Bijlagen bij COM(2021)89 - Deelname van de Unie aan het door verscheidene lidstaten gemeenschappelijk opgezette Europees partnerschap inzake metrologie

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage III en bijlage V bij de verordening Horizon Europa, en vloeit de output met die van de andere onderdelen van Horizon Europa in één databank. Het verslagleggings- en monitoringsysteem levert belangrijke beheers- en uitvoeringsgegevens op (waaronder microgegevens op het niveau van afzonderlijke entiteiten), maakt het mogelijk de vooruitgang te volgen aan de hand van de effecttrajecten (waaronder de vooruitgang bij de verwezenlijking van de EU-prioriteiten) en de criteria van het partnerschap. Het partnerschap brengt verslag uit over specifieke indicatoren (die niet onder de effecttrajecten vallen) aan de hand waarvan de vooruitgang kan worden gemeten die op korte, middellange en lange termijn is geboekt bij het verwezenlijken van de visie en de specifieke en operationele doelstellingen van het partnerschap, zoals uiteengezet in de verordening tot oprichting van het partnerschap, met inbegrip van de doelstellingen die voor 2030 zijn vastgesteld. De indicatoren, gegevensbronnen en methodologieën maken het mogelijk een beoordeling in de loop van de tijd te maken van de bereikte resultaten, de vorderingen in het sorteren van effecten, waaronder de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen van de EU, en de potentiële behoeften aan corrigerende maatregelen. Daarbij moeten zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens in aanmerking worden genomen, moeten de verantwoordelijkheden aangaande gegevensverzameling worden vastgesteld en moeten concrete benaderingen worden gezocht voor de ontwikkeling van realistische uitgangswaarden, streefcijfers en/of benchmarks om, in voorkomend geval, en in overeenstemming met de effectbenadering van Horizon Europa, de vorderingen te volgen. Alle verzamelde informatie wordt in bijna-realtime aan de diensten van de Commissie verstrekt op basis van gemeenschappelijke gegevensmodellen en vloeit in één databank als bedoeld in artikel 45 van de verordening Horizon Europa. Daartoe worden passende verslagleggingssystemen opgezet ter ondersteuning van continue en transparante verslaglegging, onder meer over toegezegde en daadwerkelijk verstrekte financiële bijdragen en bijdragen in natura, zichtbaarheid en positionering in de internationale context, de effecten op onderzoek en de innovatiegerelateerde risico’s bij investeringen uit de private sector. De verslaglegging moet in overeenstemming zijn met de standaard verslagleggingsvereisten van Horizon Europa. Bij de ontwikkeling van de verslagleggingssystemen in het kader van het strategische coördinatieproces zijn ook vertegenwoordigers van de lidstaten en van het partnerschap betrokken om te zorgen voor synchronisatie en coördinatie van de verslagleggings- en monitoringinspanningen, onder meer wat betreft de verdeling van de taken op het gebied van gegevensverzameling en verslaglegging. Het verslagleggingssysteem gaat op projectniveau in op gedetailleerde informatie over de gefinancierde projecten, de resultaten ervan, de verspreiding en het gebruik ervan door de belangrijkste doelgroepen, en het verschil dat dit uiteindelijk maakt voor de wetenschap, de economie, de samenleving en/of het milieu, in overeenstemming met de doelstellingen van de projecten en de beoogde effecten. Dit moet worden aangevuld met relevante gegevens over de toegevoegde waarde en het effect van het partnerschap op Europees, nationaal en regionaal niveau. Er moet voor een passend mechanisme voor het delen van gegevens met gemeenschappelijke databases voor monitoring en verslaglegging in het kader van Horizon Europa worden gezorgd.

Voor het einde van 2024 zal de Commissie een tussentijdse toetsing van het initiatief verrichten. Zij zal de conclusies van die toetsing, vergezeld van haar opmerkingen, uiterlijk op 30 juni 2025 meedelen aan het Europees Parlement en de Raad. Binnen zes maanden na de liquidatie van het initiatief, maar uiterlijk twee jaar na het inleiden van de liquidatieprocedure, zal de Commissie een eindevaluatie van het initiatief verrichten. De resultaten van de eindevaluatie zullen worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

Uiterlijk op 15 februari van elk jaar legt Euramet de Commissie ter goedkeuring een jaarlijks activiteitenverslag voor over de door het partnerschap in het voorgaande kalenderjaar geboekte vooruitgang, met name met betrekking tot het werkprogramma voor dat jaar. In dat verslag wordt informatie opgenomen over verricht onderzoek, innovatie en andere uitgevoerde acties en de daarmee verband houdende uitgaven; de ingediende voorstellen, uitgesplitst naar soort deelnemer en per land; de voor financiering geselecteerde acties onder contract, uitgesplitst naar soort deelnemer en per land, met vermelding van de bijdrage van de Unie voor de afzonderlijke deelnemers en acties.

