Bijlagen bij COM(2021)213 - Europese structuur- en investeringsfondsen 2014-2020 Samenvattend verslag van 2020 over de jaarlijkse uitvoeringsverslagen van de programma’s voor de periode 2014-2019

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage 3 bevat nadere gegevens over de toewijzing en de uitgaven van de fondsen op klimaatgebied.

Er zijn belangrijke verschillen in de financiële vooruitgang bij de verschillende thema’s. Aanpassing aan klimaatverandering en risicopreventie is een van de snelst vorderende thematische doelstellingen in termen van de reeds door de begunstigden bestede bedragen. Anderzijds blijven de investeringen in de koolstofarme economie achter als gevolg van een zeer trage start in de eerste jaren van de programmeringsperiode, die nog niet is goedgemaakt door de in de afgelopen drie jaar opgetekende versnelling. Dit is te wijten aan het grote aandeel van de ESI-fondsen dat investeringen in infrastructuur ondersteunt, zoals energie-efficiëntie in gebouwen, hernieuwbare energie, slimme distributienetwerken voor elektriciteit of duurzaam stadsvervoer, waarvoor de projectuitvoeringscyclus doorgaans langer is.

Tot aan het einde van 2019 werden de volgende tastbare prestaties gerealiseerd:

· De productiecapaciteit voor hernieuwbare energie zal worden uitgebreid met 5 800 MW (81 % van het streefcijfer), waarvan 2 100 MW reeds is geïnstalleerd, bijna een verdubbeling ten opzichte van de aan het einde van 2018 geïnstalleerde capaciteit.

·De energieprestaties van 598 000 huishoudens (96 % van het streefcijfer) zullen verbeteren; maar liefst 285 000 huishoudens profiteerden aan het einde van 2019 al van de verbeterde omstandigheden, wat 100 000 meer is dan aan het einde van 2018.

·Het energieverbruik van openbare gebouwen zal jaarlijks met 6,1 terawattuur (92 % van het streefcijfer) worden verminderd, waarvan jaarlijks reeds 1,2 terawattuur is bespaard, waardoor de prestaties ten opzichte van het einde van 2018 zijn verdubbeld.

·21 miljoen mensen zullen profiteren van een verbeterde watervoorziening (wat nu al 80 % meer is dan het streefcijfer), waarvan 2,5 miljoen mensen nu al profiteren (een verdubbeling ten opzichte van het prestaties tot aan het einde van 2018).

·Overstromingsbeschermingsmaatregelen zullen de kwetsbaarheid verminderen van bijna 40 miljoen mensen (161 % van het streefcijfer), waarvan er 7,5 miljoen niet langer blootstaan aan overstromingsrisico’s dankzij de investeringen die door ESI-fondsen worden gesteund.

·Projecten voor schoon stadsvervoer hebben 102 km aan nieuwe of verbeterde tram- en metrolijnen opgeleverd (21 % van het streefcijfer), met nog eens 400 km aan projecten in uitvoering.

·Door een beter beheer van landbouw- en bosgrond heeft de EU 99 % van haar Elfpo-doelstellingen voor 2023 bereikt met betrekking tot koolstofvastlegging en -behoud en de vermindering van broeikasgassen en ammoniakemissies in de landbouw.

·40 % van de EFMZV-steun die in het kader van de thematische doelstelling “Behoud en bescherming van het milieu en bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen” aan de visserij- en de visteeltsector wordt verleend, is bestemd voor de instandhouding en de bescherming van het milieu, bijvoorbeeld door de bescherming van Natura 2000-gebieden, en voor de bevordering van een efficiënt gebruik van hulpbronnen en de vermindering van afval.

Kader 3: voorbeelden van ESI-fondsen die bijdragen tot duurzame groei

• In de Tsjechische stad Zlín is met een EFRO-subsidie van 3 miljoen EUR de aankoop gefinancierd van zeven nieuwe trolleybussen met een innovatief accusysteem die vervoer langs een onlangs verlengde busroute door de stad verzorgen. Dankzij de accu’s kunnen de bussen tot 12 kilometer verder rijden dan de normale trolleybusroutes, zodat meer inwoners van de stad gebruik kunnen maken van dit veilige en groene vervoersmiddel.

