Bijlagen bij COM(2025)443 - Jaarverslag 2021 - 2022 van het Solidariteitsfonds van de EU

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

dossier COM(2025)443 - Jaarverslag 2021 - 2022 van het Solidariteitsfonds van de EU.
document COM(2025)443 NLEN
datum 30 juli 2025
bijlage I worden de in 2021 en 2022 geldende schadedrempels voor grote rampen voor de beschikbaarstelling van steun uit het SFEU opgesomd. Bijlage II bevat een overzicht van de in 2021 en 2022 goedgekeurde aanvragen, met inbegrip van de desbetreffende financiële gegevens.

In 2021 en 2022 ontvangen aanvragen

ØIn 2021

De Commissie heeft in 2021 tien nieuwe aanvragen voor een financiële bijdrage uit het SFEU ontvangen. Ze werden allemaal door de Commissie ontvangen binnen de wettelijke termijn van “uiterlijk twaalf weken na de datum waarop de eerste als gevolg van een natuurramp ontstane schade zich heeft voorgedaan” (artikel 4, lid 1, van de verordening). Een aanvraag werd echter afgewezen, omdat Cyprus niet voldeed aan de subsidiabiliteitscriteria voor bijstand uit het SFEU aangezien het bedrag van de directe schade van de ramp niet voldeed aan de desbetreffende drempel. Vier aanvragen betroffen “grote rampen”, drie aanvragen hadden betrekking op “regionale rampen” en drie aanvragen waren gebaseerd op de bepalingen inzake “rampen in een buurland”.

De Commissie heeft de uitvoeringsbesluiten voor de toekenning van een financiële bijdrage uit het SFEU voor de aardbevingen in Griekenland (Samos) en Kroatië vastgesteld op respectievelijk 14 en 23 juni 2021. Voorts heeft zij in december 2022 in één pakket de uitvoeringsbesluiten voor de toekenning van een financiële bijdrage uit het SFEU vastgesteld voor de zeven ingewilligde aanvragen (België, Duitsland, Griekenland (Kreta), Spanje, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk).


Griekenland — aardbeving Samos

In oktober 2020 vond in Griekenland een aardbeving met magnitude Mw 6,9 2 plaats op de eilanden Samos, Ikaria en Chios in de noordelijke Egeïsche Zee. De tsunami overspoelde verschillende gebieden in het noordelijke deel van Samos. Verschillende mensen kwamen om het leven en meer dan 300 openbare en particuliere gebouwen liepen schade op. Ongeveer 2 000 - 3 000 mensen hadden te kampen met huisvestingsproblemen als gevolg van de ramp.

Op 22 januari 2021 diende Griekenland een aanvraag voor een bijdrage uit het SFEU in om noodhulp en hersteloperaties na de aardbeving te financieren. Bij de indiening van zijn aanvraag gaf Griekenland aan dat het om een regionale ramp ging die een regio op NUTS‑niveau 2 3 (Voreio Aigaio/EL41) trof, en raamde de totale directe schade op 101 252 020 EUR. Griekenland heeft in zijn aanvraag om betaling van een voorschot verzocht.

De Commissie heeft Griekenland een voorschot van 253 131 EUR toegekend bij Uitvoeringsbesluit C(2021) 1623 van 8 maart 2021 en heeft het bedrag uitbetaald op 26 maart 2021.

Naar aanleiding van voorstel COM(2021) 201 final van de Commissie van 24 maart 2021 keurde de begrotingsautoriteit de betaling van 2 531 301 EUR uit het SFEU aan Griekenland goed op 20 mei 2021. Op 14 juni 2021 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2021) 4439 vast waarbij een financiële bijdrage uit het SFEU werd toegekend. Het saldo van 2 278 170 EUR werd vervolgens betaald op 5 juli 2021.