2.2.Beheers- en controlesyste(e)m(en) 

2.2.1.Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Indirect beheer is gerechtvaardigd omdat het Europees partnerschap inzake metrologie een publiek-publiek partnerschap is waarvoor een deel van de financiering vanuit de deelnemende staten in de vorm van bijdragen in natura is gekomen.

Elk jaar zal het besluit over de bijdrage aan het Europees partnerschap inzake metrologie op grond van de voor dat jaar vastgestelde EU-begroting worden genomen.

In een delegatieovereenkomst tussen de Europese Commissie en Euramet zal worden vermeld dat de Commissie voor de taken die elk jaar moeten worden uitgevoerd, zodra met Euramet een overeenkomst betreffende de overdracht van middelen is gesloten een bijdrage zal betalen. De delegatieovereenkomst moet worden voorafgegaan door een beoordeling van Euramet om het internecontrolekader en het financieel beheer te beoordelen.

De Commissie zal ervoor zorgen dat de regels die van toepassing zijn op het Europees partnerschap inzake metrologie volledig met de vereisten van het Financieel Reglement in overeenstemming zijn.

Door toezichtregelingen, waaronder toezicht door de Unie op het bestuur van het partnerschap, wordt ervoor gezorgd dat de diensten van de Commissie kunnen voldoen aan de eisen van verantwoording aan zowel het College als de begrotingsautoriteit.

Het internecontrolekader voor Euramet voor de uitvoering van het Europees partnerschap inzake metrologie is gebaseerd op:

• de toepassing van de internecontrolenormen die ten minste even sterke waarborgen bieden als die van de Commissie;

• procedures voor het selecteren van de beste projecten door middel van onafhankelijke evaluatie, en voor de vertaling daarvan naar rechtsinstrumenten;

• project- en contractbeheer gedurende de gehele projectcyclus;

• ex-antecontroles van alle declaraties (met inbegrip van het opvragen van auditcertificaten) en ex-antecertificering van methoden voor de kostenberekening;

• controles achteraf van een steekproef van de declaraties als onderdeel van de controles achteraf van Horizon Europa;

• wetenschappelijke evaluatie van projectresultaten.

2.2.2.Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

1) Capaciteit van de specifieke uitvoeringsstructuur Euramet om de begroting van de Unie te beheren en de financiële belangen van de EU te beschermen.

De controlemethode zal in overeenstemming zijn met de vereisten van de financiële regelgeving van de EU, en met name ervoor zorgen dat de Commissie het recht behoudt haar bijdrage te beëindigen, te verlagen of te schorsen indien de uitvoering niet aanvaardbaar of passend is.

2) Capaciteit van deelnemende staten om hun bijdragen aan het programma te financieren.

EU-middelen kunnen pas worden vrijgegeven na bewijs van nationale financiële verbintenissen, zowel op het niveau van de jaarlijkse financieringsovereenkomst als op het niveau van betalingen aan nationale deelnemers aan de projecten. Nog een waarborg is erin gelegen dat de EU-financiering niet groter kan zijn dan 50 % van de totale in het programma verstrekte overheidsfinanciering en dat de EU-financiering niet kan worden gebruikt voor administratieve uitgaven.

2.2.3.Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting). 

Aangezien de regels voor deelname aan Horizon Europa die van toepassing zijn op het partnerschap inzake metrologie vergelijkbaar zijn met, of zelfs identiek zijn aan de regels die door de Commissie in het kader van haar werkprogramma toegepast zullen worden, en met een groep begunstigden met een gelijksoortig risicoprofiel als die van de Commissie, kan worden verwacht dat de foutenmarge vergelijkbaar zal zijn met het door de Commissie voor Horizon Europa vastgestelde niveau, d.w.z. dat er een redelijke zekerheid bestaat dat het foutenrisico gedurende de meerjarige uitgavenperiode op jaarbasis tussen de 2 en 5 % beweegt, met als einddoel tot een resterend foutenpercentage te komen dat zo dicht mogelijk bij 2 % ligt bij de sluiting van de meerjarige programma’s, wanneer rekening is gehouden met het financiële effect van alle audits en corrigerende en herstelmaatregelen.

Zie het financieel memorandum voor Horizon Europa voor nadere informatie over het met betrekking tot de deelnemers verwachte foutenpercentage.

