Bijlagen bij COM(2020)475 - 13e financieel verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de raad over het Europees landbouwgarantiefonds begrotingsjaar 2019 - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
| dossier | COM(2020)475 - 13e financieel verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de raad over het Europees landbouwgarantiefonds ... |
|---|---|
| document | COM(2020)475   |
| datum | 2 september 2020 |
| Bijlg. 1 Bijlg. 2 Bijlg. 3-I Bijlg. 3‑II Bijlg. 4 | Begrotingsprocedure voor de ELGF-kredieten voor 2019 Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2019 Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2019. Bestemmingsontvangsten C4 Uitvoering ELGF-begroting – begrotingsjaar 2019. Bestemmingsontvangsten C5 Uitvoering ELGF-begroting per artikel en per lidstaat – begrotingsjaar 2019 |
| Opmerking: Bij dit verslag is een uitvoerig werkdocument van de diensten van de Commissie gevoegd. De volledige tekst van dit werkdocument (in het Engels) en de bijbehorende tabellen (in het Engels) zijn te vinden op de website van DG Landbouw ( http://ec.europa.eu/agriculture/cap-funding/financial-reports/eagf/index_en.htm ). |
1. BEGROTINGSPROCEDURE 1
1.1.Ontwerpbegroting 2019 en nota van wijzigingen 1/2019
De ontwerpbegroting 2019 is op 21 juni 2018 door de Commissie bekendgemaakt en aan de begrotingsautoriteit voorgelegd. Voor het ELGF werd in totaal 43 613,5 miljoen EUR aan vastleggingskredieten voorgesteld. Op 7 september 2018 heeft de Raad zijn standpunt over de ontwerpbegroting 2019 bekendgemaakt en gesteld dat de ELGF-vastleggingskredieten met 340,4 miljoen EUR moesten worden verlaagd. Op 24 oktober 2018 heeft het Europees Parlement zijn standpunt bepaald, waarin juist een verhoging van de ELGF-vastleggingskredieten ten opzichte van de ontwerpbegroting met 78,5 miljoen EUR noodzakelijk werd geacht.
Op 16 oktober 2018 kwam de Commissie met nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerpbegroting 2019. Daarin was de behoefte aan vastleggingskredieten met 91,9 miljoen EUR verhoogd ten opzichte van de ontwerpbegroting. Die extra behoefte werd echter meer dan gecompenseerd door de verhoging van de voor 2019 verwachte bestemmingsontvangsten (+ 275,9 miljoen EUR). Bijgevolg werden de gevraagde ELGF-vastleggingskredieten in de nota van wijzigingen verlaagd met 184 miljoen EUR ten opzichte van de ontwerpbegroting.
Het bemiddelingscomité, bestaande uit leden van het Europees Parlement en de Raad, kon geen overeenstemming bereiken over een gezamenlijke tekst. Derhalve stelde de Commissie op 30 november 2018 een nieuwe ontwerpbegroting voor.
1.2.Vaststelling van de begroting 2019
De begroting 2019 is op 12 december 2018 goedgekeurd door het Europees Parlement en door de Raad. De ELGF-begroting bevatte in totaal 43 191,9 miljoen EUR aan vastleggingskredieten en 43 116,4 miljoen EUR aan betalingskredieten.
Het verschil tussen de vastleggings- en de betalingskredieten houdt verband met het feit dat voor bepaalde maatregelen die rechtstreeks door de Commissie worden uitgevoerd, gesplitste kredieten worden gebruikt. Deze maatregelen hebben hoofdzakelijk betrekking op de bevordering van de afzet van landbouwproducten en op beleidsstrategie en coördinatiemaatregelen voor de landbouw.
Van de goedgekeurde ELGF-vastleggingskredieten voor beleidsterrein 05 (Landbouw en plattelandsontwikkeling) ten bedrage van 43 191,9 miljoen EUR was 2 498,7 miljoen EUR bestemd voor interventies op de landbouwmarkten (hoofdstuk 05 02), was 40 544,7 miljoen EUR bestemd voor rechtstreekse betalingen (hoofdstuk 05 03), was 61,4 miljoen EUR bestemd voor de audit van de landbouwuitgaven (hoofdstuk 05 07) en was 75,6 miljoen EUR bestemd voor beleidsstrategie en coördinatie (hoofdstuk 05 08).
