Bijlagen bij COM(2024)66 - Gedelegeerde handelingen van de Commissie onder Verordening (EG) nr. 853/2004, houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage II bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het identificatiemerk dat voor bepaalde producten van dierlijke oorsprong moet worden gebruikt in het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland1;
- Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1374 van de Commissie van 12 april 2021 tot wijziging van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong2, inzake kaas, noodslachting, mobiele slachthuizen, invriezen van vlees enz.;
- Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2258 van de Commissie van 9 september 2022 tot wijziging en rectificatie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong wat visserijproducten, eieren en bepaalde zeer verfijnde producten betreft, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie wat bepaalde tweekleppige weekdieren betreft3;
- Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/166 van de Commissie van 26 oktober 2022 tot rectificatie van de Franse taalversie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong4, inzake de afwezigheid van een verplichting om magen leeg te maken, te broeien of schoon te maken.

De bij artikel 3, lid 2, verleende bevoegdheid is tijdens de verslagperiode niet gebruikt, aangezien er geen verzoek bij de Commissie is ingediend voor de toelating van een andere stof dan drinkwater met een gunstig advies van de EFSA om de buitenkant van producten van dierlijke oorsprong te reinigen.

De bevoegdheid uit hoofde van artikel 8, lid 3, punt a), is tijdens de verslagperiode niet gebruikt omdat de vereisten inzake bijzondere waarborgen niet hoefden te worden aangepast.

De bevoegdheid uit hoofde van artikel 10, lid 2, is tijdens de verslagperiode niet gebruikt omdat er geen reden was om uitzonderingen op de bijlagen II en III toe te staan.

De Commissie werkt momenteel aan een gedelegeerde verordening tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 wat betreft specifieke voorschriften voor bepaalde soorten vlees, visserijproducten, zuivelproducten en eieren.

4. CONCLUSIE

De Commissie is van mening dat de bevoegdheden die haar werden verleend bij artikel 11 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004 zijn verleend, moeten worden uitgebreid, aangezien zij in de toekomst op de desbetreffende gebieden moet optreden. De uitbreiding van de bevoegdheidsdelegatie zal met name van belang zijn om binnen het nieuwe rechtskader de nodige flexibiliteit te bieden, om het regelmatig aan te vullen en aan te passen, met name rekening houdend met de ervaring die is opgedaan door exploitanten van levensmiddelenbedrijven of bevoegde autoriteiten, de door de Commissie opgedane ervaring, de technologische ontwikkelingen, het wetenschappelijk advies en de veranderingen in het consumptiepatroon. Met dit verslag voldoet de Commissie aan de verslagleggingsverplichting van artikel 11 bis, lid 2, van Verordening (EG) nr. 853/2004. Zij verzoekt het Europees Parlement en de Raad er kennis van te nemen.

1 PB L 434 van 23.12.2020, blz. 10.

2 PB L 297 van 20.8.2021, blz. 1.

3 PB L 299 van 18.11.2022, blz. 5.

4 PB L 24 van 26.1.2023, blz. 1.

NL NL