Bijlagen bij COM(2022)500 - Verslag over de rechtsstaat 2022 Situatie op het gebied van de rechtsstaat in de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage en in de afzonderlijke landenhoofdstukken.
(11) De methodologie is bijgewerkt na besprekingen met de lidstaten, met name om het gebruik van bronnen voor de beoordeling nader te specificeren en om rekening te houden met de opneming van aanbevelingen in het verslag. De methodologie is hier te vinden.
(12) De aanbevelingen doen geen afbreuk aan procedures die de Commissie kan inleiden op grond van andere rechtsinstrumenten, zoals inbreukprocedures of de verordening inzake conditionaliteit.
(13) Waar van toepassing worden de aanbevelingen voorafgegaan door het standpunt van de Commissie in het kader van deze procedures met betrekking tot de betrokken lidstaat.
(14) Tot de bronnen voor het jaarlijkse verslag over de rechtsstaat behoren met name schriftelijke bijdragen van de lidstaten, schriftelijke bijdragen die zijn ontvangen tijdens de gerichte raadpleging van belanghebbenden en informatie die door internationale organisaties is geproduceerd of tijdens landenbezoeken is ontvangen van nationale autoriteiten en belanghebbenden. De bronnen bieden slechts input voor de beoordeling van de Commissie, zonder als zodanig het standpunt van de Commissie weer te geven.
(15) Verslag over de rechtsstaat 2022 — bijdragen van de lidstaten .
(16) Informatie over de landenbezoeken is te vinden in de landenhoofdstukken. Tijdens deze landenbezoeken heeft de Commissie besprekingen gevoerd met de nationale autoriteiten van de lidstaten, waaronder justitiële en onafhankelijke instanties en rechtshandhavingsinstanties, en met belanghebbenden, zoals journalistenverenigingen en het maatschappelijk middenveld.
(17) De raadpleging vond plaats tussen december 2021 en januari 2022. Verslag over de rechtsstaat 2022 — gerichte raadpleging van belanghebbenden .
(18) Verslag over de rechtsstaat 2022 — bijdragen van de Raad van Europa .
(19) EU-Handvest van de grondrechten .
(20) HvJ-EU, arrest van 24 juni 2019, Commissie/Polen, C-619/18, ECLI:EU:C:2019:531, punten 44 en 58.
(21)

     Een verwijzing naar de belangrijkste arresten sinds het laatste verslag is te vinden in punt 4.

(22) Grafieken 50 en 52 van het EU-scorebord voor justitie 2022.
(23) Het HvJ-EU heeft erkend dat een raad voor de rechtspraak waarborgen kan bieden voor de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, op voorwaarde dat die instantie voldoende onafhankelijk is van de uitvoerende en de wetgevende macht en van het orgaan waaraan het advies uitbrengt. Zie bv. arrest van 2 maart 2021, AB e.a. (Benoeming van de rechters bij de Sąd Najwyższy – Beroep), C-824/18, punten 123-125 en aldaar aangehaalde rechtspraak.
(24) Zie met name Aanbeveling CM/Rec(2010)12 van de Raad van Europa.
(25) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije, Ierland, Spanje, Italië, Cyprus, Luxemburg, Portugal, Slowakije en Zweden.
(26) De aanbevelingen hebben betrekking op Hongarije.
(27) Zie arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 2 maart 2021, AB e.a. (Benoeming van rechters bij de Sąd Najwyższy – Beroep), C-824/18, punten 117, 119 en 123 en aldaar aangehaalde rechtspraak. De betrokkenheid van onafhankelijke organen, zoals raden voor de rechtspraak, bij een benoemingsprocedure voor rechters kan in beginsel ertoe bijdragen dat deze procedure objectiever wordt, mits een dergelijk orgaan zelf voldoende onafhankelijk is van de wetgevende en de uitvoerende macht (zie arresten van 15 juli 2021, Commissie/Polen, C-791/19, punten 98-108; van 20 april 2021, Repubblika/Il-Prim Ministru, C-896/19, punt 66; van 2 maart 2021, AB e.a. (Benoeming van de rechters bij de Sąd Najwyższy – Beroep), C-824/18, punten 66, 124 en 125; en van 19 november 2019, AK e.a., gevoegde zaken C-585/18, C-624/18 en C-625/18, punten 137 en 138).