Kroatië — aardbeving Petrinja

Kroatië werd getroffen door twee reeksen verwoestende aardbevingen. De eerste trof de stad Zagreb en omgeving in maart 2020. De tweede trof voornamelijk de stad Petrinja en het gebied van het district Sisak-Moslavina tussen december 2020 en januari 2021. De totale gecombineerde schade van beide reeksen aardbevingen werd geraamd op meer dan 17 miljard EUR. De situatie was dramatisch aangezien ongeveer 26 000 gebouwen schade opliepen bij de rampen. De buurlanden zoals Italië, Hongarije, Oostenrijk en Slovenië zonden snel nooduitrusting naar de getroffen gebieden. Bij de aardbevingen werd een groot deel van de infrastructuur vernield en bleven talloze mensen dakloos achter. De directe schade als gevolg van de aardbeving in Petrinja alleen liep volgens de Kroatische overheid op tot 5,5 miljard EUR. De aanvraag van Kroatië van 10 juni 2020, waarin om een voorschot werd verzocht, kwam in aanmerking als een grote ramp.

De Commissie heeft Kroatië een voorschot van 41 325 507 EUR toegekend bij Uitvoeringsbesluit C(2021) 4648 van 23 juni 2021 en het bedrag uitbetaald in augustus 2021.

Naar aanleiding van voorstel COM(2021) 963 final van de Commissie van 29 oktober 2021 keurde de begrotingsautoriteit de betaling van 319 192 359 EUR uit het SFEU aan Kroatië goed. Op 22 december 2021 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2021) 9816 vast waarbij een financiële bijdrage uit het SFEU werd toegekend. Het saldo van 277 866 852 EUR werd uitbetaald in december 2021.


België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk (plotselinge overstromingen); Griekenland (aardbeving); Spanje (vulkaanuitbarsting)

·Overstromingen in West-Europa:

tijdens de zomer van 2021 werden België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk getroffen door dodelijke overstromingen met verwoestende gevolgen. De overstromingen werden veroorzaakt door extreme weersomstandigheden. Ten minste 243 mensen kwamen om het leven en duizenden mensen werden uit hun huis geëvacueerd. De lokale infrastructuur liep ernstige schade op en de toeristische sector leed ook grote verliezen, aangezien de overstromingen midden in het toeristische seizoen plaatsvonden.

·Vulkaanuitbarsting in Spanje:

in september 2021 vond een vulkaanuitbarsting plaats op het eiland La Palma nadat een week voordien hevige seismische activiteit was geregistreerd, waarbij twee lavastromen zich een weg baanden naar de zee. De lava bedekte meer dan 1 000 hectare en vernielde meer dan 3 000 gebouwen en verschillende nabijgelegen dorpen. Ongeveer 7 000 plaatselijke bewoners werden getroffen door de uitbarsting. Zij moesten worden geëvacueerd en worden voorzien van veiligheidsuitrusting om zich te beschermen tegen de schadelijke gassen die bij de vulkaanuitbarsting waren vrijgekomen.

De schade liep volgens de regering van de Canarische Eilanden op tot meer dan 1 miljard EUR. De Spaanse overheid diende in december 2021 een aanvraag in voor een bijdrage uit het SFEU.

·Aardbeving in Griekenland:

in september 2021 werd het Griekse eiland Kreta getroffen door een verwoestende aardbeving. Een man kwam om het leven toen een tempel instortte en 36 mensen raakten gewond. Meer dan 5 000 gebouwen op het eiland liepen schade op of waren niet langer veilig voor gebruik. De aardbeving wordt beschouwd als de zwaarste aardbeving in Griekenland sinds de vroege jaren 1900. Duizenden huizen werden onbewoonbaar en duizenden openbare gebouwen waren ongeschikt voor gebruik na de ramp.

Griekenland diende in december 2021 een aanvraag voor SFEU-steun in. Volgens de Griekse overheid bedroeg de totale schade 143 420 124 EUR en de ramp werd bijgevolg aangemerkt als een “regionale natuurramp”.


