Bijlagen bij COM(2022)664 - Voortgang van Roemenië met betrekking tot het mechanisme voor samenwerking en toetsing

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Bijlage: IJkpunten van de beschikking tot vaststelling van het mechanisme voor samenwerking en toetsing

IJkpunten die Roemenië moet verwezenlijken op grond van Beschikking 2006/928/EG van de Commissie van 13 december 2006 tot vaststelling van een mechanisme voor samenwerking en toetsing van de vooruitgang in Roemenië ten aanzien van specifieke ijkpunten op het gebied van de hervorming van het justitiële stelsel en de bestrijding van corruptie.

IJkpunt 1: Zorgen voor een transparanter en efficiënter verloop van de justitiële procedures door verbetering van de capaciteit en verantwoordingsplicht van de Hoge Raad voor de Magistratuur. Verslag uitbrengen over het effect van de nieuwe wetboeken van burgerlijke rechtsvordering en strafvordering.

IJkpunt 2: Opzetten (volgens de planning) van een agentschap voor integriteitsbewaking dat de taak heeft vermogens, onverenigbaarheden en mogelijke belangenconflicten te verifiëren en verplichte besluiten uit te vaardigen op basis waarvan afschrikwekkende sancties kunnen worden ingesteld.

IJkpunt 3: Op basis van de reeds geboekte vooruitgang doorgaan met het uitvoeren van professioneel, onpartijdig onderzoek naar beschuldigingen van corruptie op hoog niveau.

IJkpunt 4: Verdere maatregelen nemen ter voorkoming en bestrijding van corruptie, met name bij de plaatselijke overheden.

(1) Volgend op de conclusies van de Raad van Ministers van 17 oktober 2006 (13339/06) is het mechanisme voor samenwerking en toetsing ingesteld bij Beschikking van de Commissie van 13 december 2006 (C(2006) 6569).
(2) Arrest van het Hof van Justitie van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a., in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, punt 164.
(3) De ijkpunten voor Roemenië hebben betrekking op de doeltreffendheid en de transparantie van het justitiële stelsel, belangrijke instellingen op gebieden als integriteit en corruptiebestrijding op alle niveaus, en corruptiepreventie.
(4) COM(2017) 44.
(5) COM(2017) 751; COM(2018) 851; COM(2019) 499.
(6) Niet-wetgevende resolutie van het Europees Parlement van 13 november 2018 over de rechtsstaat in Roemenië, P8_TA-PROV(2018)0446. Conclusies van de Raad van 12 december 2018: https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-15187-2018-INIT/nl/pdf
(7) COM(2021) 370.
(8) Een ander instrument dat sinds het CVM-verslag van 2018 is ingevoerd, is de verordening betreffende een algemeen conditionaliteitsregime ter bescherming van de Uniebegroting (Verordening (EU, Euratom) 2020/2092, PB L 433I van 22.12.2020, blz. 1).
(9) De Commissie heeft tot dusver drie verslagen over de rechtsstaat opgesteld: COM(2020) 580, COM(2021) 700 en COM(2022) 500. Die verslagen bevatten specifieke hoofdstukken over Roemenië: SWD(2020) 322, SWD(2021) 724 en SWD(2022) 523.
(10) COM(2022) 500, bijlage en landenhoofdstuk over de situatie op het gebied van de rechtsstaat in Roemenië.
(11) Uitvoeringsbesluit 12319/21 van de Raad van 3 november 2021. In de tekst wordt naar specifieke mijlpalen verwezen.
(12) De verwezenlijking van deze mijlpalen zal in het kader van de specifieke procedure aan de criteria van het Roemeense herstel- en veerkrachtplan worden getoetst.
(13) De diensten van de Commissie hebben in november 2022 een onderzoeksmissie georganiseerd. Er zijn online besprekingen gehouden met onder meer de minister van Justitie, leden van het Roemeense parlement, de Hoge Raad voor de Magistratuur, het Hoge Hof van Cassatie en Justitie, de procureur-generaal, de nationale directie voor corruptiebestrijding, het nationale agentschap voor integriteitsbewaking, het nationaal agentschap voor het beheer van in beslag genomen vermogensbestanddelen (Anabi), maatschappelijke organisaties en juridische beroepsverenigingen.
(14) De volledige ijkpunten van de oorspronkelijke CVM-beschikking worden in de bijlage vermeld.
(15) Wet 207/2018 tot wijziging van Wet 304/2004 betreffende de rechterlijke organisatie, Wet 234/2018 tot wijziging van Wet nr. 317/2004 betreffende de Hoge Raad voor de Magistratuur en Wet 242/2018 tot wijziging van Wet nr. 303/2004 betreffende het statuut van rechters en aanklagers. De wetten werden verder gewijzigd bij een aantal noodverordeningen die de regering in 2018 en 2019 uitvaardigde.
(16) Bijvoorbeeld met betrekking tot de regels inzake benoemingen bij het Hoge Hof van Cassatie en Justitie en de gerechtelijke inspectie. Nadere bijzonderheden zijn te vinden in het CVM-verslag 2019 (COM(2019) 499).
