Bijlagen bij COM(2020)34 - Jaarverslag 2017-2018 van het Solidariteitsfonds van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)34 - Jaarverslag 2017-2018 van het Solidariteitsfonds van de EU.
document COM(2020)34 NLEN
datum 31 januari 2020
bijlage I wordt een overzicht gegeven van de in 2017 en 2018 geldende drempels voor grote rampen voor beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds. Bijlage II bevat een overzicht van de in 2017/2018 goedgekeurde aanvragen, met inbegrip van de desbetreffende financiële gegevens.


2.Aanvragen

Øin 2017

De Commissie heeft in 2017 tien nieuwe aanvragen voor een financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds ontvangen. Ze werden allen door de Commissie ontvangen binnen de wettelijke termijn van “uiterlijk twaalf weken na de datum waarop de eerste als gevolg van een natuurramp ontstane schade zich heeft voorgedaan” (artikel 4, lid 1, van de verordening). Drie aanvragen betroffen grote rampen, zes aanvragen betroffen regionale rampen en één aanvraag was gebaseerd op de bepalingen inzake rampen in een “buurland”. Voor acht van deze aanvragen heeft de Commissie in de loop van 2018 door middel van uitvoeringsbesluiten financiële bijdragen uit het Solidariteitsfonds van de EU toegekend.

ITALIË – Reeks aardbevingen 2016/2017

Zoals beschreven in het vorige jaarverslag werd de regio van de centrale Apennijnen in Italië tussen augustus 2016 en januari 2017 getroffen door de meest hevige reeks aardbevingen in de bestaansgeschiedenis van het Solidariteitsfonds. De gecumuleerde directe schade liep op tot een ongekend bedrag van 21 879 miljard EUR, meer dan zesmaal het bedrag van de drempel voor een grote ramp en verreweg de grootste ramp sinds de oprichting van het Solidariteitsfonds. Nadat de Commissie op 16 november 2016 de eerste aanvraag van Italië had ontvangen, werd in december 2016 het grootst mogelijke voorschot van 30 miljoen EUR uitbetaald.

Doordat tot januari 2017 meerdere zware naschokken plaatsvonden, moest Italië zijn oorspronkelijke aanvraag meermaals actualiseren. De laatste aanpassing werd ontvangen op 25 mei 2017.

Op basis van de gevestigde methode voor de vaststelling van door het Solidariteitsfonds uitgekeerde steunbedragen (d.w.z. 2,5 % van de totale schade voor het deel van de schade tot de “drempel voor grote rampen” plus 6 % voor het deel van de schade dat de drempel overschrijdt) had Italië recht op 1 196 797 579 EUR, oftewel bijna 1,2 miljard EUR. Dit bedrag, verreweg het grootste steunbedrag dat ooit door het Solidariteitsfonds is uitbetaald, is meer dan twee keer zo hoog is als de maximale jaarlijkse toewijzing die via het Fonds beschikbaar is.

Gelukkig was de toewijzing voor 2016 nog volledig onaangeroerd (de betalingen in 2016 werden gedaan met de middelen die waren overgeheveld van 2015). Daarom werd de toewijzing voor 2016 overgeheveld naar 2017. Daarnaast stelde de Commissie voor om voor de eerste keer artikel 10, lid 2, van de MFK-verordening toe te passen die de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke gevallen de toewijzing van het volgende jaar (2018) te gebruiken om het resterende tekort op te vullen.

FRANKRIJK – Orkanen Irma en Maria in Sint-Maarten en Guadeloupe

Op 5 en 6 september 2017 trok een ongekend zware orkaan van de vijfde categorie, genaamd Irma, een spoor van verwoesting door het Caribisch gebied, met een groot aantal doden en gewonden als gevolg. Het oog van de orkaan Irma bewoog zich over het eiland Sint-Maarten met een gemiddelde snelheid van 290-295 km/u. Het eiland werd voor meer dan 90 % verwoest. Slechts twee weken later, op 18 en 19 september 2017 trok Maria, een andere orkaan van de vijfde categorie die voortkwam uit dezelfde weers- en klimaatomstandigheden als Irma, door het Caribisch gebied en leden Sint-Maarten, Guadeloupe en delen van Martinique opnieuw aanzienlijke schade.

Frankrijk heeft op 27 november 2017, binnen de termijn van twaalf weken, een financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds aangevraagd.