Verdere informatie is te vinden in bijlage 1.
1.3.Bestemmingsontvangsten voor het ELGF 2
Op grond van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 3 gelden ontvangsten die voortvloeien uit financiële correcties die worden opgelegd bij de boekhoudkundige en de conformiteitsgoedkeuringsbesluiten, uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden ten nadele van het ELGF en uit de melkheffing, als ontvangsten die bestemd zijn voor de financiering van ELGF-uitgaven. Overeenkomstig deze voorschriften kunnen de bestemmingsontvangsten worden gebruikt om welke ELGF-uitgaven dan ook te financieren. Blijven deze ontvangsten gedeeltelijk ongebruikt, dan worden de ongebruikte bedragen ambtshalve overgedragen naar het volgende begrotingsjaar.
Bij de opstelling van de begroting 2019 is een raming gemaakt van zowel het in de loop van begrotingsjaar 2019 te innen bedrag als het van begrotingsjaar 2018 naar begrotingsjaar 2019 over te dragen bedrag. Dit bedrag is geraamd op 1 078 miljoen EUR en meegenomen bij de vaststelling van de begroting 2019 door de begrotingsautoriteit. Meer bepaald:
-werden de ontvangsten uit de correcties in het kader van de goedkeuring van de rekeningen en uit terugvorderingen wegens onregelmatigheden geraamd op respectievelijk 499 miljoen EUR en 135 miljoen EUR, terwijl geen opbrengsten uit de melkheffing werden verwacht. Verwacht werd derhalve dat in de loop van begrotingsjaar 2019 bestemmingsontvangsten van in totaal 634 miljoen EUR zouden worden geïnd;
-werden de van begrotingsjaar 2018 naar begrotingsjaar 2019 over te dragen bestemmingsontvangsten op 444 miljoen EUR geraamd.
In de begroting 2019 zijn deze oorspronkelijk geraamde ontvangsten van 1 078 miljoen EUR toegewezen aan twee regelingen:
-140 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en
-938 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).
Voor deze regelingen is de som van de door de begrotingsautoriteit goedgekeurde kredieten en de bestemmingsontvangsten gelijk aan de (geraamde) som van de volgende beschikbare kredieten:
-849 miljoen EUR voor de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit, en
-17 149 miljoen EUR voor de basisbetalingsregeling (rechtstreekse betalingen).
2. KASPOSITIE EN BEHEER VAN DE KREDIETEN
2.1.Beheer van de kredieten
2.1.1.Voor begrotingsjaar 2019 beschikbare kredieten
| In EUR | ||||
| Uitgavendeel van de begroting (1) | Vastleggings-kredieten | Betalingskredieten | Ontvangstendeel van de begroting (BO) (2) | Prognoses |
| 1. Initiële kredieten voor het ELGF, waarvan: | 43 191 947 000,00 | 43 116 399 417,00 | 1. Goedkeurings-besluiten | 499 000 000,00 |
| 1a. Kredieten onder gedeeld beheer | 42 994 600 000,00 | 42 994 600 000,00 | 2. Onregelmatigheden | 135 000 000,00 |
| 1b. Kredieten onder rechtstreeks beheer | 197 347 000,00 | 121 799 417,00 | 3. Superheffing melkproducenten | - |
| 2. Gewijzigde begroting | Totaal BO-prognose | 634 000 000,00 | ||
| 3. Overschrijving naar/uit het ELGF in het begrotingsjaar | -3 370 424,17 | |||
| 4. Definitieve kredieten voor het ELGF, waarvan: | 43 191 947 000,00 | 43 113 028 992,83 | ||
| 4a. Kredieten onder gedeeld beheer | 42 994 750 000,00 | 42 994 750 000,00 | ||
| 4b. Kredieten onder rechtstreeks beheer | 197 197 000,00 | 118 278 992,83 | ||
| (1) In de begroting 2019 opgenomen kredieten, na aftrek van de in 2019 verwachte te innen bestemmingsontvangsten en de bestemmingsontvangsten die zijn overgedragen van 2018 naar 2019 overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. (2) BO: in het begrotingsjaar te innen bestemmingsontvangsten. De bedragen zijn niet opgenomen in de inkomstenposten (p.m.), maar zijn vermeld in de begrotingstoelichting. |
2.1.2.Besteding van de voor begrotingsjaar 2019 beschikbare kredieten
| In EUR | ||||
| Besteding van de vastleggingskredieten | Besteding van de betalingskredieten | |||
| Gedeeld beheer (1) | 43 767 098 030,56 | 43 767 098 030,56 | ||
| Rechtstreeks beheer | 195 313 085,43 | 101 916 458,15 | ||
| Totaal | 43 962 411 115,99 | 43 869 014 488,71 |
(1) Vastgelegde bedragen. Vastleggingen en betalingen minus bestemmingsontvangsten van 706 071 911,53 EUR (zie punt 4 en bijlage 3-I) die in het kader van gedeeld beheer zijn ontvangen: 43 061 026 119,03 EUR.
