Bijlagen bij COM(2019)484 - Garanties die door de algemene begroting worden gedekt Situatie op 31 december 2018

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij tabel A2B van het werkdocument van de diensten van de Commissie voor de verwijzingen naar de rechtsgrondslagen.
(5) Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).
(6) Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
(7) Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom), als gewijzigd en aangevuld.
(8) Voor de lidstaten: Besluit 77/270/Euratom van de Raad van 29 maart 1977 waarbij de Commissie wordt gemachtigd tot het aangaan van Euratom-leningen teneinde een bijdrage te leveren tot de financiering van kerncentrales (PB L 88 van 6 april 1977, blz. 9), als gewijzigd en aangevuld.
(9) Voor bepaalde niet-lidstaten: Besluit 94/179/Euratom van de Raad van 21 maart 1994 (Publicatieblad nr. L 84 van 29 maart 1994) tot wijziging van Besluit 77/270/Euratom ten einde de Commissie te machtigen tot het aangaan van Euratom- leningen om aldus een bijdrage te leveren aan de financiering van de verbetering van de efficiëntie en de veiligheid van kerncentrales in bepaalde derde landen.
(10) Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsoperaties ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Europese Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1).
(11) De ACS-EU-partnerschapsovereenkomst, die op 23 juni 2000 in Cotonou is ondertekend, is gesloten voor een periode van 20 jaar, van 2000 tot 2020. Het is de meest uitgebreide partnerschapsovereenkomst tussen ontwikkelingslanden en de EU. Zij wordt niet gefinancierd uit de EU-begroting.
(12) Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1).
(13) Hoewel externe risico's uiteindelijk door de EU-begroting worden gedekt, fungeert het Garantiefonds als een instrument ter bescherming van de EU-begroting tegen het risico van wanbetaling. Het laatste jaarverslag over het Fonds en het beheer ervan van 2018 (COM(2019) 363 final) en het werkdocument van de diensten van de Commissie ( SWD(2019) 314 final), dat op 5.8.2019 is goedgekeurd, zijn beschikbaar op http://eur-lex.europa.eu/homepage.html .
(14) Voor een uitvoerig verslag over de werking van het Fonds en het voorzieningsstreefpercentage, zie COM(2014) 214 final van 8.4.2014 en het begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie SWD(2014) 129 final.
(15) De EU-garantie is door de EFSI 2.0-wijziging van 16 miljard EUR tot 26 miljard EUR verhoogd.
(16) De garantie van de EIB-groep is door de EFSI 2.0-wijziging van 5 miljard EUR tot 7,5 miljard EUR verhoogd.
(17) Voor meer informatie over het beheer van het EFSI-garantiefonds, zie COM(2019)244 final van 28.05.2019.
(18) Het streefbedrag is oorspronkelijk op 50 % van de totale EU-garantieverplichtingen vastgesteld in artikel 12, lid 5, van de EFSI-verordening. Sinds de inwerkingtreding van de EFSI 2.0-verordening is dit streefbedrag vastgesteld op 35 % van de totale EU-garantieverplichtingen.
(19) Over de GLF: http://ec.europa.eu/economy_finance/assistance_eu_ms/greek_loan_facility/index_en.htm.
(20) Over de EFSF : http://www.efsf.europa.eu.
(21) De in het kader van de EU/het EFSM verstrekte leningen worden gegarandeerd door de EU-begroting.
(22) Over het ESM: http://esm.europa.eu .
(23) Zie de persmededeling over de buitengewone vergadering van de Raad (Ecofin) van 9/10 mei 2010 ( http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/ecofin/121119.pdf ).
(24) Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
(25) Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 348).
(26) Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad van 30 mei 2011 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Portugal (PB L 159 van 17.6.2011, blz. 88). zie ook de rectificatie (PB L 178 van 10.7.2012, blz. 15).
(27) Besluit (EU) 2018/598 van het Europees Parlement en de Raad van 18 april 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië (PB L 103 van 23.04.2018, blz. 8).
(28) Besluit (EU) 2018/947 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Oekraïne (PB L 171 van 6.7.2018, blz. 11).
(29) Besluit (EU) 2017/1565 van het Europees Parlement en de Raad van 13 september 2017 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 242 van 20.09.2017, blz. 14).
(30) (2013)3496.
(31) Zie tabel 1 van het verslag.
(32) Bij deze berekening wordt aangenomen dat leningen in wanbetaling niet versneld worden ingevorderd, d.w.z. dat alleen met de verschuldigde betalingen rekening wordt gehouden (zie de tabellen 2 en 3 van het verslag en tabel A4 van het werkdocument van de diensten van de Commissie).
(33) Zie tabel 1.
(34) Zie artikel 14 van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien (PB L 168 van 7.6.2014, blz. 39).
(35) Zie artikel 14, lid 3, van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014.