(28) De aanbevelingen hebben betrekking op Griekenland, Cyprus, Malta en Oostenrijk.
(29) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije, Letland, Litouwen en Hongarije.
(30) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië, Spanje, Oostenrijk en Slowakije. Bulgarije heeft in zijn herstel- en veerkrachtplan een relevante mijlpaal opgenomen.
(31) De aanbevelingen hebben betrekking op Polen.
(32) Het Hof heeft dit beginsel onlangs in herinnering gebracht in zaken met betrekking tot de tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof (arrest van 15 juli 2021, Europese Commissie/Republiek Polen, C-791/19) en de Roemeense gerechtelijke inspectie (arrest van 18 mei 2021, Asociaţia “Forumul Judecătorilor din România” e.a./Inspecţia Judiciară e.a., gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-291/19, C-355/19 en C-397/19).
(33) Arrest van het HvJ-EU van 25 juli 2018, LM, C-216/18 PPU, punt 67.
(34) In juni 2022 is een aantal wetswijzigingen aangenomen.
(35) De aanbevelingen hebben betrekking op Kroatië, Portugal, Roemenië, Slovenië en Slowakije. Tegen Polen is een inbreukprocedure ingeleid met betrekking tot de tuchtregeling voor rechters. Een mijlpaal ter zake is opgenomen in het nationale herstel- en veerkrachtplan.
(36) De aanbevelingen hebben betrekking op België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Malta.
(37) De aanbevelingen hebben betrekking op Frankrijk, Italië, Nederland en Finland.
(38) De aanbevelingen hebben betrekking op Ierland, Litouwen en Luxemburg.
(39) Jaarlijks gepubliceerd door Transparency International: https://www.transparency.org/en/cpi/2021  
(40) Net als vorig jaar scoren zes lidstaten (Denemarken, Finland, Zweden, Nederland, Luxemburg en Duitsland) minstens 80/100 op de index, terwijl nog eens vijf lidstaten (Oostenrijk, Estland, Ierland, België en Frankrijk) een score van meer dan 72/100 halen.
(41) Speciale Eurobarometer 523 over corruptie (2022) en Flash Eurobarometer 507 over de houding van het bedrijfsleven ten aanzien van corruptie in de EU (2022). De Eurobarometer-gegevens over de houding van het bedrijfsleven ten opzichte van corruptie worden om de twee jaar geactualiseerd. De Eurobarometer-gegevens over de corruptieperceptie en de ervaringen van burgers en bedrijven, zoals vermeld in het vorige verslag, worden om de twee jaar geactualiseerd. De vorige gegevensreeksen zijn afkomstig van de speciale Eurobarometer 502 (2020) en de Flash Eurobarometer 482 (2019).
(42) Het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie verplicht de aangesloten staten om, in overeenstemming met de grondbeginselen van hun rechtsstelsel, een doeltreffend en gecoördineerd beleid inzake corruptiebestrijding te ontwikkelen en uit te voeren of te handhaven dat de participatie van de samenleving bevordert en dat recht doet aan de beginselen van de rechtsstaat, goed beheer van publieke aangelegenheden en publieke goederen, integriteit, transparantie en verantwoordingsplicht. Alle lidstaten en de EU zijn partij bij het verdrag.
(43) Zie ook de verklaring van Kuala Lumpur over strategieën inzake corruptiebestrijding .
(44) Zoals reeds vermeld in het verslag van vorig jaar, zijn belangrijke elementen om ervoor te zorgen dat dergelijke strategieën doeltreffend worden uitgevoerd en tastbare resultaten opleveren: duidelijke en meetbare doelstellingen, toereikende middelen, gerichte steun en toezicht op de uitvoering, regelmatige evaluaties en welomschreven verantwoordelijkheden voor gespecialiseerde instellingen, en een sterke betrokkenheid van de relevante belanghebbenden (COM(2021) 700 final, blz. 11).
(45) De aanbevelingen hebben betrekking op Letland, Litouwen, Portugal, Slovenië en Finland.
(46) In de eerste plaats het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie en het Burgerrechtelijk Verdrag inzake corruptie van de Raad van Europa, het OESO-Verdrag inzake bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij internationale zakelijke transacties en het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie.
