Verordening 2019/1156 - Faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging

1.

Wettekst

12.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/55

 

VERORDENING (EU) 2019/1156 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 20 juni 2019

betreffende het faciliteren van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging en houdende wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) nr. 1286/2014

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Een uiteenlopende aanpak van regelgeving en toezicht met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van alternatieve beleggingsinstellingen (“abi's”), als omschreven in Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (3), waaronder Europese durfkapitaalfondsen (“EuVECA's”), als omschreven in Verordening (EU) nr. 345/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4), Europese sociaalondernemerschapsfondsen (“EuSEF's”), als omschreven in Verordening (EU) nr. 346/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5), en Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (“Eltif's”), als omschreven in Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad (6), alsook instellingen voor collectieve belegging in effecten (“icbe's”), in de zin van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), resulteert in versnippering en belemmeringen voor de grensoverschrijdende verhandeling en toegang van abi's en icbe's, wat op zijn beurt de verhandeling daarvan in andere lidstaten kan beletten. Een icbe zou, afhankelijk van haar rechtsvorm, extern of intern kunnen worden beheerd. Elke bepaling van deze verordening met betrekking tot icbe-beheermaatschappijen dient van toepassing te zijn op zowel maatschappijen waarvan de normale werkzaamheden bestaan in het beheren van een icbe als icbe's die geen icbe-beheermaatschappij hebben aangewezen.

 

(2)

Ter versterking van het op instellingen voor collectieve belegging toepasselijke regelgevingskader en ter verbetering van de beleggersbescherming moeten aan beleggers in abi's en icbe's gerichte publicitaire mededelingen als zodanig herkenbaar zijn en moeten de risico's en de voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een abi of icbe op even opvallende wijze worden beschreven. Daarnaast moet alle in publicitaire mededelingen voor beleggers vervatte informatie op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze worden gepresenteerd. Om de bescherming van de beleggers te waarborgen en een gelijk speelveld tussen abi's en icbe's tot stand te brengen, moeten de voor publicitaire mededelingen geldende normen derhalve gelijkelijk worden toegepast op publicitaire mededelingen voor abi's en icbe's.

 

(3)

Publicitaire mededelingen gericht tot beleggers in abi's en icbe's moeten aangeven waar, hoe en in welke taal beleggers een samenvatting kunnen krijgen van hun rechten, en moeten duidelijk vermelden dat de abi-beheerder, de EuVECA-beheerder, de EuSEF-beheerder of de icbe-beheermaatschappij (samen “beheerders van instellingen voor collectieve beleggingen”) het recht heeft de regelingen voor verhandeling te beëindigen.

 

(4)

Ter bevordering van de transparantie en de beleggersbescherming, en van betere toegankelijkheid van de informatie over nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die van toepassing zijn op publicitaire mededelingen, moeten de bevoegde autoriteiten deze informatie, waaronder de niet-officiële samenvattingen daarvan die beheerders van instellingen voor collectieve belegging in staat zouden stellen een algemeen overzicht te krijgen van die wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, op hun website publiceren in ten minste één taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is. De publicatie moet alleen bestemd zijn voor informatieve doeleinden en moet geen wettelijke verplichtingen met zich meebrengen. Om dezelfde redenen moet de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten; “ESMA”), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (8), een centrale databank opzetten met daarin samenvattingen van nationale vereisten voor publicitaire mededelingen en hyperlinks naar de informatie die gepubliceerd is op de websites van de bevoegde autoriteiten.

 

(5)

Ter bevordering van goede praktijken op het gebied van beleggersbescherming die verankerd zijn in de nationale vereisten voor correcte en duidelijke publicitaire mededelingen, waaronder de onlineaspecten van dergelijke publicitaire mededelingen, moet de ESMA richtsnoeren vaststellen voor de toepassing van die vereisten op publicitaire mededelingen.

