Bijlagen bij COM(2023)359 - Wijziging van Besluit (EU) 2017/1324 wat betreft voortzetting van de deelname van de Unie aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) in het kader van Horizon Europa

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage III en bijlage VI), aangezien de deelname van de lidstaten hoger is dan het minimum van 40 %, het Prima-initiatief wordt ontplooid op de prioritaire gebieden voor institutionele partnerschappen, en de deelnemende landen zich op lange termijn aan het partnerschap hebben verbonden.

Aangezien de nieuwe financiële bijdrage van de Unie afkomstig is uit een ander programma, moet de basishandeling van het Prima-initiatief aan het nieuwe regelgevingskader worden aangepast. Met dit initiatief wordt Besluit (EU) 2017/1324 gewijzigd, met name om het aan te passen aan Verordening (EU) 2021/695 en Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Het nieuwe regelgevingskader moet ook tot uiting komen in de internationale overeenkomsten met de vijf deelnemende landen die noch lidstaten noch met Horizon Europa geassocieerde landen zijn (Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko).

Naar verwachting wordt het besluit tot wijziging van de basishandeling van het Prima-initiatief in 2024 vastgesteld. Als gevolg daarvan worden een nieuwe financiële kaderovereenkomst en bijdrageovereenkomst gesloten met de bestaande Prima-uitvoeringsstructuur. De bijdrage van de Unie zal in de vorm van drie jaarlijkse vastleggingen op basis van de jaarlijkse werkprogramma’s van het Prima-initiatief voor 2025, 2026 en 2027 worden verstrekt.

De periode voor de uitvoering van indirecte acties wordt verlengd tot 2031.

1.4.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de Unie (deze kan het resultaat zijn van verschillende factoren, bijvoorbeeld coördinatiewinst, rechtszekerheid, grotere doeltreffendheid of complementariteit). Voor de toepassing van dit punt wordt onder “toegevoegde waarde van de deelname van de Unie” verstaan de waarde die een optreden van de Unie oplevert bovenop de waarde die door een optreden van alleen de lidstaat zou zijn gecreëerd.

Het Prima-initiatief, een partnerschap op grond van artikel 185 VWEU, levert naar verwachting excellente samenwerkingsactiviteiten op het gebied van O&I op, waarbij de nadruk ligt op afstemming van nationale O&I-stelsels en wetenschapsdiplomatie. Door de institutionele opzet en de deelname van de EU aan het partnerschap worden effecten gerealiseerd die met andere vormen van samenwerking op nationaal niveau en met een niet-geïnstitutionaliseerde opzet niet hadden kunnen worden gerealiseerd.

Het Prima-initiatief heeft aangetoond een aanzienlijk financieel hefboomeffect te hebben en nationale O&I-strategieën zodanig te beïnvloeden dat zij worden afgestemd op de strategische O&I-agenda van het Prima-initiatief en die aanvullen, en heeft geleid tot een hervorming van de financieringsprocedures in de deelnemende landen waar nationale financieringsprocedures wetenschappelijke samenwerking belemmerden. De geïnstitutionaliseerde opzet heeft het voor niet-geassocieerde landen mogelijk gemaakt om op gelijke voet met andere deelnemende landen deel te nemen, hetgeen in niet-geïnstitutionaliseerde partnerschappen en zonder deelname van de EU niet mogelijk is.

De toegevoegde waarde van de EU werd bevestigd in het tussentijdse evaluatieverslag dat in 2022 door externe beoordelaars werd opgesteld.

1.4.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

In de eerste jaren van de looptijd van het Prima-initiatief is gebleken dat het een doeltreffend instrument is voor internationale wetenschappelijke samenwerking en wetenschapsdiplomatie. In het tussentijdse evaluatieverslag werd geconcludeerd dat de doelstellingen van het initiatief worden verwezenlijkt en dat het initiatief een aanzienlijke toegevoegde waarde voor de EU oplevert. Zoals verwoord op de ministeriële bijeenkomst van de Unie voor het Middellandse Zeegebied in 2022, in brieven aan de Commissie en in verklaringen tijdens de zitting van de Raad Concurrentievermogen in december 2022, zien veel deelnemende landen, zowel EU-lidstaten als derde landen, het Prima-initiatief als een model voor O&I-samenwerking dat in de toekomst op andere thematische gebieden kan worden toegepast.