(47) De strijd tegen corruptie wordt in grote mate vergemakkelijkt dankzij EU-wetgeving die onder meer betrekking heeft op regels inzake de strafbaarstelling van corruptie, de bevriezing en confiscatie van vermogens, de bescherming van de financiële belangen van de EU, normen voor de bescherming van klokkenluiders, herziene antiwitwasregels, met name de invoering van registers van uiteindelijk begunstigden van ondernemingen, en verdere stappen om de uitwisseling van financiële informatie te bevorderen en financiële onderzoeken te versnellen.
(48) De aanbevelingen hebben betrekking op Finland en Zweden.
(49) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije.
(50) De aanbevelingen hebben betrekking op Cyprus, Italië, Frankrijk, Luxemburg, Roemenië, Slovenië en Slowakije.
(51) In het kader van het herstel- en veerkrachtplan.
(52) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië, Spanje en Malta. Een mijlpaal met betrekking tot het verminderen van de achterstand en kortere procedures is ook opgenomen in het herstel- en veerkrachtplan van Kroatië.
(53) De aanbevelingen hebben betrekking op Polen.
(54) Zoals in het verslag over de rechtsstaat 2020 werd opgemerkt, is het, door het gebrek aan uniforme, actuele en geconsolideerde statistieken in alle lidstaten, moeilijk inzicht te krijgen in het relatieve succes van het onderzoek naar en de vervolging van corruptiemisdrijven. De beoordeling is gebaseerd op de door de lidstaten verstrekte gegevens.
(55) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije, Griekenland en Hongarije.
(56) Raad van Europa, Aanbeveling Rec(2000)10 inzake gedragscodes voor overheidsfunctionarissen.
(57) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije, Estland, Ierland en Slowakije.
(58) De aanbevelingen hebben betrekking op België, Tsjechië en Nederland.
(59)

     OESO (2021) Lobbying in the 21st century.

(60) OESO (2010), Recommendation of the Council on Principles for Transparency and Integrity in Lobbying; Council of Europe standards on lobbying transparency, Aanbeveling CM/Rec(2017)2.
(61) De aanbevelingen hebben betrekking op België, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Letland, Luxemburg, Hongarije, Nederland, Polen, Roemenië en Slowakije. Mijlpalen ter zake zijn ook opgenomen in het Tsjechische herstel- en veerkrachtplan.
(62) De aanbevelingen hebben betrekking op België, Denemarken, Duitsland, Ierland, Nederland en Zweden.
(63) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië, Ierland, Griekenland, Cyprus, Hongarije, Polen, Oostenrijk, Portugal en Slowakije. Relevante mijlpalen zijn ook opgenomen in het Kroatische herstel- en veerkrachtplan.
(64) Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).
(65) De aanbevelingen hebben betrekking op Denemarken, Italië en Oostenrijk.
(66) Verslag van de Commissie “Burgerschaps- en verblijfsregelingen voor investeerders in de Europese Unie”, aangenomen op 23 januari 2019, COM(2019) 12 final.
(67) De Commissie heeft inbreukprocedures ingeleid met betrekking tot de regelingen van Cyprus en Malta.
(68) Aanbeveling in verband met burgerschapsregelingen voor investeerders en verblijfsregelingen voor investeerders naar aanleiding van de Russische invasie van Oekraïne, aangenomen op 28 maart 2022, C(2022) 2028. In totaal wordt in 19 lidstaten gebruikgemaakt van verblijfsregelingen voor investeerders: in Bulgarije, Tsjechië, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië en Slowakije.
(69) De Commissie heeft de inbreukprocedure tegen Malta voortgezet.
(70) De monitor voor de pluriformiteit van de media is een belangrijke bron voor de verslagen over de rechtsstaat van de Commissie. Het is een wetenschappelijk en holistisch instrument dat de gezondheid van mediakaders documenteert en bedreigingen voor de pluriformiteit en de vrijheid van de media in de lidstaten en sommige kandidaat-lidstaten beschrijft. Het instrument wordt medegefinancierd door de EU en sinds 2013-2014 op regelmatige basis en op onafhankelijke wijze door het Centrum voor pluriformiteit en vrijheid van de media bijgehouden. De Commissie heeft ook gebruikgemaakt van andere bronnen, bijvoorbeeld de wereldindex voor persvrijheid van Verslaggevers zonder Grenzen en het platform van de Raad van Europa ter bevordering van de bescherming van de journalistiek en de veiligheid van journalisten; naar deze bronnen wordt verwezen in de landenhoofdstukken.
