Bijlagen bij COM(2020)807 - Activiteiten van de IFRS-stichting, de EFRAG en de PIOB in 2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2020)807 - Activiteiten van de IFRS-stichting, de EFRAG en de PIOB in 2019.
document COM(2020)807 NLEN
datum 14 december 2020
annexNFRD%20%20technical%20mandate%202020.pdf">verzoek om technische bijstand  ingediend waarin de EFRAG werd opgedragen om in juni 2020 aanvang te maken met de voorbereidende werkzaamheden voor mogelijke Europese standaarden voor niet-financiële verslaglegging. De voorbereidende werkzaamheden zouden de basis vormen voor de ontwikkeling van Europese standaarden voor niet-financiële verslaglegging, indien de medewetgevers op basis van de herziening van de richtlijn betreffende de openbaarmaking van niet-financiële informatie zouden beslissen dat dergelijke standaarden nodig zijn. Die werkzaamheden zullen worden verricht door een projecttaskforce die in september 2020 door het European Lab is opgericht na de sollicitatieoproep. Als voorzitter van de projecttaskforce heeft de stuurgroep European Lab Patrick de Cambourg benoemd, die momenteel voorzitter is van de “Autorité des Normes Comptables”.

3.2.Bestuur, transparantie en publieke verantwoording

3.2.1.Bestuur van de EFRAG volgens de in het verslag-Maystadt gedane aanbevelingen

De bestuurshervorming van de EFRAG, die op 31 oktober 2014 is doorgevoerd, heeft tot een grotere legitimiteit en representativiteit van de organisatie geleid en resulteerde in een samenhangender proces voor de deelneming van de EU aan de procedure voor de vaststelling van standaarden. De bestuurshervorming is in juli 2016 afgerond met de officiële aanstelling door de algemene vergadering van de EFRAG van Jean-Paul Gauzès, voormalig lid van het Europees Parlement, als bestuursvoorzitter van de EFRAG, zulks op voordracht van de Commissie 9 en zoals bekrachtigd door het Europees Parlement en de Raad. Zijn mandaat is met nog eens drie jaar verlengd en loopt af op 30 juni 2022.

De Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) en de ECB hebben ervoor gekozen zitting te nemen in het bestuur van de EFRAG als officiële waarnemers met het recht het woord te voeren in plaats van volwaardig lid te worden. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de effectbeoordelingen die door de EFRAG worden uitgevoerd, in het bijzonder op het gebied van financiële stabiliteit.

Alle conclusies van het bestuur van de EFRAG in 2019 zijn bereikt op basis van volledige consensus, zonder dat tot hoofdelijke stemming diende te worden overgegaan. In de geest van het verslag-Maystadt 10 is in 2017 binnen het bestuur voorzien in een waarnemerszetel voor Europese organisaties die particuliere beleggers (“eindgebruikers”) vertegenwoordigen.

Het bestuur van de EFRAG verricht jaarlijks een beoordeling van de prestaties en doeltreffendheid van zijn leden, onder toezicht van de algemene vergadering van de EFRAG. Uit de beoordeling van 2019, die op een mix van strategische, bestuurlijke en operationele kwesties betrekking had, is gebleken dat de bestuursstructuur al met al goed heeft gefunctioneerd, wat in een grotere geloofwaardigheid van de organisatie heeft geresulteerd. Er is rekening gehouden met een aantal aanbevelingen die in de toekomst tot een grotere doelmatigheid van de EFRAG-werkzaamheden moeten leiden. De tenuitvoerlegging van de communicatiestrategie van de EFRAG, en een communicatieteam onder leiding van de bestuursvoorzitter van de EFRAG, hebben gezorgd voor verdere verbetering van de zichtbaarheid en geloofwaardigheid van de EFRAG.

Er waren geen problemen met potentiële belangenconflicten. Het reglement van orde van de EFRAG bevat vereisten met betrekking tot belangenconflicten, en het bestuur van de EFRAG hanteert voor bestuursleden een beleid voor belangenconflicten dat is gepubliceerd op de website van de EFRAG. Het beleid is bedoeld om de geloofwaardigheid van de EFRAG als een organisatie die het Europees openbaar belang dient, te waarborgen. Het beleid is erop gericht situaties te voorkomen waarin zich belangenconflicten of vermeende belangenconflicten zouden kunnen voordoen die: in de weg zouden staan aan een open discussie; zouden resulteren in besluiten of maatregelen die niet in het belang van het Europese publiek of de EFRAG zijn; de indruk zouden wekken dat de EFRAG onjuist heeft gehandeld. De bestuursleden en het personeel van de EFRAG bevestigen jaarlijks hun onafhankelijkheid in de vorm van een schriftelijke verklaring.

3.2.2.Transparantievoorschriften

Uit in de loop van 2019 verzameld bewijsmateriaal blijkt dat de geijkte procedure van de EFRAG nog steeds grotendeels aansluit bij de behoeften van de belanghebbenden. De procedure wordt gekenmerkt door transparante informatiestromen tussen alle betrokken partijen. De EFRAG blijft aantonen bereid te zijn om zich in samenwerking met de Commissie in te spannen om een nog grotere mate van transparantie te bereiken dan tot dusver. Dit is van essentieel belang om te waarborgen dat nieuwe IFRS-standaarden tegemoet komen aan de behoeften van Europa.