1.4.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten

Op strategisch niveau is het Prima-initiatief verenigbaar met de beleidsprioriteiten van de EU, met name de Green Deal, de strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering, de “van boer tot bord”-strategie, de strategie voor de bio-economie, het actieplan voor de circulaire economie, het GLB en het waterbeleid.

De programmering van de jaarlijkse werkprogramma’s van het Prima-initiatief is goed afgestemd op andere relevante O&I-instrumenten, zoals de bodemmissie, de missie voor aanpassing aan de klimaatverandering en het partnerschap “Water voor iedereen”. Het Prima-initiatief vormt een aanvulling op het Middellandse Zee-initiatief in het werkprogramma 2023-2024 van Horizon Europa.

In de periode van verlenging 2025-2027 worden de programmeringsdocumenten van het Prima-initiatief afgestemd op de bestaande instrumenten en initiatieven, alsook op de relevante nieuwe initiatieven die voortvloeien uit het strategisch plan van Horizon Europa voor 2025-2027.


1.5. Duur en financiële gevolgen

beperkte geldigheidsduur

-  van kracht vanaf [01/01]2025 tot en met [31/12]2031

-  financiële gevolgen vanaf 2025 tot en met 2027 voor vastleggingskredieten en vanaf 2025 tot en met 2031 voor betalingskredieten.

onbeperkte geldigheidsduur

- uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,

- gevolgd door een volledige uitvoering.

1.6. Beheersvorm(en)29

Direct beheer door de Commissie

 door haar diensten, waaronder het personeel in de delegaties van de Unie;

 door de uitvoerende agentschappen;

Gedeeld beheer met lidstaten

Indirect beheer door begrotingsuitvoeringstaken te delegeren aan:

 derde landen of de door hen aangewezen organen;

 internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

 de EIB en het Europees Investeringsfonds;

 de in de artikelen 70 en 71 van het Financieel Reglement bedoelde organen;

 publiekrechtelijke organen;

 privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover zij voldoende financiële garanties bieden;

 privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering van een publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiële garanties bieden;

 personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op het gebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en die worden genoemd in de betrokken basishandeling.

Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder “Opmerkingen”.

Opmerkingen

De Prima-uitvoeringsstructuur is een stichting naar Spaans recht die wordt beheerd door de raad van bestuur, die de deelnemende landen vertegenwoordigt. De Europese Commissie is waarnemer in de raad van bestuur.

De bijdrage van de Unie aan het initiatief wordt via de Prima-uitvoeringsstructuur verstrekt. De deelnemende landen hebben afzonderlijke financiële garanties verstrekt waarmee zij aanvaarden gezamenlijk de financiële aansprakelijkheid te dragen voor eventuele financiële verliezen voor de EU, tot het niveau van de financiële bijdrage van de Unie. Deze financiële garanties zullen door de deelnemende landen voor de periode 2025-2027 worden verlengd na de vaststelling van de gewijzigde basishandeling van het Prima-initiatief.

2. BEHEERSMAATREGELEN

2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen

Met de gewijzigde basishandeling van het Prima-initiatief worden de regels inzake het toezicht en de verslagen afgestemd op de vereisten van Verordening (EU) 2021/695 en Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.

De Prima-uitvoeringsstructuur zal jaarlijks verslag uitbrengen over de activiteiten en de nakoming van de verplichtingen van de deelnemende landen.

De Commissie zal in 2025 een aanvullende tussentijdse evaluatie en in 2030 een eindevaluatie uitvoeren. De resultaten van deze evaluaties zullen worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad.

2.2. Beheers- en controlesyste(e)m(en)

2.2.1. Rechtvaardiging van de voorgestelde beheersvorm(en), uitvoeringsmechanisme(n) voor financiering, betalingsvoorwaarden en controlestrategie

Het Prima-initiatief zal in de verlengingsperiode 2025-2027 in indirect beheer uitgevoerd blijven worden. Dit is gerechtvaardigd als uitvoeringswijze voor publiek-publieke partnerschappen met bijdragen van deelnemende landen in geld en in natura.

De begroting van het Prima-initiatief wordt uitgevoerd door de bestaande Prima-uitvoeringsstructuur. Voordat de nieuwe overeenkomst inzake de overdracht van middelen wordt gesloten, zal de Commissie nagaan of de Prima-uitvoeringsstructuur wat betreft het kader voor financieel beheer en interne controle nog steeds aan de vereisten van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 voldoet, en welke wijzigingen in de bestaande delegatieovereenkomst moeten worden aangebracht.