 

(6)

De bevoegde autoriteiten moeten voorafgaande kennisgeving van publicitaire mededelingen kunnen verlangen met het oog op ex-anteverificatie van de conformiteit van die mededelingen met deze verordening en andere toepasselijke voorschriften, zoals de verificatie of de publicitaire mededelingen als zodanig herkenbaar zijn, of de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming in een icbe en — indien een lidstaat de verhandeling van abi's aan niet-professionele beleggers toestaat — de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een abi op even opvallende wijze worden beschreven, en of alle in de publicitaire mededelingen vervatte informatie op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze wordt gepresenteerd. Die verificatie moet worden uitgevoerd binnen een beperkt tijdsbestek. Indien de bevoegde autoriteiten voorafgaande kennisgeving vereisen, mag dit hun niet verhinderen publicitaire mededelingen achteraf te verifiëren.

 

(7)

De bevoegde autoriteiten moeten de ESMA in kennis stellen van de resultaten van die verificaties, verzoeken tot wijziging en de eventueel aan de beheerders van instellingen voor collectieve belegging opgelegde sancties. Om enerzijds het bewustzijn omtrent en de transparantie van de regels voor publicitaire mededelingen te vergroten, en om anderzijds de beleggersbescherming te waarborgen, moet de ESMA om de twee jaar een verslag over die regels en de toepassing ervan in de praktijk opstellen, gestoeld op ex-ante- en ex-postverificaties van publicitaire mededelingen door bevoegde autoriteiten, en dit aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie doen toekomen.

 

(8)

Teneinde een gelijke behandeling van beheerders van instellingen voor collectieve belegging te waarborgen en het hen gemakkelijker te maken om te besluiten of zij tot de grensoverschrijdende distributie van beleggingsfondsen zullen overgaan, is het van belang dat de vergoedingen en kosten die bevoegde autoriteiten innen voor het toezicht op grensoverschrijdende activiteiten in verhouding staan tot de uitgevoerde toezichthoudende taken en openbaar worden gemaakt, en dat die vergoedingen en kosten met het oog op meer transparantie op de websites van de bevoegde autoriteiten worden gepubliceerd. Om dezelfde reden moeten hyperlinks naar de op de websites van de bevoegde autoriteiten gepubliceerde informatie over de vergoedingen en kosten worden gepubliceerd op de ESMA-website, om te beschikken over een centraal punt voor informatie. Op de ESMA-website moet ook een interactieve applicatie beschikbaar zijn waarmee een indicatieve berekening kan worden uitgevoerd van die door de bevoegde autoriteiten geïnde vergoedingen en kosten.

 

(9)

Teneinde vergoedingen en kosten beter te kunnen innen en de transparantie en de duidelijkheid van de structuur van vergoedingen en kosten te verbeteren, moeten beheerders van instellingen voor collectieve belegging, wanneer die vergoedingen of kosten worden geïnd door de bevoegde autoriteiten, een factuur, een individueel verzoek tot betaling of een betalingsopdracht ontvangen waarop duidelijk het verschuldigde bedrag aan vergoedingen of kosten en de te gebruiken betaalmiddelen vermeld staan.

 

(10)

Aangezien de ESMA overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010 de marktontwikkelingen op haar bevoegdheidsgebied moet monitoren en beoordelen, is het passend en noodzakelijk de kennis van de ESMA te vergroten door de momenteel bestaande ESMA-databanken uit te breiden met een centrale databank waarin alle abi's en icbe's die grensoverschrijdend worden verhandeld en de beheerders van deze instellingen voor collectieve belegging zijn vermeld, alsmede alle lidstaten waarin deze verhandeling plaatsvindt. De bevoegde autoriteiten moeten daartoe, en teneinde de ESMA in staat te stellen de centrale databank bij te werken, informatie over de kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en informatie die zij uit hoofde van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU hebben ontvangen met betrekking tot grensoverschrijdende verhandelingsactiviteiten en informatie over eventuele wijzigingen van die informatie die moeten worden weergegeven in de databank, doorzenden naar de ESMA. Met het oog hierop moet de ESMA een kennisgevingsportaal creëren waarop de bevoegde autoriteiten alle documenten met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van abi's en icbe's moeten uploaden.