De Franse autoriteiten hebben de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 1 956,241 miljoen EUR geraamd. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale natuurramp” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De aanvraag had betrekking op één regio van NUTS-niveau 2 die Sint‑Maarten en Guadeloupe omvat. Aangezien deze regio de status van ultraperifeer gebied heeft in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, was een lagere schadedrempel van 1 % van het regionale bbp van toepassing. Hoewel de ramp niet als een “grote ramp” kwalificeerde, bedroeg de directe schade 21,9 % van het bbp van de regio, waarmee de in de verordening vastgestelde drempel van 1 % voor ultraperifere gebieden ruimschoots werd overschreden. De aanvraag van Frankrijk kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds.

Op 12 december 2017 heeft de Commissie een voorschot aan Frankrijk uitbetaald ten belope van 4 890 603 EUR, hetgeen overeenkomt met 10 % van de verwachte financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 48 906 025 EUR.

GRIEKENLAND

Aardbeving op het eiland Lesbos in 2017

Op 12 juni 2017 werd het eiland Lesbos in de Noordelijke Egeïsche Zee getroffen door een aardbeving met een kracht van 6,3 op de schaal van Richter. Er deed zich een groot aantal naschokken voor die schade aanrichtten aan particuliere woningen, bedrijven en lokale infrastructuur.

Griekenland heeft op 1 september 2017 een financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds aangevraagd.

De Griekse autoriteiten hebben de totale directe schade op 54,365 miljoen EUR geraamd. De aanvraag werd ingediend op grond van de criteria voor “regionale natuurramp” van artikel 2, lid 3, van de verordening, waarin een “regionale natuurramp” wordt gedefinieerd als een natuurramp die in een regio op NUTS-niveau 2 van een subsidiabele staat tot directe schade leidt van meer dan 1,5 % van het bbp van die regio. De op Lesbos veroorzaakte schade bedroeg 2,14 % van het bbp van de NUTS-niveau 2-regio Noord-Egeïsche Eilanden en overstijgt dus de in de verordening vastgestelde drempel van 1,5 % van het bbp van de regio. De aanvraag van Griekenland kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds.

Op 9 november 2017 heeft de Commissie een voorschot aan Griekenland uitbetaald ten belope van 135 912 EUR, hetgeen overeenkomt met 10 % van de verwachte financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 1 359 119 EUR.

Aardbeving op het eiland Kos in 2017

Op 20 juli 2017 heeft een aardbeving met een magnitude van 6,6 op de schaal van Richter de Zuid-Egeïsche eilanden tussen Bodrum (Turkije) en het eiland Kos (Griekenland) getroffen, gevolgd door talrijke naschokken. De daardoor ontstane schade trof vooral openbare infrastructuur en activa, maar ook belangrijke culturele erfgoedsites.

Griekenland heeft op 11 oktober 2017, binnen de termijn van twaalf weken, een bijdrage uit het Solidariteitsfonds aangevraagd.

De Griekse autoriteiten hebben de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 101,432 miljoen EUR geraamd. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale rampen” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De schade die door de aardbeving op Kos is veroorzaakt, bedroeg 1,8 % van het bbp van de betrokken regio van NUTS 2-niveau Zuid-Egeïsche Eilanden en overstijgt dus de in de verordening vastgestelde drempel van 1,5 %. De aanvraag van Griekenland kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 2 535 796 EUR. Hoewel Griekenland om de betaling van een voorschot had verzocht, kon er geen voorschot worden uitbetaald, omdat aanvankelijk onzeker was of de aanvraag in aanmerking zou komen voor steun.

LETLAND – Overstroming in 2017

In de zomer en het najaar van 2017 werd Letland geteisterd door een langdurige periode van zware regenval die leidde tot verzadiging van de bodem en daarop volgende overstromingen in het hele land, met name in de regio Letgallen en de aangrenzende gebieden. Als gevolg hiervan werden gewassen verwoest en werd omvangrijke schade veroorzaakt aan waterlopen, het afvoersysteem, daarmee verbonden waterzuiveringsinstallaties en weg- en spoorweginfrastructuur.

De Letse autoriteiten hebben een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 14 november 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 24 augustus 2017.