De jaarlijkse begrotingen zullen worden uitgevoerd door middel van jaarlijkse werkplannen die door de Commissie zullen worden gecontroleerd en goedgekeurd.

De Commissie zal ervoor zorgen dat de regels die van toepassing zijn op het Prima-initiatief volledig met de vereisten van het Financieel Reglement in overeenstemming zijn.

Door toezichtregelingen, waaronder toezicht door de Unie op het bestuur van het partnerschap, wordt ervoor gezorgd dat de diensten van de Commissie kunnen voldoen aan de eisen van verantwoording aan zowel het College als de begrotingsautoriteit.

Het internecontrolekader voor de Prima-uitvoeringsstructuur is gebaseerd op:

• de toepassing van de internecontrolenormen die ten minste even sterke waarborgen bieden als die van de Commissie;

• procedures voor het selecteren van de beste projecten door middel van onafhankelijke evaluatie, en voor de sluiting van subsidieovereenkomsten;

• project- en contractbeheer gedurende de gehele projectcyclus;

• controles vooraf van declaraties (met inbegrip van het opvragen van auditcertificaten) en certificering vooraf van methoden voor de kostenberekening;

• controles achteraf van een steekproef van de declaraties als onderdeel van de controles achteraf van Horizon Europa;

• wetenschappelijke evaluatie van projectresultaten.

2.2.2. Informatie over de geïdentificeerde risico’s en het (de) systeem (systemen) voor interne controle dat is (die zijn) opgezet om die risico’s te beperken

1) Capaciteit van de Prima-uitvoeringsstructuur om de begroting van de Unie te beheren en de financiële belangen van de EU te beschermen.

De controlemethode zal in overeenstemming zijn met de vereisten van de financiële regelgeving van de EU, en met name ervoor zorgen dat de Commissie het recht behoudt haar bijdrage te beëindigen, te verlagen of te schorsen indien de uitvoering niet aanvaardbaar of passend is.

2) Capaciteit van deelnemende staten om hun bijdragen aan het programma te financieren.

EU-middelen kunnen pas worden vrijgegeven na bewijs van nationale jaarlijkse financiële verbintenissen en een passend niveau van betalingen aan nationale deelnemers aan de projecten. Nog een waarborg is erin gelegen dat de EU-financiering niet groter kan zijn dan 50 % van de totale in het programma verstrekte overheidsfinanciering.

2.2.3. Raming en motivering van de kosteneffectiviteit van de controles (verhouding van de controlekosten tot de waarde van de desbetreffende financiële middelen) en evaluatie van het verwachte foutenrisico (bij betaling en bij afsluiting).

Aangezien de regels voor deelname aan Horizon Europa voor het Prima-initiatief vergelijkbaar zijn met de regels die de Commissie in haar werkprogramma zal gebruiken, is het te verwachten dat de foutmarge vergelijkbaar is met de foutmarge die de Commissie voor Horizon Europa verwacht. Dit biedt redelijke zekerheid dat het foutenrisico in de loop van de meerjarige uitgavenperiode jaarlijks tussen de 2 % en 5 % zal liggen.

Zie het financieel memorandum voor Horizon Europa voor nadere informatie over het met betrekking tot de deelnemers verwachte foutenpercentage.

2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden

Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld in het kader van de fraudebestrijdingsstrategie.

De Commissie zal ervoor zorgen dat de Prima-uitvoeringsstructuur in alle stadia van het beheerproces de procedures voor fraudebestrijding toepast.

De voorstellen voor Horizon Europa zijn onderworpen aan fraudegevoeligheidstests en aan een beoordeling van de effecten ervan. In het algemeen zouden de voorgestelde maatregelen een positief effect op de fraudebestrijding moeten hebben, met name door de grotere nadruk op risicogebaseerde audits en een uitgebreidere wetenschappelijke evaluatie en controle.

De Commissie zal ervoor zorgen dat de passende maatregelen zijn genomen bij de uitvoering van uit hoofde van deze verordening gefinancierde acties, de financiële belangen van de Unie via de toepassing van preventieve maatregelen tegen fraude, corruptie en andere onwettige activiteiten worden beschermd door middel van doeltreffende controles en, indien onregelmatigheden worden ontdekt, terugvordering van de onverschuldigd betaalde bedragen en, voor zover van toepassing, door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende bestuurlijke en financiële sancties.