•In Ierland zorgt de Mary Elmes-brug voor de broodnodige multimodale ontsluiting over de rivier de Lee in het hart van de stad Cork. De brug bevordert groener vervoer door voetgangers en fietsers toegang te bieden tussen twee belangrijke delen van de stad, en wordt dagelijks door tot wel 11 000 mensen gebruikt. Het project ontving een EFRO-subsidie van 1,5 miljoen EUR.

•In Varna, Bulgarije, heeft het EFMZV steun verleend aan Lavrak Ltd, een visserijbedrijf, om te investeren in de verbetering van de financiële en ecologische duurzaamheid van hun visserijactiviteiten. Het is op alle gebieden een familiebedrijf, van visserij tot verkoop, van marketing tot communicatie. Het EFMZV heeft hen geholpen om uit te breiden en hen gesteund tijdens de COVID-19-pandemie.

•Steun van het Elfpo stelde een project in Slovenië in staat verdere stappen te zetten in de natuurvriendelijke wijnbouw op een familieboerderij, met als doel het ontwikkelen van afvalvrije verwerkingsmethoden waarbij alle bijproducten van druiven op een duurzame en volledig circulaire manier worden gebruikt. De daaruit verkregen zaden, olie en bloem zijn zeer populair bij klanten. Bij de druiventeelt in de wijngaarden worden geen onkruidverdelgingsmiddelen en slechts minimaal insecticiden gebruikt. Het vinificatieproces produceert 0 % afval dankzij circulaire praktijken en de ontwikkeling van nieuwe producten.

3.3.Inclusieve groei: Werkgelegenheid, sociale inclusie en onderwijs

De EU blijft een beslissende impuls geven aan haar sociale agenda, met name sinds de goedkeuring van de Europese pijler van sociale rechten. In dit verband hebben de ESI-fondsen structurele hervormingen ondersteund, waaronder de modernisering van overheidsdiensten, het stimuleren van werkgelegenheid voor jongeren, het terugdringen van armoede en ongelijkheid, en het aanpakken van het vraagstuk van gendergelijkheid, alsmede aspecten van sociale inclusie zoals dakloosheid en uitsluiting van huisvesting.

Op dit gebied is een bedrag van meer dan 174 miljard EUR uitgetrokken, met name vanuit het ESF. Eind 2019 waren de voor steun geselecteerde projecten goed voor 123 miljard EUR, ofwel 85 % van de totale toewijzing, en bedroegen de totale uitgaven 57,5 miljard EUR, ofwel 40 % van het geplande totaal.

Duurzame en kwalitatief hoogstaande werkgelegenheid


Sociale inclusie


Onderwijs en beroepsopleiding

Toegewezen aan projecten

Uitgegeven door projecten

Financiële uitvoering (in % van het totale geplande bedrag)


Totaal gepland bedrag (EU + nationaal, in miljard EUR)


Er werd voor 49 miljard EUR aan projecten geselecteerd om de werkgelegenheidskansen te verbeteren, wat resulteerde in 36,4 miljoen door het ESF en het YEI (Jongerenwerkgelegenheidsinitiatief) ondersteunde deelnemers, waaronder bijna 14,6 miljoen werklozen en 13,9 miljoen niet-beroepsactieven. Eind 2019 hadden 4,5 miljoen mensen dankzij de steun van het ESF en het YEI een baan gevonden.

Van deze deelnemers was 49 % laagopgeleid; 15 % waren migranten, hadden een buitenlandse achtergrond of behoorden tot een minderheid. De deelname van vrouwen en mannen aan door het ESF gesteunde activiteiten is op EU-niveau bijna gelijk verdeeld (52 % zijn vrouwen). De toename van het aantal ESF- en YEI-deelnemers sinds eind 2016 wijst duidelijk op een sterke versnelling van de uitvoering van projecten in het veld.