In de transparante procedure die in de loop der tijd door de EFRAG is ontwikkeld, kunnen alle Europese deelnemers hun mening ter overweging aan de EFRAG voorleggen. De procedure waarborgt dat de diversiteit aan Europese verslagleggings- en economische modellen en de meningen daarover worden meegewogen bij de standpuntbepaling van de EFRAG.

Als onderdeel van de geijkte procedure gaat de EFRAG bovendien over tot de bekendmaking van ontwerpstandpunten met het oog op het houden van een openbare raadpleging, de uitvoering van praktijktests en van andere vormen van effectbeoordelingen, de organisatie van outreachactiviteiten (waarvan sommige specifiek op gebruikers zijn gericht), het houden van speciale enquêtes, de publicatie van de resultaten daarvan in de vorm van feedbackdocumenten, en de openbaarmaking van definitieve standpunten. De EFRAG draagt bij aan de op feiten gebaseerde vaststelling van standaarden middels de uitvoering van kwantitatieve onderzoeken die input leveren voor de discussie over de schriftelijke opmerkingen en goedkeuringsadviezen van de EFRAG. Kwantitatieve onderzoeken vormen een steeds belangrijker onderdeel van de onderzoeksactiviteiten van de EFRAG.

De vergaderingen van het bestuur van de EFRAG en het Consultative Forum of Standard Setters van de EFRAG (EFRAG CFSS) zijn openbaar en de agenda’s en de samenvattingen van de vergaderingen worden op de website van de EFRAG gepubliceerd. Ook zijn de ondersteunende agendastukken voor de vergaderingen van het bestuur van de EFRAG, de EFRAG TEG en het EFRAG CFSS voor het publiek beschikbaar. Sinds maart 2018 zijn deze openbare vergaderingen via webcasting beschikbaar, zodat belanghebbenden de besprekingen niet alleen in realtime maar ook na afloop van de vergaderingen kunnen volgen. De besprekingen van EFRAG TEG worden ondersteund door de input van EFRAG CFSS en de gespecialiseerde werkgroepen en adviespanels van de EFRAG.

De input van het gebruikerspanel van de EFRAG is van essentieel belang voor haar werkzaamheden. De diverse samenstelling van deze groepen en van de raad en de TEG van de EFRAG, zowel wat geografische herkomst als professionele achtergrond betreft, zorgt er in aanvulling op de transparante, openbare geijkte procedure voor dat de EFRAG naar behoren met alle verschillende zienswijzen rekening houdt.

Het bestuur van de EFRAG ontvangt regelmatige verslagen van alle bijeenkomsten tussen EFRAG-personeelsleden en andere partijen (behalve routinematige administratieve vergaderingen). Deze verslagen worden samengevat in de definitieve subsidieverslagen die de EFRAG indient bij de Commissie.

De EFRAG publiceert elk jaar een jaarverslag dat transparantie biedt met betrekking tot zijn bestuur, zijn financiële structuur en zijn hoofdactiviteiten in het jaar in kwestie. Het jaarverslag van 2019 is gepubliceerd op 19 mei 2020 11 .

Tot slot heeft het bestuur van de EFRAG op 9 juli 2019 een openbaar transparantieregister goedgekeurd met daarin alle vergaderingen en bijeenkomsten van de bestuursvoorzitter, de voorzitter van EFRAG TEG en de CEO van de EFRAG.

3.2.3.Brede vertegenwoordiging en publieke verantwoording van de bestuursstructuur van de EFRAG

In 2019 was de feedback van de lidorganisaties van de EFRAG over de benadering waarin de bestuursstructuur van de EFRAG voorziet voor het bevorderen van een brede vertegenwoordiging van belangen en publieke verantwoording over het algemeen positief. De EFRAG blijft waakzaam om de neutraliteit en objectiviteit van het besluitvormingsproces te waarborgen.

De EFRAG streeft naar een goede geografische spreiding, een passende verdeling van professionele achtergronden en gelijkheid tussen mannen en vrouwen in zijn bestuur, de Technical Expert Group, alsook in zijn werkgroepen en adviespanels en in de stuurgroep van het European Lab en zijn projecttaskforces. Het reglement van orde van de EFRAG bevat vereisten inzake het maximale aantal leden met dezelfde nationaliteit dat zitting kan hebben in het bestuur van de EFRAG en in EFRAG TEG. Deze vereisten zijn ook toegepast op de stuurgroep European Lab. Daarnaast bestaan er voorschriften voor een passende verdeling van professionele achtergronden en gelijkheid tussen mannen en vrouwen.

De bestuursleden van de EFRAG worden benoemd door de lidorganisaties van de EFRAG op basis van een systeem dat is ingesteld in overeenstemming met de aanbevelingen van het verslag-Maystadt. Voor EFRAG TEG, de werkgroepen en adviespanels van de EFRAG, de stuurgroep van het European Lab en de projecttaskforces worden openbare sollicitatieoproepen gedaan.

