Bosnië en Herzegovina93 %94 %94 %
voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië97 %95 %94 %
Kosovo85 %89 %92 %
Montenegro81 %83 %90 %
Servië93 %90 %92 %
Latijns-Amerikaanse partners
Chili95 %95 %96 %
Mexico52 %58 %70 %
EVA-staten
Noorwegen71 %66 %69 %
Zwitserland86 %83 %85 %
Economische partnerschapsovereenkomsten (EPO's)
CARIFORUM (gemiddeld)91 %92 %91 %
SADC (gemiddeld)87 %80 %83 %
ESA (gemiddeld)97 %97 %96 %
Ivoorkust99 %98 %98 %
Ghana98 %98 %96 %
Centraal-Afrika (Kameroen)91 %97 %99 %
Stille Oceaan (gemiddeld)92 %99 %81 %

Bijlage 2 – PREFERENTIEGEBRUIK BIJ UITVOER UIT DE EU

Land van invoer201520162017
Vrijhandelsovereenkomsten van de "nieuwe generatie"
Colombia63 %71 %68 %
Peru28 %47 %52 %
Costa Rica38 %
Ecuador42 %
Zuid-Korea68 %71 %74 %
DCFTA's
Georgië72 %71 %77 %
Vrijhandelsovereenkomsten van de "eerste generatie"
Mediterrane partners
Egypte36 %62 %44 %
Israël89 %86 %
Libanon74 %58 %
Marokko52 %
Westelijke Balkan
Albanië76 %80 %78 %
voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië90 %89 %
Kosovo44 %
Montenegro85 %85 %86 %
Servië89 %90 %91 %
Latijns-Amerikaanse partners
Chili76 %75 %76 %
Mexico76 %85 %75 %
EVA-staten
Zwitserland79 %79 %78 %


Bijlage 3 – LIJST VAN AFKORTINGEN


ACS        Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan

CARIFORUM    Forum van de Caribische groep van ACS-landen

CETA        Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen de EU en Canada

Cites    Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten

IAG        Interne adviesgroep

DCFTA        Diepe en brede vrijhandelsruimte

EBO WWN    European Business Organisations worldwide network

EER        Europese Economische Ruimte

EEN        Enterprise Europe Network

EPO        Economische partnerschapsovereenkomst

ESA        Oostelijk en Zuidelijk Afrika

BDI        Buitenlandse directe investeringen

FTA        Vrijhandelsovereenkomst

GA's        Geografische aanduidingen

IER's        Intellectuele-eigendomsrechten

IAO        Internationale Arbeidsorganisatie

MBN        Meestbegunstigde natie

PUR        Preferentiegebruik

SAO        Stabilisatie- en associatieovereenkomst

SADC        Southern African Development Community (Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika)