Voor begrotingsjaar 2019 zijn dus uiteindelijk 43 962 411 116,0 EUR aan vastleggingskredieten en 43 869 014 488,7 EUR aan betalingskredieten gebruikt. Nadere informatie over de besteding van de kredieten onder gedeeld beheer is te vinden onder 3.2.
2.1.3.Begrotingsuitvoering van de goedgekeurde kredieten – uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer
| In EUR | |||
| Rechtstreeks beheer | Vastleggingskredieten | Betalingskredieten | Overdracht naar 2020 (2) |
| Kredieten (C1)(1) | 197 197 000,00 | 118 278 992,83 | - |
| Besteding (C1) | 195 313 085,43 | 101 916 458,15 | 14 901 623,58 |
| Geannuleerde kredieten | 1 883 914,57 | 1 460 911,10 | - |
| (1) C1: goedgekeurde begrotingskredieten. Dit bedrag omvat overschrijvingen naar “gedeeld beheer” ten bedrage van 150 000,00 EUR voor vastleggings- en betalingskredieten en overschrijvingen “uit” het ELGF ten bedrage van -3 370 424,17 EUR voor betalingskredieten. (2) Overdracht naar 2020 alleen bij niet-gesplitste kredieten. |
In de begroting 2019 was 197,2 miljoen EUR aan vastleggingskredieten beschikbaar voor uitgaven onder rechtstreeks beheer. Daarvan is 195,3 miljoen EUR in 2019 vastgelegd. De resterende kredieten (1,9 miljoen EUR) zijn geannuleerd.
De meeste ELGF-kredieten voor uitgaven van de Commissie onder rechtstreeks beheer zijn gesplitste kredieten.
De automatische overdracht naar 2020, die alleen betrekking heeft op niet-gesplitste kredieten, bedraagt 14,9 miljoen EUR.
2.2.Maandelijkse betalingen
2.2.1.Maandelijkse betalingen aan lidstaten onder gedeeld beheer
2.2.1.1.Maandelijkse betalingen ter financiering van de uitgaven
Overeenkomstig artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 moeten “maandelijkse betalingen door de Commissie [worden] uitgekeerd voor de uitgaven die de erkende betaalorganen van de lidstaten in de referentiemaand hebben verricht”. De maandelijkse betalingen moeten aan elke lidstaat worden uitgekeerd uiterlijk op de derde werkdag van de tweede maand na de maand waarin de uitgaven zijn gedaan.
Het gaat bij de maandelijkse betalingen dus om de vergoeding van reeds gedane uitgaven, en wel op nettobasis (na aftrek van de ontvangsten). De betrokken bedragen worden beschikbaar gesteld op basis van de maandelijkse declaraties van de lidstaten 4 . De maandboekingen van de uitgaven en ontvangsten worden vervolgens gecontroleerd en gecorrigeerd op basis van deze declaraties. Bovendien krijgen deze betalingen pas een definitief karakter nadat de Commissie ze heeft geverifieerd in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.
De betalingen die de lidstaten hebben gedaan in de periode van 16 oktober 2018 tot en met 15 oktober 2019 vallen onder de regeling voor maandelijkse betalingen.
Voor het volledige begrotingsjaar bedroeg het totale nettobedrag aan vastgestelde maandelijkse betalingen, na aftrek van correcties in het kader van onder meer de goedkeuring van de rekeningen, 43 061 026 119,03 EUR.
2.2.1.2.Besluiten inzake de maandelijkse betalingen
De Commissie heeft een betalingsbesluit vastgesteld voor elk van de twaalf perioden van het begrotingsjaar. Daarnaast is in december nog een aanvullend besluit vastgesteld waarbij de totale ten laste van het jaar te brengen uitgaven zijn gecorrigeerd.