(17) Bijzonderheden over de ontwikkelingen tussen september 2020 en juni 2022 zijn opgenomen in het CVM-verslag 2021 en het landenhoofdstuk over Roemenië in het verslag over de rechtsstaat 2022.
(18) Een bijzondere gemengde parlementaire commissie van de twee kamers heeft de wetten vanaf 12 september onderzocht volgens een parlementaire spoedprocedure. De parlementaire procedure is op 17 oktober afgerond na goedkeuring van de wetten in de Senaat.
(19) De wetten zijn op 16 november in het Staatsblad bekendgemaakt.
(20) Mijlpaal 423 van het Roemeense herstel- en veerkrachtplan is getiteld “Inwerkingtreding van de justitiewetten (wetten inzake de status van magistraten, de rechterlijke organisatie en de Hoge Raad voor de Magistratuur)”.
(21) Advies van de Commissie van Venetië CDL-PI(2022)047.
(22) Zie met name het technisch verslag 2018 (SWD(2018) 551 final) en het verslag over de rechtsstaat 2021 — Landenhoofdstuk over Roemenië. De eerder geldende regels gaven aanleiding tot bezorgdheid vanwege de bevoegdheid van het ministerie van Financiën om te beoordelen of een justitiële fout te kwader trouw of door grove nalatigheid was begaan, en vervolgens om tegen rechters invorderingsprocedures in te leiden voor de veroorzaakte schade.
(23) In zijn arrest van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a., in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, punten 233-241, heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie geoordeeld dat de rechten van verdediging van de rechter volledig in acht moeten worden genomen, dat over de persoonlijke aansprakelijkheid van de rechter uitspraak moet worden gedaan door een rechterlijke instantie, en dat de regeling duidelijk en nauwkeurig de waarborgen moet omschrijven die noodzakelijk zijn om te verzekeren dat noch het onderzoek, noch de regresvordering wordt gebruikt als instrument om druk uit te oefenen op de gerechtelijke activiteiten.
(24) Dit strafbare feit betreft “tijdens of buiten de uitoefening van de werkzaamheden verrichte handelingen die de eer, de professionele oprechtheid of het prestige van de rechtspleging aantasten”.
(25) Het strafbare feit “niet-inachtneming van beslissingen van het Grondwettelijk Hof of beslissingen van het Hoge Hof van Cassatie en Justitie in het kader van de beslechting van beroepen in het belang van de wet”, waardoor rechters tuchtrechtelijk aansprakelijk zouden kunnen worden gesteld wanneer zij uitspraken van het Grondwettelijk Hof die hen verbieden na te gaan of bepalingen van nationaal recht verenigbaar zijn met het EU-recht, buiten toepassing zouden laten; zie het arrest van het HvJ-EU van 22 februari 2022 in zaak C-430/21, RS, punten 79-93.
(26) Deze moeten van nu af aan onverwijld worden gemotiveerd, terwijl voorheen een termijn van twintig dagen gold, die vaak werd genegeerd.
(27) Volgens advies CDL-AD (2002) 015 van de Commissie van Venetië over het wetsontwerp tot wijziging van de Bulgaarse wet betreffende het justitiële stelsel: “wanneer het tuchtpanel van de Hoge Raad van Justitie de rechter in het gelijk heeft gesteld, moet deze beslissing definitief zijn”.
(28) In het advies van de SCM over de wetsontwerpen werd gewezen op het risico dat deze verhoging aanzienlijke gevolgen zou hebben voor de personele middelen en de werklast van rechtbanken en parketten, hetgeen de kwaliteit van de rechtspleging zou kunnen aantasten. De toepassing van deze bepalingen en de praktische gevolgen ervan voor de werklast en voor de efficiënte behandeling van zaken zullen verder worden gemonitord in het kader van de verslagen over de rechtsstaat.
(29) Thans is de vereiste anciënniteit zeven jaar voor hogere gerechten, negen jaar voor hoven van beroep en tien jaar voor het parket dat verbonden is aan het Hoge Hof van Cassatie en Justitie.
(30) Dit betreft bevorderingen zonder overplaatsing die gebaseerd zijn op de resultaten van een vergelijkend onderzoek, en daadwerkelijke bevorderingen die gebaseerd zijn op een beoordeling van de werkzaamheden van de magistraat in de afgelopen jaren. Met ingang van 2025 zullen bevorderingen zonder overplaatsing worden beperkt tot 20 % van het totale aantal vacatures. Sommige verenigingen van magistraten in Roemenië hebben kritiek geuit op deze beperkingen op wat wordt beschouwd als een meer objectieve en op verdiensten gebaseerde bevorderingsprocedure.
(31) Op deze wijziging is ook kritiek gekomen van enkele verenigingen van magistraten en maatschappelijke organisaties, die stellen dat de procedure juist in mindere mate op verdiensten is gebaseerd en minder competitief is. Daar heeft de SCM tegenover gesteld dat het huidige systeem niet efficiënt is en dat op het betrokken anciënniteitsniveau kennistoetsen voor rechters minder relevant zijn dan een analyse van hun prestaties in de rechtsprekende praktijk.
