Bijlagen bij COM(2018)770 - Jaarlijkse groeianalyse 2019: Voor een sterker Europa bij mondiale onzekerheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij het landverslag de investeringsbehoeften worden aangegeven die in de periode 2021-2027 van belang zijn voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en het Cohesiefonds. Die bijlage zal solide analytische input leveren voor de programmeringsdialoog met de lidstaten.

Voortbouwend op de landverslagen is de Commissie ook van plan om als onderdeel van haar voorstellen voor de landspecifieke aanbevelingen 2019 prioritaire gebieden voor publieke en particuliere investeringen aan te wijzen, om de uitvoering van groeibevorderende hervormingen nog te vergemakkelijken.


Hervormingsinspanningen richten op productiviteitsgroei, inclusiviteit en institutionele kwaliteit

Hoogwaardige investeringen moeten hand in hand gaan met de nodige structurele hervormingen. Om groei toekomstgericht te benaderen, moet de aandacht van de nationale hervormingsinspanningen op drie belangrijke gebieden worden hernieuwd: productiviteitsgroei, inclusiviteit en institutionele kwaliteit.

Hogere productiviteitsgroei zou een centrale doelstelling van de nationale hervormingen moeten zijn. Een bredere en snellere integratie van productiviteitsbevorderende technologieën vereist gerichte maatregelen ter bevordering van relevante investeringen (bijv. fiscale stimulansen), ontwikkeling van vaardigheden en sterkere koppelingen tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels en het bedrijfsleven. Geavanceerde digitale technologieën, zoals high performance computing, cyberbeveiliging en kunstmatige intelligentie, zijn nu voldoende matuur om te worden ingevoerd en uitgebreid. Dit kan leiden tot nieuwe bronnen van inkomsten en werkgelegenheid als de juiste prikkels voor ondernemingen voorhanden zijn.

De lidstaten moeten zowel collectief als individueel de verantwoordelijkheid nemen in de eengemaakte markt om het onbenutte potentieel ervan aan te boren. Samen met innovatie en de verspreiding van technologie zijn goed functionerende markten voor producten en diensten een belangrijke aanjager van productiviteitsgroei, aangezien ze een efficiëntere allocatie van middelen mogelijk maken. Sommige lidstaten kennen een gunstig ondernemingsklimaat, terwijl andere diepgaandere hervormingen nodig hebben om markten voor goederen en diensten gemakkelijker te betreden en te verlaten. Er zijn met name hervormingen nodig in de markten voor energie, telecommunicatie, vervoer, zakelijke dienstverlening en retail. Nog steeds worden vormen van winstbejag beschermd die voor vertraging zorgen bij de invoering van innovaties en nieuwe bedrijfsmodellen, waaronder de deeleconomie en de circulaire economie. In veel gevallen zijn de insolventiekaders niet doeltreffend genoeg om middelen voor nieuwe bedrijven vrij te maken.

Verdere hervormingen zijn nodig om het juiste evenwicht te vinden tussen flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkt. Arbeidswetgeving en socialezekerheidsstelsels moeten aan alle soorten werkenden zekerheid verschaffen, de overgang tussen banen en statussen vergemakkelijken, mobiliteit en flexibiliteit bevorderen, en tegelijk arbeidsmarktsegmentatie en armoede onder werkenden beter bestrijden. Een doeltreffender actief arbeidsmarktbeleid en doeltreffendere openbare diensten voor arbeidsvoorziening zijn in dit verband van essentieel belang. Stimulansen via belastingen en beleid, die erop gericht zijn de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verruimen, kunnen in sommige lidstaten ook belangrijke mogelijkheden voor productiviteitswinsten creëren.

Ook inclusiviteit moet tot de kern van de hervormingsinspanningen behoren, en ervoor zorgen dat alle burgers profiteren van de productiviteitswinsten. Daarom moet meer aandacht worden besteed aan onderwijs, opleiding en volwasseneneducatie van hoge kwaliteit, met name voor laaggeschoolden (zie kader); passend en innovatief opgezette stelsels van belastingvoordelen en voortgezette of betere toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg, kinderopvang en langdurige zorg.

De groei van de lonen, als gevolg van de toegenomen productiviteit, kan de ongelijkheden verminderen en de opwaartse convergentie van levensstandaarden ondersteunen. De ontwikkelingen van de reële lonen bleven in 2017 gemiddeld achter bij de productiviteit en volgen daarmee een trend op langere termijn. In een context waarin collectieve onderhandelingen een steeds minder grote dekkingsgraad hebben, zou in landen waar de sociale dialoog zwak is of door de crisis negatief beïnvloed is, beleid ter versterking van de institutionele capaciteit van de sociale partners gunstig kunnen zijn.