3. UITVOERING VAN DE ELGF-BEGROTING 2019
3.1.Besteding van de ELGF-begrotingskredieten
Met de besteding van de ELGF-kredieten was een bedrag van 43 962,4 miljoen EUR gemoeid 5 . Deze uitgaven zijn gefinancierd met de initiële begrotingskredieten en met de bestemmingsontvangsten voor het ELGF. De bestemmingsontvangsten bestonden uit het gehele uit 2018 overgedragen bedrag (448,8 miljoen EUR) en een deel van de in 2019 geïnde bestemmingsontvangsten (357,9 miljoen EUR van in totaal 706,1 miljoen EUR).
Binnen beleidsterrein 05 is 2 473,0 miljoen EUR aan marktmaatregelen en 41 335,7 miljoen EUR aan rechtstreekse betalingen uitgegeven.
Voor nadere informatie over de uitvoering van de begroting per beleidsterrein wordt verwezen naar bijlage 2.
Bijlage 4 bevat een uitsplitsing, per rubriek, per financieringsbron en per lidstaat, van de uitgaven voor marktmaatregelen, rechtstreekse betalingen en de audit van de landbouwuitgaven.
3.2.Opmerkingen over de uitvoering van de begroting
Hieronder volgt, op basis van de informatie in de bijlagen 2, 3-I en 3-II, voor de meest significante sectoren een korte toelichting op de besteding van de kredieten en op de besteding van de bestemmingsontvangsten. Begrotingsonderdelen met een uitvoeringspercentage dat zeer dicht bij de begrote bedragen ligt, blijven buiten beschouwing.
3.2.1.Hoofdstuk 05 02: interventies op de landbouwmarkten
3.2.1.1.Inleiding
Met de besteding (van de vastleggingskredieten) onder dit hoofdstuk was in totaal 2 473,0 miljoen EUR gemoeid. Dit bedrag is gefinancierd met de goedgekeurde kredieten van 2 498,7 miljoen EUR en met bestemmingsontvangsten van 140 miljoen EUR. Dit laatste bedrag was bestemd voor de financiering van de uitgaven in de sector groenten en fruit (zie punt 3.2.1.2 voor nadere informatie). Bij rubrieken waarin meer kredieten nodig waren dan begroot, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen uit andere begrotingsrubrieken. In gevallen waarin de begrotingskredieten voor marktmaatregelen niet volledig waren besteed, zijn de nog beschikbare kredieten overgeschreven naar andere ELGF-begrotingsonderdelen waar vanwege hoger dan geplande uitgaven juist extra financiering nodig was (voor nadere informatie over de begrotingsoverschrijvingen die zijn gedaan, wordt verwezen naar bijlage 2).
3.2.1.2.Artikel 05 02 08: groenten en fruit
In totaal was 911,8 miljoen EUR aan kredieten beschikbaar voor de financiering van de maatregelen in deze sector. De begrotingsautoriteit heeft 715,1 miljoen EUR aan kredieten goedgekeurd omdat daarnaast 140,0 miljoen EUR van de verwachte bestemmingsontvangsten aan deze sector was toegewezen. Ook is tijdens begrotingsjaar 2019 een bedrag van 56,7 miljoen EUR overgeschreven uit andere begrotingsonderdelen binnen hetzelfde hoofdstuk.
De uitgaven van de lidstaten kwamen in 2019 uit op 865,7 miljoen EUR.
3.2.1.3.Artikel 05 02 09: producten van de wijnbouwsector
De begroting bevatte in totaal 1 035,1 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van de maatregelen in deze sector. De uitgaven zijn 47,6 miljoen EUR achtergebleven bij hetgeen in de begroting was uitgetrokken, omdat een aantal lidstaten minder hebben uitgegeven dan verwacht, in het bijzonder voor de afzetbevorderings- en de herstructureringscomponent van hun nationale wijnprogramma.
3.2.1.4.Artikel 05 02 10: afzetbevordering
Wat de betalingen van de lidstaten in het kader van de afzetbevorderingsmaatregelen betreft, is 5,4 miljoen EUR minder uitgegeven dan waarop in de begroting was gerekend. Dit kwam door de lagere bestedingen in het kader van een aantal afzetbevorderingsprogramma’s van voorgaande jaren. Het verschil is overgeschreven naar andere begrotingsartikelen.