(32) Wet nr. 49 van 11 maart 2022 tot afschaffing van de afdeling voor onderzoek naar strafbare feiten binnen de rechterlijke macht en tot wijziging van Wet nr. 135/2010 houdende het wetboek van strafvordering, bekendgemaakt in Staatsblad nr. 244 van 11 maart 2022. De wet is aangevochten bij het Grondwettelijk Hof, dat de wet bij Besluit nr. 88 van 9 maart 2022 grondwettelijk heeft verklaard.
(33) De SIIJ moest in totaal 9 651 zaken oplossen. In de periode 2018–2022 heeft zij in totaal 2 000 zaken afgehandeld. In het kader van deze zaken heeft de SIIJ zeven tenlasteleggingen uitgevaardigd en negen verdachten gedagvaard. In maart 2022 stonden 7 002 zaken nog open.
(34) Voor strafbare feiten die zijn gepleegd door leden van de SCM, rechters en aanklagers die zijn verbonden aan het Hoge Hof van Cassatie en Justitie, rechters en aanklagers van de hoven van beroep en het militaire hof van beroep, alsmede de rechters van het Grondwettelijk Hof.
(35) Voor strafbare feiten die zijn gepleegd door rechters en aanklagers die verbonden zijn aan rechtbanken van eerste aanleg, rechtbanken en militaire rechtbanken.
(36) In de nieuwe structuur kan de procureur-generaal maximaal 14 aanklagers aanwijzen bij het parket dat aan het Hoge Hof van Cassatie en Justitie is verbonden, en maximaal drie bij elk van de parketten die aan de hoven van beroep zijn verbonden. De aanklagers worden aangewezen voor een termijn van vier jaar op voordracht van het plenum van de SCM. Na afloop van die termijn of na een besluit van de procureur-generaal om de aanwijzing te beëindigen, keren zij terug naar hun oorspronkelijke functie.
(37) Verklaring van de Roemeense vereniging van rechters, de beweging voor de verdediging van het statuut van aanklagers en de vereniging “Initiatief voor Justitie” van 24 januari 2022.
(38) Arrest van het Hof van Justitie van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a., in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, ECLI:EU:C:2021:393, punt 223.
(39) De nieuwe structuur moet worden “omringd met specifieke waarborgen die, ten eerste, voorkomen dat die afdeling wordt gebruikt als een instrument om politiek toezicht op de werkzaamheden van die rechters en aanklagers uit te oefenen waardoor hun onafhankelijkheid wordt ondermijnd en, ten tweede, verzekeren dat die bevoegdheid ten aanzien van die rechters en aanklagers wordt uitgeoefend met volledige inachtneming van de eisen die voortvloeien uit de artikelen 47 en 48 van het Handvest”, arrest van het Hof van Justitie van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a., in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, ECLI:EU:C:2021:393, punt 223.
(40) Commissie van Venetië, Advies over het wetsontwerp tot ontmanteling van de afdeling voor onderzoek naar strafbare feiten die binnen de rechterlijke macht zijn gepleegd (CDL-AD(2022) 003), punt 37.
(41) De bezorgdheid betrof onder meer het ontbreken van een specifieke competitieve procedure en van een specifieke rol voor de afdeling aanklagers van de SCM. De Commissie van Venetië heeft het belang onderstreept van een sterkere betrokkenheid van afdeling aanklagers van de SCM bij de initiële selectie van aanklagers (advies van de Commissie van Venetië (CDL-AD(2022) 003), punt 28). De bezorgdheid werd versterkt door de aanvankelijke besluiten van de SCM die de continuïteit met het voormalige personeel van de SIIJ leken te willen bevorderen. Tot dusver zijn 37 van de in totaal 59 posten ingevuld en zijn 9 voorstellen nog in behandeling. De procureur-generaal wees erop dat er zich bij de benoeming van aanklagers door de Hoge Raad voor de Magistratuur in bepaalde functies problemen hadden voorgedaan waardoor een ongelijke verdeling van de werklast was ontstaan.
(42) Sinds de ontmanteling van de SIIJ zijn in de nieuwe structuur tot eind september 2022 1 237 dossiers opgelost (786 op centraal niveau en 451 op lokaal niveau). Er zijn nog 2 960 zaken aanhangig op centraal niveau, terwijl er bij de parketten in het hele land nog 4 208 zaken aanhangig zijn.
(43) De twee aanbevelingen zijn: maatregelen nemen om de resterende zorgen over het onderzoek naar en de vervolging van strafbare feiten binnen de rechterlijke macht weg te nemen, en daarbij rekening houden met de Europese normen en de desbetreffende adviezen van de Commissie van Venetië, en het effect van het nieuwe systeem op het onderzoeken en vervolgen van corruptiemisdrijven binnen de rechterlijke macht nauwlettend in het oog houden. Zie ook onder ijkpunt 3.
