Bijlagen bij COM(2025)572 - Voorstel voor een Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de EU en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

BIJLAGE 
INTERINSTITUTIONELE SAMENWERKING TIJDENS DE JAARLIJKSE BEGROTINGSPROCEDURE

Deel A. Tijdschema voor de begrotingsprocedure

1.De instellingen stellen ieder jaar lang genoeg vóór de aanvang van de begrotingsprocedure een pragmatisch tijdschema vast op basis van de huidige praktijk.

Deel B. Prioriteiten voor de begrotingsprocedure

2.Tijdig vóór de goedkeuring van de ontwerpbegroting door de Commissie, komt er een begrotingstrialoog bijeen om de financieringsprioriteiten voor de begroting voor het komende begrotingsjaar te bespreken. Bij de besprekingen wordt rekening gehouden met de beleidsprioriteiten van de Unie die de instellingen in de betrokken documenten hebben vastgesteld; het doel van de besprekingen is de begrotingsprocedure te onderbouwen en na te gaan hoe de prioriteiten het best tot uiting kunnen komen in de volgende begroting.

3.Tijdens de trialoog worden ook alle vraagstukken in verband met de uitvoering van de begroting van het lopende begrotingsjaar besproken op basis van de door de Commissie conform punt 19 van dit akkoord verstrekte informatie.

Deel C. Opstelling van de ontwerpbegroting en actualisering van de ramingen

4.De instellingen, met uitzondering van de Commissie, wordt verzocht hun raming vóór eind maart vast te stellen.

5.Elk jaar dient de Commissie een ontwerpbegroting in met de werkelijke financieringsbehoeften van de Unie, in overeenstemming met de beleidsprioriteiten van de Unie en met inachtneming van de in punt 11 van dit akkoord bedoelde financiële programmering.

6.Het Europees Parlement en de Raad verbinden zich ertoe rekening te houden met de evaluatie van de mogelijkheden voor de uitvoering van de begroting die de Commissie in haar ontwerpen en in verband met de uitvoering van de huidige begroting heeft verricht.

7.Ter wille van een goed financieel beheer en gelet op de gevolgen van de in de titels en hoofdstukken van de begrotingsnomenclatuur aangebrachte wezenlijke veranderingen voor de rapporteringstaken van de Commissiediensten inzake dat beheer, verbinden het Europees Parlement en de Raad zich ertoe alle wezenlijke veranderingen tijdens de bemiddelingsprocedure met de Commissie te bespreken.

8.De instellingen vermijden zo veel mogelijk om in de begroting posten op te nemen met onbeduidende bedragen voor beleidsuitgaven.

9.Ter wille van loyale en deugdelijke samenwerking zeggen het Europees Parlement en de Raad toe gedurende de volledige begrotingsprocedure en met name gedurende de bemiddelingsprocedure geregelde en actieve contacten op alle niveaus te onderhouden door middel van hun respectieve onderhandelaars. Het Europees Parlement en de Raad verbinden zich ertoe tijdig en permanent op formeel en informeel niveau relevante informatie en documenten uit te wisselen en gedurende de bemiddelingsperiode in samenwerking met de Commissie, naargelang van de behoeften, technische of informele bijeenkomsten te houden. De Commissie zorgt ervoor dat het Europees Parlement en de Raad tijdige en gelijke toegang tot informatie en documenten krijgen.

10.Tot de bijeenkomst van het bemiddelingscomité kan de Commissie overeenkomstig artikel 314, lid 2, VWEU indien nodig nota’s van wijzigingen van de ontwerpbegroting indienen, met inbegrip van een nota van wijzigingen waarin met name de ramingen voor de landbouw worden geactualiseerd. De Commissie verstrekt het Europees Parlement en de Raad ter overweging informatie over die actualiseringen, zodra die beschikbaar is. Zij verstrekt het Europees Parlement en de Raad alle naar behoren gemotiveerde redenen die zij noodzakelijk achten.

Deel D. Begrotingsprocedure vóór de bemiddelingsprocedure

11.Tijdig vóór de lezing in de Raad wordt een begrotingstrialoog belegd om de instellingen de gelegenheid te geven van gedachten te wisselen over de ontwerpbegroting.

12.Om de Commissie de kans te bieden tijdig de uitvoerbaarheid te onderzoeken van de door het Europees Parlement en de Raad beoogde wijzigingen waarbij nieuwe voorbereidende acties of proefprojecten in het leven worden geroepen of bestaande worden verlengd, stellen het Europees Parlement en de Raad de Commissie van hun voornemens daarover in kennis, zodat een eerste bespreking daarvan reeds kan plaatsvinden tijdens die begrotingstrialoog.

