Bijlagen bij COM(2022)71 - Passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage bij deze richtlijn) inzake billijke en gunstige arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden.

41


Er zij aan herinnerd dat de EU met betrekking tot maatregelen inzake corporate governance reeds wetgeving heeft uitgevaardigd op basis van dezelfde rechtsgrondslag, bijvoorbeeld de richtlijnen aandeelhoudersrechten I en II.

42


Zie bijvoorbeeld het arrest van het Hof van 12 december 2006 in zaak C 380/03, Duitsland/Parlement en Raad, punt 38 (ECR I-11573) en de aangehaalde rechtspraak.

43


Zie voetnoot 3. Wat de EER-landen betreft, heeft Noorwegen wetgeving inzake zorgvuldigheidsvereisten aangenomen.

44


Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Italië, Luxemburg, Nederland (met betrekking tot bredere wetgeving inzake verantwoord ondernemerschap). In Ierland, Spanje en Zweden lopen campagnes van het maatschappelijk middenveld voor de invoering van wetgeving inzake zorgvuldigheidsvereisten. Bijlage 8 van de effectbeoordeling bij dit voorstel bevat een gedetailleerd overzicht van de wetgeving en initiatieven van de lidstaten en de EER.

45


De Franse Loi Pacte.

46


Bijvoorbeeld Nederland.

47


Zie de Duitse Sorgfaltspflichtengesetz.

48


Zo voorziet de hierboven genoemde Nederlandse wet in horizontale zorgvuldigheidsvereisten met betrekking tot kinderarbeid in de hele waardeketen. In Oostenrijk heeft een politieke partij een wetsontwerp ingediend over sociale verantwoordelijkheid met betrekking tot dwang- en kinderarbeid in de kledingsector.

49


De Franse Loi relative au devoir de vigilance en de Duitse Sorgfaltspflichtengesetz verschillen aanzienlijk wat betreft het persoonlijk toepassingsgebied, materiële vereisten en handhavingsregeling.

50


Overeenkomstig de Duitse Sorgfaltspflichtengesetz vallen bijvoorbeeld alle ondernemingen met een vestiging en ten minste 3 000 werknemers in Duitsland (1 000 vanaf 2024) binnen het toepassingsgebied van de wet.

51


De Franse Loi relative au devoir de vigilance bevat een bepaling inzake wettelijke aansprakelijkheid. Het Duitse Sorgfaltspflichtengesetz verduidelijkt dat een schending van een wettelijke verplichting geen aanleiding geeft tot wettelijke aansprakelijkheid, terwijl de algemene-aansprakelijkheidsvoorschriften onaangetast blijven. Bovendien zijn de nationale wetgevingen inzake wettelijke aansprakelijkheid niet geharmoniseerd.

52


Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering

53


Dit cijfer is afkomstig uit de effectbeoordeling van de richtlijn aandeelhoudersrechten II.

54


Voedingsmiddelenproducent Danone is bijvoorbeeld onlangs door beleggers gedwongen de kosten te verlagen wegens gebrek aan winstgevendheid op korte termijn, zie het artikel “Can Anglo-Saxon activist investors whip Danone into shape?”, beschikbaar op: https://www.economist.com/business/2021/02/20/can-anglo-saxon-activist-investors-whip-danone-into-shape

55


Zie voetnoot 3.

56


Zie voetnoot 48.

57


In 2014 heeft de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties besloten een open intergouvernementele werkgroep (OEIGWG) inzake transnationale ondernemingen en andere zakelijke ondernemingen met betrekking tot mensenrechten in te stellen, die als mandaat heeft een internationaal juridisch bindend instrument (LBI) uit te werken om in de internationale mensenrechtenwetgeving de activiteiten van transnationale ondernemingen en andere handelsondernemingen te reguleren. In 2021 heeft de OEIGWG een derde herziene ontwerp van het LBI inzake bedrijfsactiviteiten en mensenrechten uitgebracht, met inbegrip van zorgvuldigheidsmaatregelen en aansprakelijkheid van ondernemingen voor schendingen van de mensenrechten.

58


Grote naamloze vennootschappen met meer dan 500 werknemers en een netto-omzet van meer dan 150 miljoen EUR.

