Bijlagen bij COM(2025)429 - Mededeling aan het EP over het Raadsstandpunt inzake een verordening tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1092/2010, (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 1094/2010, (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 806/2014, (EU) 2021/523 en (EU) 2024/1620 wat betreft bepaalde verslaggevingsverplichtingen op het gebied van financiële diensten en investeringsondersteuning

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

bijlage), omdat hiermee het lastenverminderingspotentieel van het initiatief afneemt, maar zij accepteert dit als een compromis.

·Wat betreft het geïntegreerde rapportagesysteem, zoals het Europees Parlement dat in zijn positie in eerste lezing naar voren heeft geschoven, de verordening zal verlangen dat de ESA’s een verslag opstellen met een routekaart voor de invoering van een sectoroverschrijdend geïntegreerd rapportagesysteem, waarbij wordt voortgebouwd op de lopende sectorale werkzaamheden van de ESA’s. Als een afzonderlijk verwacht resultaat was een ander verslag van de ESA’s over obstakels voor het delen van data overeengekomen, dat binnen twee jaar zou worden ingediend en, wanneer nodig, regelmatig zou worden geactualiseerd. De gevolgen van dit akkoord in termen van middelen, die door de Commissie tijdens de interinstitutionele onderhandelingen zijn uiteengezet, zijn evenwel niet bekrachtigd door de medewetgevers en daardoor zullen voor deze werkzaamheden van de ESA’s geen extra middelen beschikbaar worden gesteld.

·Wat betreft memoranda van overeenstemming (“MoU”) voor het delen van data, de medewetgevers zijn overeengekomen dat autoriteiten MoU kunnen sluiten over de regelingen voor de wijze waarop informatie zal worden uitgewisseld. De Commissie kan voor de autoriteiten niet-bindende richtsnoeren uitwerken, om de belangrijkste aspecten van die MoU te schetsen.

·Wat betreft de verplichting om data op te vragen bij andere autoriteiten (het beginsel “slechts eenmaal rapporteren”), de medewetgevers hebben overeenstemming bereikt over de verplichting voor autoriteiten om data op te vragen bij andere autoriteiten die deze reeds in bezit hebben – en niet bij rapporterende entiteiten –, evenwel rekening houdende met het feit dat zich gevallen kunnen voordoen waarin autoriteiten flexibiliteit nodig hebben om zich direct tot financiële instellingen te wenden.

·Wat betreft het delen van data ten behoeve van onderzoek en innovatie, het akkoord zal het hergebruik van data voor onderzoeks- en innovatiedoeleinden stimuleren, op voorwaarde dat data op passende wijze worden behandeld om deze te anonimiseren en vertrouwelijke informatie te beschermen. Zoals in het voorstel van de Commissie, zal het ten behoeve van onderzoek en innovatie delen van data met derde partijen vrijwillig zijn, en hebben de medewetgevers verder gepreciseerd dat het niet mogelijk mag zijn om betrokkenen en lidstaten te identificeren. Daarentegen is geen overeenstemming bereikt over het delen van data met de Commissie, hetgeen de Commissie had voorgesteld om haar mogelijkheden te versterken om de effecten van haar voorstellen te beoordelen, en op zodanige wijze dat voorkomen zou worden dat individuele entiteiten kunnen worden geïdentificeerd.

·Wat betreft de voorgestelde wijzigingen van de InvestEU-verordening, is overeengekomen om deze te behouden zoals in het voorstel van de Commissie.

4. Conclusie

De Commissie staat achter de resultaten van de interinstitutionele onderhandelingen en kan bijgevolg het standpunt van de Raad in eerste lezing aanvaarden. Zij tekent evenwel aan dat de compromistekst het lastenverlichtingspotentieel verzwakt ten opzichte van het voorstel van de Commissie.

5. Verklaringen van de Commissie

De Commissie heeft op 2 april 2025 een verklaring bij de notulen van Coreper II ingediend, die in de bijlage te vinden is.


BIJLAGE

Verklaringen van de Commissie


De op 2 april 2025 ingediende verklaring van de Commissie bij de notulen van Coreper II:


“De Commissie maakt zich sterk voor het verlichten van lasten. De overeenstemming die op 17 december in de trialoog is bereikt, is een belangrijke verdere stap in de richting van een systeem waarin data eenmaal worden gerapporteerd en nadien zoveel mogelijk worden gedeeld en hergebruikt. Niettemin betreurt de Commissie ten zeerste dat het lastenverlichtingspotentieel van het voorstel aanzienlijk is verzwakt na het besluit om nationale bevoegde autoriteiten niet op te nemen in de reikwijdte van de verplichtingen om data te delen. De verlichting van regeldruk is een gedeelde doelstelling, die vaak publiekelijk is herhaald door de staatshoofden en regeringsleiders (zie de conclusies van de Europese Raad op 17 en 18 april 2024 over de kapitaalmarktenunie) en alle instellingen zouden moeten inzetten op het waarmaken van vereenvoudiging voor EU-bedrijven. De Commissie zal deze doelstelling blijven ondersteunen, onder meer door de lopende uitvoering van haar strategie over toezichtdata in financiële diensten in de EU en de werkzaamheden rond geïntegreerde rapportage.”