(71) Richtlijn (EU) 2018/1808 van 14 november 2018.
(72) De aanbevelingen hebben betrekking op Spanje en Hongarije.
(73) Aanbeveling CM/Rec(2018)11 van het Comité van ministers aan de lidstaten inzake pluriformiteit van de media en transparantie inzake media-eigendom.
(74) Artikel 5, lid 2, van Richtlijn 2010/13/EU van 10 maart 2010, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/1808 van 14 november 2018. De antiwitwasrichtlijnen (Richtlijn (EU) 2018/843 van 30 mei 2018 en Richtlijn (EU) 2015/849 van 20 mei 2015) bevatten ook algemene (niet-sectorale) verplichtingen inzake transparantie over de uiteindelijk begunstigden.
(75) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië en Frankrijk.
(76) De aanbevelingen hebben betrekking op Bulgarije, Kroatië, Hongarije en Oostenrijk.
(77) Protocol (nr. 29) betreffende het openbare-omroepstelsel in de lidstaten, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
(78) Aanbeveling CM/Rec(2012)1 van de Raad van Europa over het bestuur van de publieke media  
(79) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië, Cyprus, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije.
(80) De aanbevelingen hebben betrekking op Polen. Ten aanzien van Hongarije loopt een inbreukprocedure.
(81) De aanbevelingen hebben betrekking op België, Denemarken, Duitsland, Estland, Spanje, Litouwen, Luxemburg, Malta, Oostenrijk en Finland.
(82) Het platform van de Raad van Europa stelde een toename van 42 % van het aantal signaleringen vast, en het platform “Mapping Media Freedom” een toename van 72 % van de signaleringen in de EU-lidstaten tussen 2020 en 2021; een aanzienlijk aandeel van de in 2021 vastgestelde signaleringen hield verband met online-intimidatie en -aanvallen tijdens COVID-gerelateerde protesten.
(83) De aanbevelingen hebben betrekking op Griekenland, Kroatië, Slovenië en Slowakije.
(84) De aanbevelingen hebben betrekking op Ierland, Kroatië en Italië.
(85) De aanbevelingen hebben betrekking op Estland, Cyprus, Letland, Luxemburg, Portugal en Roemenië.
(86) In twee arresten oordeelde het HvJ-EU dat nationale rechtbanken niet het risico mogen lopen tuchtrechtelijk te worden bestraft wanneer ze beslissingen van het grondwettelijk hof die strijdig zijn met het Unierecht, buiten toepassing laten (arrest van het Hof van Justitie van 21 december 2021, Euro Box Promotion e.a., gevoegde zaken C-357/19, C-379/19, C-547/19, C-811/19 en C-840/19) en dat het Unierecht zich verzet tegen een nationale regeling of praktijk waarbij een nationale rechter tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor een schending van een beslissing van het nationaal grondwettelijk hof (arrest van het Hof van Justitie van 22 februari 2022, RS, zaak C-430/21, punt 87). Belangrijk is dat het Roemeense Hoge Hof van Cassatie en Justitie verschillende arresten heeft gewezen waarbij de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof over de samenstelling van de kamers van rechters werd vernietigd om uitvoering te geven aan het arrest van het HvJ-EU van 21 december 2021, en dus aan het beginsel van voorrang van het Unierecht.
(87) Persbericht IP/21/7070 van de Commissie van 22 december 2021. Zie hierna onder punt 3.2.
(88) Bij de VN-beginselen van Parijs, die in 1993 door de Algemene Vergadering van de VN zijn goedgekeurd (Resolutie A/RES/48/134), zijn de belangrijkste criteria bepaald waaraan NHRI’s moeten voldoen. NHRI’s worden periodiek geaccrediteerd door de Subcommissie accreditatie van de Internationale Alliantie van Mensenrechteninstituten.
(89) De aanbevelingen hebben betrekking op Kroatië, Nederland en Polen.
(90) De aanbevelingen hebben betrekking op Tsjechië, Italië, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië en Slovenië.
(91) Het Comité van Ministers van de Raad van Europa houdt toezicht op de vaststelling van de maatregelen ter uitvoering van een arrest van het EHRM.