Beoordeling en financiering:

Begin oktober 2021 ontving de Commissie van vijf lidstaten aanvragen voor bijdragen uit het SFEU met betrekking tot de overstromingen in juli 2021, en twee aanvragen van Spanje (vulkaanuitbarsting) en Griekenland (aardbeving). Om een gelijke behandeling te waarborgen, werden deze aanvragen door de Commissie als één enkel pakket verwerkt. Na de oorspronkelijke aanvraag werkten verschillende lidstaten in juli 2022 hun schadebeoordeling bij.

Spanje en Griekenland hebben verzocht om de betaling van een voorschot, en de totale schade die in de zeven getroffen landen werd opgegeven, bedroeg meer dan 36 miljard EUR. De Commissie rondde haar beoordeling in oktober 2022 af en diende haar voorstel COM(2022) 665 final van 14 oktober 2022 in bij de begrotingsautoriteit. De potentiële steun voor de zeven SFEU-aanvragen (BE, DE, EL, ES, LU, NL en AT) werd berekend op een totaal van 1,9 miljard EUR. Aangezien dat bedrag de beschikbare begrotingsmiddelen ruim overschreed, werden de steunbedragen per land pro rata verminderd. Er werd een waarderingscorrectie van 62,3 % toegepast omdat de totale beschikbare toewijzing voor het SFEU in 2022 718,5 miljoen EUR bedroeg, wat overeenstemt met 37,7 % van het totale bedrag dat had moeten worden uitbetaald.

Gedetailleerde uitsplitsing van de door de zeven lidstaten geleden schade en hun SFEU-steun:

·Duitsland

De totale schade die door de overstromingen werd veroorzaakt bedroeg bijna 30 miljard EUR, en dit werd derhalve als een “grote natuurramp” beschouwd. Volgens de drempel voor “grote natuurramp” moet de directe schade geraamd worden op meer dan 3 miljard EUR in prijzen van 2011 of meer dan 0,6 % van het bruto nationaal inkomen, naargelang van welk bedrag lager is 4 . Na de vaststelling van Uitvoeringsbesluit C(2023) 1824 van 14 maart 2023 betaalde de Commissie Duitsland 612 611 256 EUR uit op 11 april 2023.

·België

België werd ook geacht getroffen te zijn door een “grote natuurramp” aangezien de totale directe schade meer dan 5,6 miljard EUR bedroeg, wat aanzienlijk boven de desbetreffende drempel voor de ramp ligt. Na de vaststelling van Uitvoeringsbesluit C(2023) 1556 van 1 maart 2023 betaalde de Commissie België 87 737 427 EUR uit op 27 maart 2023.

·Nederland

Nederland liep een totale schade op van 500 miljoen EUR. Zijn aanvraag kwam in aanmerking als een “natuurramp in een buurland” aangezien de aanvragen voor dezelfde ramp van de buurlanden Duitsland en België werden geacht betrekking te hebben op een “grote natuurramp”. Na de vaststelling van Uitvoeringsbesluit C(2022) 9864 van 16 december 2022 betaalde de Commissie Nederland 4 713 027 EUR uit op 28 december 2022.

·Oostenrijk

De aanvraag van Oostenrijk kwam in aanmerking als een “natuurramp in een buurland” aangezien de aanvragen voor dezelfde ramp van het buurland Duitsland werden geacht betrekking te hebben op een “grote natuurramp”. De totale schade liep op tot 84,6 miljoen EUR. De Commissie stelde op 19 december 2022 Uitvoeringsbesluit C(2022) 9904 vast en betaalde Oostenrijk 797 520 EUR uit op 27 december 2022.

·Luxemburg

De aanvraag van Luxemburg kwam eveneens in aanmerking als een “natuurramp in een buurland” aangezien de aanvragen voor dezelfde ramp van de buurlanden Duitsland en België werden geacht betrekking te hebben op een “grote natuurramp”. De totale schade liep op tot 193,3 miljoen EUR. De Commissie stelde op 16 december 2022 Uitvoeringsbesluit C(2022) 9875 vast en betaalde Luxemburg 1 822 056 EUR uit op 27 december 2022.