(36) Zie artikel 8, lid 7, van Besluit nr. 466/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen van projecten buiten de Unie (PB L 135 van 8.5.2014, blz. 1), gewijzigd bij Besluit (EU) 2018/412 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Besluit nr. 466/2014/EU tot verlening van een EU-garantie voor verliezen van de Europese Investeringsbank op financieringsverrichtingen ter ondersteuning van investeringsprojecten buiten de Unie (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 30).
(37) Behalve voor Bulgarije en Roemenië die Euratom-leningen hebben ontvangen voor hun toetreding tot de Unie. Leningen (en leninggaranties) aan toetredingslanden werden door het Fonds gedekt tot de datum van toetreding. Vanaf die datum maakten nog steeds uitstaande leningen geen deel meer uit van het externe optreden van de Unie en werden zij dus rechtstreeks gedekt door de EU-begroting.
(38) Zie voor nadere informatie over de invorderingen ook de invorderingsovereenkomst die op 3 oktober 2018 is ondertekend door de Europese Unie en de Europese Investeringsbank, met betrekking tot de kenmerken en de procedures voor de invordering van door de EU verrichte betalingen uit hoofde van de door haar aan de EIB verstrekte garanties voor verliezen op financieringsverrichtingen van projecten buiten de EU.
(39) Boetes en opgelopen rente worden door de EIB alleen bij het tweede betalingsverzoek van elke afzonderlijke lening gevorderd en lopen vanaf de datum van wanbetaling tot de datum van betaling door het Garantiefonds.
(40) Dit omvat het bedrag van 375,39 miljoen euro (kapitaal) waarop de EIB reeds tot 31.12.2018 een beroep heeft gedaan.
(41) Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad tot instelling van een Garantiefonds (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10), zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2018/409 (PB L 76 van 19.3.2018, blz. 1).
(42) Totale activa van het Fonds na aftrek van de te betalen posten (EIB-vergoedingen en auditvergoedingen).
(43) 9 % van 31 655,46 miljoen EUR. Het streefbedrag wordt berekend door een percentage van 9% toe te passen op de totale uitstaande kapitaalverplichtingen uit hoofde van elke verrichting, vermeerderd met de lopende rente (MFB-, Euratom- en EIB-leningen aan derde landen) en verminderd met de gesubrogeerde leningen aan het einde van het jaar "n-1".
(44) Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — het Europees Fonds voor strategische investeringen (de “EFSI-verordening”) , PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1. De EFSI-verordening is gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2396 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2017 wat betreft de verlenging van de looptijd van het Europees Fonds voor strategische investeringen en wat betreft de invoering van technische versterkingen voor dat fonds en de Europese investeringsadvieshub  (de "EFSI 2.0-wijziging"). In het kader van de EFSI 2.0-wijziging is, onder andere, de omvang van de EU-garantie uitgebreid en het streefpercentage aangepast. Op 22 juli 2015 hebben de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank ("de EIB") de overeenkomst betreffende het beheer van het EFSI en betreffende de verlening van de EU-garantie ("de EFSI-overeenkomst") ondertekend; deze is op 21 juli 2016, 21 november 2017, 9 maart 2018 en december 2018 gewijzigd en geherformuleerd.
(45) De informatie voor dit deel is afkomstig uit het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Rekenkamer over het beheer van het Garantiefonds van het Europees Fonds voor strategische investeringen in 2018 – COM(2019)244 final van 28.05.2019.
(46) Overeenkomstig artikel 11 van de EFSI 2.0-wijziging mag het bedrag van de EU-garantie op geen enkel moment meer bedragen dan 26 miljard EUR en vóór 6 juli 2018 niet hoger liggen dan 16 miljard EUR. Beroep op en gebruik van de EU-garantie, en de voorzieningen voor portefeuillegarantieproducten in het kader van het kmo-venster, worden in mindering gebracht op het maximumbedrag van de EU-garantie.
(47) Na aftrek van uitstaande invorderingskosten van 0,5 miljoen EUR die in 2019 aan de EIB moeten worden betaald in verband met een verrichting in wanbetaling.
(48) De gecontroleerde jaarrekening van het EFSI-garantiefonds wordt bekendgemaakt in het werkdocument van de diensten van de Commissie bij het verslag over het EFSI-garantiefonds– SWD (2019) 188.
(49) Zie artikel 8.1(d) van de EFSI-overeenkomst. Dit bedrag omvat niet de 1,6 miljoen EUR kosten in verband met het bovengenoemde beroep op de garantie.
(50) Zie artikel 8.1(b) van de EFSI-overeenkomst.
(51) Meest recente versie - COM(2019)244 final van 28.5.2019.
(52) Verordening (EU) 2017/1601 van het Europees Parlement en de Raad van 26 september 2017 tot instelling van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFDO), de EFDO-garantie en het EFDO-garantiefonds (PB L 249 van 27.9.2017, blz. 1).