De investeringen in werkgelegenheid leveren goede resultaten op. Naast het ESF is het YEI aanzienlijke financiële steun blijven verlenen aan jongeren in de in aanmerking komende lidstaten. Het YEI boekt goede vooruitgang: tot het einde van 2019 is 10,4 miljard EUR toegewezen aan 227 000 projecten. Uit de gedeclareerde uitgaven blijkt een solide uitvoering in het veld; eind 2019 waren ongeveer 3 miljoen jongeren opgenomen in door het YEI ondersteunde maatregelen:

·Ongeveer 2 miljoen deelnemers hebben de YEI-interventie afgerond.

·Aan meer dan 900 000 deelnemers was een baan, vervolgonderwijs, een stageplek of een opleiding aangeboden. and

·Ruim 1,4 miljoen van de deelnemers die al een opleiding of training volgden, hadden inmiddels een kwalificatie behaald of waren reeds aan het werk, al dan niet als zelfstandige.

Voor sociale inclusie, waaraan het ESF het meest bijdraagt, zijn de tot nu toe geselecteerde projecten goed voor bijna 57 miljard EUR. Eind 2019 hadden dankzij de ESF-steun 2,5 miljoen deelnemers met een handicap, 5,6 miljoen migranten, deelnemers met een buitenlandse achtergrond of tot een minderheid behorende personen, en 6,5 miljoen andere kansarmen hulp gekregen om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren en de op die markt gewenste vaardigheden te ontwikkelen.

Voor onderwijs en opleiding was 41,8 miljard EUR vastgelegd voor concrete projecten. Dankzij de steun uit het ESF hadden eind 2019 17,8 miljoen laaggeschoolden hulp gekregen, hadden 5,5 miljoen mensen een kwalificatie behaald en volgden 1,8 miljoen mensen een opleiding of training.

Als gevolg van de EFRO-steun werd de capaciteit van de infrastructuur voor kinderopvang en onderwijs uitgebreid voor 15 miljoen mensen (8,7 miljoen meer dan eind 2018), en profiteren 39 miljoen mensen nu van verbeterde gezondheidszorg in de hele EU (11,3 miljoen meer dan eind 2018).

Via het Elfpo werden meer dan 63 000 acties ter bevordering van sociale inclusie in plattelandsgebieden ondersteund. Ook werd steun verleend aan plaatselijke plattelandsgemeenschappen die hun eigen plaatselijke ontwikkelingsstrategieën uitvoeren. Bijna 3 500 lokale actiegroepen bestrijken meer dan 60 % van de plattelandsbevolking in de EU en brengen publieke, particuliere en maatschappelijke belanghebbenden in een bepaald gebied samen.

Kader 4: voorbeelden van ESI-fondsen die bijdragen tot inclusieve groei

•In België heeft het kenniscentrum voor de creatieve industrie, Technocité, gesitueerd bij Mons in Wallonië, in het kader van COVID-19 virtuele klassen ingericht zodat de deelnemers hun opleiding konden voortzetten. Zo’n 3,3 miljoen EUR vanuit het ESF hebben docenten en studenten in staat gesteld hun opleiding voort te zetten bij het kenniscentrum van Technocité. De opleidingen zijn gericht op onderwerpen als cyberveiligheid, kunstmatige intelligentie, virtuele realiteit, het internet van de dingen, geluidsontwerp, enz. Het ESF steunt ook “Stuyfplek”, een netwerk dat de persoonlijke groei van kansarmen en personen met een handicap stimuleert om hen aan een baan te helpen. Het project, waarvoor de EU 377 000 EUR heeft uitgetrokken, is snel aangepast om nieuwe manieren van opleiding en interactie te vinden met onlinesessies en -training tijdens de COVID-19-crisis.

