Richtlijn 2006/2 - Wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

1.

Wettekst

10.1.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 5/10

 

RICHTLIJN 2006/2/EG VAN DE COMMISSIE

van 6 januari 2006

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels, met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels (1), en met name op artikel 5, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 96/74/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 inzake textielbenamingen (2) schrijft etikettering met de aanduiding van de vezelsamenstelling van textielproducten voor, waarbij met behulp van analyses wordt gecontroleerd of deze producten met de aanduidingen op het etiket overeenstemmen.

 

(2)

Richtlijn 96/73/EG voorziet in eenvormige methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels.

 

(3)

Gezien de recente constateringen van een technische werkgroep is Richtlijn 96/74/EG aangepast aan de technische vooruitgang door de vezels polylactide en elastomultiester toe te voegen aan de lijst van vezels in de bijlagen I en II bij die richtlijn.

 

(4)

Daarom moeten er eenvormige testmethoden voor polylactide en elastomultiester worden vastgesteld.

 

(5)

Richtlijn 96/73/EG moet dus dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de sector richtlijnen met betrekking tot de benamingen en de etikettering van textielproducten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 6 januari 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 6 januari 2006.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter

 

 

BIJLAGE

Bijlage II, hoofdstuk 2, van Richtlijn 96/73/EG wordt als volgt gewijzigd (1):

 

1)

De tabel getiteld „Bijzondere methoden — Samenvattende tabel” wordt vervangen door:

„2.   BIJZONDERE METHODEN — SAMENVATTENDE TABEL

 

Methode

Toepassingsgebied

Reagens

nr. 1

Acetaat

Bepaalde andere vezels

Aceton

nr. 2

Bepaalde proteïnevezels

Bepaalde andere vezels

Hypochloriet

nr. 3

Viscose, cupro of bepaalde modaltypen

Katoen

Mierenzuur en zinkchloride

nr. 4

Polyamide of nylon

Bepaalde andere vezels

80 % mierenzuur

nr. 5

Acetaat

Triacetaat

Benzylalcohol

nr. 6

Triacetaat of polylactide

Bepaalde andere vezels

Dichloormethaan

nr. 7

Bepaalde cellulosevezels

Polyester of elastomultiester

75 % zwavelzuur

nr. 8

Acrylvezels, bepaalde modacrylvezels of bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Dimethylformamide

nr. 9

Bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Zwavelkoolstof/aceton 55,5/44,5

nr. 10

Acetaat

Bepaalde chloorvezels

IJsazijn

nr. 11

Zijde

Wol of haar

75 % zwavelzuur

nr. 12

Jute

Bepaalde dierlijke vezels

Methode door middel van stikstofbepaling

nr. 13

Polypropeen

Bepaalde andere vezels

Xyleen

nr. 14

Chloorvezels (homopolymeren van vinylchloride)

Bepaalde andere vezels

Methode met behulp van geconcentreerd zwavelzuur

nr. 15

Chloorvezels, bepaalde modacrylsoorten, bepaalde elasthanen, acetaat, triacetaat

Bepaalde andere vezels

Cyclohexanon”.

 

2)

Punt 1.2 van methode nr. 1 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), linnen (7), hennep (8), jute (9), abaca (10), alfa (11), kokos (12), brem (13), ramee (14), sisal (15), cupro (21), modal (22), proteïne (23), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34) en elastomultiester (45)”.

 

3)

Punt 1.2 van methode nr. 2 wordt vervangen door:

 

„2.

katoen (5), cupro (21), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyamide of nylon (30), polyester (34), polypropeen (36), elastaan (42), glasvezel (43) en elastomultiester (45)”.

 

4)

Punt 1.2 van methode nr. 4 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyester (34), polypropeen (36), glasvezel (43) en elastomultiester (45)”.

 

5)

Methode nr. 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

De punten 1 en 2 van methode nr. 6 worden vervangen door:

„1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

 

1.

triacetaat (24) of polylactide (33a)

met

 

2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43) en elastomultiester (45).

Aantekening

Triacetaatvezels die gedeeltelijk zijn verzeept door een speciale nabehandeling, zijn niet meer volledig oplosbaar in het reagens. In dit geval kan de methode niet worden toegepast.

  • 2. 
    BEGINSEL

Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel worden de triacetaat- of polylactidevezels opgelost met behulp van dichloormethaan. Het residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt in procenten van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage droog triacetaat of droge polylactide wordt verkregen door aftrekking.”.

 

b)

Punt 5 wordt vervangen door:

„5.   BEREKENING

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor polyester en elastomultiester, waarvoor de waarde van „d” 1,01 bedraagt.”.

 

6)

Punt 1.2 van methode nr. 7 wordt vervangen door:

 

„2.

Polyester (34) en elastomultiester (45)”.

 

7)

Methode nr. 8 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

Punt 1.2 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), polyester (34) en elastomultiester (45)”.

 

b)

Punt 5 wordt vervangen door:

„5.   BEREKENING

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde „d” bedraagt 1,00, behalve in de volgende gevallen:

 
 

wol 1,01

 
 

katoen 1,01

 
 

cupro 1,01

 
 

modal 1,01

 
 

polyester 1,01

 
 

elastomultiester 1,01”.

 

8)

Punt 1.2 van methode nr. 9 wordt vervangen door:

 

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43) en elastomultiester (45)”.

 

9)

De punten 1.1 en 1.2 van methode nr. 13 worden vervangen door:

 

„1.

polypropeen (36)

met

 

2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43) en elastomultiester (45)”.

 

10)

Punt 1.2 van methode nr. 14 wordt vervangen door:

 

„2.

katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), bepaalde acrylvezels (26), bepaalde modacrylvezels (29), polyamide of nylon (30), polyester (34) en elastomultiester (45)”.

 

  • (1) 
    Vezelnummers: 1. polyester (34), ex (31); 2. polypropeen (36), ex (33); 3. elastaan (42), ex (39); 4. glasvezel (43), ex (40). Zie Richtlijn 96/74/EG, zoals gewijzigd bij Richtlijn 97/37/EG van de Commissie (PB L 169 van 27.6.1997 blz. 74).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.