Letland raamde de totale directe schade van de ramp op 380,524 miljoen EUR. Dit bedrag lag boven de in 2017 voor Letland geldende drempel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds bij een grote ramp van 145,740 miljoen EUR (d.w.z. 0,6 % van het bruto nationaal inkomen van Letland). Aangezien de geraamde totale directe schade die drempel oversteeg, kwalificeerde de ramp als een “grote natuurramp” zoals bepaald in de verordening. De aanvraag van Letland kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 17 730 519 EUR. Letland heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.

LITOUWEN – Overstroming in 2017

Aan het eind van de zomer en in het najaar van 2017 werd Litouwen getroffen door aanhoudende regenval waardoor de bodem volledig verzadigd raakte en het overtollige water niet kon absorberen. Deze situatie leidde tot overstromingen die vooral schade veroorzaakten aan de netwerkinfrastructuur en in de landbouwsector.

De Litouwse autoriteiten hebben een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 22 december 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 4 oktober.

Litouwen raamde de totale directe schade van de ramp op 407,366 miljoen EUR. Dit bedrag lag boven de in 2017 voor Litouwen geldende drempel voor de beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds bij een grote ramp van 214,944 miljoen EUR (d.w.z. 0,6 % van het bruto nationaal inkomen van Litouwen). Aangezien de geraamde totale directe schade die drempel oversteeg, kwalificeerde de ramp als een “grote natuurramp”, zodat Litouwen in aanmerking kwam voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 16 918 941 EUR. Litouwen heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.

POLEN – Storm in 2017

Tussen 9 en 12 augustus 2017 werden delen van Polen getroffen door uitzonderlijk hevige stormen en zware neerslag, die omvangrijke schade hebben veroorzaakt aan particuliere en publieke bossen, publieke infrastructuur en andere activa.

Polen heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 25 oktober 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade.

De Poolse autoriteiten hebben de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 491,170 miljoen EUR geraamd. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale ramp” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De schade die door de storm werd veroorzaakt, bedroeg 2,04 % van het gewogen regionale bbp-gemiddelde 2 van de drie betrokken regio’s, de woiwodschappen Koejavië-Pommeren, Pommeren en Groot-Polen, en oversteeg dus de drempel van 1,5 % uit de verordening. De aanvraag van Polen kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 12 279 244 EUR. Polen heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.

PORTUGAL – Bosbranden in 2017

Tussen juni en oktober 2017 werd Portugal geteisterd door meerdere golven van grote bosbranden als gevolg van hoge temperaturen, harde wind en een zeer lage luchtvochtigheid. De vernietigende branden troffen vooral de centrale en noordelijke regio’s van Portugal en leidden tot de verwoesting van essentiële publieke infrastructuur, openbare gebouwen, particuliere woningen, bedrijven en landbouw- en bosgronden.

De eerste golf van branden in de regio Centro begon op 17 juni 2017. Portugal diende zeer snel, op 17 juli 2017, ruim binnen de termijn van twaalf weken, een eerste aanvraag in voor steun uit het Solidariteitsfonds. Tussen juli en oktober deden zich echter opnieuw ernstige branden voor. Om deze gebeurtenissen in aanmerking te nemen diende Portugal op 13 oktober 2017 en wederom op 14 december 2017 aanpassingen van zijn aanvankelijke aanvraag in, met inbegrip van een herziene schatting van de totale schade als gevolg van de branden tussen juni en oktober 2017.

In hun definitieve aanvraag raamden de Portugese autoriteiten de totale directe schade als gevolg van de branden tussen juni en oktober op 1 457,966 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend als “grote natuurramp” overeenkomstig artikel 2, lid 2, van de verordening. Het schadebedrag vormde 0,832 % van het bni van Portugal en oversteeg dus de drempel voor grote rampen voor de beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds van 1 051,566 miljoen EUR in 2017 (d.w.z. 0,6 % van het bni van Portugal). Daarom kwalificeerde de ramp als een “grote natuurramp”.

Op 29 november 2017 betaalde de Commissie Portugal een voorschot ten belope van 1 494 331 EUR uit op basis van de in een eerdere aanvraag gemelde schade. De definitieve financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 50 673 132 EUR.