•In Spanje creëert het door het ESF medegefinancierde project “Empleaverde”, met een budget van 47 miljoen EUR, groene banen, bevordert het ondernemerschap en helpt het in Spanje een eerlijkere, groenere en veerkrachtigere economie op te bouwen. De activiteiten, die tijdens de COVID-19-pandemie werden voortgezet, omvatten de verbetering van transversale vaardigheden, actieve strategieën voor het zoeken naar werk, de totstandbrenging van netwerken en beroepscontacten, en de ontwikkeling van emotionele intelligentie. Tot dusver heeft het programma 339 projecten medegefinancierd en met 500 organisaties samengewerkt. Het heeft 1,3 miljoen begunstigden gesteund en 2 600 bedrijven helpen oprichten.

•Met steun van het Elfpo zijn in Luxemburg een supermarkt en een sociaal café opgezet om mensen met een verstandelijke handicap aan een baan te helpen. Er zijn ongeveer 40 workshops georganiseerd met meer dan 500 deelnemers. Een aantal mensen met een verstandelijke handicap werden docenten in de zeep- en kaarsenmakerijen. Er zijn twee banen gecreëerd voor mensen met een beperking. In samenwerking met Fairtrade Luxembourg werd een theemerk met bio-keurmerk opgezet. De verpakking werd gemaakt tijdens een workshop voor mensen met een beperking.

•Het nieuwe centrum voor geriatrische zorg in de Poolse kuststad Sopot moet de oudere inwoners van de regio Pomorskie toegang bieden tot een uitgebreid gespecialiseerd zorgaanbod dat voorheen niet ter plaatse beschikbaar was. Naast klinische en poliklinische behandelingen ter plekke omvat deze zorg 24-uursondersteuning via telezorg voor patiënten, hun gezinnen en verzorgers. Bovendien heeft de opening van het centrum al 70 nieuwe banen opgeleverd. Het project kostte in totaal 6,6 miljoen EUR en werd gesteund door een EFRO-bijdrage van 4,6 miljoen EUR.

•De plaatselijke actiegroep visserij (FLAG) in de Podelta en Chioggia in Italië is erin geslaagd een middelbare school ervan te overtuigen een officieel opleidingsprogramma op te starten voor de commerciële visserij en de visproductie. Met de steun van het EFMZV heeft de FLAG haar via het EFMZV gefinancierde animatieactiviteiten gebruikt om, samen met belanghebbenden uit de visserijsector en de bredere plaatselijke gemeenschap, de eerste groepen studenten aan te trekken die de ondernemers van de toekomst zullen worden.

3.4.Bevordering van de institutionele capaciteit en een efficiënte overheidsadministratie

Eind 2019 was naar schatting 5,2 miljard EUR toegewezen aan projecten die gericht waren op institutionele capaciteit en hervormingen, wat overeenkomt met 83 % van de geplande 6,2 miljard EUR (voornamelijk uit de ESF-programma’s). De uitgaven in het veld bedroegen 1,8 miljard EUR (30 % van het geplande totaal). Deze inspanning werd aangevuld met steun die, naast de ESI-fondsen, werd verleend via het programma ter ondersteuning van structurele hervormingen, dat nu is omgevormd tot het instrument voor technische ondersteuning 12 .

Toegewezen aan projecten

Uitgegeven door projecten

Efficiënt openbaar bestuur

Financiële uitvoering (in % van het totale geplande bedrag)


Totaal gepland bedrag (EU en nationaal, miljard EUR)


In het kader van deze doelstelling:

·hebben 487 782 deelnemers steun ontvangen uit het ESF;

·zijn 2 331 projecten die gericht zijn op nationale, regionale of lokale overheden of overheidsdiensten door het ESF gesteund.

De uitvoering van projecten die gericht zijn op vergroting van de capaciteit voor belanghebbenden om te voorzien in onderwijs, een levenlang leren, opleiding en werkgelegenheid en sociaal beleid loopt achter, met een projectselectiepercentage dat nog onder de 40 % ligt. De oorzaken van de vertraging verschillen per lidstaat en variëren van voor de uitvoering relevante wetswijzigingen tot problemen met de innovatieve en complexe kenmerken van de interventie.