Wat de rechtstreeks door de Europese Commissie beheerde afzetbevorderingsacties betreft, heeft de Commissie kredieten vastgelegd voor het totale bedrag dat in de begroting voor deze acties was uitgetrokken (101,1 miljoen EUR).
3.2.1.5.Artikel 05 02 12: melk en zuivelproducten
De begroting bevatte in totaal 6,3 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van de maatregelen in deze sector.
Het verschil tussen het begrote bedrag en het werkelijke resultaat onder dit artikel is vrijwel uitsluitend toe te schrijven aan de verkoop van mageremelkpoeder uit de openbare opslag (de verkoopprijzen lagen boven de boekwaarde). Het beschikbare bedrag van 66,6 miljoen EUR is grotendeels overschreven voor de financiering van de extra behoeften buiten het hoofdstuk.
3.2.1.6.Artikel 05 02 13: rundvlees
De begroting bevatte geen kredieten. De lidstaten declareerden echter uitgaven (1,1 miljoen EUR) voor resterende betalingen voor uitvoerrestituties in verband met certificaten die vóór 2014 waren afgegeven. Die resterende uitgaven zijn gefinancierd door middel van een overschrijving van beschikbare kredieten binnen hetzelfde hoofdstuk.
3.2.1.7.Artikel 05 02 15: varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten
3.2.1.8.De begroting bevatte in totaal 63,0 miljoen EUR aan beschikbare kredieten voor de financiering van de maatregelen in deze sector, en met name de bijenteeltprogramma’s en uitzonderlijke steunmaatregelen. De uitgaven van de lidstaten kwamen echter uit op slechts 41,9 miljoen EUR. Het verschil van 21,1 miljoen EUR hangt voornamelijk samen met de lage uitgaven bij de uitzonderlijke steunmaatregelen (7,6 miljoen EUR), waarvoor in de begroting 28,0 miljoen EUR was opgenomen nadat de begrotingsautoriteit het door de Commissie voorgestelde bedrag had verhoogd met 15,0 miljoen EUR. Het beschikbare bedrag is overgeschreven naar andere begrotingsartikelen. Artikel 05 02 18: schoolregelingen
De uitgaven voor de schoolregelingen kwamen uit op 191,5 miljoen EUR, terwijl in de begroting was gerekend op 217,0 miljoen EUR. Het verschil houdt verband met het feit dat de lidstaten na de samenvoeging, in het voorgaande schooljaar, van de afzonderlijke regelingen voor schoolmelk en schoolfruit tot één schoolregeling minder uitgaven in schooljaar 2018/2019 hebben gedeclareerd dan bij de opstelling van de begroting was voorzien.
3.2.2.Hoofdstuk 05 03: rechtstreekse betalingen
Begrotingsjaar 2019 was het vierde jaar van uitvoering van het nieuwe stelsel van rechtstreekse betalingen waartoe in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid in 2013 was besloten. De betalingen in het kader van dit begrotingshoofdstuk bedroegen in totaal 41 335,7 miljoen EUR, inclusief een bedrag van 438,2 miljoen EUR voor terugbetalingen aan landbouwers in verband met de financiële discipline, dat was gefinancierd met een overdracht van 459,5 miljoen EUR uit 2018 (voor nadere informatie wordt verwezen naar punt 3.2.2.4). De resterende betalingen van 40 897,5 miljoen EUR zijn gefinancierd uit goedgekeurde kredieten (40 184,7 miljoen EUR) en uit bestemmingsontvangsten (712,8 miljoen EUR). Dit laatste bedrag is gebruikt voor de financiering van een deel van de uitgaven voor de basisbetalingsregeling.
De totale ongebruikte kredieten bedroegen 795,9 miljoen EUR, waarvan 768,9 miljoen EUR is overgedragen naar begrotingsjaar 2020, Daaronder valt het bedrag van 466,8 miljoen EUR van de ongebruikte crisisreserve dat verband houdt met de daadwerkelijk toegepaste financiële discipline in 2019. Dit bedrag is overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 en vervolgens overgedragen naar 2020 en vloeit dan terug naar de betrokken lidstaten. De resterende in 2019 geïnde bestemmingsontvangsten (348,2 miljoen EUR) zijn overgedragen naar 2020. Bij rubrieken waarin meer geld nodig bleek dan de begrote goedgekeurde kredieten, zijn de extra uitgaven gefinancierd met overschrijvingen van goedgekeurde kredieten uit andere begrotingsrubrieken of van bestemmingsontvangsten.