SPANJE

Bosbranden in Galicië in 2017

In de periode tussen 10 en 17 oktober 2017 braken in het noordwesten van Spanje, in de regio Galicië, grote natuurbranden uit. De branden werden veroorzaakt door dezelfde weersomstandigheden als in Portugal: hoge temperaturen, wind en een extreem lage luchtvochtigheid. De branden leidden tot grootschalige verwoesting van essentiële publieke infrastructuur, particuliere woningen, bedrijven en bossen.

Spanje heeft een aanvraag voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 22 december 2017, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade op 10 oktober 2017.

De Spaanse autoriteiten hebben de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 129,147 miljoen EUR geraamd. Dit bedrag lag ruimschoots onder de voor Spanje in 2017 geldende drempel voor een grote ramp van 3 378,5 miljoen EUR (d.w.z. 3 miljard EUR in prijzen van 2011). Het lag ook onder de drempel voor een regionale ramp, te weten 1,5 % van het regionale bbp, dat voor Galicië 808 miljoen EUR bedraagt. Daarom kwalificeerde de ramp noch als “grote natuurramp” noch als “regionale natuurramp” in de zin van de verordening. Spanje had echter te maken met dezelfde weersomstandigheden die de grote ramp in Portugal veroorzaakten. Daarom dienden de Spaanse autoriteiten hun aanvraag in op basis van de zogenaamde “buurland-regel” overeenkomstig artikel 2, lid 4, van de verordening, die bepaalt dat een subsidiabele staat die wordt getroffen door dezelfde ramp die als grote ramp in een aangrenzende staat kwalificeert, zelf ook in aanmerking komt voor steun uit het Solidariteitsfonds. De aanvraag van Spanje kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 3 228 675 EUR.

Bosbranden in Doñana in 2017

Sinds begin 2017 werden grote delen van Zuid-Spanje getroffen door ernstige droogte.

Als gevolg hiervan ontstond op 24 juni 2017 brand in het nationaal park Doñana die tot 8 juli 2017 voortduurde. Bij de brand werd meer dan 10 000 hectare ecologisch gevoelig en waardevol bos vernietigd, waaronder ook het hart van het nationaal park Doñana dat een grote verscheidenheid aan ecosystemen kent met een groot aantal diersoorten waaronder talrijke trekvogels en bedreigde soorten. Het gebied staat op de lijst van Unesco-Werelderfgoed. Dientengevolge bracht de ramp ook de belangrijkste pijlers van de lokale economie in gevaar, die zijn gebaseerd op landbouw, bosbouw en toerisme.

Op 15 september 2017 diende Spanje, binnen de termijn van twaalf weken na de datum waarop de eerste schade was ontstaan door de branden, een aanvraag voor steun uit het Solidariteitsfonds in.

In zijn aanvraag raamde Spanje de totale directe schade als gevolg van de ramp op 117,897 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale ramp” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De Spaanse aanvraag had betrekking op één regio van NUTS 2-niveau, namelijk Andalusië. De gemelde directe schade bedroeg echter minder dan 0,1 % van het bbp van de regio (139 099 miljoen EUR) en lag dus ruimschoots onder de in artikel 2, lid 3, van de verordening vastgestelde drempel van 1,5 %.

De door Spanje ingediende aanvraag voldeed dan ook niet aan de belangrijkste voorwaarde voor beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds en kwam dus niet in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds.

Overstroming in Murcia in 2017

In december 2016 werden delen van Zuid-Spanje geteisterd door zware neerslag die tot overstromingen leidde. De ramp veroorzaakte schade aan het publiek netwerk van infrastructuur en activa, particuliere woningen, bedrijven, landbouwgronden, bossen en het milieu.

Op 3 maart 2017 diende Spanje, binnen de termijn van twaalf weken na de datum waarop de eerste schade was ontstaan door de ramp, bij de Commissie een aanvraag in voor steun uit het Solidariteitsfonds die zich echter beperkte tot de regio Murcia.

In zijn aanvraag raamde Spanje de totale directe schade als gevolg van de ramp op 214,569 miljoen EUR. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale ramp” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De gemelde directe schade bedroeg minder dan 0,8 % van het bbp van de regio (26 808 miljoen EUR) en lag dus ruimschoots onder de in artikel 2, lid 3, van de verordening vastgestelde drempel van 1,5 %.

De door Spanje ingediende aanvraag voldeed dan ook niet aan de belangrijkste voorwaarde voor beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds en kwam dus niet in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds.