Kader 5: voorbeeld van steun uit het ESI-fonds ter versterking van de institutionele capaciteit

•In Italië is een ESF-project opgezet voor de verbetering van de bestuurlijke capaciteit van kleine gemeenten (d.w.z. gemeenten met maximaal 5 000 inwoners en gemeenten die zijn ontstaan na een fusie van gemeenten met elk maximaal 5 000 inwoners) en op de bevordering van efficiënte overheidsdiensten, goed bestuur en institutionele capaciteitsopbouw op lokaal niveau. Met een totale begroting van 42 miljoen EUR zal het project effecten sorteren op de kwaliteit van de diensten voor burgers en bedrijven, de vaardigheden van lokale overheden bij de uitvoering van het door de ESI-fondsen gesteunde beleid verbeteren door middel van passende digitale reorganisatie-interventies en toegang tot gegevens, het bestuur op verschillende niveaus versterken en het hervormingsproces van lokale overheden begeleiden.

3.5. Territoriale en stedelijke ontwikkeling

Voor 2014–2020 is ongeveer 32 miljard EUR toegewezen voor geïntegreerde territoriale ontwikkeling en duurzame stedelijke ontwikkeling. De uitvoering van deze strategieën heeft in de eerste jaren van de programmeringsperiode enige vertraging opgelopen door vertragingen bij de afronding van de strategieën en het opzetten van de administratieve procedures voor de gedecentraliseerde uitvoering. Vanuit de fondsen in het kader van het cohesiebeleid is tot eind 2019 23 miljard EUR toegewezen aan projecten, wat neerkomt op 73 % van de geplande toewijzing. Het niveau van de door de projecten gegenereerde uitgaven is aanzienlijk versneld, tot 8,3 miljard EUR (26 % van de geplande toewijzing) aan het einde van 2019. Dit is een opvallende stijging ten opzichte van de 1,2 miljard EUR aan het einde van 2017.

De projecten die in het kader van de geïntegreerde ontwikkelingsstrategieën tot eind 2019 zijn geselecteerd, zullen het volgende opleveren: 42 miljoen vierkante meter aan gerenoveerde of nieuw ontwikkelde stedelijke open ruimte (141 % van het streefcijfer) die toegankelijk is voor het publiek; 2,6 miljoen vierkante meter aan gerenoveerde of nieuw gebouwde openbare gebouwen (111 % van het streefcijfer); en bijna 21 000 gerenoveerde wooneenheden (88,1 % van het streefcijfer). In overeenstemming met de financiële uitvoering blijft de materiële uitvoering achter en schommelt tussen 15-30 % van de streefwaarden.


Kader 6: voorbeeld van ESI-fondsen ter ondersteuning van territoriale en stedelijke ontwikkeling

•In Polen is het voormalige industriegebied en de voormalige wildparkeerplaats in de buitenwijk van Krakau veranderd in een groene plek voor recreatie en ontmoeting waar alle inwoners gebruik van kunnen maken. Het Przystań Wisła-park is tot stand gekomen dankzij uitgebreide betrokkenheid van het publiek, dat tijdens een brede openbare raadpleging voor het concept van het parkproject koos. De faciliteiten van het park omvatten een café, een speeltuin en een kunstgalerie in de open lucht, waar de plaatselijke bevolking haar werk kan tonen. Het park heeft ook een regentuin en een openbare moestuin. Het park is toegankelijk voor mensen met een handicap. De totale investering voor dit project bedroeg 603 462 EUR, waarvan het EFRO 319 243 EUR heeft bijgedragen.

3.6.Territoriale samenwerking

Het EFRO verleent steun aan programma’s voor territoriale samenwerking die investeren in grensoverschrijdende, transnationale en interregionale projecten. Deze programma’s zijn goed voor 12,6 miljard EUR van de geplande toewijzing, waarvan eind 2019 al 11,8 miljard EUR aan projecten was toegewezen. Deze projecten hebben 3,8 miljard EUR aan uitgaven gegenereerd, wat neerkomt op 30 % van het geplande bedrag. Tot eind 2019 bleef de financiële uitvoering van de samenwerkingsprogramma’s dan ook trager verlopen dan de uitvoering van de nationale/regionale programma’s.