(44) De aanbeveling dateert van 2016 en is extra relevant gebleken gezien latere ontwikkelingen. Hoewel de benoemingen nog steeds worden gekenmerkt door een consensuele aanpak, bleek uit controverses die met name verband hielden met de willekeur die de wet toestaat in het proces van ontslag, dat er duidelijkheid en waarborgen moeten komen. In het CVM-verslag 2016 werd ook aanbevolen een procedure met een politiek element niet toe te passen op lagere managementfuncties, plaatsvervangers en afdelingshoofden (dit zou aan de SCM en de leiding van de betrokken organisaties moeten worden overgelaten).
(45) Zie de zorgen van de Commissie van Venetië (advies 950/2019, CDL-AD(2019)014) met betrekking tot het gebrek aan tegenwicht tegen de invloed van het advies van de minister van Justitie.
(46) CDL-AD(2015)039: gezamenlijk advies van de Commissie van Venetië, de Adviesraad van Europese aanklagers (CCPE) en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (OVSE/ODIHR) over de ontwerpwijzigingen van de wet inzake het Openbaar Ministerie van Georgië, § 19; CDL-AD(2017)028: Polen – Advies over de wet inzake het openbaar ministerie, § 33. Zie ook CDL-PI(2022)023, een compilatie van adviezen en verslagen van de Commissie van Venetië betreffende aanklagers.
(47) Arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens van 5 mei 2020, Kövesi / Roemenië, 3594/19.
(48) Anders dan in de vorige wet heeft een juridische betwisting van het besluit van de president tot ontslag van een hooggeplaatste aanklager geen schorsende werking op het ontslag.
(49) Besluit 77/2017 van het parlement: https://www.juridice.ro/wp-content/uploads/2017/10/Codul-de-conduită.pdf  
(50) De gedragscode vermeldt niet specifiek de eerbiediging van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, maar bevat een algemene bepaling over de eerbiediging van de scheiding der machten: Artikel 1, lid 3, bepaalt: “Afgevaardigden en senatoren zijn verplicht eerlijkheid en discipline te betrachten, met inachtneming van de beginselen van scheiding en evenwicht van machten in de staat, transparantie, morele integriteit, verantwoordingszin en eerbiediging van de reputatie van het parlement.”
(51) Website van de Hoge Raad voor de Magistratuur – verklaringen en besluiten betreffende de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.
(52) Artikel 3, lid 1, van de code.
(53) Het totale aantal besluiten dat de SCM heeft genomen in verband met verzoeken om de professionele reputatie en onpartijdigheid van magistraten te verdedigen, bedroeg 36 in 2021 (23 verzoeken ontvankelijk verklaard, 10 afgewezen, de rest nietig verklaard of ingetrokken) en 18 in 2022 (8 ontvankelijk verklaard, 9 afgewezen, 1 nietig verklaard).
(54) De wetswijzigingen traden in december 2018 in werking.
(55) 66 besluiten hebben betrekking op het wetboek van strafvordering en 14 besluiten op het wetboek van strafrecht.
(56) Zoals de Roemeense regering heeft opgemerkt, hebben de aangenomen wetswijzigingen de strijdigheden met de grondwet verholpen, maar zijn er nog 32 besluiten van het Grondwettelijk Hof met betrekking tot het wetboek van strafvordering en 13 besluiten met betrekking tot het wetboek van strafrecht die geen gevolg hebben gekregen in de vorm van wetgevend optreden.
(57) Voorbeelden hiervan zijn de definitie van het misdrijf van ambtsmisbruik, de voorwaarden voor het gebruik van technische surveillancemethoden (afluisteren) of de bijzondere verjaringstermijn voor misdrijven. Zie in dit verband ook ijkpunt 3.
(58) Besluit 67/2022 van het Hoge Hof van Cassatie en Justitie, onder verwijzing naar Besluit nr. 297/2018 en Besluit nr. 358/2022 van het Grondwettelijk Hof.
(59) https://www.csm1909.ro/PageDetails.aspx?Type=Title&FolderId=9880 . Zie ook ijkpunt 3.
(60) Zie voor meer informatie het verslag over de rechtsstaat 2022. In het huidige ontwerp wordt met name voorgesteld het strafbare feit van machtsmisbruik in het wetboek van strafrecht te wijzigen in die zin dat een “schending van een verplichting” moet voortvloeien uit een wet, een regeringsverordening, een noodverordening van de regering of een andere normatieve handeling die op de datum van goedkeuring ervan met een wet was gelijkgesteld. Het gebrek aan duidelijkheid over dit strafbare feit heeft de vervolging ervan belemmerd en naar verwachting zal het dankzij de wijziging gemakkelijker worden om dit strafbare feit doeltreffend te vervolgen. Naar aanleiding van een arrest van het Grondwettelijk Hof en een advies van de Commissie van Venetië uit 2018 wordt ook voorgesteld strengere waarborgen vast te stellen voor het gebruik van bewijs dat is verkregen uit elektronische opnamen.