2.3.Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden 

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De Commissie draagt er zorg voor dat procedures voor fraudebestrijding in alle stadia van het beheerproces worden toegepast door het Europees partnerschap inzake metrologie.

De voorstellen voor Horizon Europa zijn onderworpen aan fraudegevoeligheidstests en aan een beoordeling van de effecten ervan. In het algemeen zouden de voorgestelde maatregelen een positief effect op de fraudebestrijding moeten hebben, met name door de grotere nadruk op risicogebaseerde audits en een uitgebreidere wetenschappelijke evaluatie en controle.

De Commissie zal ervoor zorgen dat de passende maatregelen zijn genomen bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties, de financiële belangen van de Unie via de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten worden beschermd door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende bestuurlijke en financiële sancties.

Bij de uitvoering van het huidige Empir-initiatief overeenkomstig artikel 185 werkt Euramet reeds op het gebied van fraude en onregelmatigheden met de diensten van de Commissie samen. De Commissie zal ervoor zorgen dat deze samenwerking wordt voortgezet en versterkt.

De Rekenkamer is bevoegd om bij alle begunstigden van subsidies, contractanten en subcontractanten die uit hoofde van het programma EU-middelen hebben ontvangen, controles op stukken of controles en verificaties ter plaatse te verrichten.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan, overeenkomstig de procedures van Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96, controles en verificaties ter plaatse bij de direct of indirect bij de financiering betrokken marktdeelnemers verrichten om vast te stellen of er sprake is geweest van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten in verband met een subsidieovereenkomst of -besluit of een contract betreffende financiering door de Unie, waardoor de financiële belangen van de Unie zijn geschaad.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 

3.1.Rubriek van het meerjarige financiële kader en voorgesteld(e) nieuw(e) begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven 

Rubriek van het meerjarige financiële kaderBegrotingsonderdeelSoort
uitgaven
Bijdrage
Rubriek 1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid – Horizon Europa
GK/ NGK 21van EVA-landen 22

van kandidaat-lidstaten 23

van derde landenin de zin van artikel 21, lid 2, punt b), van het Financieel Reglement
10102 02 40 — cluster Digitaal, industrie en ruimte

GKJAJAJAJA

3.2.Geraamde gevolgen voor de uitgaven 

3.2.1.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven 

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader1Rubriek Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid

Horizon Europa

2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
Beleidskredieten (uitgesplitst naar de onder 3.1 vermelde begrotingsonderdelen)Vastleggingen1)26,00043,00051,00051,00047,00043,00039,000300,000
Betalingen2)011,70031,05044,90050,20049,20045,60067,350300,000
Uit het budget van het programma gefinancierde administratieve kredieten 24  Vastleggingen = betalingen3)0,3810,3890,3960,4050,4130,4200,430-2,834
TOTAAL kredieten voor het budget van het programmaVastleggingen=1+326,38143,38951,39651,40547,41343,42039,430302,834
Betalingen=2+30,38112,08931,44645,30550,61349,62046,03067,350302,834


Rubriek van het meerjarige financiële kader
7“Administratieve uitgaven”

Dit deel moet worden ingevuld aan de hand van de “administratieve begrotingsgegevens”, die eerst moeten worden opgenomen in de bijlage bij het financieel memorandum , te uploaden in DECIDE met het oog op overleg tussen de diensten.


in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
Personele middelen-------0
Andere administratieve uitgaven-------0
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 7 van het meerjarige financiële kader(totaal vastleggingen = totaal betalingen)-------0

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
TOTAAL kredieten
voor alle rubrieken
van het meerjarig financieel kader
Vastleggingen26,38143,38951,39651,40547,41343,42039,430302,834
Betalingen0,38112,08931,44645,30550,61349,62046,03067,350302,834

3.2.2.Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

–☑    Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaren2021202220232024202520262027TOTAAL

RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader
Personele middelen
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 7 25  
of the multiannual financial framework

Personele middelen
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal
buiten RUBRIEK 7 
van het meerjarig financieel kader

TOTAAL0

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.


3.2.2.1.Geraamde personeelsbehoeften

–◻    Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

–☑    Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven 26 :

Raming in voltijdequivalenten

Jaren2021202220232024202520262027
•Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
Zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie
Delegaties-------
Onderzoek2,52,52,52,52,52,52,5
• Extern personeel (in voltijdequivalenten = VTE) — AC, AL, END, INT en JPD 27

Rubriek 7
Gefinancierd uit RUBRIEK 7 van het meerjarige financiële kader - zetel
-------
- delegaties
-------
Gefinancierd uit het budget van het programma  28- zetel
-------
- delegaties
-------
Onderzoek-------
Overige (specificeer)-------
TOTAAL2,52,52,52,52,52,52,5

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeelVoor programmasupervisie en beleidsrichtsnoeren en administratieve taken en verantwoordelijkheden op het gebied van evaluatie/bestuurstaken voor de Commissie
Extern personeeln.v.t.