Sommige van de prestaties van de programma’s voor territoriale samenwerking zijn opgenomen in de indicatoren die zijn geaggregeerd in het kader van de hierboven vermelde essentiële investeringsthema’s, terwijl sommige specifieke indicatoren het samenwerkingsaspect van de gesteunde projecten meten:

·17 500 ondernemingen en 3 600 onderzoeksinstellingen hebben deelgenomen aan grensoverschrijdende, transnationale of interregionale onderzoeksprojecten.

·107 000 personen hebben geprofiteerd van initiatieven voor grensoverschrijdende mobiliteit.

·Meer dan 80 000 mensen hebben deelgenomen aan gezamenlijke plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven en gezamenlijke trainingen.

Kader 6: voorbeeld van ESI-fondsen ter ondersteuning van territoriale samenwerking

•In het grensoverschrijdende gebied tussen Frankrijk en Spanje, waar de bereikbaarheid in berggebieden moeilijk kan zijn, heeft het EGAL-URG-project een mobiel ziekenhuis opgezet voor rampen en noodsituaties, onder meer voor de COVID-19-respons. Binnen 20 minuten is wat op een eenvoudige bestelwagen lijkt, getransformeerd tot een ziekenhuis met alle nodige apparatuur om 18 patiënten te verzorgen, met inbegrip van een kleine intensive care-unit die plaats biedt aan acht patiënten. Het project ontving een EFRO-subsidie van 1,5 miljoen EUR.

•Het Interreg Alpine Space-project “Smart Villages” (slimme dorpen) maakt afgelegen dorpen in Frankrijk, Italië, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Liechtenstein en Slovenië slimmer. Een Smart Village-benadering voor berggebieden kan het potentieel van lokale actoren ontsluiten om van hun regio een aantrekkelijkere plaats te maken om te wonen en te werken. Het project maakt nu deel uit van een macroregionale strategie (EUSALP) en is volledig ingebed in de Smart Villages-strategie van de Commissie. Van de totale investering van 2,6 miljoen EUR is 2 miljoen EUR verstrekt door het EFRO.

4.Evaluatiewerkzaamheden van de lidstaten

De evaluatie-inspanningen van de lidstaten hebben het afgelopen jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt bij de beoordeling van de verwezenlijking van de doelstellingen, de processen die aan de basis liggen van de uitvoering, en de uitkomsten en effecten van de ondersteunde acties. Dit betekent een grote inzet voor het genereren van bewijsstukken voor beleidsvorming, in overeenstemming met de sterkere resultaatgerichtheid van het beleid. De evaluatie-inspanningen zijn aanzienlijk toegenomen ten opzichte van de programmeringsperiode 2007–2013, mede dankzij diverse vormen van steun van de Commissie.

Het toegenomen aantal afgeronde evaluaties heeft uitgebreide kennis opgeleverd over de uitvoering van de programma’s en de doeltreffendheid ervan. Hoewel de bevindingen moeilijk te veralgemenen zijn, zijn de ESI-fondsen op veel gebieden doeltreffend geweest en hebben zij concrete steun verleend aan verschillende soorten begunstigden in de overheids- en de particuliere sector, alsook aan individuele personen. Inclusieve groei is het gebied waar de toegevoegde waarde van de EU het duidelijkst is en waarop de meeste effectbeoordelingen die tot dusver zijn verricht, zijn toegespitst.

Evaluaties op hun respectieve gebieden bieden de lidstaten waardevolle input voor het uitstippelen van beleid, onder meer bij de voorbereiding van de programma’s voor de periode 2021–2027. De beschikbare bevindingen zullen worden aangevuld met een toenemend aantal effectbeoordelingen in de laatste jaren van de programmeringsperiode, wanneer naar verwachting meer resultaten naar voren zullen komen. Verdere uitdagingen zullen zich voordoen wanneer het tijd is om de effecten te beoordelen. De Commissie zal de lidstaten steun blijven verlenen via de specifieke netwerken en diensten.