 

(11)

Teneinde een gelijk speelveld tot stand te brengen tussen in aanmerking komende durfkapitaalfondsen als omschreven in Verordening (EU) nr. 345/2013, of in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen als omschreven in Verordening (EU) nr. 346/2013, enerzijds en andere abi's anderzijds, is het noodzakelijk in beide genoemde verordeningen regels inzake pre-marketing op te nemen die identiek zijn aan de in Richtlijn 2011/61/EU vastgelegde regels inzake pre-marketing. Die regels moeten overeenkomstig de genoemde verordeningen vergunninghoudende beheerders in staat stellen zich tot beleggers te richten om na te gaan in hoeverre zij openstaan voor toekomstige beleggingsmogelijkheden of -strategieën via in aanmerking komende durfkapitaalfondsen en in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen.

 

(12)

Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (9) zijn bepaalde in artikel 32 van die verordening bedoelde maatschappijen en personen tot en met 31 december 2019 vrijgesteld van de verplichtingen uit hoofde van die verordening. In die verordening is tevens bepaald dat de Commissie uiterlijk op 31 december 2018 een evaluatie van deze verordening moet opstellen teneinde onder meer na te gaan of die tijdelijke vrijstelling dient te worden verlengd dan wel of de bepalingen inzake essentiële beleggersinformatie in Richtlijn 2009/65/EG, na de vaststelling van eventuele noodzakelijke aanpassingen, moeten worden vervangen door of gelijkwaardig moeten worden geacht aan het essentiële-informatiedocument als vastgelegd in die verordening.

 

(13)

Om de Commissie in staat te stellen de evaluatie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1286/2014 uit te voeren zoals oorspronkelijk gepland, moet de uiterste termijn voor deze evaluatie met twaalf maanden worden verlengd. De bevoegde commissie van het Europees Parlement dient de evaluatieprocedure van de Commissie te ondersteunen door een hoorzitting over dit onderwerp te organiseren, met deelname van de relevante belanghebbenden die de belangen van de industrie en de consument vertegenwoordigen.

 

(14)

Om te voorkomen dat beleggers voor één en dezelfde instelling voor collectieve belegging twee verschillende informatiedocumenten vooraf ontvangen, namelijk een document met essentiële beleggersinformatie als vereist door Richtlijn 2009/65/EG en een essentiële-informatiedocument als vereist door Verordening (EU) nr. 1286/2014, moet, tijdens de vaststelling en uitvoering van de wetgevingshandelingen die voortvloeien uit de door de Commissie overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1286/2014 uitgevoerde evaluatie, de tijdelijke vrijstelling van de verplichtingen uit hoofde van de laatstgenoemde verordening met 24 maanden worden verlengd. Onverminderd die verlenging dienen alle betrokken instellingen en toezichthoudende autoriteiten ernaar te streven zo snel mogelijk te handelen, teneinde deze tijdelijke vrijstelling te beëindigen.

 

(15)

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om door de ESMA opgestelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekking tot de standaardformulieren, templates en procedures voor publicatie en kennisgeving door de bevoegde autoriteiten van de op hun grondgebied geldende nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake verhandelingsvereisten en van de samenvattingen daarvan, van het niveau van de door hen geïnde vergoedingen en kosten voor grensoverschrijdende activiteiten, en, in voorkomend geval, van de desbetreffende berekeningsmethoden. Voorts moeten de technische uitvoeringsnormen, met het oog op de bevordering van de doorgifte aan de ESMA, ook worden vastgesteld ten aanzien van de bij de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU vereiste kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en informatie over grensoverschrijdende verhandelingsactiviteiten, en ten aanzien van de technische regelingen die nodig zijn voor de werking van het door de ESMA op te richten kennisgevingsportaal. De Commissie dient deze technische uitvoeringsnormen vast te stellen door middel van uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

 

(16)

Het is noodzakelijk te verduidelijken welke informatie elk kwartaal aan de ESMA moet worden doorgegeven met het oog op het bijwerken van de databanken van alle instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders.

 

(17)

Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening, zoals bij uitwisseling of doorgifte van persoonsgegevens door de bevoegde autoriteiten, moet in overeenstemming zijn met Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (10), en elke uitwisseling of doorgifte van informatie door de ESMA moet plaatsvinden in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11).