De Rekenkamer is bevoegd om bij alle begunstigden van subsidies, contractanten en subcontractanten die uit hoofde van het programma EU-middelen hebben ontvangen, controles op stukken of controles en verificaties ter plaatse te verrichten.

Het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan overeenkomstig de procedures van de verordening controles en verificaties ter plaatse uitvoeren bij de direct of indirect bij dergelijke financiering betrokken marktdeelnemers.

3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1. Rubriek van het meerjarig financieel kader en nieuw voorgestelde begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

Rubriek van het meerjarig financieel kaderBegrotingsonderdeelSoort
uitgave
Bijdrage
Rubriek 1

Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid — Horizon Europa
GK/NGK30van EVA-landen31

van kandidaat-lidstaten32

van derde landenin de zin van artikel [21, lid 2, punt b)], van het Financieel Reglement
101 02 02 60 — cluster vi): “Levensmiddelen, bio-economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw en milieuGKJAJAJAJA

3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven

3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarig financieel kader1Eengemaakte markt, innovatie en digitaal beleid — Horizon Europa
Cluster vi): Levensmiddelen, bio-economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw en milieu


2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
Beleidskredieten (uitgesplitst naar de onder 3.1 vermelde begrotingsonderdelen)Vastleggingen33(1)34,10034,10036,8000105,000
Betalingen34(2)1,20020,94020,94061,920105,000
Uit het budget van het programma gefinancierde administratieve kredieten35Vastleggingen = betalingen(3)0,1470,0970,09700,341
TOTAAL kredieten voor het budget van het programmaVastleggingen=1+332,24734,19736,8970105,341
Betalingen=2+31,34721,03721,03761,920105,341

Rubriek van het meerjarig financieel kader7“Administratieve uitgaven”


in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
Personele middelen----
Andere administratieve uitgaven----
TOTAAL kredieten voor rubriek 7 van het meerjarig financieel kader(totaal vastleggingen = totaal betalingen)----

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

2021202220232024202520262027Na 2027TOTAAL
TOTAAL kredieten voor alle rubrieken van het meerjarig financieel kaderVastleggingen34,25034,20136,9020105,353
Betalingen1,35021,04121,04261,920105,353

3.2.2. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar2021202220232024202520262027TOTAAL

RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
Personele middelen
Andere administratieve uitgaven
Subtotaal RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader

Buiten RUBRIEK 736
van het meerjarig financieel kader

Personele middelen0,0910,0910,0910,273
Andere administratieve uitgaven0,0560,0060,0060,068
Subtotaal buiten RUBRIEK 7
van het meerjarig financieel kader
0,1470,0970,0970,341

TOTAAL0,1470,0970,0970,341

De benodigde kredieten voor personeel en andere administratieve uitgaven zullen worden gefinancierd uit de kredieten van het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.


3.2.2.1. Geraamde personeelsbehoeften

-  Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

-  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven37:

Raming in voltijdequivalenten
Jaar2021202220232024202520262027
Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen)
Centrale diensten en vertegenwoordigingen van de Commissie
Delegaties-------
Onderzoek-------
Extern personeel (in voltijdequivalenten vte) — AC, AL, END, INT en JED38

Rubriek 7
Gefinancierd uit rubriek 7 van het meerjarig financieel kader- centrale diensten
-------
- delegaties
-------
Gefinancierd uit het budget van het programma 39- centrale diensten
----
- delegaties
-------
Onderzoek----111
Overig (licht toe)-------
TOTAAL----111

Voor de benodigde personele middelen zal een beroep worden gedaan op het personeel van het DG dat reeds voor het beheer van deze actie is toegewezen en/of binnen het DG is herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.


Beschrijving van de uit te voeren taken:

Ambtenaren en tijdelijk personeeln.v.t.
Extern personeelBeleidsmedewerker voor programmatoezicht en beleidsrichtsnoeren en administratieve taken en verantwoordelijkheden op het gebied van evaluatie/governance voor de Commissie. De Europese Commissie vertegenwoordigen in alle besluitvormingsorganen van het partnerschap (raad van bestuur van de Prima-uitvoeringsstructuur) en de naleving van de basishandeling en het EU-beleid waarborgen.


3.2.3. Bijdragen van derden

Het voorstel/initiatief:

-  voorziet niet in medefinanciering door derden

-  voorziet in medefinanciering door derden, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Jaar2021202220232024202520262027TOTAAL
Deelnemende landen35,00035,00035,000105,000
TOTAAL medegefinancierde kredieten35,00035,00035,000105,000


3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten

-  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:



-  voor de eigen middelen

-  voor overige ontvangsten

Geef aan of de ontvangsten worden toegewezen aan de begrotingsonderdelen voor uitgaven ◻

in miljoenen euro’s (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten:Gevolgen van het voorstel/initiatief40
2021202220232024202520262027
Artikel ….

