Bijlagen bij COM(2020)327 - Garantiefonds en het beheer hiervan in 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)327 - Garantiefonds en het beheer hiervan in 2019.
document COM(2020)327 NLEN
datum 17 juli 2020
bijlage bij het werkdocument van de diensten van de Commissie: Jaarrekening van het Garantiefonds, zoals verstrekt door de EIB).

De totale balanswaarde van het Fonds is in 2019 met ongeveer 218,86 miljoen EUR gestegen. Dit is vooral te verklaren door:

Stijgingen:

·De bijdrage uit de EU-begroting (voorzieningsbedrag) van 240,15 miljoen EUR om het Fonds met het streefbedrag van 9 % van de totale uitstaande verplichtingen in overeenstemming te brengen.

·Het economisch resultaat met betrekking tot financiële operaties ter grootte van 25,13 miljoen EUR.

·De stijging van de waardering van de portefeuille met 8,6 miljoen EUR wegens de aanpassing van de waarde ervan voor waardering tegen marktwaarde.

Dalingen:

·Interventies van het Fonds ter dekking van wanbetalingen voor in totaal 54,9 miljoen EUR.

2.2.Significante transacties van het Fonds in 2019

2.2.1Beroep op het Garantiefonds 2019

Syrië

In 2019 werd de EIB nog steeds geconfronteerd met betalingsachterstanden op Syrische overheidsleningen. Als gevolg daarvan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB tot 31 december 2019 nog 14 keer een beroep gedaan op het EU-Garantiefonds voor een totaalbedrag van 54,91 miljoen EUR (zie punt 5).

2.2.2Voorziening van het Garantiefonds 2019

In februari 2019 is een met het voorzieningsbedrag voor 2018 overeenstemmend bedrag van 103,2 miljoen EUR uit de begroting in het Fonds gestort.

Ook de berekening van de bijdrage uit de EU-begroting aan het Fonds voor 2020 heeft in februari 2019 plaatsgevonden en heeft ertoe geleid dat in februari 2020 240,15 miljoen EUR moest worden overgemaakt. De bijdrage is berekend overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van de verordening.

In artikel 3 van de verordening is bepaald dat de middelen van het Fonds een streefbedrag moeten bereiken dat is vastgesteld op 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen die voortvloeien uit elke operatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde interesten.

Krachtens artikel 5 van de verordening is het uit de begroting aan het Fonds over te maken bedrag in het jaar n + 1 gelijk aan het aan het begin van het jaar n berekende verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds aan het einde van het jaar n - 1.

Om het Fonds met het percentage van 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom in overeenstemming te brengen, is in de begroting voor 2020 een bedrag van 240,15 miljoen EUR, berekend op basis van de op 31 december 2018 uitstaande gegarandeerde operaties, opgenomen om in het Fonds te storten. Het bedrag is goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement en opgenomen als een actief (vordering) van het Fonds in de balans van 31 december 2019.

2.3.Significante verrichtingen na de verslagdatum (per eind maart 2020)

In februari 2020 is het bovengenoemde voorzieningsbedrag van 240,15 miljoen EUR uit de EU-begroting naar het Fonds overgeboekt.

In januari en maart 2020 werd een totaalbedrag van 10,6 miljoen EUR uitbetaald in het kader van twee gehonoreerde garanties voor wanbetalingen van Syrië (3,2 miljoen EUR en 7,4 miljoen EUR, met inbegrip van door de EIB opgelegde boetes).

3. Enkelvoudige jaarrekening van het Fonds

De enkelvoudige jaarrekening van het Fonds wordt opgesteld om boekhoudoperaties op te nemen die niet in de door de EIB opgestelde jaarrekening van het Fonds zijn vervat (zie SWD). Zij maakt deel uit van de geconsolideerde jaarrekening van de EU.

3.1.Enkelvoudige financiële positie op 31 december 2019

Balans – Activa

31 december 201931 december 2018
VASTE ACTIVA2 312 151 7342 275 342 664
Financiële activa2 312 151 7342 275 342 664
VLOTTENDE ACTIVA277 139 064231 316 149
Financiële activa233 048 865189 758 096
Vorderingen1 290 863-
Geldmiddelen en kasequivalenten42 799 33641 558 053
TOTAAL ACTIVA2 589 290 7982 506 658 813


Balans – Passiva

31 december 201931 december 2018
MIDDELEN VAN DE CONTRIBUANT2 407 419 3082 295 687 144
Bijdrage van de Europese Commissie1 950 195 2971 846 972 362
Reëlewaardereserve20 859 02312 227 192
Ingehouden winst436 364 988436 487 590
LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN111 685 549159 153 609
Financiële voorzieningen111 685 549159 153 609
KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN70 185 94151 818 060
Financiële voorzieningen49 709 54750 777 871
Financiële garantieverplichtingen19 590 000
Schulden886 3941 040 189
TOTAAL MIDDELEN + VERPLICHTINGEN VAN DE CONTRIBUANT2 589 290 7982 506 658 813

Het verschil van 239,4 miljoen EUR tussen de totale enkelvoudige balanswaarde van het fonds (2 589 290 798 EUR) en de waarde van het Fonds in de door de EIB opgestelde jaarrekening (2 828 738 292,88 EUR) kan voornamelijk worden verklaard door de volgende elementen:

·De enkelvoudige balans (activa) omvat:

§alle bedragen waarvoor subrogatie door de EU heeft plaatsgevonden als gevolg van ten behoeve van de EIB gehonoreerde garanties met betrekking tot noodlijdende leningen (betalingsachterstanden vermeerderd met de voor te late betalingen opgelopen rente). Gezien de politieke situatie in Syrië en op basis van een beslissing van de rekenplichtige van de Europese Commissie is in de jaarrekening voor 2019 voor deze bedragen een volledige bijzondere waardevermindering opgenomen.