De bestrijding van armoede en ongelijkheid vereist ook inclusieve en efficiënte belasting- en uitkeringsstelsels. Nationale hervormingen van de belasting- en uitkeringsstelsels moeten gericht zijn op de toereikendheid van de uitkeringen en de dekking, en op het optimaliseren van de prikkels voor participatie op de arbeidsmarkt. In een aantal lidstaten blijft de bestrijding van belastingfraude, -ontwijking en -ontduiking van essentieel belang om te zorgen voor een eerlijke verdeling van de lasten tussen belastingbetalers en de belastinginkomsten voor investeringen in hoogwaardige openbare diensten veilig te stellen. In de gehele EU wordt de ontwijking van vennootschapsbelasting alleen geraamd op 50 à 70 miljard EUR per jaar.

De lidstaten moeten de beleidsmaatregelen voor activering en sociale inclusie en universele toegang tot betaalbare en kwalitatief hoogwaardige zorgvoorzieningen blijven promoten. Beleidsmaatregelen zijn met name nodig om de deelname van atypische werknemers en zelfstandigen aan de socialezekerheidsstelsels te bevorderen. Ruimere toegang tot hoogwaardige zorg (bijv. kinderopvang of langdurige zorg) zou vrouwen meer kansen geven om een baan te nemen of te houden, en zou het risico van armoede en sociale uitsluiting onder kinderen en kwetsbare groepen verminderen. Een efficiënter beleid om migranten op de arbeidsmarkt te integreren zou hun ruimere sociale integratie ten goede komen. Om voor budgettaire houdbaarheid te zorgen en de universele toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg te behouden, moeten de lidstaten de kosteneffectiviteit verhogen door te investeren in innovatie, de integratie van de gezondheidszorg op het niveau van de primaire gezondheidszorg, de gespecialiseerde ambulante zorg en de ziekenhuiszorg te verbeteren en de banden met de sociale zorg te versterken om tegemoet te komen aan de behoeften van een vergrijzende bevolking. Meer aandacht voor preventie is ook aangewezen om die inspanningen te ondersteunen.

Goed functionerende openbare instellingen dragen bij tot een hogere groei en zijn een eerste vereiste om de andere hervormingen met succes uit te voeren. Uit empirische analyses blijkt dat betere institutionele kwaliteit over het algemeen wordt geassocieerd met een hogere productiviteit. Dit omvat elementen die verband houden met de doeltreffendheid van het openbaar bestuur, de mate van digitalisering van overheidsdiensten, de kwaliteit en de stabiliteit van de regelgeving, de strijd tegen corruptie en de eerbiediging van de rechtsstaat. Al deze aspecten kunnen gevolgen hebben voor investeringsbesluiten en kunnen worden verbeterd door beste praktijken ruimer te delen en toe te passen in de EU. De lidstaten moeten ook stelselmatig meer aandacht besteden aan de kwaliteit van het bestuur en tekortkomingen actief aanpakken.

De rechtsstaat, doeltreffende rechtsstelsels en solide corruptiebestrijdingskaders zijn cruciaal om ondernemingen aan te trekken en economische groei mogelijk te maken. Dit houdt met name verband met de onafhankelijkheid en de efficiëntie van de rechterlijke macht, alsook met een ruime benadering van corruptiebestrijding, waarbij preventie, doeltreffende vervolging en sancties worden gecombineerd. Dit moet gepaard gaan met transparantie en integriteit in de publieke sector, een doeltreffende juridische bescherming van klokkenluiders, de aanwezigheid van onafhankelijke media en meer interactie met het maatschappelijk middenveld. In sommige lidstaten moet sterkere rechtshandhaving worden aangevuld met een degelijk preventiebeleid en stimulansen voor het gebruik van elektronische betalingssystemen of digitale oplossingen om de schaduweconomie aan te pakken.

De economische groei die vandaag nog steeds gunstig is, biedt optimale voorwaarden voor de succesvolle uitvoering van hervormingen, maar in sommige landen verliezen de hervormingsinspanningen kracht. Om de voortdurende doorvoering van hervormingen op nationaal niveau te steunen en te stimuleren, heeft de Commissie de invoering van een steunprogramma voor hervormingen 10 voorgesteld. Dit nieuwe EU-begrotingsinstrument voor 2021-2027 zal zorgen voor financiële stimulansen voor hervormingen en meer technische bijstand, en bouwt voort op het succes van het huidige steunprogramma voor structurele hervormingen en de grote vraag daarnaar.