Het aantal sollicitaties loopt sterk uiteen. Er bestaat vooral een tekort aan vrouwelijke kandidaten en kandidaten uit Midden- en Oost-Europa, maar de situatie gaat erop vooruit. Zo heeft de EFRAG in het kader van het rouleringsproces van de EFRAG TEG van 2020 een lid van de EFRAG TEG uit Tsjechië benoemd, met ingang van 1 april 2020. Het bestuursteam bestaat volledig uit vrouwen. aan te trekken voor de stuurgroep van het European Lab en zijn projecttaskforce (zie aanhangsel 4 voor een gedetailleerd overzicht van de stand van zaken per 31 december 2019).

Hoewel de totaalresultaten hiervan positief waren, blijft er enige bezorgdheid bestaan over een aantal problemen die de afgelopen jaren zijn geconstateerd en die verder moeten worden verbeterd, zoals de ondervertegenwoordiging van gebruikers, opstellers en beleggers. De EFRAG zou zich proactief moeten blijven opstellen om feedback te verkrijgen van belanghebbenden die minder nauw betrokken zijn bij de werkzaamheden van de EFRAG, en zou zichzelf moeten beschermen tegen vooroordelen jegens de sector en andere belangen.

3.2.4.Vroegtijdige betrokkenheid van het Europees Parlement en de Raad

De EFRAG is voldoende bekend bij de kern van belanghebbenden die rechtstreeks belang hebben bij IFRS. De zichtbaarheid van de EFRAG leek in 2019 echter af te nemen bij de beleidsmakers, zoals het Europees Parlement.

De EFRAG zou het oprichten van het permanente ECON-IFRS-team in het Europees Parlement toejuichen om van gedachten te wisselen en significante problemen aan te kaarten. In tegenstelling tot het voorgaande jaar heeft er in 2019 geen gedachtewisseling met de ECON-commissie plaatsgevonden in een openbare vergadering. De EFRAG heeft bij zijn werkzaamheden rond het goedkeuringsadvies van IFRS 17 rekening gehouden met de resolutie van het Europees Parlement van 3 oktober 2018 over IFRS 17.

De EFRAG woont gewoonlijk alle vergaderingen van het Regelgevend Comité voor financiële verslaglegging (Accounting Regulatory Committee, hierna “ARC” genoemd) bij en geeft tijdens die vergaderingen op verzoek van de Commissie presentaties over lopende werkzaamheden en bepaalde onderwerpen. Op deze manier kan het ARC overleggen met de EFRAG en al in een vroeg stadium input aanleveren. Het ARC bespreekt de verzoeken om goedkeuringsadviezen voordat zij worden voorgelegd aan de EFRAG, om te verzekeren dat rekening wordt gehouden met alle relevante kwesties.

Dankzij de in een vroeg stadium ontvangen input van het Parlement en het ARC is de EFRAG in staat om de aangekaarte kwesties in zijn openbare raadplegingen over ontwerpversies van schriftelijke opmerkingen en goedkeuringsadviezen op te nemen.

3.3.Diversificatie en evenwicht met betrekking tot de financieringsstructuur van de EFRAG

De EFRAG is een met publieke en private middelen financierde organisatie die zich inzet om het Europees belang te dienen. De EFRAG is een naar Belgisch recht opgerichte internationale vereniging zonder winstoogmerk (IVZW). In 2019 kwam de financiering voor de EFRAG van acht Europese belanghebbendenorganisaties en negen nationale organisaties, plus de Europese Commissie. De specificatie van de financiële bijdragen van de aangesloten organisaties is te vinden in aanhangsel 3. 

Naast geldelijke bijdragen ontvangt de EFRAG bijdragen in natura van de onbetaalde leden van EFRAG TEG, het bestuur van de EFRAG, de werkgroepen en adviespanels, en bijdragen in de vorm van kosteloze detacheringen aan het secretariaat van de EFRAG.

De financiële structuur van de EFRAG heeft in 2019 geen specifieke problemen opgeworpen. De totale uitgaven en personele middelen lagen onder het budget en de personeelsbezetting bleef stabiel. Het lijkt evenwel belangrijk dat de EFRAG zijn financieringsstructuur op de langere termijn veiligstelt en aanvullende financieringsbronnen vindt, niet alleen naar aanleiding van de verlaging van de bijdrage van de beroepsorganisatie in 2020 en de financiële gevolgen van de Brexit, maar ook gelet op de mogelijke negatieve effecten van het coronavirus op de bijdragen van sommige organisaties.

De EFRAG is zich bewust van het probleem en streeft er reeds naar zijn ledenbasis te verruimen. Voorzitter Jean-Paul Gauzès heeft in 2019 een taskforce opgezet om na te denken over de financieringsstructuur van de EFRAG op de lange termijn. De ledenbasis van de EFRAG zou idealiter alle EU-lidstaten moeten bestrijken. Steun van alle EU-instellingen en de lidstaten om nationale organisaties aan te moedigen om lid te worden, zou een grote hulp zijn.

1.Public Interest Oversight Board

4.1.Overzicht van de activiteiten van de PIOB

De mondiale structuur voor de vaststelling van de standaarden voor de controle van jaarrekeningen, waarborgen, gedragscodes en opleidingen omvat drie lagen, nl. raden belast met de vaststelling van standaarden, die worden ondersteund door de Internationale Federatie van Accountants (International Federation of Accountants, hierna “IFAC” genoemd), onafhankelijk toezicht (PIOB) en publieke verantwoording ten overstaan van een openbaar toezichthoudend orgaan van overheidsinstanties ( Monitoring Group ).