(92) European Implementation Network en Democracy Reporting International, “Justice Delayed and Justice Denied: Non-Implementation of European Courts Judgments and the Rule of Law”.
(93) Het Europees Parlement heeft een specifieke onderzoekscommissie (“PEGA”) opgericht om het gebruik van de spyware voor surveillance “Pegasus” en andere soortgelijke technologieën in de EU aan te pakken.
(94) Arrest van 18 juni 2020, Commissie/Hongarije, zaak C-78/18, ECLI:EU:C:2020:476, punten 112 en 113.
(95) Zie met name Aanbeveling CM/Rec(2007)14 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa inzake de juridische status van niet-gouvernementele organisaties in Europa.
(96) Volgens de categorie toegekend door de niet-gouvernementele organisatie Civicus. De classificatie gebeurt op basis van een schaal met vijf categorieën: open, ingeperkt, belemmerd, onderdrukt en gesloten. In vergelijking met 2021 zijn twee lidstaten in een lagere categorie ingedeeld, namelijk één van “open” naar “ingeperkt” en één van “ingeperkt” naar “belemmerd”.
(97) De aanbevelingen hebben betrekking op Duitsland, Ierland, Griekenland en Zweden.
(98) De aanbevelingen hebben betrekking op Hongarije en Polen.
(99) Het overleg spitste zich toe op de belangrijkste ontwikkelingen in Kroatië, Italië, Cyprus, Letland en Litouwen.
(100)    Het overleg spitste zich toe op de belangrijkste ontwikkelingen in Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland en Oostenrijk.
(101)    Resolutie van het Europees Parlement van 10 maart 2022 over de rechtsstaat en de gevolgen van het arrest van het HvJ-EU, P9_TA(2022)0074; Resolutie van het Europees Parlement van 8 maart 2022 over de steeds beperktere ruimte voor het maatschappelijk middenveld in Europa, P9_TA(2022)0056; van 16 december 2021 over de grondrechten en de rechtsstaat in Slovenië, met name de vertraging bij de benoeming van aanklagers bij het EOM, P9_TA(2021)0512; van 15 december 2021 over de impact van georganiseerde misdaad op de eigen middelen van de EU en op het misbruik van EU-middelen, met bijzondere aandacht voor gedeeld beheer vanuit het oogpunt van audit en controle, P9_TA(2021)0501; van 11 november 2021 over de versterking van de democratie en de vrijheid en pluriformiteit van de media in de EU: oneigenlijk gebruik van civielrechtelijke en strafrechtelijke procedures om journalisten, ngo’s en het maatschappelijk middenveld het zwijgen op te leggen, P9_TA(2021)0451.
(102)    Resolutie van het Europees Parlement van 19 mei 2022 over het verslag van de Commissie over de rechtsstaat 2021, P9_TA(2022)0212.
(103)    Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2022 over lopende hoorzittingen uit hoofde van artikel 7, lid 1, VEU met betrekking tot Polen en Hongarije, P9_TA(2022)0204. Het Europees Parlement heeft sinds 20 juli 2021 in totaal drie resoluties over de rechtsstaat in Polen en Hongarije aangenomen: de resoluties van 21 oktober 2021 over de crisis van de rechtsstaat in Polen en de voorrang van het EU-recht, P9_TA(2021)0439; van 16 september 2021 over de mediavrijheid en de verdere achteruitgang van de rechtsstaat in Polen, P9_TA(2021)0395, en van 8 juli 2021 over de schending van het EU-recht en van de rechten van lhbtiq-burgers in Hongarije als gevolg van de door het Hongaarse parlement aangenomen wetswijzigingen, P9_TA(2021)0362.
(104)      De ad-hocgroep Grondrechten en de rechtsstaat (FRRL-groep) is een horizontaal orgaan binnen het EESC dat tot taak heeft een forum te bieden waar Europese maatschappelijke organisaties elkaar kunnen ontmoeten en van gedachten kunnen wisselen over de toestand van de grondrechten, de democratie en de rechtsstaat in de lidstaten.
(105)      De commissie Civex houdt zich onder meer bezig met vraagstukken op het gebied van constitutionele zaken en governance, beter wetgeven, subsidiariteit en evenredigheid.
(106)    Jaarverslag 2021 over de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid en over de betrekkingen met de nationale parlementen.