13.Een begrotingstrialoog kan worden belegd vóór de plenaire stemming in het Europees Parlement.

Deel E. Bemiddelingsprocedure

14.Indien het Europees Parlement amendementen vaststelt op het standpunt van de Raad, neemt de voorzitter van de Raad tijdens diezelfde plenaire vergadering nota van de verschillende standpunten van beide instellingen en stemt hij ermee in dat de voorzitter van het Europees Parlement onmiddellijk het bemiddelingscomité bijeenroept. De brief waarbij het bemiddelingscomité wordt bijeengeroepen, wordt uiterlijk verzonden op de eerste werkdag van de week na het einde van de vergaderperiode van het Europees Parlement waarin de plenaire stemming heeft plaatsgevonden; de bemiddelingsperiode begint de daaropvolgende dag. De termijn van 21 dagen wordt berekend overeenkomstig Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad 5 .

15.Indien de Raad niet met alle door het Europees Parlement aangenomen amendementen kan instemmen, zou hij dit moeten bevestigen in een brief die wordt verzonden vóór de eerste in de bemiddelingsperiode geplande vergadering. In dat geval gaat het bemiddelingscomité volgens de in de onderstaande punten vastgestelde procedure te werk.

16.Het voorzitterschap van het bemiddelingscomité wordt gezamenlijk bekleed door vertegenwoordigers van het Europees Parlement en van de Raad. De vergaderingen van het bemiddelingscomité worden voorgezeten door de medevoorzitter van de instelling waar de bijeenkomst plaatsvindt. Iedere instelling wijst, in overeenstemming met haar eigen reglement van orde, haar deelnemers aan iedere bijeenkomst aan en stelt haar mandaat voor de onderhandelingen vast. Het Europees Parlement en de Raad worden op een passend niveau vertegenwoordigd in het bemiddelingscomité, zodanig dat elke delegatie haar respectieve instelling politiek kan binden en er werkelijk vooruitgang kan worden geboekt met het oog op een definitief akkoord.

17.De Commissie neemt overeenkomstig artikel 314, lid 5, tweede alinea, VWEU aan de werkzaamheden van het bemiddelingscomité deel en neemt alle nodige initiatieven om de standpunten van het Europees Parlement en de Raad nader tot elkaar te brengen.

18.De begrotingstrialogen vinden gedurende de gehele bemiddelingsprocedure plaats, op verschillende niveaus van vertegenwoordiging, om de openstaande problemen op te lossen en het bereiken van overeenstemming in het bemiddelingscomité voor te bereiden.

19.De bijeenkomsten van het bemiddelingscomité en de begrotingstrialogen vinden afwisselend plaats in de gebouwen van het Europees Parlement en die van de Raad, opdat de voorzieningen, waaronder de tolkenfaciliteiten, gelijkelijk worden gebruikt.

20.De datums voor de bijeenkomsten van het bemiddelingscomité en de begrotingstrialogen worden van tevoren overeengekomen door de instellingen.

21.Het bemiddelingscomité krijgt een gemeenschappelijk dossier (de basisdocumentatie) ter beschikking gesteld waarin de verschillende fasen van de begrotingsprocedure worden vergeleken 6 . Die documenten bevatten bedragen per begrotingsonderdeel, totaalbedragen per rubriek van het MFK en een geconsolideerd document met bedragen en opmerkingen betreffende alle begrotingsonderdelen die in technische zin nog niet als afgesloten worden beschouwd. Onverminderd het uiteindelijke besluit van het bemiddelingscomité wordt een specifiek document opgesteld met de lijst van alle begrotingsonderdelen die in technische zin als afgesloten worden beschouwd 7 . Die documenten worden ingedeeld volgens de begrotingsnomenclatuur.

Ten behoeve van het bemiddelingscomité worden ook andere documenten aan de basisdocumentatie toegevoegd, waaronder een uitvoerbaarheidsnota van de Commissie over het standpunt van de Raad en de amendementen van het Europees Parlement en alle brieven van andere instellingen over het standpunt van de Raad of de amendementen van het Europees Parlement.