De PIOB is een onafhankelijk extern orgaan dat, met inbegrip van de voorzitter, uit tien leden bestaat (waarvan twee door de Commissie benoemde EU-leden) en toezicht houdt op de vaststelling van standaarden inzake de controle van jaarrekeningen, gedragscodes en opleidingen voor accountants. De standaarden in kwestie zijn de internationale standaarden voor accountantscontrole (ISA), de ethische standaarden voor accountants en de internationale opleidingsrichtsnoeren (IES). De structuur voor de vaststelling van standaarden vloeit voort uit de IFAC-hervormingen van 2003 12 , die een reactie vormden op het faillissement van een reeks grote ondernemingen en tekortkomingen op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen in een aantal landen. Een belangrijke hervorming was de oprichting van de PIOB, die erop gericht was het vertrouwen van beleggers en anderen te verhogen door erop toe te zien dat de met de vaststelling van standaarden belaste raden bij hun werkzaamheden op het gebied van audits naar behoren rekening houden met het openbaar belang.

De overkoepelende taak van de PIOB bestaat erin ervoor te zorgen dat de geijkte procedure, het toezicht en de transparantie in acht worden genomen en dat het openbaar belang tijdens de procedure wordt gewaarborgd, d.w.z. bij de opstelling van voorstellen voor en de ontwikkeling en goedkeuring van internationale standaarden voor auditors.

De PIOB hecht tevens zijn goedkeuring aan de benoemingen van de leden van de raden belast met de vaststelling van standaarden, accordeert hun strategieën en werkprogramma’s, houdt toezicht op de ontwikkeling van de standaarden en verifieert of er rekening wordt gehouden met alle onderdelen die in de openbare raadplegingen worden genoemd. Zo nodig beveelt de PIOB stappen aan om te waarborgen dat de standaarden afdoende aansluiten bij het openbaar belang.

Zoals uitgelegd in zijn 15e openbare verslag, dat in mei 2020 werd gepubliceerd 13 , heeft de PIOB in 2019 regelmatig contact onderhouden met de onder zijn toezicht staande raden die zijn belast met de vaststelling van standaarden (International Auditing and Assurance Standards Board, IAASB); de International Accounting Education Standards Board (IAESB) en de International Ethics Standards Board for Accountants (IESBA), hun drie Consultative Advisory Groups, het Compliance Advisory Panel en het Nominating Committee en het IFAC-management.

Overeenkomstig het advies van de PIOB heeft de IAASB in zijn strategie voor de komende vier jaar activiteiten opgenomen voor het verzamelen van informatie met betrekking tot zowel “going concern” als de rol van de auditor in het opsporen van fraude.

De IAASB heeft de internationale controlenorm (ISA) 315 (herzien) aangenomen. Met IAS 315 werden stringentere vereisten en gedetailleerde richtsnoeren vastgesteld inzake het identificeren en beoordelen van risico’s en het benadrukken van een professioneel-kritische houding en gegevensanalyses, zaken die door de PIOB zijn aangemerkt als voorname kwesties van algemeen belang.

De PIOB heeft ook opmerkingen gemaakt over de nieuwe voorgestelde standaarden voor kwaliteitsborging die momenteel door de IAASB worden ontwikkeld om controles van betere kwaliteit te verzekeren en het belang van een professioneel-kritische houding te versterken.

De door de IESBA gepubliceerde International Code of Ethics for Professional Accountants is een essentieel hulpmiddel waarin fundamentele beginselen en regels worden gecombineerd die professionele accountants en hun bureaus in de richting sturen van een bedrijfsmodel dat potentiële ethische conflicten en bedreigingen voor de onafhankelijkheid identificeert en vermijdt. Over de huidige praktijk om audit- en adviesdiensten gelijktijdig te verlenen, woedt een uitvoerig debat. De PIOB heeft de IESBA er daarom toe aangemoedigd de werkingssfeer van een project inzake toegelaten en verboden niet-assuranceopdrachten te verruimen. In 2019 heeft de IESBA een openbare raadpleging gehouden over een bijgewerkte standaard die het aanbieden van niet-assuranceopdrachten beperkt tot gecontroleerde bedrijven, samen met nog een project voor een nieuwe standaard die van auditors zou vereisen dat zij door tariefkwesties ontstane bedreigingen voor de onafhankelijkheid van auditors aanpakken (het tariefproject).

De PIOB heeft ook actief deelgenomen aan de discussies van de Monitoring Group over de hervorming van het bestaande bestuurs- en toezichtsmodel van internationale standaarden met betrekking tot accountantscontroles. Tevens heeft hij bijgedragen aan de ontwikkeling van een “kader voor openbaar belang” dat ten doel heeft een beter mechanisme te bieden voor de beoordeling van de wijze waarop het openbaar belang wordt behartigd in de gehele procedure voor het vaststellen van de standaarden. De Monitoring Group heeft op 14 juli 2020 zijn aanbevelingen gepubliceerd om het internationale stelsel voor de vaststelling van standaarden voor controles en gedragscodes te versterken ( “Strengthen the International Audit and Ethics Standard-Setting System”) 14 .