(61) Mijlpaal 424 van het Roemeense herstel- en veerkrachtplan, getiteld “Wijziging van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering”, vereist dat Roemenië de bepalingen van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering die in 2014 in werking zijn getreden, in overeenstemming brengt met de grondwettelijke bepalingen, zulks overeenkomstig de desbetreffende besluiten van het Grondwettelijk Hof van Roemenië inzake de grondwettigheidsaspecten van de recente wijzigingen van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering. Roemenië heeft in het herstel- en veerkrachtplan toegezegd deze hervorming in december 2022 door te voeren.
(62) In het verslag over de rechtsstaat van 2022 – landenhoofdstuk over de situatie op het gebied van de rechtsstaat in Roemenië en in de landspecifieke aanbevelingen van het Europees semester is onderstreept dat er bezorgdheid bestaat over de voorspelbaarheid en kwaliteit van het wetgevend proces in het algemeen.
(63) Commissie van Venetië, Advies over het wetsontwerp tot ontmanteling van de afdeling voor onderzoek naar strafbare feiten die binnen de rechterlijke macht zijn gepleegd (CDL-AD(2022) 003).
(64) Spoedprocedure van 15 dagen voor elke kamer in plaats van de normale wetgevingsprocedure van 45 dagen per kamer.
(65) Opmerkingen van ngo’s die aanwezig waren bij de debatten, en berichtgeving in de media.
(66) Verslag over de rechtsstaat 2022, bijlage en landenhoofdstuk over de situatie op het gebied van de rechtsstaat in Roemenië, blz. 2.
(67) Zie de handleiding bij artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens – recht op een onpartijdig gerecht (civiel onderdeel):     http://www.echr.coe.int/Documents/Guide_Art_6_ENG.pdf .
(68) Zie referentie CM/Notes/1280/H46-21 van de Raad van Europa.
(69) Roemenië werd in 2005 door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens op de vingers getikt omdat de Roemeense staat of juridische entiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de Roemeense staat vallen, definitieve uitspraken van de binnenlandse rechters niet opvolgen of daar te lang mee wachten.
(70) Memorandum nr. L1/1814/26.02.2019 over maatregelen om de uitvoering te garanderen van rechterlijke uitspraken tegen een overheidsdebiteur, overeenkomstig de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens inzake niet-uitvoering of te trage uitvoering van de rechterlijke uitspraken tegen overheidsdebiteuren.
(71) Tussentijdse resolutie CM/ResDH(2022)58.
(72) De uitvoering wordt in maart 2023 door het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan een analyse onderworpen.
(73) Het Comité van Ministers van de Raad van Europa houdt toezicht op de vaststelling van de maatregelen ter uitvoering van een arrest van het EHRM.
(74) Verslag over de rechtsstaat 2022 — Landenhoofdstuk over Roemenië, blz. 28.
(75) Zie Verslag over de rechtsstaat 2022, COM(2022) 500 final, blz. 24.
(76) Mijlpaal 421 getiteld “Inwerkingtreding van de wet tot goedkeuring van de strategie voor de ontwikkeling van het justitiële stelsel 2022-2025”.
(77) Het probleem van de personeelstekorten in het justitiële stelsel kreeg prominente publieke aandacht in november, toen er een golf van pensioenaanvragen werd ingediend, met name door rechters. Verenigingen van magistraten wezen op de noodzaak van een duidelijke strategie om de tekorten en de buitensporige werklast aan te pakken. Om het aantal pensioneringen van rechters terug te dringen en te zorgen voor een adequate selectiebandbreedte bij vergelijkende onderzoeken voor aanwervingen in het beroep, hebben zowel de voorzitters van de rechterlijke instanties in laatste aanleg — het Hoge Hof en de hoven van beroep — als de algemene vergaderingen van rechters van de rechterlijke instanties de andere geledingen van de overheid in een resolutie van 28 oktober opgeroepen maatregelen te nemen om het statuut van rechters te versterken en de arbeidsomstandigheden bij de rechterlijke instanties te verbeteren. De tekorten binnen het justitiële stelsel komen ook aan de orde in de verslagen over de rechtsstaat. In het verslag van 2022 werd opgemerkt dat het aantal pensioneringen nog steeds hoger ligt dan het aantal nieuwe aanwervingen.
(78) Zie het CVM-verslag van 2021 voor nadere informatie.
(79) Begin juli 2022, tijdens het zomerreces, werden verkiezingen georganiseerd. De resultaten werden aangevochten en op 19 juli verklaarde de SCM de bezwaren van twee rechters ontvankelijk, maar verwierp hij die van aanklagers, wat leidde tot publieke controverses. Zie bijvoorbeeld https://ziare.com/alegeri-csm/alegeri-turul-2-procurori-csm-1753710 ,   https://spotmedia.ro/stiri/opinii-si-analize/apel-catre-comisia-europeana-csm-dovedeste-ca-romania-are-nevoie-sa-ramana-cu-mcv , https://romania.europalibera.org/a/alegeri-csm-contestatii/31950487.html en VIDEO Procurorul Bogdan Pîrlog despre votul din CSM: „O încălcare a legii care ridică probleme penale” - PRESShub  
(80) Diverse leden van de SCM waren van mening dat met deze tijdelijke benoeming de grondwettelijke bepalingen waarbij de voorzitter van de raad kan worden gekozen voor een niet-verlengbaar mandaat van één jaar, zijn omzeild, waarmee de legitimiteit van verschillende belangrijke procedures die in 2022 werden ingeleid, zoals de verkiezingen voor de raad, de benoeming van de nieuwe hoofdinspecteur van de rechterlijke macht en de selectie van een nieuwe voorzitter van het Hoge Hof van Cassatie en Justitie, volgens hen ter discussie kwam te staan.