59


Grote naamloze vennootschappen met meer dan 250 werknemers en een netto-omzet van meer dan 40 miljoen EUR, maar die niet tegelijkertijd zowel de drempel van 500 werknemers als de drempel van 150 miljoen EUR netto-omzet overschrijden, alsmede ondernemingen uit derde landen met een vergelijkbare rechtsvorm met een netto-omzet in de EU van 40 tot 150 miljoen EUR.

60


De OESO heeft dergelijke sectorale richtsnoeren ontwikkeld om de daadwerkelijke naleving van de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen te bevorderen. Zie de lijst van sectorale richtsnoeren op: http://mneguidelines.oecd.org/sectors/.

61


Zie voor de Europese Unie bijvoorbeeld artikel 5 van de Aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (2003/361/EG) (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

62


In groep 1: 9 400 ondernemingen, in groep 2: 3 400 ondernemingen.

63


In groep 1: 2 600 ondernemingen, in groep 2: 1 400 ondernemingen. De methodologie die is gebruikt voor de berekening van het aantal ondernemingen uit derde landen wordt toegelicht in het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie.

64


Samenvatting van de openbare raadpleging voor het initiatief over duurzame corporate governance, beschikbaar op https://ec.europa.eu/info/law/better-regulation/have-your-say/initiatives/12548-Sustainable-corporate-governance/public-consultation_nl

65


Als reactie op de openbare raadpleging ondersteunde bijvoorbeeld 95,9 % van de ngo’s, 68,4 % van de ondernemingen (75,5 % van de grote ondernemingen, 58,7 % van de kmo’s) en 59,6 % van de ondernemersorganisaties de behoefte aan actie.

66


97,2 % van de ngo’s gaf de voorkeur aan een horizontale benadering, terwijl dit het geval was voor 86,8 % van de ondernemingen, waaronder kmo’s (81,8 %), en voor 85,3 % van de ondernemersorganisaties. Dit geldt ook voor respondenten uit de lidstaten.

67


97 % van de respondenten ging akkoord met deze stelling (96,1 % van de ngo’s, 96,5 % van de ondernemersorganisaties, 93,8 % van de ondernemingen, waaronder 86,4 % van de kmo’s). Ook alle respondenten uit de lidstaten gingen akkoord met deze stelling.

68


Deze optie werd gevolgd door de optie van wetshandhaving met aansprakelijkheid (49 %) en toezicht door bevoegde nationale autoriteiten op basis van klachten over niet-naleving met effectieve sancties (44 %).

69


Zie verwijzing in voetnoot 8.

70


Europese Commissie, directoraat-generaal Justitie en Consumentenzaken, “Study on director’s duties and sustainable corporate governance: final report” (Onderzoek naar de plichten van bestuurders en duurzame corporate governance), Bureau voor publicaties van de Europese Unie, 2020, https://data.europa.eu/doi/10.2838/472901 https://data.europa.eu/doi/10.2838/472901

71


SEC(2022)95.

72


Zie voetnoot 6.

73


PB C , , blz. .

74


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, De Europese Green Deal (COM/2019/640 final).

75


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transitie (COM/2020/14 final).

76


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité, “Decent work worldwide for a global just transition and a sustainable recovery” (Fatsoenlijk werk wereldwijd voor een mondiale rechtvaardige transitie en een duurzaam herstel) (COM(2022) 66 final).

77


“Enterprise Models and the EU agenda” (Ondernemingsmodellen en de EU-agenda), CEPS Policy Insights, nr. PI2021-02, januari 2021.

78


Bv. https://www.economie.gouv.fr/entreprises/societe-mission

79


Verenigde Naties, “Guiding Principles on Business and Human Rights: Implementing the United Nations ‘Protect, Respect and Remedy’ Framework” (Kader voor uitvoering van de leidende beginselen inzake bedrijfsleven en mensenrechten ‘Beschermen, respecteren en remediëren’ van de Verenigde Naties), 2011, beschikbaar op https://www.ohchr.org/documents/publications/guidingprinciplesbusinesshr_en.pdf

80


OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, geactualiseerde editie van 2011, beschikbaar op http://mneguidelines.oecd.org/guidelines/https://mneguidelines.oecd.org/mneguidelines/

81


OESO-richtsnoeren over verantwoord ondernemen, 2018, en sectorspecifieke richtsnoeren, beschikbaar op https://www.oecd.org/investment/due-diligence-guidance-for-responsible-business-conduct.htm