4.2.Bestuur en verantwoordingsplicht

De leden van de PIOB worden benoemd door de Monitoring Group, die eindverantwoordelijk is voor de algemene bestuursregelingen op het gebied van internationale controlestandaarden, waarborgen, gedragscodes en opleidingen.

De Monitoring Group, waarvan de Europese Commissie een van de leden is, controleert hoe de PIOB invulling geeft aan zijn rol op het gebied van het openbaar belang, met name wat betreft het toezicht van de PIOB op de procedure voor het vaststellen van de standaarden.

Om situaties te voorkomen waarin zich mogelijk belangenconflicten kunnen voordoen, dienen leden en personeelsleden van de PIOB de PIOB-gedragscode in acht te nemen. Het eerste beginsel van de PIOB-gedragscode luidt dat leden en personeelsleden van de PIOB geen zaken mogen behandelen waarbij hun oordeelsvermogen kan worden beïnvloed door een belangenconflict. Jaarlijks moet elk lid van de PIOB een verklaring betreffende de afwezigheid van belangenconflicten ondertekenen. In 2019 is geen melding gemaakt van gevallen van belangenconflicten van leden van de PIOB.

4.3.Ontwikkelingen in de diversificatie van financieringsbronnen in 2019

De financiering van de PIOB is erop gericht om zowel in theorie als praktijk zijn onafhankelijkheid te behouden. Om de doelstelling op het gebied van openbaar belang te verwezenlijken, zou een passende diversificatie van stabiele financieringsbronnen helpen, niet alleen om de continuïteit te handhaven maar ook om zijn onafhankelijkheid te waarborgen. Het belang van diversificatie van de financiering is reeds onderkend in de hervorming van de IFAC (Internationale Federatie van Accountants) van 2003, die de aanleiding was voor het huidige stelsel voor het opstellen van internationale standaarden, inclusief de PIOB.

Afgezien van een bijdrage in natura door Spanje (namelijk huur van het kantoor in Madrid), is de PIOB sinds zijn oprichting in 2005 tot en met 2010, toen het bij Besluit 716/2009/EG vastgestelde communautaire financieringsprogramma in werking trad, uitsluitend door de IFAC gefinancierd.

De middelen die de IFAC in een bepaald jaar beschikbaar stelt, vormen een maximale gegarandeerde bijdrage. De bijdragen die niet van de IFAC afkomstig zijn, zijn een vervanging en dus vermindering van de IFAC-bijdrage voor dat bepaalde jaar. Idealiter zou het percentage van de totale jaarlijkse kosten van de PIOB dat door de IFAC wordt gefinancierd, minder dan 50 % van het totaal moeten bedragen. Het is echter een stevige uitdaging gebleken om andere publieke financiers te vinden. De EU is al jaren de op een na grootste donor van de PIOB. In 2019 beliepen de ontvangsten van de PIOB (geldelijke bijdragen en bijdragen in natura) in totaal 1 858 346 EUR, waarvan 338 000 EUR (18,18 %) afkomstig was van de EU. De IFAC leverde een bijdrage van 1 201 028 EUR (64,62 %).

In artikel 9, lid 5, van de verordening is bepaald dat de Commissie, indien de financiering door de IFAC in een bepaald jaar meer dan twee derde van de totale jaarlijkse financiering van de PIOB bereikt, moet voorstellen om haar jaarlijkse bijdrage te beperken tot maximaal 300 000 EUR voor dat jaar. Dat is tot nu toe nog niet gebeurd. Omdat de financiering door de IFAC de kritieke drempel zoals bepaald in de verordening (66,66 %) niet heeft bereikt, hoeft de Commissie haar bijdrage aan de PIOB voor 2019 niet te herzien.

5. Conclusies en kwesties waarmee rekening moet worden gehouden

De huidige beoordeling van het financieringsprogramma door de Europese Commissie in 2019 bevestigt het belang en de meerwaarde van het financieringsprogramma van de EU. Zij bevestigt ook dat het programma de drie begunstigden (IFRS-stichting, EFRAG en PIOB) meer legitimiteit geeft om het Europese algemene belang te dienen door Europese standpunten op het gebied van financiële verslaglegging en controle van jaarrekeningen te ontwikkelen en bevorderen en ervoor te zorgen dat deze standpunten terdege worden meegenomen in de procedures voor de vaststelling van de standaarden van de IASB en de IFAC.


Wat de IFRS-stichting betreft, heeft de IASB maatregelen getroffen om de problemen aan te pakken die aan het licht zijn gekomen in de fase voorafgaand aan de invoering van IFRS 17. Daarbij werd de datum van inwerkingtreding met twee jaar uitgesteld, tot 1 januari 2023, en werden gerichte wijzigingen in IFRS 17 ingevoerd. In hoeverre rekening is gehouden met alle Europese zorgen, kan echter pas worden beoordeeld zodra de EFRAG zijn goedkeuringsadvies over de wijzigingen in IFRS 17 indient bij de Europese Commissie.