Øin 2018

In de loop van 2018 ontving de Commissie vier nieuwe aanvragen, waarvan drie voor regionale rampen en één voor een grote ramp. De Commissie kende in de loop van 2018 voor twee van deze aanvragen financiële bijdragen uit het Solidariteitsfonds toe door middel van uitvoeringsbesluiten en wees er één af. De beoordeling van de vierde aanvraag, die eind december werd ontvangen, werd voltooid in 2019.

BULGARIJE

Eind oktober 2017 kreeg het zuidoosten van Bulgarije te maken met ongewoon zware neerslag en hevige stormen die bruggen, afwateringskanalen, keermuren en basisinfrastructuur beschadigden.

Op 11 januari 2018 diende Bulgarije, binnen de termijn van twaalf weken na de datum waarop de eerste schade was ontstaan, 25 oktober 2017, een aanvraag voor steun uit het Solidariteitsfonds in. De Bulgaarse autoriteiten hebben de totale directe schade veroorzaakt door de ramp op 90,329 miljoen EUR geraamd. De aanvraag werd ingediend op basis van de criteria voor een “regionale ramp” zoals vastgelegd in artikel 2, lid 3, van de verordening. De schade die door de overstromingen in Burgas is veroorzaakt, bedroeg 1,6 % van het bbp van de betrokken regio van NUTS 2 niveau Yugoiztochen en oversteeg dus de drempel van 1,5 % uit de verordening.

De aanvraag van Bulgarije kwam bijgevolg in aanmerking voor een bijdrage uit het Solidariteitsfonds ten belope van 2 258 225 EUR. Hoewel Bulgarije om de betaling van een voorschot had verzocht, kon er geen voorschot worden uitbetaald omdat het aanvankelijk onzeker was of de aanvraag in aanmerking zou komen voor steun.

CΥΡRUS

Sinds september 2016 had Cyprus te maken met zeer weinig neerslag en extreem hoge temperaturen, wat leidde tot droogte en mislukte oogsten, waterschaarste in de landbouw en voor de bevolking, en problemen in de watervoorziening. Daarom besloten de Cypriotische autoriteiten in augustus 2018 een aanvraag voor financiële steun uit het Solidariteitsfonds in te dienen.

In zijn aanvraag meldde Cyprus dat de totale directe schade als gevolg van de droogte 117,601 miljoen EUR bedroeg, waarvan 26,892 miljoen EUR schade door verliezen in de landbouw betrof. De overige 90,709 miljoen EUR van de gemelde schade betrof de watervoorziening.

Het gemelde schadebedrag lag boven de in 2018 voor Cyprus geldende drempel voor de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds bij een grote ramp (107,031 miljoen EUR (d.w.z. 0,6 % van het bni)). Het deel van de “schade” dat bestond uit geschatte toekomstige kosten, te weten ca. 46 miljoen EUR aan kosten voor de productie van ontzilt water die na de datum van indiening van de aanvraag tot eind 2019 zouden ontstaan, konden in overeenstemming met de verordening niet worden aanvaard als onderdeel van de totale directe schade. Het bedrag van de aanvaarde totale directe schade bleef daardoor ruimschoots onder de drempel voor de beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds.

Cyprus verzocht in zijn aanvraag ook om de betaling van een voorschot. Aangezien de eerste beoordeling er echter op wees dat de subsidiabele totale directe schade de betreffende drempel niet bereikte, kon het voorschot niet worden uitbetaald.

De Commissie concludeerde dat de droogte in Cyprus niet voldeed aan de in de verordening vastgestelde voorwaarden voor de beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds en daarom niet in aanmerking kwam voor een financiële bijdrage uit het Fonds. De aanvraag werd daarom afgewezen.

ROEMENIË

Van medio juni tot begin augustus 2018 werd het noordoosten van Roemenië getroffen voor aanhoudende zware regenbuien gevolgd door omvangrijke overstromingen die zware schade aan de infrastructuur en huishoudens toebrachten en verliezen in de landbouw veroorzaakten.

Roemenië vroeg op 7 september 2018, binnen de termijn van twaalf weken na het eerste schadevoorval, een bijdrage uit het Solidariteitsfonds aan.