Vermeld voor de toegewezen ontvangsten het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.


Andere opmerkingen (bv. over de methode/formule voor de berekening van de gevolgen voor de ontvangsten of andere informatie).

1Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).

2Tussentijdse evaluatie van het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (COM(2023) 285 final).


3https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/european-green-deal_nl

4Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een ‘van boer tot bord’-strategie voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem” (COM(2020) 381 final).

5Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Een klimaatveerkrachtig Europa tot stand brengen — de nieuwe EU-strategie voor aanpassing aan de klimaatverandering” (COM(2021) 82 final).

6Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, “Route naar een gezonde planeet voor iedereen — EU-actieplan: Verontreiniging van lucht, water en bodem naar nul” (COM(2021) 400 final).

7Een duurzame bio-economie voor Europa: versterking van de verbinding tussen economie, samenleving en milieu (COM(2018) 637 final).

8EU-missies in Horizon Europa (europa.eu).

9Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013.

10UfM-Ministerial-Declaration-RI-EN-270622.pdf (ufmsecretariat.org).

11Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000).

12Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Een nieuw actieplan voor een circulaire economie — Voor een schoner en concurrerender Europa” (COM(2020) 98 final).

13joint_communication_renewed_partnership_southern_neighbourhood.pdf (europa.eu).

14Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over de totaalaanpak voor onderzoek en innovatie — De strategie van Europa voor internationale samenwerking in een veranderende wereld (COM(2021) 252 final).

15Europese partnerschappen in Horizon Europa (europa.eu).

16Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

17Tussentijdse evaluatie van het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (COM(2023) 285 final).

18Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (COM(2016) 662 final — 2016/0325 (COD)) (PB C 125 van 21.4.2017, blz. 80).

19Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).

20COM(2023) 285 final.

21Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167I van 12.5.2021, blz. 1).

22Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020), en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

23Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

24Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

25Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).

26Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167I van 12.5.2021, blz. 1).

27Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie (“EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

28In de zin van artikel 58, lid 2, punt a) of b), van het Financieel Reglement.

29Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: https://myintracomm.ec.europa.eu/budgweb/EN/man/budgmanag/Pages/budgmanag.aspx

30GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

31EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

32Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, aspirant-kandidaten van de Westelijke Balkan.

33De vastleggingen voor de jaren 2025 en 2026 omvatten elk 1,2 miljoen EUR voor de administratieve kosten van het Prima-initiatief. De vastleggingen voor het jaar 2027 omvatten 1,2 miljoen EUR voor de administratieve kosten in 2027, en 2,7 miljoen EUR voor de administratieve kosten van het Prima-initiatief in de periode na 2027.

34De betalingen voor de jaren 2026 en 2027 omvatten elk 1,2 miljoen EUR voor de administratieve kosten van het Prima-initiatief. De betalingen voor de periode na 2027 omvatten 2,7 miljoen EUR voor de administratieve kosten van het Prima-initiatief na 2027.

35Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek. Voor het beheer van de acties in het kader van Horizon Europa. De kosten per vte worden bepaald op basis van de gemiddelde jaarlijkse kosten die vanaf 2023 moeten worden aangehouden voor de salarissen voor arbeidscontractanten (0,091 EUR), met inbegrip van andere administratieve kosten (0,029 EUR) die betrekking hebben op gebouwen en IT-kosten voor personeel voor onderzoek door derden. De vermelde personeelsbehoeften in de DG’s van de Commissie zijn eveneens indicatief en niet bindend.

36Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma’s en/of acties van de EU (vroegere “BA”-onderdelen), onderzoek onder contract, eigen onderzoek.

37De vermelde personeelsbehoeften in de DG’s van de Commissie zijn eveneens indicatief en niet bindend.

38AC = Agent Contractuel (arbeidscontractant); AL = Agent Local (plaatselijk functionaris); END = Expert National Détaché (gedetacheerd nationaal deskundige); INT = Intérimaire (uitzendkracht); JPD = Junior Professionals in Delegations (jonge deskundige in delegaties).

39Subplafond voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere “BA”-onderdelen).

40Voor traditionele eigen middelen (douanerechten en suikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 20 % aan inningskosten.

NL NL