Bijlagen bij COM(2020)299 - Energie voor een klimaatneutrale economie: een EU-strategie voor een geïntegreerd energiesysteem

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage IV van de richtlijn betreffende energie-efficiëntie.

(16)

     COM(2020) 98 final.

(17)

   C(2018) 7118 final.

(18)

     Afvalwaterbehandelingsinstallaties vertegenwoordigen bijna 1 % van het elektriciteitsverbruik in Europa. Dit verbruik kan worden teruggedrongen met efficiëntere technologieën, en de energie uit die installaties kan beter worden teruggewonnen.

(19)

   Er is nog veel potentieel om meer biogas te produceren uit afval en residuen. Als dit potentieel volledig wordt benut, kunnen biogas en biomethaan in 2030 instaan voor 2,7 % tot 3,7 % van het energieverbruik in de EU. Zie CE Delft, Eclareon, Wageningen Research, Optimal use of biogas from waste streams. An assessment of the potential of biogas from digestion in the EU beyond 2020, 2017.

(20)

     Verordening inzake de trans-Europese energienetwerken, Verordening (EU) nr. 347/2013.

(21)

   LTS, figuur 20, De 1.5LIFE- en 1.5TECH-scenario’s voor 2050.

(22)

   LTS, figuur 23, de 1.5LIFE- en 1.5TECH-scenario’s voor 2050.

(23)

   LTS, figuur 24, met inbegrip van het VK.

(24)

   20 GW, met inbegrip van het VK.

(25)

    https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12369-Union-renewable-Financing-mechanism

(26)

   Richtlijn (EU) 2019/1161 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen.

(27)

   LTS, figuur 42.

(28)

   Met inbegrip van mobiele machines.

(29)

LTS

(30)

   Zie bijvoorbeeld BNEF, Electric Vehicle Outlook, 2020.

(31)

   Meer dan 50 % van het spoornet en ongeveer 80 % van het spoorvervoer is al geëlektrificeerd.

(32)

   Verordening (EU) 2019/943.

(33)

   Zie Trinomics, Energy storage – Contribution to the security of the electricity supply in Europe, 2020.

(34)

   Krachtens Verordening (EU) 2019/943.

(35)

   Biobrandstoffen zijn vloeibare brandstoffen, zoals biodiesel, bio-ethanol en waterstofbehandelde plantaardige olie, die worden geproduceerd uit biomassa door een verscheidenheid aan processen en op basis van diverse grondstoffen.

(36)

   Biogas is een gasvormig mengsel (voornamelijk methaan en koolstofdioxide) dat wordt geproduceerd uit biomassa door de ontbinding van organisch materiaal zonder zuurstof (anaeroob). Biogas kan rechtstreeks als brandstof worden gebruikt, of worden gezuiverd of “veredeld” tot biomethaan. Het kan worden gebruikt voor dezelfde toepassingen als aardgas en in het gasnet worden geïnjecteerd.

(37)

   Bron: Eurostat.

(38)

   In Richtlijn (EU) 2018/2001 zijn limieten vastgesteld voor biobrandstoffen van de eerste generatie en voor voedings‑ en voedergewassen met een hoog risico van indirecte veranderingen in landgebruik; tegelijk worden de duurzaamheidscriteria verstrengd en uitgebreid.

(39)

   Het gebruik van “geavanceerde” biobrandstoffen en biogas (verkregen uit bepaalde residuen en bijproducten van land‑ en bosbouw, industrieel en stedelijk afval, met volledige inachtneming van de afvalhiërarchie, en ander lignocellulosisch materiaal) wordt aangemoedigd in het kader van Richtlijn (EU) 2018/2001. Om in de zin van die richtlijn statistisch als hernieuwbaar te kunnen worden beschouwd, moeten biobrandstoffen en biogas voldoen aan duurzaamheidseisen.

(40)

   COM(2017) 034 final.

(41)

   Berekend op basis van productiegegevens van de Gemeenschappelijke Onderneming brandstofcellen en waterstof, inclusief het gebruik van waterstof als grondstof; FCHJI, Hydrogen Roadmap, 2019.

(42)

   Zie ook “A Hydrogen Strategy”, COM(2020) 301 final.

(43)

   COM(2020) 98 final.

(44)

   Directoraat-generaal Energie, Rapport over de prijzen en kosten van energie, 2019.

(45)

     Directoraat-generaal Energie, Rapport over de prijzen en kosten van energie, 2019.

(46)

   In overeenstemming met de Europese pijler van sociale rechten (beginsel 20), waarbij de toegang tot essentiële diensten, waaronder energie, wordt gewaarborgd.

(47)

   Kwesties in verband met de totstandbrenging van open en concurrerende markten voor waterstof worden in de specifieke waterstofstrategie behandeld.

(48)

   LTS, figuur 33: volgens de scenario’s 1.5TECH en LTS 1.5LIFE zal het aandeel van gasvormige brandstoffen in de energiemix in de EU tegen 2050 18 tot 22 % bedragen, tegenover 25 % op dit moment.

(49)

   LTS, figuren 28 tot en met 32.

(50)

   Naast die bepalingen zijn ook het kader voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie en de mededeling over criteria voor de analyse van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang, relevant.

(51)

   Eerste effectbeoordeling voor de herziening van de energiebelastingrichtlijn: https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12227

(52)

   Ook in overeenstemming met het streefcijfer voor elektriciteitsinterconnectie in de EU, dat is opgenomen in Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie.

(53)

   Een mengsel van 5 tot 20 % van het volume wordt door de meeste systemen getolereerd zonder belangrijke verbeteringen in de infrastructuur of retrofitting of vervanging van de eindtoepassing. Zie bv. BNEF, “Hydrogen Economy Outlook”, 2020.

(54)

    https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/communication-european-strategy-data-19feb2020_en.pdf

(55)

   Krachtens Verordening (EU) 2019/943.

(56)

   Krachtens artikel 24 van Richtlijn (EU) 2019/944.