De in zijn eerste aanvraag gemelde schade lag ruim onder de vereiste drempel van 1,5 % van het regionale bbp (d.w.z. 237,96 miljoen EUR voor de noordoostelijke regio). Op 9 oktober 2018 dienden de Roemeense autoriteiten, zoals eerder door hen bij de Commissie aangekondigd, een herziene aanvraag in waarin ditmaal een totale directe schade van 327,692 miljoen EUR werd gemeld. Dit bedrag vormde 2,07 % van het regionale bbp en lag dus boven de drempel. De door de Commissie uitgevoerde analyse van de herziene aanvraag van Roemenië wees echter op een aantal inconsistenties. Daarom verzocht de Commissie de Roemeense autoriteiten om opheldering, die op 14 december 2018 werd gegeven.

Aangezien er eind 2018 nog geen besluit was genomen over deze aanvraag, zal dit dossier in het jaarverslag 2019 van het Solidariteitsfonds worden opgenomen. Roemenië heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.

ITALIË

In oktober en begin november 2018 werd een merendeel van de Italiaanse regio’s, van de alpengebieden in het noorden tot Sicilië, getroffen door herhaalde perioden van zware regen en sterke wind met als gevolg overstromingen en landverschuivingen, waardoor dit het meest verwoestende najaarsseizoen in de recente geschiedenis was met een groot aantal dodelijke slachtoffers en omvangrijke materiële schade.

Italië heeft een aanvraag voor een financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds ingediend op 20 december 2018, binnen de termijn van twaalf weken na de vaststelling van de eerste schade.

Aangezien er eind 2018 nog geen besluit was genomen over deze aanvraag, zal dit dossier in het jaarverslag 2019 van het Solidariteitsfonds worden opgenomen. Italië heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht.


3.Financiering

Gedurende de verslagperiode hebben het Europees Parlement en de Raad als begrotingsautoriteit hun goedkeuring gegeven aan tien financiële bijdragen uit het Solidariteitsfonds zoals voorgesteld door de Commissie. De Commissie presenteerde haar voorstellen voor beschikbaarstelling van steun uit het Solidariteitsfonds in vier groepen:

·Ontwerp van gewijzigde begroting 4/2017 omvatte uitsluitend de steun uit het Solidariteitsfonds aan Italië voor de aardbevingen in 2016/2017. Het werd aangenomen op 13 september 2017 en stelde een bedrag van 1 196 797 579 EUR ter beschikking. Aangezien er in 2016 al een voorschot van 30 miljoen EUR was uitgekeerd, werd het saldo van 1 166 797 579 EUR uitbetaald op 6 november 2017 na de vaststelling van het uitvoeringsbesluit van de Commissie waarmee de steun aan Italië werd toegekend.

·Ontwerp van gewijzigde begroting 1/2018 werd aangenomen op 30 mei 2018 en omvatte de steun aan Frankrijk, Portugal, Spanje en Griekenland (Lesbos) met een totaalbedrag van 104 166 951 EUR.

·Ontwerp van gewijzigde begroting 4/2018 werd aangenomen op 31 mei 2018 en omvatte de steun aan Griekenland (Kos), Polen, Litouwen en Bulgarije met een totaalbedrag van 33 992 206 EUR.

·De voorgestelde steun aan Letland werd niet vergezeld van een ontwerp van gewijzigde begroting, aangezien de vereiste kredieten werden gedekt door het bedrag dat eerder ter beschikking was gesteld vanuit de begroting van 2018 voor voorschotten. De begrotingsautoriteit keurde de beschikbaarstelling van 17 730 519 EUR op 14 november 2018 goed.

De vaststelling van de door de Commissie voorgestelde afzonderlijke steunbedragen gebeurde op basis van de in 2002 vastgestelde methode die sindsdien in alle gevallen is toegepast. Deze is gebaseerd op de totale directe schade als gevolg van de ramp in verhouding tot de relatieve rijkdom van de getroffen staat zoals weerspiegeld door de drempel voor een grote ramp (zie bijlage I).

Hierbij wordt voor grote rampen een progressief systeem in twee stappen toegepast, waarbij het land een lager steunbedrag van 2,5 % van de totale directe schade ontvangt voor het deel van de schade onder de drempel en een hoger steunbedrag van 6 % voor het deel van de schade boven de drempel. Deze twee bedragen worden bij elkaar opgeteld. Voor regionale rampen en rampen in een “buurland” wordt een steunbedrag van 2,5 % van de totale directe schade toegekend.