(107)    Netwerk voor mensenrechten en democratie, het Bureau voor de grondrechten, het Europees netwerk voor nationale mensenrechteninstellingen en Civil Society Europe.
(108)     Civil society recommendations: how the Commission can improve the credibility, inclusiveness and impact of the Rule of Law Report, European Partnership for Democracy
(109)     Duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen  
(110)     EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020-2024
(111)    Onder meer de Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).    
(112)     Conclusies van de Raad over de prioriteiten van de EU voor samenwerking met de Raad van Europa 2020-2022
(113)    De Commissie van Venetië, de Groep van Staten tegen Corruptie (Greco), de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
(114)    Arrest van 6 oktober 2021, Consorzio Italian Management en Catania Multiservizi, zaak C-561/19, ECLI:EU:C:2021:799.
(115)    In de zaak Cilfit (arrest van 6 oktober 1982 in zaak 283/81, Cilfit e.a., ECLI:EU:C:1982:335) heeft het Hof drie gevallen genoemd waarin in laatste aanleg rechtsprekende nationale rechterlijke instanties niet verplicht zijn om een verzoek om een prejudiciële beslissing in te dienen: i) de vraag is niet relevant voor de beslechting van het geding; ii) de betrokken bepaling van Unierecht is reeds door het Hof uitgelegd, en iii) de juiste toepassing van het Unierecht ligt zo voor de hand dat daarover geen redelijke twijfel kan bestaan. Indien de vraag betreffende de uitlegging van het Unierecht daarentegen aan geen van bovengenoemde criteria voldoet, is de rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak doet gehouden zich tot het Hof te wenden.
(116)    Arrest van 23 november 2021, IS, zaak C-564/19, ECLI:EU:C:2021:949.
(117)    Arrest van 21 december 2021, Euro Box Promotion e.a., gevoegde zaken C-357/19, C-379/19, C-547/19, C-811/19 en C-840/19.
(118)    Op 27 oktober 2021 heeft het Hof van Justitie Polen een dwangsom van 1 miljoen EUR per dag opgelegd zolang de beschikking in kort geding van 14 juli 2021, met name met betrekking tot de werking van de tuchtkamer van het Poolse Hooggerechtshof, niet volledig was nageleefd.
(119)    De Commissie heeft met name op 22 december 2021 besloten een inbreukprocedure tegen Polen in te leiden wegens ernstige bezorgdheid ten aanzien van het Constitutioneel Hof van Polen en zijn recente jurisprudentie waarin de voorrang van het EU-recht wordt betwist.
(120)    De Commissie leidde in 2017 een procedure op grond van artikel 7 VEU in tegen Polen en het Europees Parlement in 2018 tegen Hongarije.
(121)    Verordening (EU) 2020/2092 van 16 december 2020 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 1).
(122)    C(2022) 1382 final. Richtsnoeren voor de toepassing van de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime.
(123)    Zie de zaken C-156/21 en C-157/21. Op 16 februari 2022 deed het HvJ-EU uitspraak en verwierp het de door Polen en Hongarije ingestelde beroepen tot nietigverklaring van de verordening inzake conditionaliteit.
(124)    Op 27 april 2022 heeft de Commissie voor het eerst de procedure uit hoofde van artikel 6, lid 1, van de verordening inzake conditionaliteit ingeleid.
(125)    Verordening (EU) 2021/1060 van 24 juni 2021.
(126)     Europees Semester 2022: voorjaarspakket
(127)    Het EU-scorebord voor justitie 2022 is op 19 mei 2022 gepubliceerd: EU-scorebord voor justitie  
(128)    Grafieken 54 en 55 van het EU-scorebord voor justitie 2022.
(129)    Aanbeveling van de Commissie over het waarborgen van de bescherming, de veiligheid en de weerbaarheid van journalisten en andere mediaprofessionals in de Europese Unie, C(2021) 6650 final van 16 september 2021.
(130)    Voorstel voor een richtlijn tot bescherming van bij publieke participatie betrokken personen tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke procedures (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”), COM(2022) 177 final van 27 april 2022, en de aanbeveling van de Commissie over de wijze waarop journalisten en mensenrechtenverdedigers die betrokken zijn bij publieke participatie kunnen worden beschermd tegen kennelijk ongegronde of onrechtmatige gerechtelijke procedures (“strategische rechtszaken tegen publieke participatie”), C(2022) 2428 van 27 april 2022.