Bovendien blijkt uit de uitsplitsing van de financiering van de IFRS-stichting van 2019 dat de kloof tussen de financiële bijdragen en de vertegenwoordiging van de rechtsgebieden binnen de raad van trustees en de IASB verder is verbreed, nadat toch al sprake was van een onevenwichtige situatie. Het “Pan-Amerikaans” gebied heeft een bijzonder laag aandeel in de totale financiering (5 %) maar heeft hetzelfde aantal zetels als de EU, die 38 % van de totale financiering voor haar rekening neemt (Commissie en lidstaten), en heeft meer zetels dan Azië-Oceanië, dat 33 % van de financiering verstrekt.


Wat de EFRAG betreft, is de Commissie in het bijzonder ingenomen met de brede effectbeoordeling die de EFRAG heeft geïnitieerd ter onderbouwing van zijn toekomstige goedkeuringsadvies inzake IFRS 17 “Verzekeringscontracten” en de belangrijke invloed die hij heeft uitgeoefend in de technische bijstand aan de Commissie inzake mogelijke boekhoudkundige alternatieven voor eigenvermogensinstrumenten op de lange termijn, waarbij de EFRAG de Commissie heeft aanbevolen om de IASB te verzoeken om een “snelle” herziening van “non-recycling” van eigenvermogensinstrumenten in IFRS 9.


De PIOB heeft als taak onafhankelijk toezicht uit te oefenen om beleggers en anderen te verzekeren dat de standaarden met betrekking tot accountantscontroles zijn vastgesteld in het openbaar belang. De door de Monitoring Group gestarte hervorming moet de toezichthoudende rol van de PIOB versterken en zijn financieringsbasis vergroten.


Aanhangsel 1 — Samenvatting van IFRS-activiteiten in 2019

StandaardIASB-uitgiftedatumToepassingsdatumPublicatiedatum Publicatieblad
IFRS 17 – Verzekeringscontracten18.5.20171.1.2023
Wijziging in IAS 28 – Langetermijnbelangen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures12.10.20171.1.201911.2.2019
Jaarlijkse verbeteringen 2015-201712.12.20171.1.201915.3.2019
Wijzigingen in IAS 19 – Wijziging, inperking of afwikkeling van een programma7.2.20181.1.201914.3.2019
Wijzigingen van verwijzingen naar het conceptueel raamwerk in IFRS-standaarden29.3.20181.1.20206.12.2019
Wijzigingen in IFRS 3 – Definitie van “onderneming”22.10.20181.1.202022.4.2020
Wijzigingen in IAS 1 en IAS 8 – Definitie van “materieel”31.10.20181.1.202010.12.2019
Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 – Hervorming van de referentierentevoeten (fase 1)26.9.20191.1.202016.1.2020
Wijzigingen in IAS 1 – Presentatie van jaarrekeningen (Classificatie van de verplichting als kortlopend of langlopend)23.1.20201.1.2023
Wijziging in IFRS 16 – Leaseovereenkomsten28.5.20201.6.2020
Wijzigingen in IFRS 17, IFRS 9 en IFRS 4 – Mogelijkheid van uitstel25.6.20201.1.2023
Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39 en IFRS 7 – Hervorming van de referentierentevoeten (fase 2)27.8.20201.1.2021

In subsidieaanvragen vermelde projecten201820192020Opmerkingen

Project gericht op betere communicatie
Financiële basisoverzichtenWerkprogrammaConsultatiedocument 17.12.2019WerkprogrammaDoelgerichte verbetering van de structuur en inhoud van financiële basisoverzichten. Feedback op consultatiedocument verwacht in Q4 2020.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – OpenbaarmakingsbeginselenDiscussienota 30.3.2017Projectsamenvatting, gepubliceerd in maart 2019Project voltooid.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – Gerichte evaluatie van openbaarmakingen per standaardWerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaProject gericht op toetsing van de openbaarmakingsvereisten van IFRS 13 “Waardering tegen reële waarde” en IAS 19 “Personeelsbeloningen” aan de nieuwe door de IASB vastgestelde leidende beginselen.