Nadat het Parlement en de Raad de beschikbaarstelling hadden goedgekeurd en de vereiste begrotingskredieten in de EU-begroting hadden opgenomen, kende de Commissie door middel van uitvoeringsbesluiten de steun aan de afzonderlijke landen toe, gevolgd door de betaling van het volledige bedrag. In de gevallen waarin een voorschot was uitbetaald, werd alleen het saldo van de volledige bijdrage uitgekeerd.

De bijlagen bij de uitvoeringsbesluiten bevatten een lijst van de autoriteiten die door de begunstigde staten waren aangewezen voor de aanwending van de bijdrage uit het Solidariteitsfonds, de naam van de onafhankelijke autoriteit die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van audits en controles, en een algemene beschrijving van het beoogde gebruik van het geld.


Steun uit het Solidariteitsfonds goedgekeurd in 2017/2018

Begunstigde staatRampCategorieVoorschotSteunbedrag

(in EUR)
ItaliëAardbevingen Apennijnen 2016/2017GrootJa (2016)1 196 797 579
FrankrijkOrkanen Irma en Maria in Sint-Maarten en GuadeloupeRegionaalJa48 906 025
GriekenlandAardbeving Lesbos 2017RegionaalJa1 359 119
GriekenlandAardbeving Kos 2017RegionaalNee2 535 796
LetlandOverstroming 2017GrootNee*17 730 519
LitouwenOverstroming 2017GrootNee*16 918 941
PolenStorm 2017RegionaalNee*12 279 244
PortugalBosbranden 2017GrootJa50 673 132
SpanjeBranden Galicië 2017BuurlandNee3 228 675
BulgarijeOverstroming Burgas 2017RegionaalNee2 258 225
TOTAAL1 352 687 255
* geen verzoek gedaan


4.Afsluitingen

De Commissie heeft vijf dossiers van het Solidariteitsfonds afgesloten in 2017 en twee in 2018. In artikel 8, lid 3, van de verordening is bepaald dat de begunstigde staten uiterlijk 18 maanden na de datum van uitbetaling van de financiële bijdrage een verslag over de uitvoering van de financiële bijdrage (“uitvoeringsverslag”) moeten indienen, samen met een verklaring waarin de uitgaven worden verantwoord (“validiteitsverklaring”).

ØAfsluitingen in 2017

Roemenië, overstromingen in 2018: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 11 785 377 EUR. Roemenië heeft het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring ingediend in april 2012. Volgens de informatie in het uitvoeringsverslag van de Roemeense autoriteiten bedroeg de totale bijdrage die uit het Solidariteitsfonds aan hen ter beschikking was gesteld, 13 537 590,96 EUR (waaronder 1 752 213,96 EUR winst uit rente en wisselkoersverschillen) en was deze volledig gebruikt voor activiteiten in verband met het Solidariteitsfonds.

Roemenië, overstroming in 2010: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 24 967 741 EUR. Het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring werden ingediend in februari 2013. Roemenië meldde een niet-besteed bedrag van 916 334,47 EUR en niet-subsidiabele uitgaven ten belope van 1 229 401,86 EUR. Het terug te vorderen bedrag werd door de Commissie ontvangen op 27 juli 2017.

Roemenië, droogte en branden in 2012: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 2 475 689 EUR. In maart 2015 verzochten de Roemeense autoriteiten formeel om verlenging van de uitvoeringsperiode, die werd toegekend. Een jaar nadien diende Roemenië het uitvoeringsverslag in (definitief verslag plus validiteitsverklaring). De Roemeense autoriteiten verklaarden dat het totale bedrag niet volledig kon worden gebruikt zoals aanvankelijk voorzien en dat 2 247 413,72 EUR niet was besteed. Het bedrag werd teruggevorderd en door de Commissie ontvangen op 27 juli 2017.

Slovenië, overstroming in 2012: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 14 081 355 EUR. Het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring werden ingediend in juli 2015 (na een toegekende verlenging van twee maanden). Volgens de door Slovenië verstrekte informatie bedroegen de subsidiabele uitgaven 15 416 839 EUR, dus een hoger bedrag dan de bijdrage uit het Solidariteitsfonds van 14 081 355 EUR. De validiteitsverklaring werd aanvaard en het dossier gesloten.