(81) Hoge Raad voor de Magistratuur, besluit 1 van 11 februari 2022. De controverse hield verband met het feit dat de ontwerpwijzigingen van de raad in de wet zijn overgenomen door het ministerie van Justitie in een herzien wetsontwerp, waarna de raad een positief advies zonder op- en aanmerkingen uitbracht. In een brief aan de Commissie stelden diverse leden van de raad dat daardoor bij het publiek de onjuiste indruk werd gewekt dat het gerechtelijk apparaat volledig instemde met deze wet, terwijl de rechterlijke instanties en het openbaar ministerie niet over de ontwerpbepalingen waren geraadpleegd.
(82) Besluit 115 van 12 augustus 2022.
(83) Het plenum heeft in 2022 geen besluiten en in 2021 zeven besluiten genomen. In 2021 had een van de ontvankelijk verklaarde verzoeken betrekking op openbare uitlatingen op tv van een lid van de SCM zelf over de vervolging. De afdeling aanklagers concludeerde in december 2021 dat de uitlatingen hadden geleid tot een ernstige aantasting van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van aanklagers, met name die welke belast waren met het onderzoeken van corruptiemisdrijven.
(84) De SCM heeft het verslag 2021 over het justitiële stelsel nog niet gepubliceerd, hoewel zijn mandaat in december 2022 afloopt.
(85) Arrest van het Hof van Justitie van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a. in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, ECLI:EU:C:2021:393, punt 207.
(86) In het meest recente CVM-voortgangsverslag voor Roemenië (COM (2021) 370 final) wordt opgemerkt dat er nog steeds gevallen zijn waarin tuchtonderzoeken en zware sancties tegen magistraten die kritiek hebben op de efficiëntie en onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, aanleiding geven tot bezorgdheid. Meer recentelijk heeft de tuchtprocedure die de gerechtelijke inspectie tegen een rechter van het hof van beroep van Pitești heeft ingeleid, in hoofdzaak omdat hij besloot de wetgeving tot oprichting van de SIIJ buiten toepassing te laten in het licht van het arrest van het Europees Hof van Justitie van mei 2021, tot dergelijke bezorgdheid geleid. De SCM verwierp de tuchtmaatregel uiteindelijk bij besluit van 14 april 2022.
(87) C-817/21, R.I. tegen Inspecția Judiciară, N.L.
(88) De hoofdinspecteur mag dergelijke beslissingen slechts eenmaal en alleen met opgave van redenen terzijde schuiven.
(89) 24 acties betreffende rechters en 13 betreffende aanklagers in 2021, 26 acties betreffende rechters en 6 betreffende aanklagers in 2022. De sancties tegen rechters omvatten waarschuwingen, schorsing, verlaging van de maandelijkse vergoedingen, terugzetting in rang en uitsluiting van de magistratuur. De aanklagers kregen alleen een waarschuwing.
(90) Zie voor nadere informatie het verslag over de rechtsstaat 2022, landenhoofdstuk over Roemenië.
(91) Arresten van het Hof van Justitie van 15 juli 2021, Commissie/Polen (Tuchtregeling voor rechters), C-791/19, ECLI:EU:C:2021:596, punt 138, en van 21 december 2021, Euro Box Promotion e.a., in de gevoegde zaken C-357/19, C-379/19, C-547/19, C-811/19 en C-840/19, ECLI:EU:C:2021:1034, punt 239.
(92) In de afgelopen maanden werden tegen twee rechters vijf tuchtonderzoeken geopend. De rechters stelden dat de zaken op verzoek van de verdachten werden geopend om de gegrondheid van het vonnis aan te vechten, of ambtshalve door de gerechtelijke inspectie.
(93) https://www.inspectiajudiciara.ro/ro-ro/page/comunicate-de-presa
(94) Tussen 1 juni 2021 en 30 september 2022 heeft het ANI meer dan 1 700 dossiers geanalyseerd en 218 integriteitsincidenten ontdekt: 120 gevallen van onverenigbaarheid, 81 gevallen van administratieve belangenconflicten en 17 gevallen van niet-verantwoord vermogen. Integriteitsinspecteurs hebben 68 gevallen van mogelijke strafbare feiten vastgesteld en voor verder onderzoek doorverwezen naar de bevoegde instanties.