22.Met het oog op een akkoord aan het einde van de bemiddelingsperiode worden in de begrotingstrialogen de volgende aspecten behandeld:

(a)bepaling van de inzet van de onderhandelingen over de te bespreken begrotingsvraagstukken;

(b)goedkeuring van de lijst van in technische zin afgesloten begrotingsonderdelen, onder voorbehoud van een definitief akkoord over de volledige begroting voor het begrotingsjaar;

(c)bespreking van de ingevolge punt a) geselecteerde vraagstukken met het oog op mogelijke akkoorden die door het bemiddelingscomité moeten worden bekrachtigd;

(d)behandeling van thematische vraagstukken, onder meer per rubriek van het MFK.

Tijdens of onmiddellijk na elke trialoog worden gezamenlijk de voorlopige conclusies opgesteld en wordt er tegelijk overeenstemming over de agenda voor de volgende vergadering bereikt. De instelling waar de trialoog plaatsvindt, stelt die conclusies op schrift en zij worden geacht na 24 uur voorlopig te zijn goedgekeurd, behoudens het definitieve besluit van het bemiddelingscomité.

23.Ter vergadering beschikt het bemiddelingscomité over de conclusies van de begrotingstrialogen en over een document voor mogelijke bekrachtiging, met de begrotingsonderdelen waarover tijdens die trialogen voorlopige overeenstemming is bereikt.

24.Het in artikel 314, lid 5, VWEU bedoelde gemeenschappelijk ontwerp wordt opgesteld door de secretariaten van het Europees Parlement en de Raad, met steun van de Commissie. Het ontwerp bestaat uit een begeleidende nota van de voorzitters van de twee delegaties aan de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad, waarin staat vermeld op welke datum het bemiddelingscomité een akkoord heeft bereikt, en uit bijlagen, die de volgende gegevens bevatten:

(a)bedragen per begrotingsonderdeel voor alle begrotingsposten en samenvattende cijfers per rubriek van het MFK;

(b)een geconsolideerd document, met bedragen en de definitieve tekst voor alle onderdelen die tijdens de bemiddelingsprocedure zijn gewijzigd;

(c)de lijst van onderdelen die niet zijn gewijzigd ten opzichte van de ontwerpbegroting of het standpunt van de Raad.

(d)Het bemiddelingscomité kan tevens zijn goedkeuring hechten aan conclusies en eventuele gezamenlijke verklaringen met betrekking tot de begroting.

25.Het gemeenschappelijk ontwerp wordt vertaald in de officiële talen van de instellingen van de Unie (door de diensten van het Europees Parlement) en ter goedkeuring voorgelegd aan het Europees Parlement en aan de Raad binnen een termijn van 14 dagen, te rekenen vanaf de datum waarop overeenstemming is bereikt over het gemeenschappelijk ontwerp conform punt 24 van deze bijlage.

Nadat het gemeenschappelijk ontwerp is vastgesteld, wordt de begroting voltooid door de juristen-vertalers, waarbij de bijlagen bij het gemeenschappelijk ontwerp worden ingevoegd in de begrotingsonderdelen die tijdens de bemiddelingsprocedure niet zijn gewijzigd.

26.De instelling waar de (begrotingstrialoog- of bemiddelings)vergaderingen plaatsvinden, stelt tolkenfaciliteiten ter beschikking voor alle talen van de talenregeling zoals die geldt voor de vergaderingen van het bemiddelingscomité, alsmede vertolking op ad-hocbasis voor de trialogen.

De reproductie en de distributie van de vergaderdocumenten worden verzorgd door de instelling waar de vergadering plaatsvindt.

De diensten van de instellingen werken samen bij het op schrift stellen van de resultaten van de onderhandelingen ten behoeve van de voltooiing van het gemeenschappelijk ontwerp.

Deel F. Gewijzigde begrotingen

Algemene beginselen

27.Aangezien gewijzigde begrotingen vaak betrekking hebben op specifieke en soms dringende kwesties, komen de instellingen overeen de onderstaande beginselen toe te passen om in een gepaste interinstitutionele samenwerking te kunnen voorzien met het oog op een soepel en vlot verlopend besluitvormingsproces voor gewijzigde begrotingen, en daarbij voor zover als mogelijk te vermijden dat een bemiddelingsvergadering moet worden bijeengeroepen.

28.De instellingen streven ernaar het aantal gewijzigde begrotingen zo veel mogelijk te beperken.

Tijdschema

29.De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad vooraf in kennis van de mogelijke datums van vaststelling van ontwerpen van gewijzigde begroting, wat de uiteindelijke datum van vaststelling onverlet laat.