Macro-economische stabiliteit en gezonde overheidsfinanciën verzekeren

De macro-economische onevenwichtigheden in de EU zijn verminderd, maar er blijven zwakke plekken bestaan. Een globale herbeoordeling van risico’s op de internationale financiële markten zou investeerders kunnen aanzetten tot een herbeoordeling van de risico’s uit het verleden, zoals een hoge schuldenlast, de resterende zwakke punten in de banksector en beperkte budgettaire beleidsruimte in sommige lidstaten. Voor een verdere correctie van een groot aantal onevenwichtigheden zijn derhalve verdere verminderingen van de hoge particuliere en openbare schulden en extra versterking van de financiële sector vereist. Dit zal helpen de nodige budgettaire ruimte te creëren om te zorgen voor duurzaamheid op lange termijn, het opbouwen van capaciteit om het hoofd te bieden aan toekomstige crises en middelen vrij te maken voor investeringen in de toekomst.

Geloofwaardige maatregelen om in overeenstemming met de gemeenschappelijke Europese regels de overeengekomen budgettaire doelstellingen te halen, blijven van essentieel belang. In veel landen blijft de overheidsschuld hoog, waardoor de ruimte voor het absorberen van negatieve inkomensschokken wordt beperkt. Nu de economie blijft groeien, is het tijd om de budgettaire buffers op te bouwen die nodig zijn om aan de volgende recessie het hoofd te bieden en de potentiële gevolgen voor de werkgelegenheid en de sociale effecten te beperken. Enkele lidstaten hebben hun overheidsschuld teruggedrongen en hebben hun budgettaire doelstelling op middellange termijn bereikt of overschreden, waardoor ruimte wordt gecreëerd voor meer overheidsinvesteringen om de potentiële groei te ondersteunen. Toch torsen verschillende andere lidstaten nog steeds hoge overheidsschulden, die hun vermogen belemmeren om te investeren in de toekomst. Deze landen hebben in de afgelopen jaren ook minder vooruitgang geboekt bij het terugdringen van de overheidsschuld. Zij moeten van de huidige economische expansie gebruikmaken om buffers op te bouwen; hun overheidsfinanciën verder te versterken, met name in structurele termen; en prioriteit te geven aan uitgaven voor posten die de veerkracht en het groeipotentieel te bevorderen. Het stabiliteits- en groeipact voorziet in duidelijke regels om te zorgen voor een verantwoord begrotingsbeleid.

Het verbeteren van de kwaliteit en de samenstelling van de overheidsfinanciën is van belang om voor macro-economische stabiliteit te zorgen en is een cruciaal element van het begrotingsbeleid van de lidstaten. Aan de ontvangstenzijde moeten efficiënte belastingstelsels worden ingevoerd die stimulansen bieden voor investeringen en groei. Er zijn ook inspanningen nodig aan de uitgavenzijde, via uitgaventoetsingen en door voorrang te geven aan uitgaven die groei en gelijkheid op lange termijn bevorderen.

Het is ook van essentieel belang de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verzekeren. Mensen leven vandaag langer in goede gezondheid, maar de demografische verandering zet de socialezekerheidsstelsels steeds meer onder druk. Pensioenhervormingen die erop gericht zijn het evenwicht tussen arbeidsleven en pensioen aan te passen en aanvullende pensioenspaarregelingen te ondersteunen, blijven van essentieel belang. Dergelijke hervormingen doorvoeren is politiek vaak moeilijk en het terugdraaien van hervormingen moet worden vermeden, omdat dit de budgettaire houdbaarheid in gevaar zou kunnen brengen en het groeipotentieel en een eerlijke lastenverdeling tussen de generaties zou kunnen verminderen. In verschillende lidstaten kan betere governance van openbare aanbestedingen ook een grote bijdrage leveren tot efficiëntere overheidsuitgaven.

De veerkracht van de financiële sector is verbeterd, maar de inspanningen om de niet-renderende leningen te beperken en het toezichtkader te versterken, moeten worden voortgezet. Terwijl sommige lidstaten aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt om de niet-renderende leningen te beperken, zijn in andere lidstaten meer inspanningen nodig, onder meer op het gebied van insolventie. De aanneming van de maatregelen die de Commissie in maart 2018 heeft voorgesteld 11 , overeenkomstig het actieplan inzake niet-renderende leningen in Europa 12 , zal deze ontwikkelingen ondersteunen. De mogelijkheden die worden geboden door technologische ontwikkelingen en een volledig geïntegreerde markt in een voltooide bankenunie moeten verder worden benut. Macroprudentiële kaders moeten worden aangepast aan de risico’s van oververhitting en moeten voorkomen dat nieuwe onevenwichtigheden worden opgebouwd. Nationale toezichtkaders en de coördinatie daarvan moeten verder worden verbeterd om ervoor te zorgen dat de EU-regels tegen witwassen en in verband met passend beleid van banken inzake risicopreventie en -beheersing volledig worden toegepast.