3.2.2.1.Artikel 05 03 01: ontkoppelde rechtstreekse betalingen
De voornaamste regelingen die met de kredieten van dit artikel zijn gefinancierd, zijn de regeling inzake een enkele areaalbetaling (REAB), de basisbetalingsregeling (BBR), de betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken, de herverdelingsbetaling en de betaling voor jonge landbouwers. De betalingen voor alle steunregelingen van dit artikel hangen niet af van de productie, maar van de naleving van bepaalde voorwaarden, bijvoorbeeld de randvoorwaarden. In 2019 was 35 402,9 miljoen EUR aan kredieten beschikbaar voor ontkoppelde rechtstreekse betalingen, waarvan 34 388,0 miljoen EUR aan door de begrotingsautoriteit goedgekeurde kredieten en 1 014,9 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten. De lidstaten hebben in het kader van alle regelingen van dit artikel tezamen 35 328,6 miljoen EUR uitgegeven, wat overeenkomt met 99,8 % van de beschikbare kredieten.
3.2.2.2.Artikel 05 03 02: andere rechtstreekse betalingen
Met de kredieten van dit artikel zijn “andere rechtstreekse betalingen” gefinancierd. Daaronder vallen regelingen waarbij de betaling onder welbepaalde voorwaarden en binnen duidelijke grenzen nog aan de productie is gekoppeld. Bij de hervorming van 2013 zijn regelingen aan dit artikel toegevoegd: de vrijwillige gekoppelde steun en de regeling voor kleine landbouwers. Andere onderdelen hadden alleen betrekking op betrekkelijk geringe resterende betalingen in het kader van regelingen die waren afgelopen.
De Commissie had de kredieten die in 2019 voor dit artikel nodig waren, geraamd op 5 688,0 miljoen EUR. De lidstaten hebben echter 5 568,9 miljoen EUR uitgegeven: 2 % minder dan de kredieten die in de begroting waren opgenomen.
3.2.2.3.Artikel 05 03 09: terugbetaling van rechtstreekse betalingen in verband met financiële discipline
De begrotingsautoriteit heeft geen kredieten aan dit artikel toegewezen. Dit artikel is bedoeld voor de verzameling van de niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten van de ongebruikte crisisreserve die worden overgedragen ter financiering van de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline die is toegepast op rechtstreekse betalingen 6 .
Van het bedrag van 459,5 miljoen EUR dat de financiële discipline in begrotingsjaar 2018 heeft opgeleverd en dat is overgedragen naar de begroting 2019, hebben de lidstaten 438,2 miljoen EUR terugbetaald aan de betrokkenen. Het verschil van 21,3 miljoen EUR is teruggevloeid naar de begroting 2019 om via een gewijzigde begroting weer bij de lidstaten terecht te komen in het volgende begrotingsjaar.
3.2.2.4.Artikel 05 03 10: reserve voor crisissituaties in de landbouwsector
De kredieten van dit artikel dienen ter dekking van uitgaven voor maatregelen die nodig zijn om het hoofd te bieden aan grote crises die de landbouwproductie of ‑distributie treffen. De crisisreserve wordt aangelegd door aan het begin van elk jaar een verlaging op de rechtstreekse betalingen toe te passen aan de hand van het mechanisme voor financiële discipline overeenkomstig de artikelen 25 en 26 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 7 . In 2019 is de crisisreserve van 468,7 miljoen EUR niet gebruikt.
Daarom zijn aan het eind van 2019 de niet-vastgelegde goedgekeurde kredieten ten bedrage van de financiële discipline die daadwerkelijk was toegepast voor aanvraagjaar 2018, overgeschreven naar begrotingsartikel 05 03 09 om naar het volgende begrotingsjaar te worden overgedragen en de terugbetaling van het bedrag van de financiële discipline te financieren die in kalenderjaar 2019 aan de landbouwers is opgelegd.