Duitsland, overstroming in 2013: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 360 453 575 EUR. Het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring werden ingediend in maart 2016. Duitsland meldde dat de subsidiabele uitgaven 391 415 389,57 EUR bedroegen, een bedrag dat hoger was dan de bijdrage uit het Solidariteitsfonds van 360 453 575 EUR. Na opheldering van enkele zaken in verband met de validiteitsverklaring werd het dossier gesloten.

ØAfsluitingen in 2018

Frankrijk, storm Xynthia in 2010: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 35 635 750 EUR. Het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring werden ingediend in oktober 2012. Volgens de door Frankrijk verstrekte informatie bedroegen de subsidiabele uitgaven 35 619 808,48 EUR, dus een lager bedrag dan de bijdrage uit het Solidariteitsfonds. Het terug te vorderen bedrag werd door de Commissie ontvangen op 15 november 2018 en het dossier werd gesloten.

Polen, overstroming in 2010: de financiële bijdrage uit het Solidariteitsfonds bedroeg 105 567 155 EUR. Het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring werden ingediend in januari 2013. Volgens de door Polen verstrekte informatie bedroegen de subsidiabele uitgaven 110 599 250,11 EUR, dus een hoger bedrag dan de bijdrage uit het Solidariteitsfonds. Het verschil van 5 032 095,11 EUR tussen de gedane uitgaven en het ontvangen bedrag is ontstaan door wisselkoerswinsten. Een klein bedrag van 253,31 EUR werd echter niet uitgegeven en moest worden teruggevorderd. Na ontvangst van de betaling op 27 april 2018 werd het dossier gesloten.

5.Conclusies

In de jaren 2017 en 2018 bleek eens te meer hoe onvoorspelbaar het aantal natuurrampen en de aard en ernst ervan zijn. Terwijl twee derde van de aanvragen voor steun uit het Solidariteitsfonds overstromingen betreft, was de verslagperiode getekend door ernstige stormen, bosbranden en aardbevingen.

Er was één ramp, de aardbevingsramp in de centrale Apennijnen, die bijzonder in het oog sprong, doordat de omvang van zowel de schade als de verstrekte steun vele malen groter was dan bij eerdere dossiers van het Solidariteitsfonds. Terwijl in de meeste jaren de maximale begrotingstoewijzing van het Fonds niet volledig wordt gebruikt, was voor dit dossier een bedrag ter grootte van meer dan twee volledige jaarlijkse toewijzingen nodig. Dit werd met succes bijeengebracht dankzij de flexibiliteit die in het meerjarig financieel kader is voorzien door de mogelijkheid om niet-bestede bedragen naar het volgende jaar over te hevelen en de in de verordening voorziene mogelijkheid – die voor het eerst werd gebruikt – om een deel van de toewijzing van het volgende jaar vervroegd aan te wenden. Zo bleek dat deze twee factoren cruciaal zijn voor een succesvol beheer van het Solidariteitsfonds.

Interessant was dat niet alle lidstaten om een voorschot verzochten. Hoewel de Commissie niet in alle gevallen de achterliggende reden kent, houdt dit mogelijk verband met het feit dat de te verwachten bedragen laag zijn. In veel gevallen bedragen de bijdragen uit het Solidariteitsfonds minder dan 10 miljoen EUR, waardoor een voorschot van 10 % slechts enkele honderdduizenden euro’s zou bedragen. In sommige andere gevallen bleek de aanvraag na een voorlopige beoordeling niet plausibel genoeg om de gevraagde voorschotbetaling goed te keuren.

Tot slot moet worden opgemerkt dat, hoewel bij de herziening in 2014 droogten uitdrukkelijk in het toepassingsgebied van de verordening zijn opgenomen, deze nog altijd moeilijk te beoordelen zijn. Enerzijds blijkt het minder eenvoudig dan verwacht om duidelijk de datum van de eerste overheidsmaatregel tegen de gevolgen van de droogte vast te stellen, hetgeen echter essentieel is om de uiterste termijn voor indiening van de aanvraag te bepalen. Anderzijds kan de door droogte veroorzaakte schade, met name in de landbouw, vaak pas vele maanden na de indieningstermijn volledig worden bepaald, wat het voor aanvragers lastig maakt om op tijd de vereiste informatie te leveren.

(1) Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3) zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).
(2) Het gewogen regionale bbp-gemiddelde bedraagt 24,089 miljoen EUR op basis van gegevens van 2014.