·Spanje — vulkaanuitbarsting

De aanvraag van Spanje kwam in aanmerking als een “regionale natuurramp”. Op 21 maart 2022 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2022) 1802 vastgesteld en heeft zij een voorschot van 5 391 796 EUR toegekend om de noodhulp en hersteloperaties na de ramp te ondersteunen. Het voorschot werd betaald op 2 mei 2022.

Op 19 december 2022 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2022) 9899 vast waarbij een financiële bijdrage van 9 449 589 EUR uit het SFEU werd toegekend aan Spanje. Het saldo van 4 057 793 EUR werd betaald op 27 december 2022.

·Griekenland — aardbeving

De aanvraag van Griekenland kwam in aanmerking als een “regionale natuurramp”. Op 26 april 2022 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2022) 2599 vastgesteld en een voorschot van 896 375 EUR toegekend, dat op 19 mei 2022 aan Griekenland werd betaald.

Voorstel COM(2022) 665 final van de Commissie van 14 oktober 2022 werd ingediend bij de begrotingsautoriteit, die het in december 2022 goedkeurde. Net zoals bij de zes bovengenoemde aanvragen moest het voorgestelde steunbedrag dat aan Griekenland werd toegewezen pro rata worden verminderd. Op 19 december 2022 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2022) 9865 vast waarbij een financiële bijdrage uit het SFEU werd toegekend aan Griekenland. Het saldo van 455 511 EUR werd betaald op 27 december 2022.


ØIn 2022

Roemenië — droogte

Tussen maart en augustus 2022 kreeg Roemenië te maken met ernstige en wijdverspreide droogte. Deze droogte onderscheidde zich van vergelijkbare gebeurtenissen in het verleden wegens de intensiteit ervan en het getroffen gebied. De landbouwsector (met name gewassen) ondervond negatieve gevolgen van de droogte en de twee opeenvolgende hittegolven.

Roemenië diende in september 2022 een aanvraag in voor een bijdrage uit het SFEU. Volgens de Roemeense autoriteiten bedroeg de totale directe schade die werd aangegeven 1,3 miljard EUR. Roemenië heeft niet om de betaling van een voorschot verzocht

Naar aanleiding van voorstel COM(2023) 381 final van de Commissie van 23 augustus 2023 heeft de begrotingsautoriteit de betaling van 33 895 935 EUR uit het SFEU aan Roemenië goedgekeurd. Op 30 november 2023 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2023) 8477 vast waarbij een financiële bijdrage uit het SFEU werd toegekend. De betaling werd uitgevoerd op 14 december 2023.


Italië — overstromingen

In september 2022 veroorzaakte zware regenval verwoestende overstromingen van rivieren en plotselinge overstromingen in de regio Marche in Italië, wat leidde tot de vernieling of beschadiging van infrastructuur en van openbare en particuliere gebouwen en goederen. De gebeurtenis had dramatische gevolgen (twaalf mensen kwamen om het leven en één persoon raakte vermist) en veroorzaakte ernstige economische verliezen.

Italië vroeg in december 2022 SFEU-steun aan, maar verzocht niet om de betaling van een voorschot. De totale directe schade bedroeg bijna 670 miljoen EUR.

Naar aanleiding van voorstel COM(2023) 381 final van de Commissie van 23 augustus 2023 keurde de begrotingsautoriteit de betaling van 20 939 095 EUR uit het SFEU aan Italië goed. Op 5 december 2023 stelde de Commissie Uitvoeringsbesluit C(2023) 8598 vast waarbij een financiële bijdrage uit het SFEU werd toegekend. De betaling werd uitgevoerd op 14 december 2023.

Financiering

De door de Commissie voorgestelde afzonderlijke steunbedragen werden berekend aan de hand van de methode die in 2002 werd vastgesteld en die in alle daaropvolgende gevallen is toegepast. Deze is gebaseerd op de aanvaarde totale directe schade als gevolg van de ramp in verhouding tot de relatieve rijkdom van de getroffen staat zoals weerspiegeld door de drempel voor een grote ramp (zie bijlage I).

