Bijlagen bij COM(2021)184 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening tot vaststelling van het programma Creatief Europa (2021-2027)

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (de MFK-verordening);

–Een procentuele uitsplitsing van de begroting per onderdeel van het programma;

–Een sterkere band tussen de Europese Filmacademie en de LUX-prijs van het Europees Parlement, zonder dat de Europese Filmacademie een aangewezen begunstigde is;

–De mogelijkheid voor het Jeugdorkest van de Europese Unie om deel te nemen aan vergelijkende oproepen tot het indienen van voorstellen zonder dat het een aangewezen begunstigde is;

–Het behoud van het MEDIA-logo;

–Een artikel over het verzamelen van gegevens;

–De erkenning van de intrinsieke en economische waarde van cultuur;

–Een duidelijker gedefinieerde lijst van programma-acties in de bijlage;

–De introductie van de thema’s inclusie en gendergelijkheid als transversale beginselen bij de uitvoering van het programma;

–Een duidelijkere erkenning van de verschillen tussen landen op het gebied van de productie, de distributie en de toegankelijkheid van audiovisuele inhoud en van hun taalkundige en geografische bijzonderheden.

De Commissie stemde ook in met de volgende intentieverklaring met betrekking tot het Jeugdorkest van de Europese Unie:

“In de context van overweging 23 en bijlage I, artikel 1, speciale acties e), en artikel 7, lid 5, van bovengenoemde verordening, zoals overeengekomen door de medewetgevers op 14 december 2020, bevestigt de Europese Commissie haar voornemen om oproepen tot het indienen van voorstellen uit te schrijven waarbij aanvragen voor meerjarige exploitatiesubsidies kunnen worden ingediend die het Jeugdorkest van de Europese Unie en andere entiteiten zouden kunnen aanvragen en die de nodige stabiliteit zouden bieden om aan de behoeften van deze entiteiten te voldoen. Deze oproepen zullen afhankelijk zijn van de goedkeuring van werkprogramma’s, waarin de precieze voorwaarden zullen worden vastgesteld, zoals het tijdschema van de oproepen of de looptijd van de geplande subsidieovereenkomsten. De Commissie bevestigt voorts haar voornemen om de eerste oproep in het kader van het jaarlijkse werkprogramma voor 2021 uit te schrijven. Dit voornemen is afhankelijk van de vaststelling van bovengenoemde verordening en van het definitieve akkoord over de begroting van de Unie voor 2021.”

Met betrekking tot het behoud van het MEDIA-logo heeft de Commissie de volgende verklaring afgelegd:

“De Commissie betreurt dat de medewetgevers hebben besloten het MEDIA-logo te behouden. Dit druist in tegen het horizontale beginsel geen programmaspecifieke logo's te gebruiken in het kader van de toekomstige langetermijnbegroting. Door de verschillende EU‑programma’s het gemeenschappelijke Europese embleem te laten gebruiken, wil de Commissie ervoor zorgen dat de Europeanen de Unie als één geheel ervaren. Het embleem is gemeenschappelijk aan alle EU‑instellingen en zal een belangrijk bestanddeel zijn van de eenvoudige, coherente en bindende voorschriften inzake zichtbaarheid en communicatie voor de verschillende programma’s. Met het oog op het bereiken van een algemeen akkoord over het programma kan de Commissie instemmen met het behoud van het MEDIA-logo, op voorwaarde dat het beperkt blijft tot de looptijd van de betrokken programmeringsperiode.

De Commissie blijft ervan overtuigd dat de communicatie en de zichtbaarheid van het EU‑optreden naar een breed publiek doeltreffender is zonder programmaspecifieke logo’s. De Commissie blijft bereid om dit ruim vóór de onderhandelingen over de volgende programmeringsperiode bij de medewetgevers verder te onderbouwen.”

Nadat de Raad zijn standpunt in eerste lezing heeft vastgesteld, wordt verwacht dat het Europees Parlement het in de trialogen bereikte akkoord formeel zal bekrachtigen.

4. Opmerkingen over het standpunt van de Raad

Het standpunt van de Raad weerspiegelt het in de trialogen bereikte akkoord. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het voorstel van de Commissie zijn:

–De vaststelling van de financiële middelen voor het programma op 1 842 000 000 EUR in lopende prijzen en een extra verhoging van 600 000 000 EUR in prijzen van 2018, als gevolg van de programmaspecifieke aanpassing als bedoeld in artikel 5 van en bijlage II bij Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (de MFK-verordening);

–Een uitsplitsing van de begroting per onderdeel in percentages in plaats van in absolute cijfers;

–Meer aandacht voor de thema’s inclusie en gendergelijkheid;

–Een verwijzing naar het “gelijk speelveld” in het kader van het onderdeel MEDIA van het programma;

–Een nadrukkelijkere verwijzing naar muziek;

–De erkenning van de intrinsieke en economische waarde van cultuur;

–De schrapping van de Europese Filmacademie en het Jeugdorkest van de Europese Unie als aangewezen begunstigden;

–De toevoeging van een artikel inzake comitologie;

–Een artikel over het verzamelen van gegevens;

–Herziene indicatoren;

–Een vaste looptijd van het programma die op het meerjarig financieel kader is afgestemd;

–Een verwijzing naar bepalingen inzake retroactiviteit;

In het algemeen wordt in het bereikte akkoord vastgehouden aan de doelstellingen van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie; er wordt eenzelfde mate van ambitie aan de dag gelegd, maar er wordt in de nodige flexibiliteit voorzien om het programma uit te voeren.

5. Conclusie

De Commissie gaat akkoord met het standpunt van de Raad.