§een vordering van 0,7 miljoen EUR van de EIB voor een gedeeltelijke terugbetaling van de lening aan Enfidha Airport (Tunesië), die in december 2019 door de EIB is geïnd en in januari 2020 op de rekening van het Garantiefonds is gecrediteerd.

·De enkelvoudige balans omvat niet de bijdrage van 240,2 miljoen EUR uit de EU-begroting aan het Fonds van 2020, aangezien deze vordering wordt gecompenseerd door de corresponderende schuld in de geconsolideerde rekeningen van de EU.

·De betalingen van gehonoreerde garanties uit het Garantiefonds aan de EIB (en eventueel opeenvolgende invorderingen van de gehonoreerde garanties en achterstandsrente) worden opgenomen als verlagingen (verhogingen) van de netto-activa (EU-bijdrage) in de door de EIB opgestelde jaarrekening. In de enkelvoudige jaarrekening worden de voor ten behoeve van de EIB gehonoreerde garanties betaalde bedragen niet ten laste van de netto-activa gebracht omdat het gesubrogeerde bedragen worden. Gerelateerde bedragen worden administratief verwerkt als opbrengsten (lopende achterstandsrente en boetes, winsten op vreemde valuta) of als lasten (voorzieningen, bijzondere waardeverminderingen, financiële garantieverplichtingen, verliezen op vreemde valuta). Dit leidt tot een blijvend verschil tussen de netto-activaposten (EU-bijdrage en ingehouden winst) opgenomen in de door de EIB opgestelde jaarrekening en de door de Europese Commissie opgestelde enkelvoudige jaarrekening.


3.2.Enkelvoudig overzicht van de financiële prestaties

Net als voor de balans het geval is, wordt het enkelvoudig overzicht van de financiële prestaties opgesteld met het oog op de opname ervan in de geconsolideerde jaarrekening van de EU.

20192018
Opbrengsten uit hoofde van operationele activiteiten266 2522 928 446
Lasten uit hoofde van operationele activiteiten(3 494 876)(4 876 241)
RESULTAAT UIT HOOFDE VAN OPERATIONELE ACTIVITEITEN(3 228 615)(1 947 795)
Financiële opbrengsten42 681 96630 241 834
Financiële kosten(39 575 953)(20 906 275)
FINANCIEEL RESULTAAT3 106 0139 335 559
ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET JAAR(122 602)7 387 764


·De opbrengsten uit hoofde van operationele activiteiten omvatten winsten op vreemde valuta van 0,3 miljoen EUR.

·De lasten uit hoofde van operationele activiteiten omvatten voornamelijk aan de EIB betaalde vergoedingen voor activabeheer (0,8 miljoen EUR), aan de EIB betaalde vergoedingen voor externe invorderingen (0,2 miljoen EUR) en een toevoeging aan de financiële voorzieningen met betrekking tot uitstaande toekomstige Syrische termijnen (2,2 miljoen EUR).

·De financiële baten omvatten voornamelijk de rentebaten uit hoofde van de beleggingsportefeuille (7,7 miljoen EUR), gerealiseerde winsten op de verkoop van financiële activa (16,8 miljoen EUR), risicogerelateerde beloning van verrichtingen in de particuliere sector onder het EIB-mandaat (2,2 miljoen EUR) en opgelopen rente voor te late betalingen met betrekking tot gesubrogeerde bedragen (15,9 miljoen EUR).

·De financiële kosten omvatten voornamelijk bijzondere waardeverminderingsverliezen (19,6 miljoen EUR) op bedragen waarvoor in 2019 subrogatie door de EU heeft plaatsgevonden (zie punt 5), gerealiseerde verliezen op de verkoop van financiële activa (0,3 miljoen EUR) en een opgenomen financiële verplichting in verband met garanties inzake verrichtingen in de particuliere sector onder het EIB-mandaat (19,6 miljoen EUR).

4. Treasurybeheer van het Garantiefonds

4.1.Beleggingsbeleid

De liquide middelen van het Fonds worden uitgezet volgens de beheersbeginselen vastgesteld in de bijlage bij de beheerovereenkomst, als gewijzigd 3 . Dienovereenkomstig worden voldoende activa in monetaire activa belegd ter dekking van uitstromen op korte termijn (minder dan een jaar). Het desbetreffende percentage moet worden vastgesteld in de jaarlijkse beleggingsstrategie. De resterende activa mogen worden belegd in instrumenten op middellange en lange termijn met een maximale looptijd van 10 jaar en 6 maanden, te rekenen vanaf de betalingsdatum (portefeuille op middellange en lange termijn). Eind 2019 bedroeg de totale gewijzigde duration van de portefeuille van het Fonds ongeveer 3 jaar.