Consultatiedocument uitgesteld naar H1 2021.
Initiatief op het gebied van de informatieverschaffing – WaarderingsregelsWerkprogrammaConsultatiedocument 1.8.2019WerkprogrammaProject gericht op verbetering van de informatieverschaffing over waarderingsregels door toepassing van het materialiteitsbeginsel. Feedback op consultatiedocument verwacht in Q4 2020
Toelichting van de directieWerkprogrammaWerkprogrammaConsultatiedocument verwacht in Q1 2021Project om praktijkhandreiking 1 inzake de toelichting van de directie te herzien en bij te werken als aanvullend en ondersteunend instrument bij de jaarrekeningen.
Onderzoeksprojecten
Bedrijfscombinatie onder gemeenschappelijke leidingWerkprogrammaWerkprogrammaDiscussienota verwacht in Q4 2020Gericht op het terugdringen van de diversiteit in de verslaglegging van bedrijfscombinaties onder gemeenschappelijke leiding.
DisconteringsvoetWerkprogrammaProjectsamenvatting, gepubliceerd in februari 2019Project voltooid.
Dynamisch risicobeheerWerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksprogramma betreffende macro hedging (dekkingstransacties op portefeuilleniveau) dat gericht is op het ontwerpen van een verslagleggingsmodel voor het vastleggen van het effect van hedging en dynamisch risicobeheer. Outreach kernmodel verwacht in Q4 2020 alvorens een tweede discussienota wordt uitgewerkt.
Financiële instrumenten met de kenmerken van eigen vermogenWerkprogrammaDiscussienota juni 2018LopendVerduidelijking van de presentatie van financiële instrumenten met zowel een vreemdvermogenscomponent als een eigenvermogenscomponent. Bedoeld om de vereisten van IAS 32 “Presentatie van financieringsinstrumenten” te verduidelijken. Besluit inzake projectleiding verwacht in Q4 2020.
Goodwill en bijzondere waardeverminderingWerkprogrammaWerkprogrammaDiscussienota 19.3.2020Onderzoeksproject om te verzekeren dat bijzondere waardevermindering van goodwill tijdig wordt onderkend. Bedoeld om de vereisten van IAS 36 te verbeteren.
Activiteiten onderworpen aan tariefreguleringWerkprogrammaWerkprogrammaConsultatiedocument verwacht in Q4 2020Project gericht op het nagaan van de effecten van tariefregulering in gevallen waarin het prijsbeleid van ondernemingen aan regulering is onderworpen.
WinningsactiviteitenWerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksproject met het oog op verbetering van IFRS 6 “Exploratie en evaluatie van minerale hulpbronnen”. Herziening onderzoek in H1 2021.
Op opbrengsten van activa berustende pensioenuitkeringen.WerkprogrammaWerkprogrammaOnderzoeksproject om voorstellen te ontwikkelen om beperkte wijzigingen in IAS 19 “Pensioenuitkeringen” door te voeren voor op opbrengsten van activa berustende pensioenuitkeringen.

Herziening onderzoek in Q4 2020.
Postimplementatiecontrole van IFRS 10, IFRS 11 en IFRS 12WerkprogrammaWerkprogrammaControle gericht op het vaststellen van de invloed van IFRS 10 “Geconsolideerde jaarrekening”, IFRS 11 “Gezamenlijke overeenkomsten” en IFRS 12 “Informatieverschaffing over belangen in andere entiteiten”. Verzoek om informatie verwacht in Q4 2020.
Onderhoudsprojecten – Reikwijdtebeperkende wijzigingen
Waarderingsregels en boekhoudkundige schattingen (Wijzigingen in IAS 8)WerkprogrammaWerkprogrammaWijziging verwacht in Q4 2020Verduidelijking van het verschil tussen waarderingsregels en boekhoudkundige schattingen.
Wijzigingen in waarderingsregels (Wijziging in IAS 8)WerkprogrammaConsultatiedocument 26.3.2018WerkprogrammaGericht op het verlagen van de onuitvoerbaarheidsdrempel bij toepassing met terugwerkende kracht van vrijwillige wijzigingen van waarderingsregels. Besluit inzake projectleiding verwacht in Q4 2020.
Beschikbaarheid van een terugbetaling (Wijzigingen in IFRIC 14)WerkprogrammaWerkprogrammaWerkprogrammaVerduidelijking van wanneer derden het recht hebben om bepaalde wijzigingen aan te brengen in de toegezegdpensioenregeling van een onderneming.
Tarieven in de 10-procenttest inzake posten die niet langer in de balans worden opgenomen (Wijziging in IFRS 9)WerkprogrammaWerkprogrammaWijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Leasebonussen (wijziging in voorbeeld 13 bij IFRS 16)WerkprogrammaConsultatiedocument,

gepubliceerd in mei 2019
Wijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Verbeteringen in IFRS 8 – Operationele segmentenConsultatiedocument 29.3.2017Projectsamenvatting, gepubliceerd in februari 2019Project beëindigd na feedback op het consultatiedocument.
Materiële vaste activa: Opbrengsten vóór beoogd gebruik

(Wijzigingen in IAS 16)
Consultatiedocument 20.6.2017WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Belasting bij waardering tegen reële waarde (wijzigingen in IAS 41)WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Hervorming IBOR en gevolgen daarvan voor de financiële verslagleggingFase 1 gepubliceerd op 26.9.2019Fase 2 gepubliceerd op 27.8.2020Project voltooid.
Verlieslatende overeenkomsten – Kosten verbonden aan het nakomen van de contractuele verplichtingen (wijziging in IAS 37)Consultatiedocument 13.12.2018Wijziging gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Dochteronderneming als eerste toepasser (wijzigingen in IFRS 1)WerkprogrammaWijzigingen gepubliceerd op 14.5.2020Project voltooid.
Uitgebreide evaluatie van de IFRS voor kmo’s 2019WerkprogrammaWerkprogrammaTweede uitgebreide evaluatie van de IFRS voor kmo’s.
Uitgestelde belastingvorderingen die verband houden met activa en verplichtingen die resulteren uit één verrichting

(Wijzigingen in IAS 12)
Consultatiedocument 17.7.2010WerkprogrammaVerandering in de vereisten met betrekking tot de verslaglegging ter zake van uitgestelde belastingvorderingen wanneer een entiteit verrichtingen zoals leases of ontmantelingsverplichtingen boekt door zowel een activum als een passivum te onderscheiden. Besluit inzake projectleiding verwacht in november 2020.
Gebrek aan uitwisselbaarheid (wijziging in IAS 21)WerkprogrammaWerkprogrammaWijzigingen met betrekking tot de contante wisselkoers die een entiteit gebruikt wanneer twee valuta niet uitwisselbaar zijn. Consultatiedocument verwacht, maar nog geen datum vastgesteld.
Voorzieningen – Gerichte verbeteringenWerkprogrammaWerkprogrammaVoorstellen voor drie gerichte verbeteringen in IAS 37 “Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa”. Afstemming van de definitie van passiva en vereisten voor het identificeren van passiva met het conceptueel kader voor financiële verslaglegging; en verduidelijking van twee aspecten van de waarderingsvereisten. Besluit inzake projectleiding verwacht, maar nog geen datum vastgesteld.