Hierbij wordt voor grote natuurrampen een progressief systeem in twee stappen toegepast, waarbij het land een lager steunbedrag van 2,5 % van de totale directe schade ontvangt voor het deel van de schade onder de drempel en een hoger steunpercentage van 6 % voor het deel van de schade boven de drempel. Deze twee bedragen worden bij elkaar opgeteld. Voor “regionale natuurrampen” en “natuurrampen in een buurland” wordt een steunbedrag van 2,5 % van de totale directe schade toegekend.

Nadat het Europees Parlement en de Raad de beschikbaarstelling van middelen hadden goedgekeurd en de vereiste begrotingskredieten in de EU-begroting hadden opgenomen, kende de Commissie de steun aan de afzonderlijke landen toe door middel van uitvoeringsbesluiten, en betaalde vervolgens het volledige bedrag uit. In de gevallen waarin een voorschot was uitbetaald, werd alleen het saldo van de volledige bijdrage betaald.

In de bijlagen van de uitvoeringsbesluiten was een algemene beschrijving van het beoogde gebruik van het geld opgenomen, en waren de autoriteiten vermeld die door de begunstigde staten waren aangewezen om de bijdrage uit het SFEU te verwerken, evenals de naam van de onafhankelijke autoriteit die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van audits en controles.

Gedetailleerde financiële tabellen zijn opgenomen in bijlage II bij dit verslag.

Gedurende de verslagperiode hebben het Europees Parlement en de Raad als begrotingsautoriteit hun goedkeuring gegeven aan dertig financiële bijdragen uit het SFEU zoals voorgesteld door de Commissie. De Commissie heeft haar voorstel voor beschikbaarstelling van steun uit het SFEU in vier groepen gepresenteerd:


Ø2021

·Op 24 maart 2021 heeft de Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU 5 goedgekeurd voor een bedrag van 484 199 841 EUR voor bijstand aan Griekenland en Frankrijk na regionale natuurrampen die in de loop van 2020 plaatsvonden in die landen, alsook aan 20 lidstaten en toetredingslanden (Albanië, België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Montenegro, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Servië, Spanje en Tsjechië) naar aanleiding van de grote volksgezondheidscrisis veroorzaakt door de COVID‑19‑pandemie begin 2020. Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen ging vergezeld van Ontwerp van gewijzigde begroting (OGB) nr. 2/2021 6 waarin wordt voorgesteld een bedrag van 47 981 598 EUR rechtstreeks over te dragen van de ongebruikte toewijzing voor 2020 naar het operationele begrotingsonderdeel van het SFEU en Besluit 7 nr. 03/2021, waarin wordt voorgesteld een bedrag van 427 543 750 EUR over te dragen van de reserve voor solidariteit en noodhulp (SEAR) naar het operationele begrotingsonderdeel van het SFEU, zowel wat de vastleggingen als de betalingen betreft.

Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen werd op 20 mei 2021 door de begrotingsautoriteit goedgekeurd 8 om i) 86 744 920 EUR aan steun uit het SFEU toe te kennen aan Griekenland en Frankrijk in verband met natuurrampen; en ii) om 529 347 741 EUR aan steun toe te kennen aan twintig lidstaten en toetredingslanden naar aanleiding van de grote volksgezondheidscrisis veroorzaakt door de COVID19pandemie.

·Op 29 oktober 2021 nam de Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad aan betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU 9  voor bijstand aan Kroatië in verband met de reeks aardbevingen vanaf 28 december 2020. Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen ging vergezeld van de bijbehorende DEC nr. 28/2021 waarin wordt voorgesteld om een bedrag van 277 866 852 EUR over te dragen van de reserve van de SEAR naar het operationele begrotingsonderdeel van het SFEU, zowel wat de vastleggingen als de betalingen betreft. Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen dekte het volledige bedrag dat beschikbaar moest worden gesteld, terwijl in de DEC rekening werd gehouden met het reeds betaalde voorschot en hierin werd voorgesteld om het resterende bedrag van 277,9 miljoen EUR over te dragen.

Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen werd door de begrotingsautoriteit goedgekeurd op 15 december 2021 10 , waarbij een bedrag van 319,2 miljoen EUR aan SFEU-steun werd toegekend aan Kroatië na de verwoestende reeks aardbevingen die de districten Sisak-Moslavina, Karlovac en Zagreb troffen in december 2020 en januari 2021.


Ø2022

·Op 14 oktober 2022 nam de Commissie een voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad aan betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het SFEU 11 voor steun aan Duitsland, België, Nederland, Oostenrijk, Luxemburg, Spanje en Griekenland naar aanleiding van natuurrampen in deze landen in de loop van 2021. Dit voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen ging vergezeld van Besluit nr. 20/2022 waarin wordt voorgesteld om een bedrag van 668 482 761 EUR over te dragen van de reserve van de SEAR naar het operationele begrotingsonderdeel van het SFEU, zowel wat de vastleggingen als de betalingen betreft.

·Het voorstel voor de beschikbaarstelling van middelen werd door de begrotingsautoriteit goedgekeurd op 14 december 2022 12 , waarbij een bedrag van 718 482 761 EUR aan steun uit het SFEU werd toegekend aan: i) België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk in verband met de overstromingen in juli 2021; ii) Spanje in verband met de vulkaanuitbarsting op het eiland La Palma op 19 september 2021; en iii) Griekenland in verband met de aardbeving op Kreta op 27 september 2021. Er waren reeds voorschotten van respectievelijk 5 391 796 EUR en 896 375 EUR uitbetaald in maart 2022 voor Spanje en in april 2022 voor Griekenland. Naar aanleiding van de vaststelling van het uitvoeringsbesluit van de Commissie waarin de bijstand werd toegekend, werd het saldobedrag van 18 134 078 EUR op 27 en 28 december 2022 betaald aan Griekenland, Spanje, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk. België en Duitsland ontvingen hun SFEU-steun van respectievelijk 612 611 256 EUR en 87 737 427 EUR in 2023.


Afsluitingen

In artikel 8, lid 3, van de verordening is bepaald dat de begunstigde staten uiterlijk 24 maanden na de datum van uitbetaling van de financiële bijdrage een verslag over de uitvoering van de financiële bijdrage (“uitvoeringsverslag”) moeten indienen, samen met een verklaring waarin de uitgaven worden gestaafd (“validiteitsverklaring”).

De Commissie heeft drie dossiers van het SFEU afgesloten in 2021 en drie in 2022.

ØAfsluitingen in 2021

Hongarije, overstroming in 2010: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 22 485 772 EUR. Hongarije heeft het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring ingediend in mei 2013. Na opheldering van enkele zaken in verband met de validiteitsverklaring werd het dossier zonder enige financiële correcties afgesloten in januari 2021.

Italië, overstromingen met ijs en grondverschuivingen in 2013: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 16 310 467 EUR. De Italiaanse autoriteiten hebben het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring ingediend in april 2017. Italië had 17 046 958,22 EUR aan subsidiabele uitgaven gerapporteerd, een bedrag dat hoger lag dan de bijdrage uit het SFEU van 16 310 467 EUR. De validiteitsverklaring werd aanvaard en het dossier werd afgesloten in mei 2021.