(95) De nieuwe voorzitter was eerder vicevoorzitter (vanaf 2017). De selectieprocedure voor een vicevoorzitter ging in september 2022 van start (na een eerste mislukte ronde eerder dit jaar) en moet eind van het jaar zijn afgerond. De voorzitter van het ANI wees erop dat er weinig belangstelling was van de zijde van gekwalificeerde kandidaten (slechts één kandidaat solliciteerde), mede vanwege de bezoldigingsvoorwaarden van de functie.
(96) Op 30 september 2022 waren er zo’n 10,7 miljoen verklaringen gepubliceerd op het e-DAI-portaal ( http://declaratii.integritate.eu/ ).
(97) Informatie die van het ANI is ontvangen bij het bezoek aan Roemenië in het kader van het verslag over de rechtsstaat 2022.
(98) Mijlpaal nr. 431 van het herstel- en veerkrachtplan van Roemenië luidt als volgt: “Er moeten geconsolideerde integriteitswetten in werking treden. De integriteitswetgeving moet worden geactualiseerd op basis van een voorafgaande evaluatie en analyse van de integriteitswetten, samen met een eerste clustering van de normatieve handelingen. In de tweede fase van het project worden de bestaande wetten geüniformeerd en bijgewerkt, of worden nieuwe normatieve handelingen voorgesteld.”.
(99) Het ANI maakt momenteel een uitgebreide inventarisatie van de bestaande integriteitsregels, internationale normen en best practices in andere lidstaten. Een en ander zal eind 2022 worden afgerond en als input dienen voor de nieuwe geconsolideerde wet.
(100)    Besluit van de HCCJ van 16 november 2020 en Besluit 1/2021 van de HCCJ van 19 maart 2021.
(101)    Mijlpaal 431 getiteld “Evaluatie en actualisering van de wetgeving inzake het integriteitskader”.
(102)    Zoals erkend in de input van Roemenië voor het verslag over de rechtsstaat, blz. 27, en het nationale directie voor corruptiebestrijding (DNA), activiteitenverslag 2021, blz. 8.
(103)    Besluit nr. 514 van het Grondwettelijk Hof van 14 juli 2021. Het hof voerde aan dat, aangezien de DNA een gespecialiseerde afdeling is binnen het parket dat deel uitmaakt van de HCCJ, zijn aanklagers dezelfde anciënniteit moeten hebben als de aanklagers bij het parket dat deel uitmaakt van de HCCJ (twaalf jaar). de DNA en de DIICOT hadden aangevoerd dat het grondwettelijk recht niet voorziet in de vereiste anciënniteit voor de werking binnen de structuur van het parket, en hadden gewezen op de praktische redenen achter een verlaging tot zeven jaar anciënniteit.
(104)    Met een overgangsbepaling wordt de opname van de driejarige opleidingsperiode in de berekening van de anciënniteit uitgesteld tot 2026. Op korte termijn kan dit leiden tot een hogere bezettingsgraad bij de DNA.
(105)    In het voorjaar van 2022 werkte de DNA met 14 gedelegeerde aanklagers op 145 ingevulde posities (10 % van het personeel). De nieuwe wet inzake het statuut van magistraten voorziet niet in delegatie vanuit de DNA/de DIICOT. Wel zijn detacheringen bij de DNA/de DIICOT vanuit andere parketten (eenmalig, voor maximaal één jaar) mogelijk.
(106)    Mijlpaal nr. 429 van het herstel- en veerkrachtplan van Roemenië.
(107)    Zoals opgemerkt in het arrest van het Hof van Justitie van 18 mei 2021, Asociația “Forumul Judecătorilor din România” e.a., in de gevoegde zaken C-83/19, C-127/19, C-195/19, C-294/19, C-355/19 en C-379/19, EU:C:2021:393, punten 221 en 222.
(108)    In haar advies van 2022 heeft de Commissie van Venetië aanbevolen om de bevoegdheden van de gespecialiseerde parketten (DNA en DIICOT) te herstellen en om deze parketten ook de door rechters en aanklagers gepleegde strafbare feiten die onder hun bevoegdheid vallen, te laten onderzoeken en vervolgen, en daarbij opgemerkt dat “de ontmanteling [van de SIIJ] tot doel moet hebben te zorgen voor meer doeltreffendheid bij het onderzoeken en vervolgen van strafbare feiten — met name corruptie — die door rechters en aanklagers zijn gepleegd. Het ligt niet voor de hand dat een structuur van niet-gespecialiseerde aanklagers op het niveau van de parketten die deel uitmaken van de HCCJ, en die welke deel uitmaken van de hoven van beroep, geschikter is voor onderzoek naar beschuldigingen van corruptie van rechters en aanklagers dan het bestaande parket DNA.” (zie Commissie van Venetië, advies over het wetsontwerp tot ontmanteling van de afdeling voor onderzoek naar strafbare feiten die binnen de rechterlijke macht zijn gepleegd (CDL-AD (2022) 003), punt 37).
(109)    Schriftelijke Informatie die van de procureur-generaal is ontvangen bij het bezoek aan het land in het kader van het verslag over de rechtsstaat 2022.