Kmo        Kleine en middelgrote onderneming

SPS        Sanitaire en fytosanitaire aangelegenheden

THB        Technische handelsbelemmeringen

TC's        Tariefcontingenten

HDO        Handel en duurzame ontwikkeling


(1) Deze benaming mag niet worden uitgelegd als een erkenning van de staat Palestina en laat de individuele standpunten van lidstaten ter zake onverlet.
(2) Stabilisatie- en associatieovereenkomst.
(3) Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(4) Een overzicht van alle door de EU gesloten en overeengekomen handelsovereenkomsten is hier te vinden: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2006/december/tradoc_118238.pdf
(5) Mededeling van de Commissie "Handel voor iedereen – Naar een meer verantwoord handels- en investeringsbeleid" (COM(2015) 497).
(6) Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 17 november 2017; Brussel, 9.11.2017 (COM(2017) 654 final).
(7) Algemene statistieken over de handelsstromen in goederen en diensten voor elk partnerland waarmee een vrijhandelsovereenkomst is gesloten, zijn te vinden in het werkdocument van de diensten van de Commissie.
(8) Wat de associatieovereenkomst met Midden-Amerika betreft, bestaan er aanzienlijke verschillen tussen de statistieken van Eurostat en die van Midden-Amerika; met het oog op de consistentie zijn alleen gegevens van Eurostat gebruikt.
(9) Informatie over het preferentiegebruik per partnerland is te vinden in de bijlagen 1 en 2.
(10) Een bepaalde foutmarge blijft echter mogelijk omdat de gegevens geen rekening houden met bepaalde wijzigingen in de preferentiële status van de invoer, zoals aanspraken op preferenties die importeurs maken nadat de goederen bij de douane zijn aangegeven en de weigering van de douane om een preferentie te verlenen naar aanleiding van een controle na de vrijgave van de goederen.
(11) Zie het artikel van José M. Rueda-Cantuche en Nuno Sousa van februari 2016: "EU Exports to the World: Overview of Effects on Employment and Income"; http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2016/february/tradoc_154244.pdf
(12) Bron: Eurostat.
(13) De specifieke politieke en geopolitieke context kan effecten hebben op de handelsstromen, net als andere factoren die niet noodzakelijkerwijs verband houden met de uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten.
(14) Zie de studie van Nilsson en Preillon (2018), http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156931.pdf
(15) Het onderliggende principe wordt toegelicht in paragraaf 1.3 hierboven. Het preferentiegebruik per partnerland is te vinden in de bijlagen 1 en 2.
(16) Zo heeft de gerapporteerde preferentiële invoer soms betrekking op tarieflijnen die onder geen enkele preferentie vallen. Soms is er een groot verschil tussen de opgegeven totale invoer en uitvoer volgens Eurostat. De Commissie corrigeert deze afwijkingen door geen rekening te houden met de handel in tarieflijnen waarvoor volgens de markttoegangsdatabank van DG Handel geen preferentie bestaat (bv. wanneer meestbegunstiging = 0).
(17) Zie ook het verslag van de Commissie over handels- en investeringsbelemmeringen (2018): http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156978.pdf
(18) Tariefcontingenten stellen voor een bepaalde duur een kwantitatieve drempel vast voor de invoer van een beschermd binnenlands product. Voor de invoer boven die drempelwaarde geldt een hoger tarief.
(19) Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid van vereniging, Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, Verdrag nr. 29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid en Verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid.
(20) Resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2017 over de tenuitvoerlegging van de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Korea (2015/2059(INI)).
(21) Overeenkomstig artikel 218, lid 5, mag de EU, daartoe gemachtigd door de Raad, een handelsovereenkomst of elke andere internationale overeenkomst deels dan wel geheel op voorlopige basis toepassen tussen het moment van ondertekening en de inwerkingtreding. Voorlopige toepassing is in het geval van internationale verdragen reeds lang een gangbare praktijk.
(22) De DCFTA EU-Oekraïne wordt sinds 1 januari 2016 voorlopig toegepast. De DCFTA's met Georgië en Moldavië worden sinds 1 september 2014 voorlopig toegepast.
(23) De overeenkomsten met IJsland en de Faeröer komen niet aan bod in dit verslag. De vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Afrika is vervangen door de EPO met de Ontwikkelingsgemeenschap van zuidelijk Afrika (SADC; zie hoofdstuk 6.1).
(24) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (EER) van 1992 met IJsland, Liechtenstein en Noorwegen heeft het vrije verkeer van goederen, diensten, investeringen en personen in dat gebied bevorderd. Dit verslag heeft geen betrekking op deze overeenkomst.
(25) Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Palestina en Tunesië.
(26) De Commissie onderzoekt waarom het preferentiegebruik bij uitvoer uit de EU naar Egypte zo laag is. Mogelijke redenen zijn de lage tarieven voor de meeste artikelen of omslachtige procedures bij de lokale overheden om de oorsprong te bepalen.
(27) Voor Zwitserland waren er voor 2017 al gegevens over diensten beschikbaar.
(28) Zie voetnoot 26 hierboven.
(29) Bestreken periode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017.
(30) Op vier lidstaten na ligt het preferentiegebruik bij uitvoer naar Mexico in 2017 in alle EU-lidstaten lager dan in 2016. In Duitsland, dat goed is voor bijna een derde van de voor preferenties in aanmerking komende EU-uitvoer naar Mexico, nam het preferentiegebruik af van 82 % in 2016 naar 66 % in 2017. Dit houdt met name verband met het lagere Duitse gebruik van preferenties in de hoofdstukken 87 (motorvoertuigen) en 85 (elektrische machines) van het geharmoniseerd systeem.
(31)         Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
(32) De Europese strategie hulp voor handel is gebaseerd op de conclusies van de Raad van 12 december 2005 (doc. 15791/05), 16 oktober 2006 (doc. 14018/06) en 15 mei 2007 (doc. 9555/07).
(33) Zie de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Europese Investeringsbank van 14 september 2016; COM(2016) 581 final.
(34) Zie bijvoorbeeld het programma "Switch Africa Green", dat Afrikaanse landen ondersteunt om duurzame ontwikkeling te realiseren door de transitie naar een inclusieve groene economie; https://www.switchafricagreen.org/index.php?lang=en
(35) Zie Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds.
(36) Een geografische aanduiding (GA) is een onderscheidend teken dat wordt gebruikt om duidelijk te maken dat een product afkomstig is uit het grondgebied van een bepaald land, een bepaalde regio of een bepaalde plaats waar de kwaliteit, reputatie of een ander kenmerk van het product verband houdt met de geografische oorsprong ervan.
(37) Deze indicator kan helpen om vast te stellen in welke sectoren de onderliggende uitvoerwaarde en de potentiële rechtenbesparingen hoog zijn en de prestaties moeten worden verbeterd (zie ook de studie van Nilsson en Preillon uit 2018: http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2018/june/tradoc_156931.pdf ).