Aanhangsel 2 — Specificatie van de financiering van de IFRS-stichting in 2019

Specificatie van de financiering van de IFRS-stichting
Herkomst van financiële bijdragenBijdrage 2019Bijdrage 2018Bijdrage 2017Aantal trusteesOntwikkeling tegen constante wisselkoers
2019/20182018/2017
Internationale accountantsbureaus19,8 %24,0 %34,7 %-29,7 %-31,8 %
Europese Commissie20,7 %18,5 %16,5 %0,5 %2,0 %
EU-lidstaten17,8 %17,2 %15,9 %6-6,5 %-4,0 %
Azië/Oceanië33,5 %30,8 %23,9 %6-0,8 %7,9 %
Noord- en Zuid-Amerika5,1 %6,1 %5,8 %6-21,4 %-10,8 %
Afrika0,0 %0,6 %0,5 %1-94,8 %0,0 %
Andere3,0 %2,7 %2,6 %3-2,5 %-5,4 %
Totaal22-10,6 %-9,7 %

Bron: IFRS-stichting

Aanhangsel 3 — Specificatie van financiering van de EFRAG in 2019

BIJDRAGEN 000 EUR
20192018
Europese belanghebbendenorganisaties
Accountancy Europe240300
BUSINESSEUROPE125125
INSURANCE EUROPE7575
EBF7575
ESBG7575
EACB7575
EFAA2525
EFFAS1515
Totaal705765
Nationale organisaties
Frankrijk350350
Duitsland350350
VK350350
Italië 15290290
Zweden100100
Denemarken5050
Nederland5050
Spanje5050
Luxemburg1010
Totaal16001600

Bron: EFRAG


Aanhangsel 4: Gegevens inzake gendergelijkheid bij de EFRAG per 31 december 2019

GroepPercentage manPercentage vrouwPercentage Midden- en Oost-EuropaAantal nationaliteiten
Bestuur EFRAG76 %24 %0 %9
EFRAG TEG81 %19 %0 % (sinds 1 april 2020 6 %)8 (sinds 1 april 2020: 9)
Werkgroepen en adviespanels van EFRAG TEG81 %19 %2 %Tussen 5 en 14
Stuurgroep European Lab59 %41 %12 %13
Projecttaskforce van European Lab52 %48 %13 %13
EFRAG-secretariaat

Beheer

Technisch medewerker

Ondersteunend personeel

0 %

50 %

0 %

100 %

50 %

100 %

0 %

14 %

0 %

3

10

3

Bron: EFRAG

(1)

PB L 105 van 8.4.2014, blz. 1.

(2)

PB L 129 van 19.5.2017, blz. 24.

(3)

 De laatste beoordeling van het verslag werd opgenomen als bijlage 3 bij het jaarverslag 2019 over de activiteiten van de IFRS-stichting, EFRAG en PIOB in 2018, 29.10.2019, COM/2019/549 final.

(4)

A8-0172/2016 Verslag inzake de evaluatie van de internationale standaard voor jaarrekeningen (IAS) en de werkzaamheden van de International Financial Reporting Standards (IFRS) Foundation, de European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) en de Public Interest Oversight Board (PIOB).

(5)

 De door de Europese Unie verstrekte financiering is ook bestemd voor een tijdige bijwerking van de IFRS-taxonomie, die op haar beurt dienst doet als input voor het Europees uniform verslagleggingsformaat (European Single Electronic Format, ESEF).

(6)

Zie de volgende link: https://www.ifrs.org/groups/international-accounting-standards-board/pages/board-member-external-engagement

(7)

Overweging 7.

(8)

Sinds 2015 levert de Securities and Exchange Commission geen bijdragen meer aan de financiering van de IFRS-stichting. De financiering uit de VS bestaat alleen in vrijwillige bijdragen van particuliere organisaties.

(9)

Zie Besluit van de Commissie van 22.5.2019, C(2019) 3760 final.

(10)

 Should IFRS Standards be more “European”? Verslag van Philippe Maystadt, oktober 2013.

(11)

 Zie de volgende link: 

https://efrag.org/About/AnnualReports


(12)

De IFAC is een particuliere organisatie die accountants en auditors wereldwijd vertegenwoordigt.

(13)

https://ipiob.org/wp-content/uploads/2020/11/PIOB-Fifteenth-Public-Report-2019-1.pdf


(14)

  https://www.iosco.org/about/monitoring_group/pdf/2020-07-MG-Paper-Strengthening-The-International-Audit-And-Ethics-Standard-Setting-System.pdf  

(15)

Gedurende een deel van 2018 detacheerde OIC een personeelslid naar EFRAG, met een jaarequivalent van 60 000 EUR