(110)    Zie ook ijkpunt 1 over de huidige focus van de werkzaamheden om de achterstanden te verwerken en zaken te prioriteren.
(111)    Artikel 3, lid 5, van de wet. In geval van onenigheid tussen twee parketten bepaalt de procureur-generaal of de zaken gevoegd blijven.
(112)    Tot dusver heeft de DNA geen incidenten over deze kwestie gemeld.
(113)    Grondwettelijk Hof van Roemenië, besluiten nr. 685/2018 en nr. 417/2019. Het Grondwettelijke Hof oordeelde dat de praktijk om leden de jure te benoemen bij de samenstelling van de kamers van vijf rechters van de HCCJ, in strijd was met de regel dat alle leden bij loting moesten worden aangewezen. Het oordeelde ook dat de HCCJ geen gespecialiseerde kamers van drie rechters had ingesteld voor de behandeling van corruptiemisdrijven in eerste aanleg. Zie voor meer informatie het Verslag over de rechtsstaat 2020 — Landenhoofdstuk over Roemenië, blz. 10.
(114)    Arrest van het Hof van Justitie van 21 december 2021, Euro Box Promotion e.a., in de gevoegde zaken C-357/19, C-379/19, C-547/19, C-811/19 en C-840/19.
(115)    Besluit van het Hoge Hof van Cassatie en Justitie van 7 april 2022.
(116)    Besluit van het Hoge Hof van Cassatie en Justitie van 10 mei 2022 in zaak 105/1/2019.
(117)    Naast corruptiezaken zouden volgens een raming van het gespecialiseerde parket voor de behandeling van terrorisme en georganiseerde misdaad in totaal 605 lopende zaken, met een totale geraamde financiële schade van meer dan 1 miljard EUR, worden getroffen in het domein dat onder de DIICOT valt. Er waren geen ramingen van het bureau van de procureur-generaal beschikbaar voor andere misdrijven.
(118)    DNA, persbericht van 28 oktober 2022, https://www.pna.ro/comunicat.xhtml?id=11549  
(119)    Arrest van het Hof van Justitie van 21 december 2021, Euro Box Promotion e.a., in de gevoegde zaken C-357/19, C-379/19, C-547/19, C-811/19 en C-840/19. Zie voor meer informatie het Verslag over de rechtsstaat 2022 — Landenhoofdstuk over Roemenië, blz. 14.
(120)    In 2019 heeft het huis van afgevaardigden zijn reglement van orde gewijzigd en daarin een specifieke verwijzing naar de criteria in het verslag van de Commissie van Venetië over het doel en de opheffing van parlementaire onschendbaarheid opgenomen. In haar verslag van maart 2021 merkt de Greco op dat een informele verplichting voor vervolgingsinstanties om het volledige dossier in te dienen bij de vervolging van een minister of een voormalig minister die ook lid is van het parlement, kennelijk bij brief is opgeheven. Greco RC4(2021).
(121)    Het ene verzoek betrof de toestemming voor huiszoeking in het geval van een lid van de kamer van afgevaardigden, het andere betrof de goedkeuring van een strafrechtelijk onderzoek naar een zittende minister. Beide verzoeken werden gericht aan de kamer van afgevaardigden.
(122)     https://www.monitoruloficial.ro/Monitorul-Oficial--PI--1074--2022.html  
(123)    Sinds het CVM-verslag van 2021 zijn er minder vervolgingszaken in verband met omkoping geweest dan in 2020 en 2021, terwijl gerichte aandacht uit bleef gaan naar onderzoek naar beschuldigingen van corruptie van ambtenaren.
(124)    In juli 2022 was slechts 55 % van de posten bij het openbaar ministerie ingevuld en de situatie is verder verslechterd.
(125)    Dit wordt ook vermeld in het herstel- en veerkrachtplan van Roemenië, onder mijlpaal 426, getiteld “Inwerkingtreding van het regeringsbesluit tot goedkeuring van een nieuwe nationale corruptiebestrijdingsstrategie”.
(126)    OESO, Evaluation of the Romanian Anti-Corruption Strategy 2016-2020.
(127)    Mede op grond van mijlpaal nr. 422 van het herstel- en veerkrachtplan van Roemenië, getiteld “Inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de bevoegdheden van het nationaal agentschap voor het beheer van in beslag genomen activa”.
(128)    Situatie op 31 oktober 2022, cijfers verstrekt door het Anabi in het kader van het voortgangsverslag dat in november 2022 aan de Commissie is toegezonden.
(129)    Besluit van de Commissie van 13 december 2006 (C(2006) 6569).
(130)    De beëindiging van het CVM zal de vorm aannemen van een besluit van de Commissie tot intrekking van Beschikking 2006/928/EG van de Commissie van 13 december 2006 tot vaststelling van een mechanisme voor samenwerking en toetsing van de vooruitgang in Roemenië ten aanzien van specifieke ijkpunten op het gebied van de hervorming van het justitiële stelsel en de bestrijding van corruptie (C(2006) 6569).