3.2.3.Hoofdstuk 05 07: audit van de landbouwuitgaven
3.2.3.1.Artikel 05 07 01: controle van de landbouwuitgaven
Dit artikel omvat de maatregelen die ter versterking van de controles ter plaatse en ter verbetering van de verificatiesystemen zijn genomen om het risico van fraude en onregelmatigheden ten nadele van de Uniebegroting te beperken. Het omvat ook de uitgaven aan mogelijke boekhoudkundige en conformiteitscorrecties ten gunste van de lidstaten.
De Europese Unie heeft de aankoop van satellietbeelden in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem rechtstreeks gefinancierd voor een bedrag van 9,7 miljoen EUR.
De correcties ten gunste van de lidstaten in het kader van de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen bedroegen 10,4 miljoen EUR: iets lager dan het begrote bedrag van 19,7 miljoen EUR.
De correcties ten gunste van de lidstaten in het kader van de conformiteitsgoedkeuring van de rekeningen vielen hoger uit dan verwacht (38,3 miljoen EUR, tegen 2,6 miljoen EUR in de begroting).
3.2.3.2.Artikel 05 07 02: beslechting van geschillen
De kredieten in dit artikel dienen ter dekking van de kosten waarvoor de Commissie bij vonnis van een rechtbank aansprakelijk kan worden gesteld, zoals schadevergoeding en rente. In de begroting 2019 waren kredieten opgenomen ten bedrage van 30,0 miljoen EUR, waarvan 11,2 miljoen EUR is uitgegeven. De resterende kredieten zijn overgeschreven naar andere rubrieken van de begroting.
3.2.4.Hoofdstuk 05 08: Beleidsstrategie en coördinatie
In het kader van dit hoofdstuk is 73,8 miljoen EUR vastgelegd, hetgeen grotendeels overeenkomt met het begrote bedrag (75,6 miljoen EUR).
4. BESTEDING VAN DE ELGF-BESTEMMINGSONTVANGSTEN
De daadwerkelijk van 2018 naar 2019 overgedragen bestemmingsontvangsten bedroegen 448,8 miljoen EUR en zijn overeenkomstig artikel 14 van het Financieel Reglement volledig gebruikt voor de financiering van uitgaven over begrotingsjaar 2019. Zoals in bijlage 3-II is weergegeven, is van dit bedrag 93,9 miljoen EUR naar de actiefondsen van de producentenorganisaties in de sector groenten en fruit gegaan en 354,9 miljoen EUR naar de basisbetalingsregeling.
In bijlage 3-I is te zien dat in 2019 een bedrag van 706,1 miljoen EUR aan bestemmingsontvangsten is geïnd in verband met:
-correcties in het kader van de goedkeuringsprocedure ten bedrage van 548,3 miljoen EUR;
-onregelmatigheden ten bedrage van 155,8 miljoen EUR;
-de melkheffing ten bedrage van 2 miljoen EUR.
Van de in 2019 geïnde bestemmingsontvangsten is 357,9 miljoen EUR gebruikt voor de financiering van uitgaven in het kader van de basisbetalingsregeling (BBR) (rechtstreekse betalingen).
De resterende in 2019 geïnde bestemmingsontvangsten (348,2 miljoen EUR) zijn automatisch overgedragen naar de begroting van 2020.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar de bijlagen 3-I en 3-II.
(1) Zie bijlage 1 voor een overzicht.
(2) Deze bedragen worden niet opgenomen in de inkomstenposten van de begroting (artikel 670 voor de bestemmingsontvangsten voor het ELGF), waar alleen “p.m.” (pro memorie) staat. Het verwachte bedrag wordt vermeld in de toelichting bij het artikel in kwestie.
(3) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.
(4) Deze maandelijkse uitgavendeclaraties worden door de lidstaten toegezonden uiterlijk op de twaalfde van maand N+1.
(5) Dit cijfer omvat de terugbetaling van het uit begrotingsjaar 2018 overgedragen bedrag van de financiële discipline in het kader van de crisisreserve voor de landbouw.
(6) Overeenkomstig artikel 12, lid 2, eerste alinea, onder d), en artikel 12, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 mogen deze kredieten worden overgedragen en overeenkomstig artikel 26, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 worden deze kredieten aan de lidstaten beschikbaar gesteld voor de terugbetaling aan de eindontvangers op wie de financiële discipline overeenkomstig artikel 26, leden 1 tot en met 4, van die verordening wordt toegepast in het begrotingsjaar waarnaar de kredieten worden overgedragen.
(7) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 608.