3.2.3.Bijdragen van derden 

Het voorstel/initiatief:

–◻    voorziet niet in medefinanciering door derden

–☑    voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaren2021202220232024202520262027TOTAAL
Deelnemende staten 31,00052,00062,00062,00057,00052,00047,000363,000
TOTAAL medegefinancierde kredieten31,00052,00062,00062,00057,00052,00047,000363,000


3.3.Geraamde gevolgen voor de ontvangsten 

–☑    Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

–◻    Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:

voor de eigen middelen

voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻    

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Gevolgen van het voorstel/initiatief 29
2021202220232024202520262027
Artikel ………….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[…]

Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie). 

[…]


(1) Verordening (EU) ... [de verordening Horizon Europa].
(2) Aangezien één initiatief op het gebied van high-performance computing al in 2017 aan een effectbeoordeling was onderworpen (SEC(2018) 47) werden slechts 12 initiatieven aan de gecoördineerde effectbeoordeling onderworpen.
(3) Het Verslag inzake strategische prognoses 2020 van de Europese Commissie stelt dat de EU “nu [moet] werken aan de versterking van toekomstgerichte allianties zodat zij internationale normen en regels kan blijven vormgeven op een manier die de Europese waarden en belangen weerspiegelt” (Verslag inzake strategische prognoses 2020 – De koers naar een veerkrachtiger Europa, blz. 15).
(4) Referentie effectbeoordeling Europees partnerschap inzake metrologie
(5) De openbare raadpleging vond plaats tussen september en november 2019.
(6) Technopolis Group (2020), Impact Assessment Study for Institutionalised European Partnerships under Horizon Europe (effectbeoordeling voor geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen in het kader van Horizon Europa), eindverslag van het onderzoek voor de Europese Commissie, DG Onderzoek & Innovatie.
(7) De Commissie heeft deskundigen van de ministeries in de EU en de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) die het nationale programma’s voor metrologie in hun land uitvoerden geraadpleegd. Van de 32 landen hebben er 20 feedback gegeven, waarvan 16 duidelijk hun steun hebben uitgesproken voor de voortzetting van het metrologie-initiatief in de vorm van een geïnstitutionaliseerd partnerschap, terwijl er geen inbreng tegen dit idee is binnengekomen. In totaal vond 89 % van de contactpersonen metrologie relevant voor hun onderzoeksorganisaties, waaronder universiteiten, terwijl 86 % belang zag voor nationaal beleid en nationale prioriteiten.
(8) PB C , blz. .
(9) Verordening [XXX] van het Europees Parlement en de Raad [datum] tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB C , , blz.). [Volledige referentie invoegen a.u.b.].
(10) Europese Commissie (2018), Effectbeoordeling Horizon Europa, SWD(2018) 307.
(11) Besluit nr. 555/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet Europees programma voor innovatie en onderzoek op het gebied van de metrologie (EMPIR) (PB L 169 van 7.6.2014, blz. 2).
(12) Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).
(13) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(14) Verordening (EU) XXX van de Raad van... (PB...).
(15) Verordening [XXX] van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (PB C [...], [...], blz. [...]). [Volledige referentie invoegen a.u.b.].
(16) Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
(17) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
(18) Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) ( PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).
(19) In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.
(20) Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx  
(21) GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
(22) EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
(23) Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.
(24) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek. Voor het beheer van acties in het kader van Horizon Europa. De VTE-kosten worden bepaald op basis van de gemiddelde jaarlijkse kosten die vanaf 2021 moeten worden aangehouden voor de salarissen voor vast personeel (0,127 EUR) en andere administratieve kosten (0,025 EUR) die betrekking hebben op gebouwen en IT-kosten voor personeel voor onderzoek door derden. Voor de periode 2022-27 is een jaarlijkse indexering van 2 % toegepast. De indicatie van de personeelsbehoeften in de DG’s van de Commissie is eveneens indicatief en niet-bindend.
(25) Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
(26) De indicatie van de personeelsbehoeften in de DG’s van de Commissie is eveneens indicatief en niet-bindend.
(27) AC= Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL= Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT= Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).
(28) Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).
(29) Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.