Bulgarije, streng winterweer 2015: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 6 377 815 EUR. Bulgarije heeft het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring ingediend in november 2017. Volgens de door Bulgarije verstrekte informatie bedroegen de subsidiabele uitgaven in het kader van het SFEU 6 140 983,69 EUR, wat 236 839,16 EUR lager lag dan het ontvangen bedrag. In het uitvoeringsverslag hadden de Bulgaarse autoriteiten gerapporteerd dat aan het einde van de uitvoeringsperiode nog 7,85 EUR aan rente op de rekening stond die niet kon worden uitgegeven aan subsidiabele activiteiten. De Commissie besloot dat een financiële correctie van 236 839,16 EUR moest worden toegepast en deelde dit in september 2019 mee aan Bulgarije. In hun antwoord van januari 2020 maakten de Bulgaarse autoriteiten melding van een bedrag van 690,23 EUR aan bijkomende niet-uitgegeven rente dat moest worden toegevoegd aan het terug te vorderen bedrag. In februari 2020 ontving de Commissie het totale bedrag van 237 529,39 EUR en het dossier werd afgesloten in januari 2021.

ØAfsluitingen in 2022

Kroatië, overstromingen in 2014: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 8 616 263 EUR. Kroatië heeft het uitvoeringsverslag ingediend in april 2017. Volgens de door Kroatië verstrekte informatie en op basis van de bevindingen bedroegen de subsidiabele uitgaven in het kader van het SFEU 11 736 261,85 EUR, wat 3 119 998,85 EUR hoger lag dan het bedrag van de financiële bijdrage uit het SFEU. De Commissie besloot derhalve dat geen financiële correctie moest worden toegepast, en het dossier werd in mei 2022 afgesloten.

Servië, overstroming in 2014: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 60 224 605 EUR. Servië heeft het uitvoeringsverslag ingediend in mei 2017. Na een auditanalyse concludeerde de Commissie dat geen financiële correcties moesten worden toegepast. Het dossier werd derhalve in november 2022 afgesloten.

Portugal, branden in 2016: de financiële bijdrage uit het SFEU beliep 3 925 000 EUR. Portugal heeft het uitvoeringsverslag en de validiteitsverklaring ingediend in mei 2019. Volgens de door Portugal verstrekte informatie bedroegen de subsidiabele uitgaven in het kader van het SFEU 4 037 711 EUR, wat 112 711 EUR hoger lag dan de bijdrage uit het SFEU. De Commissie concludeerde derhalve dat de validiteitsverklaring kon worden aanvaard en dat geen financiële correctie moest worden toegepast. Het dossier is in mei 2022 afgesloten.


Conclusies

2021 en 2022 hebben eens te meer aangetoond dat natuurrampen, die vaak het gevolg zijn van de klimaatverandering, steeds vaker voorkomen in Europa en de rest van de wereld, met rampzalige gevolgen voor mensenlevens, de economie en ecosystemen. Hoewel 2021 werd gedomineerd door overstromingen, brachten ook een vulkaanuitbarsting en een verwoestende aardbeving mensenlevens in gevaar. Tegelijkertijd was het extreem droog tussen maart en september 2022, wat tot droogte en bosbranden leidde in heel wat Europese gebieden. Volgens een lopend onderzoek door het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek 13 was deze droogte intenser en uitgebreider wat het getroffen gebied betreft ten opzichte van vergelijkbare gebeurtenissen in het verleden.

In vergelijking met 2020, dat een van de meest veeleisende en moeilijke jaren bleek te zijn voor het SFEU wegens de uitbreiding van het toepassingsgebied naar grote volksgezondheidscrises, nam het aantal aanvragen in 2021 en 2022 af. Er vonden echter twee bijzonder verwoestende natuurrampen plaats:

·De reeks aardbevingen in Kroatië in december 2020 en januari 2021, die voornamelijk de stad Petrinja en het district Sisak-Moslavina troffen. De Commissie betaalde Kroatië in totaal 319 192 359 EUR voor het herstel na de ramp.

·De tweede ramp had betrekking op de ernstige plotselinge overstromingen in vijf westelijke lidstaten (België, Duitsland, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk) in juli 2021, die 707,7 miljoen EUR aan bijstand uit het SFEU ontvingen.