82


Internationale Arbeidsorganisatie, “Tripartite Declaration of Principles concerning Multinational Enterprises and Social Policy” (Driepartijenverklaring van beginselen betreffende multinationale ondernemingen en sociaal beleid), vijfde editie, 2017, beschikbaar op: https://www.ilo.org/empent/Publications/WCMS_094386/lang--en/index.htm

83


https://www.un.org/ga/search/view_doc.asp?symbol=A/RES/70/1&Lang=E

84


https://unfccc.int/files/essential_background/convention/application/pdf/english_paris_agreement.pdf

85


Klimaatpact van Glasgow, vastgesteld op 13 november 2021 op COP26 in Glasgow, https://unfccc.int/sites/default/files/resource/cma2021_L16_adv.pdfhttps://unfccc.int/sites/default/files/resource/cma2021_L16_adv.pdf

86


Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (“Europese klimaatwet”), PE/27/2021/REV/1 (PB L 243, 9.7.2021, blz. 1).

87


SWD(2020) 176 final.

88


COM(2019) 640 final.

89


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s – Een klimaatveerkrachtig Europa tot stand brengen – de nieuwe EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering (COM/2021/82 final), beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=COM:2021:82:FIN

90


PB C […], […], blz. […].

91


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een nieuw actieplan voor een circulaire economie – Voor een schoner en concurrerender Europa (COM/2020/98 final).

92


Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en sociaal comité en het Comité van de regio’s, EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030 – De natuur terug in ons leven brengen (COM/2020/380 final).

93


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Een “van boer tot bord”-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem (COM(2020) 381 final).

94


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Strategie voor duurzame chemische stoffen – Op weg naar een gifvrij milieu (COM/2020/667 final).

95


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, Actualisering van de nieuwe industriestrategie van 2020: een sterkere eengemaakte markt tot stand brengen voor het herstel van Europa (COM(2021) 350 final).

96


Industry 5.0; https://ec.europa.eu/info/research-and-innovation/research-area/industrial-research-and-innovation/industry-50_en

97


https://op.europa.eu/webpub/empl/european-pillar-of-social-rights/nl/

98


Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en sociaal comité en het Comité van de regio’s, Evaluatie van het handelsbeleid – Een open, duurzaam en assertief handelsbeleid (COM (2021) 66 final).

99


Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad, Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024 (JOIN (2020) 5 final).

100


Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2021 met aanbevelingen aan de Commissie inzake passende zorgvuldigheid in het bedrijfsleven en verantwoordingsplicht van ondernemingen (2020/2129(INL)), P9_TA(2021)0073, beschikbaar op https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:52021IP0073

101


Conclusies van de Raad over mensenrechten en fatsoenlijk werk in mondiale toeleveringsketens, 1 december 2020 (13512/20).

102


Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie over EU-wetgevingsprioriteiten voor 2022, beschikbaar op https://ec.europa.eu/info/sites/default/files/joint_declaration_2022.pdf

103


Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PB L 173, 9.7.2018, blz. 16).

104


https://www.ungpreporting.org/wp-content/uploads/UNGPReportingFramework_withguidance2017.pdf

105


https://www.ohchr.org/Documents/Issues/Business/RtRInterpretativeGuide.pdf.https://www.ohchr.org/Documents/Issues/Business/RtRInterpretativeGuide.pdf.

106


Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).

107


PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

108


Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

109


Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

110


Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).

111


Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013 1, blz. 1).

112


Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

113


Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende Europese durfkapitaalfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 1);

114


Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 inzake Europese sociaalondernemerschapsfondsen (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 18);

115


Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98).

116


Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).

117


Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).

118


Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV’s) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).

119


Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1).

120


Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1).

121


Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

122


Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).

123


Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35).

124


Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

125


Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PB L 267 van 10.10.2009, blz. 7).

126


Verordening (EU) 2020/1503 van het Europees Parlement en de Raad van 7 oktober 2020 betreffende Europese crowdfundingdienstverleners voor bedrijven en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1129 en Richtlijn (EU) 2019/1937 (PB L 347 van 20.10.2020, blz. 1).

127


COM(2020) 593 final.

128


Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

129


Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (PB L 243 van 11.9.2002, blz. 1).

+


+PB: In de tekst het nummer en de datum invoegen van de richtlijn die is vervat in document ... en in de voetnoot de PB-referentie van die richtlijn invoegen.

NL NL