Het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij dit verslag is gevoegd, bevat meer details over de bevindingen van de evaluaties die de lidstaten en de Commissie hebben verricht met betrekking tot de door de ESI-fondsen gesteunde programma’s.

5.Conclusies

De investeringen die door de programma’s van de ESI-fondsen worden gesteund, spelen een cruciale rol bij de ondersteuning van regio’s, steden, plattelandsgebieden en kustgemeenschappen en verbeteren de levenskwaliteit van miljoenen Europeanen in elke lidstaat en regio van de Europese Unie. Zij dragen in aanzienlijke mate bij tot de strategische prioriteiten van de Commissie, met name de groene en digitale transitie van de Europese economie en de economie die werkt voor mensen, overeenkomstig de waarden die zijn verwoord in de Europese pijler van sociale rechten, waarbij niemand achterblijft.

2019 was het zesde uitvoeringsjaar van de programma’s van de ESI-fondsen voor de periode 2014–2020, waarbij de uitgaven tot aan het einde van 2023 voor financiering in aanmerking komen. Na een trage start in de eerste jaren van de programmeringsperiode kwam de uitvoering vanaf 2017 in een stroomversnelling terecht en werden in 2019 zeer significante resultaten geboekt. Hierdoor kon vooruitgang worden geboekt bij het volledig vastleggen van de beschikbare middelen: 89 % (of 570,6 miljard EUR) van de beschikbare financiering werd toegekend aan geselecteerde projecten. Eind 2020 was het percentage geselecteerde projecten verder gestegen tot 101 %. In het geval van sommige lidstaten en fondsen is de waarde van de bestaande projecten reeds hoger dan hun toewijzingen. De door de investeringsprojecten gegenereerde uitgaven halen hun achterstand snel in en bereikten 264,1 miljard EUR, wat neerkomt op 41 % van de totale toewijzing. Het uitgavenpercentage was eind 2020 opgelopen tot 56 %.

De vooruitgang bij de financiële uitvoering varieert per thema, waarbij steun voor het concurrentievermogen van kmo’s, aanpassing aan klimaatverandering en risicopreventie, en infrastructuur voor vervoers- en energienetwerken het best presteerden. De investeringen op sommige sleutelgebieden, waaronder onderzoek en innovatie, digitalisering en sociale inclusie, worden in een trager tempo uitgevoerd, maar de belangrijke versnelling van de afgelopen twee jaar zal naar verwachting gedurende de rest van de uitvoeringsperiode aanhouden.

Er werden enkele opmerkelijke prestaties opgetekend voor een aantal gemeenschappelijke indicatoren: de prestatiecijfers voor 2019 vertonen een sterke stijging ten opzichte van de cumulatieve prestaties voor de periode 2014–2018. In het algemeen volgt het niveau van de verwezenlijkingen het niveau van de door de projecten gegenereerde uitgaven op de voet. Er kunnen enkele belangrijke verschillen worden waargenomen in de mate waarin de gemeenschappelijke indicatoren zijn verwezenlijkt, hetgeen hoofdzakelijk te wijten is aan het verschil in uitvoeringstempo van de onderliggende investeringen en de aard van de door de projecten geproduceerde resultaten. In het verleden is gebleken dat in alle gevallen het grootste deel van de tastbare resultaten in de tweede helft van de programmeringscyclus wordt bereikt.

Uit de beschikbare observatiegegevens blijkt dat de fondsen de gestelde doelen zullen bereiken. De voorlopige bevindingen over de effecten van de in het kader van de programma’s voor 2014–2020 gefinancierde interventies, die zijn gebaseerd op de meest betrouwbare beoordelingen door de lidstaten, wijzen op positieve resultaten en bevatten aanbevelingen om de interventies verder te ontwikkelen teneinde de voordelen ervan te consolideren en uit te breiden.