4.2.Prestaties en marktontwikkelingen in 2019

De prestaties van de portefeuille van het Fonds werden gemonitord volgens de op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode. In 2019 heeft de portefeuille van het Fonds een gezond rendement van 1,3 % opgeleverd, ondersteund door het aanhoudende klimaat van lager rendement en een positief risicosentiment. De portefeuille van het Fonds kwam 9,03 basispunten onder de benchmark uit. Het positieve rendement vertaalde zich in een positieve bijdrage van 33 miljoen EUR. Eind 2019 bedroeg de marktwaarde van de portefeuille van het Fonds ongeveer 2 580 miljoen EUR.

Tegen de achtergrond van een verzwakkende economie, gematigde inflatie en geopolitieke neerwaartse risico’s, werd het monetaire beleid accommoderend. Met drie verlagingen van de rente op federale fondsen in de tweede helft van 2019 heeft de federale centrale bank de in 2015 begonnen verkrapping van het monetair beleid omgekeerd. Daarnaast heeft de ECB in september een stimuleringspakket ter beschikking gesteld, bestaande uit een depositoverlaging van 10 basispunten, een verlenging van de TLTRO, een tweeledig systeem voor de banken en een programma voor kwantitatieve versoepeling voor onbepaalde duur.

De be- en verwerkende industrie in de Verenigde Staten en Europa kromp als gevolg van de zwakke wereldhandel. De groei van de dienstensector s vertraagde ook, maar bleef in de expansieve regionen. De inflatie in de eurozone lag onder het streefcijfer van de centrale banken terwijl de inflatie in de VS dichter bij de doelstelling kwam, maar de stijging werd niet als bevredigend beschouwd door de federale centrale bank.

De geopolitieke risico’s gaven tot augustus een escalatie te zien, met oplopende spanningen wat betreft de handel tussen de VS en China, terwijl de onzekerheid over de brexit negatieve gevolgen voor het investeringsklimaat in Europa had. De Europese en Amerikaanse koersen daalden tot september als gevolg van het accommoderende beleid van de centrale banken, de lage verwachtingen op het gebied van groei en onzekerheid ten aanzien van geopolitieke risico’s.

De koersen stegen iets in het vierde kwartaal in een context waarin de geopolitieke spanningen afnamen en de economische gegevens stabiliseerden. De creditspreads, ondersteund door de accommoderende centrale banken, vertoonden een dalende trend, met enkele omkeringen.

5. Beroep op het Garantiefonds

Syrië

Sinds november 2011 wordt de EIB geconfronteerd met betalingsachterstanden op Syrische overheidsleningen. Als gevolg daarvan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB tot 31 december 2019 77 keer een beroep gedaan op het EU-Garantiefonds voor een totaalbedrag van 475,96 miljoen EUR (inclusief door de EIB opgelegde boetes en ingevorderde bedragen).

6. Vergoeding van de EIB

De EIB-vergoeding bestaat uit de beheervergoedingen en de invorderingsvergoedingen. De beheersvergoedingen dekken het activabeheer van het Fonds. De invorderingsvergoedingen dekken de uitgaven in verband met externe invorderingen van de EIB betreffende vorderingen na wanbetalingen die onder de EU-garantie voor EIB-financieringsoperaties buiten de Unie vallen.

In het van 8 mei 2002 daterende tweede aanhangsel van de overeenkomst is bepaald dat de beheersvergoedingen van de EIB worden vastgesteld door op elke tranche van de activa van het Fonds degressieve jaarlijkse provisiepercentages toe te passen. De berekening van deze vergoeding geschiedt op basis van de jaarlijkse gemiddelde activa van het Fonds.

Voor 2019 werden de beheersvergoedingen van de EIB vastgesteld op 817 747 EUR en werden zij in het overzicht van de financiële prestaties als last en op de balans als overlopende post (verplichtingen) opgenomen.

De in december 2018 tussen de Commissie en de Bank ondertekende invorderingsovereenkomst voorziet enkel in de dekking van de uitgaven in verband met externe invorderingen van de EIB (en niet langer van de uitgaven in verband met interne invorderingen).

(1) PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10; bij de verordening is Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds gecodificeerd en ingetrokken. Zij werd gewijzigd op 14 maart 2018 door Verordening (EU) 2018/409 van het Europees Parlement en de Raad.
(2) Aanhangsel 5 van de overeenkomst in verband met het beheer van het Garantiefonds tussen de Europese Unie en het Europees Investeringsfonds - Ref. Ares(2018)5207374 - 10/10/2018.
(3) Gewijzigd bij aanhangsel 1 van 23 september 1996, aanhangsel 2 van 8 mei 2002, aanhangsel 3 van 25 februari 2008, aanhangsel 4 van 9 november 2010 en aanhangsel 5 van september 2018.