Alleen al deze twee rampen waren goed voor meer dan het dubbele van de totale SFEU‑begroting voor 2021 van 500 miljoen EUR in prijzen van 2011. Met name de overstromingen in West-Europa vormden een uniek geval omdat de totale kosten van de schade zo hoog waren dat het SFEU met zijn begroting niet aan de aanvragen kon voldoen, waardoor een evenredige verlaging met 62 % moest worden toegepast om een gelijke behandeling van de getroffen lidstaten te waarborgen.

Het toenemende aantal en de grotere omvang van natuurrampen in 2020 en 2021, evenals de bijstand uit het SFEU voor de volksgezondheidscrisis wegens COVID-19, heeft voor ongeziene aanvragen en aanzienlijke begrotingsdruk gezorgd op de beperkte middelen die aan het SFEU waren toegewezen in het kader van de verordening tot bepaling van het meerjarig financieel kader (“MFK”) 2021-2027.

Tegen de achtergrond van verergerende rampen die verband houden met de klimaatverandering in de gehele EU, lag het bedrag dat voor het SFEU beschikbaar was in 2021 lager in absolute en relatieve cijfers dan bij de oprichting van het Fonds in 2002. Tussen 2002 (toen het Fonds werd opgericht) en 2013 bedroeg de maximale jaarlijkse toewijzing 1 miljard EUR in lopende prijzen. In 2021, voor het eerst sinds de oprichting van het SFEU, werden de steunbedragen (berekend volgens de aanvaarde methode) niet volledig betaald voor subsidiabele COVID-19-gerelateerde aanvragen van 20 kandidaat‑lidstaten omdat het totale steunbedrag dat voor al die landen werd berekend, de beschikbare begrotingsmiddelen overschreed. Bijgevolg werd de SFEU-steun in verband met COVID-19 voor al de twintig begunstigde landen pro rata verminderd en ontvingen zij voor hun aanvragen 47 % van de totale potentiële steun die was berekend aan de hand van de aanvaarde en consequent toegepaste methode. Bovendien heeft de grotere onzekerheid over de begrotingstoewijzing voor het SFEU binnen het SEAR-budget het SFEU extra onder druk gezet en soms de beschikbaarstelling van de bijstand vertraagd.

Kortom, het aantal aanvragen en de toegenomen vraag naar het SFEU in de afgelopen jaren tonen aan dat er een grote vraag is naar steun en solidariteit in de EU, wat tot uiting moet komen in een hogere toewijzing voor de SFEU-begroting in de toekomst.


(1) Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3) zoals gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143) en bij Verordening (EU) 2020/461 van het Europees Parlement en de Raad van 30 maart 2020 (PB L 99 van 31.3.2020, blz. 9).
(2) Momentmagnitudeschaal volgens het Griekse Institute of Geodynamics en het Euro-mediterraan instituut.
(3) Nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek.
(4) Verordening (EU) nr. 661/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 143).
(5) COM(2021) 201 final.
(6) COM(2021) 200 final.
(7) Verzoek om overdracht van vastleggings- en betalingskredieten op grond van artikel 31 van het Financieel Reglement.
(8) Besluit (EU) 2021/885 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Griekenland en Frankrijk in verband met natuurrampen en aan Albanië, België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Montenegro, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Servië, Spanje en Tsjechië naar aanleiding van een volksgezondheidscrisis (PB L 194 van 2.6.2021, blz. 40).
(9) COM(2021) 963 final.
(10) Besluit (EU) 2022/49 van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2021 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor bijstand aan Kroatië in verband met de reeks aardbevingen vanaf 28 december 2020 (PB L 9 van 14.1.2022, blz. 37).
(11) COM(2022) 665 final.
(12) Besluit (EU) 2023/68 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de Europese Unie voor steun aan Duitsland, België, Nederland, Oostenrijk, Luxemburg, Spanje en Griekenland naar aanleiding van de natuurrampen in deze landen in de loop van 2021 (PB L 7 van 10.1.2023, blz. 25).
(13) Europese Commissie, Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek, Drought in Europe, augustus 2022. Beschikbaar op: https://edo.jrc.ec.europa.eu/documents/news/GDO-EDODroughtNews202208_Europe.pdf .