De ESI-fondsen zijn in 2020 met succes ingezet om de lidstaten te helpen de negatieve gevolgen van de gezondheids- en economische crises als gevolg van de COVID-19-pandemie te verlichten. De regels voor de fondsen werden met ongekende snelheid gewijzigd, zodat niet-toegewezen gelden snel konden worden overgeheveld om de crisis aan te pakken. Met terugwerkende kracht, vanaf februari 2020, hebben de ESI-fondsen een essentiële noodrespons op de crisis geboden door de aankoop van medische uitrusting te ondersteunen en bedrijven en werknemers te helpen de crisis het hoofd te bieden, waarmee zij blijk hebben gegeven van hun flexibiliteit en vermogen om snel te reageren in onvoorziene omstandigheden. Tot eind 2020 was al meer dan 20 miljard EUR vrijgemaakt en overgeheveld naar waar de gelden het hardst nodig waren. De programma’s van de ESI-fondsen, versterkt met de 47,5 miljard EUR van het REACT-EU-pakket en een extra 8,07 miljard EUR voor plattelandsontwikkeling uit het herstelinstrument van de Europese Unie, zullen een brug slaan tussen de noodhulp op korte termijn en de langetermijndoelstelling van een groene en digitale transitie voor alle lidstaten en regio’s die in de programmeringsperiode 2021–2027 zullen worden gesteund.

(1) Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020, PB L 130 van 24.4.2020, blz. 1.
(2) De details van de financiële uitvoering per ESI-fonds en per lidstaat zijn opgenomen in de bijlagen.
(3) Gegevens Cohesiefonds van 31.12.2020 — gegevens Elfpo en EFMZV van 31.12.2019. Van toepassing op alle in het document opgenomen verwijzingen naar financiële gegevens voor het jaar 2020.
(4) Elfpo: 16,5 miljoen EUR, EFMZV: 61,7 miljoen EUR, EFRO: 21,2 miljoen EUR, ESF: 30,9 miljoen EUR.
(5)

   Alle ESI-fondsen zijn gericht op steun aan ondernemingen. De geselecteerde projecten zullen steun bieden (of hebben steun geboden) aan 1 093 000 ondernemingen in het kader van het EFRO, 733 100 micro-, kleine en middelgrote ondernemingen in het kader van het ESF en 317 600 landbouwbedrijven in het kader van het Elfpo (127 600 jonge landbouwers en investeringen in de materiële activa van 190 000 landbouwbedrijven).

(6) Zie voor nadere details artikel 20 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad.
(7) Verordening (EU) 2020/460 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020, PB L 99 van 31.3.2020, blz. 5.
(8) Verordening (EU) 2020/558 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2020, PB L 130 van 24.4.2020, blz. 1.
(9) https://cohesiondata.ec.europa.eu/stories/s/CORONAVIRUS-DASHBOARD-COHESION-POLICY-RESPONSE/4e2z-pw8r/
(10) De weergegeven waarden zijn geen weerspiegeling van het effect van de COVID-pandemie op de programmadoelstellingen en -prestaties. Er wordt nog gewerkt aan programmawijzigingen om middelen over te hevelen naar crisisbestrijdingsmaatregelen. De lidstaten zullen pas in de loop van 2021 aan de Commissie verslag uitbrengen over de in 2020 bereikte prestatiewaarden. De eerste beoordeling van het effect van de COVID-crisis zal daarom door de Commissie worden geanalyseerd in het volgende samenvattende jaarlijkse verslag, gepland voor eind 2021, rekening houdend met de steun om de COVID-19-crisis te bestrijden en de eerste effecten van de sociale en economische crisis op de strategische programmadoelstellingen en streefdoelen.
(11) Opendataplatform ESI-fondsen: https://cohesiondata.ec.europa.eu/  
(12) Verordening (EU) 2021/240 van het Europees Parlement en de Raad van 10 februari 2021 tot vaststelling van een instrument voor technische ondersteuning — beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/eli/reg/2021/240