Conclusies en volgende stappen

De EU en haar lidstaten moeten doortastende en gecoördineerde beleidsmaatregelen treffen om de belofte van inclusieve en duurzame groei in de toekomst waar te maken, zeker met het oog op de toenemende wereldwijde onzekerheid. Europa moet zijn groeipotentieel en zijn economische en sociale veerkracht vergroten waardoor het beter in staat zal zijn om schokken op te vangen en uitdagingen op de lange termijn om te zetten in kansen.

De lidstaten moeten in hun nationale beleidsmaatregelen en strategieën rekening houden met de prioriteiten die de Commissie in deze jaarlijkse groeianalyse heeft aangewezen, met name wanneer zij hun nationale hervormingsprogramma’s opstellen. Zij moeten dat doen terwijl zij de uitvoering van hun hervormingsagenda en van de in de landspecifieke aanbevelingen aangegeven essentiële hervormingen versnellen. Zij moeten ten volle gebruikmaken van de beleids- en financieringsinstrumenten waarover zij op EU-niveau beschikken om groeibevorderende investeringen te stimuleren. Het komt er met name op aan voor nog grotere synergieën te zorgen tussen prioriteiten die door middel van de coördinatie van het economisch en sociaal beleid op het niveau van de EU zijn bepaald, en financiering uit de EU-begroting, in overeenstemming met de voorstellen van de Commissie voor het volgende meerjarig financieel kader.

De Commissie zal de dialoog met de lidstaten in het kader van het Europees Semester voortzetten. Het is de bedoeling in de komende landverslagen tot een gemeenschappelijk begrip van de meest urgente uitdagingen te komen, en in de komende ronde van landspecifieke aanbevelingen aan te geven op welke gebieden prioritair actie moet worden ondernomen. De oprichting van nationale comités voor de productiviteit kan nuttig zijn voor de nationale debatten over de vraag hoe de productiviteit kan worden verhoogd, omdat deze comités een hoogwaardige en onafhankelijke analyse bieden en de nationale verantwoordelijkheid voor hervormingen vergroten 13 . De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de sociale partners en de nationale parlementen ten volle bij het hervormingsproces worden betrokken. Hun participatie, samen met ruimere interactie met het maatschappelijk middenveld, is van fundamenteel belang om de verantwoordelijkheid voor en de legitimiteit van de hervormingen te verbeteren en tot betere sociaaleconomische resultaten te komen.

(1)

 Het ontwerp van het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2019 bij de jaarlijkse groeianalyse geeft een volledig beeld van de recente ontwikkelingen in de EU op sociaal en werkgelegenheidsgebied.

(2)

Zie ook het jaarverslag 2017 van de Europese Centrale Bank (april 2018), waarin er tevens wordt op gewezen hoe de verschillen in de groeipercentages in de eurozone, gemeten in standaardafwijkingen in de bruto toegevoegde waarde, de laagste waren sinds 1998 (1998: 1,47σ t.o. 2017: 0,75σ).

(3)

Zoals uiteengezet in Besluit (EU) 2018/1215 van de Raad van 16 juli 2018 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten en in Aanbeveling (EU) 2015/1184 van de Raad van 14 juli 2015 betreffende de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van de lidstaten en de Europese Unie.

(4)

 Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank: Investeringsplan voor Europa: stand van zaken en volgende stappen, COM(2018) 771 final.

(5)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, De Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. De eengemaakte markt in een veranderende wereld. Een unieke troef die hernieuwde politieke betrokkenheid nodig heeft, COM(2018) 772 final.

(6)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europese Arbeidsautoriteit, COM(2018) 0131 final.

(7)

 Momenteel is de EU met 2,03 % nog ver verwijderd van de doelstelling om 3 % van het bbp te investeren in onderzoek en ontwikkeling en ligt zij nog steeds aanzienlijk achter op andere geavanceerde economieën zoals de Verenigde Staten (2,79 %), Japan (3,29 %) en Zuid-Korea (4,23 %).

(8)

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. Actieplan voor de opbouw van een kapitaalmarktunie (COM(2015) 0468 final).

(9)

 Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het InvestEU-programma (COM(2018) 439 final)

(10)

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het steunprogramma voor hervormingen, COM (2018) 391 final.

(11)

 Het pakket omvat een voorstel voor een richtlijn inzake kredietservicers, kredietkopers en de uitwinning van zekerheden, een voorstel voor een verordening tot wijziging van de verordening kapitaalvereisten en een blauwdruk voor de oprichting van nationale vermogensbeheerders.

(12)

Raad van de Europese Unie, conclusies van de Raad van 11 juli 2017 over het actieplan inzake niet-renderende leningen in Europa.

(13)

Momenteel hebben dertien lidstaten een nationaal comité voor de productiviteit: Cyprus, Finland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Portugal en Slovenië. Drie lidstaten buiten de eurozone hebben een nationaal comité voor de productiviteit: Denemarken, Hongarije en Roemenië.