30.Overeenkomstig hun eigen reglement van orde streven het Europees Parlement en de Raad ernaar het door de Commissie ingediende ontwerp van gewijzigde begroting spoedig na de vaststelling door de Commissie te behandelen.

31.Om de procedure te bespoedigen, stemmen het Europees Parlement en de Raad de planning van hun respectieve werkzaamheden zo veel mogelijk op elkaar af, met het oog op een samenhangend en convergerend verloop van de procedure. Daarom trachten zij zo snel mogelijk een indicatief tijdschema vast te stellen voor de diverse stappen die leiden tot de definitieve vaststelling van de gewijzigde begroting.

Het Europees Parlement en de Raad houden rekening met de relatieve urgentie van de gewijzigde begroting en de noodzaak die tijdig goed te keuren, wil deze nog nut hebben in het betrokken begrotingsjaar.

Samenwerking tijdens de lezingen

32.De instellingen werken gedurende de gehele procedure te goeder trouw samen en doen er alles aan om de vaststelling van gewijzigde begrotingen in een vroeg stadium van de procedure mogelijk te maken.

In voorkomend geval, en waar er potentieel een verschillende zienswijze is, kunnen het Europees Parlement of de Raad, alvorens elk zijn definitieve standpunt in te nemen over de gewijzigde begroting, of de Commissie op enig moment, voorstellen een specifieke trialoog te beleggen om de verschillende zienswijzen te bespreken en te trachten een compromis te bereiken.

33.Alle door de Commissie ingediende en nog niet definitief goedgekeurde ontwerpen van gewijzigde begroting worden stelselmatig op de agenda van de in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure geplande begrotingstrialogen gezet. De Commissie licht de ontwerpen van gewijzigde begroting toe en het Europees Parlement en de Raad maken, voor zover mogelijk, hun respectieve standpunt bekend vóór de begrotingstrialoog.

34.Indien tijdens de begrotingstrialoog een compromis wordt bereikt, verbinden het Europees Parlement en de Raad zich ertoe bij de bespreking van de gewijzigde begroting overeenkomstig de Verdragen en hun reglement van orde rekening te houden met de resultaten van de begrotingstrialoog.

Samenwerking na de lezingen

35.Als het Europees Parlement het standpunt van de Raad zonder amendementen goedkeurt, is de gewijzigde begroting vastgesteld overeenkomstig de Verdragen.

36.Als het Europees Parlement met een meerderheid van zijn leden amendementen aanneemt, is artikel 314, lid 4, punt c), VWEU van toepassing. Vóór de bijeenkomst van het bemiddelingscomité wordt echter een begrotingstrialoog belegd:

(a)indien tijdens de begrotingstrialoog overeenstemming wordt bereikt en mits het Europees Parlement en de Raad de resultaten van de begrotingstrialoog aanvaarden, wordt de bemiddeling afgesloten met een briefwisseling, zonder bijeenkomst van het bemiddelingscomité;

(b)indien tijdens de begrotingstrialoog geen overeenstemming wordt bereikt, komt het bemiddelingscomité bijeen en organiseert het zijn werkzaamheden naar de omstandigheden teneinde het besluitvormingsproces zo veel mogelijk af te ronden voor de in artikel 314, lid 5, VWEU genoemde termijn van 21 dagen. Het bemiddelingscomité kan zijn conclusies vaststellen bij briefwisseling.

(1) PB L..., blz.
(2) Verordening (EU, Euratom) 2024/2509 van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2024 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (PB L, 2024/2509, 26.9.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2509/oj).
(3) Besluit (EU, Euratom) 20XX/XX van de Raad van […], (PB L..., blz. …, ELI: ...).
(4) PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28, ELI:  http://data.europa.eu/eli/agree_interinstit/2020/1222/oj .
(5) Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden (PB L 124 van 8.6.1971, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1971/1182/oj).
(6) De verschillende fasen zijn: de begroting van het lopende begrotingsjaar (met inbegrip van gewijzigde begrotingen); de oorspronkelijke ontwerpbegroting; het standpunt van de Raad met betrekking tot de ontwerpbegroting; de amendementen van het Europees Parlement op het standpunt van de Raad alsmede de door de Commissie ingediende nota’s van wijzigingen (indien nog niet volledig door alle instellingen goedgekeurd).
(7) Een in technische zin afgesloten begrotingsonderdeel is een onderdeel waarover geen verschil van mening bestaat tussen het Europees Parlement en de Raad en waarvoor geen nota van wijzigingen is ingediend.