 

(18)

Teneinde de bevoegde autoriteiten in staat te stellen de taken uit te voeren die hun door deze verordening zijn opgedragen, moeten de lidstaten waarborgen dat die autoriteiten over alle noodzakelijke toezichts- en onderzoeksbevoegdheden beschikken.

 

(19)

Uiterlijk op 2 augustus 2024 dient de Commissie een evaluatie van de toepassing van deze verordening te verrichten. Bij de evaluatie moet rekening worden gehouden met de marktontwikkelingen en moet worden beoordeeld of de ingevoerde maatregelen tot een verbetering van de grensoverschrijdende distributie van instellingen voor collectieve belegging hebben geleid.

 

(20)

Uiterlijk op 2 augustus 2021 dient de Commissie een verslag over “reverse sollicitation” en aanvragen op eigen initiatief van een belegger te publiceren, waarin zij ingaat op de omvang van die vorm van inschrijving op fondsen, de geografische verspreiding ervan, waaronder in derde landen, en de gevolgen ervan voor de paspoortregeling.

 

(21)

Ter wille van de rechtszekerheid is het noodzakelijk de toepassingsdata te synchroniseren van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen tot uitvoering van Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad (12), en van deze verordening met betrekking tot publicitaire mededelingen en pre-marketing.

 

(22)

Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk het verbeteren van de marktefficiëntie en het tegelijkertijd tot stand brengen van de kapitaalmarktenunie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de gevolgen ervan, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat de verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden uniforme regels vastgesteld inzake de publicatie van nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten voor instellingen voor collectieve belegging en inzake aan beleggers gerichte publicitaire mededelingen, alsmede gemeenschappelijke beginselen betreffende vergoedingen en kosten die van beheerders van instellingen voor collectieve belegging worden geïnd in verband met hun grensoverschrijdende activiteiten. In deze verordening is eveneens voorzien in het opzetten van een centrale gegevensbank betreffende de grensoverschrijdende verhandeling van instellingen voor collectieve belegging.

Artikel 2

Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op:

 

a)

beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen;

 

b)

icbe-beheermaatschappijen, met inbegrip van icbe's die geen icbe-beheermaatschappij hebben aangewezen;

 

c)

EuVECA-beheerders, en

 

d)

EuSEF-beheerders.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a) 
    “alternatieve beleggingsinstellingen” of “abi's”: abi's als omschreven in artikel 4, lid 1, onder a), van Richtlijn 2011/61/EU, waaronder EuVECA's, EuSEF's en Eltif's;
  • b) 
    “beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen” of “abi-beheerders”: abi-beheerders als omschreven in artikel 4, lid 1, onder b), van Richtlijn 2011/61/EU waaraan overeenkomstig artikel 6 van die richtlijn vergunning is verleend;
  • c) 
    “EuVECA-beheerder”: een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds als omschreven in artikel 3, eerste alinea, onder c), van Verordening (EU) nr. 345/2013 en geregistreerd overeenkomstig artikel 14 van die verordening;
  • d) 
    “EuSEF-beheerder”: een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds als omschreven in artikel 3, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 346/2013 en geregistreerd overeenkomstig artikel 15 van die verordening;
  • e) 
    “bevoegde autoriteiten”: bevoegde autoriteiten als omschreven in artikel 2, lid 1, onder h), van Richtlijn 2009/65/EG of in artikel 4, lid 1, onder f), van Richtlijn 2011/61/EU of bevoegde autoriteiten van de EU-abi als omschreven in artikel 4, lid 1, onder h), van Richtlijn 2011/61/EU;
  • f) 
    “lidstaat van herkomst”: de lidstaat waar de abi-beheerder, de EuVECA-beheerder, de EuSEF-beheerder of de icbe-beheermaatschappij zijn, respectievelijk haar, statutaire zetel heeft;
  • g) 
    “icbe”: een icbe waaraan overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2009/65/EG een vergunning is verleend;
  • h) 
    “icbe-beheermaatschappij”: een beheermaatschappij als omschreven in artikel 2, lid 1, onder b), van Richtlijn 2009/65/EG.

Artikel 4

Vereisten voor publicitaire mededelingen

  • 1. 
    Abi-beheerders, EuVECA-beheerders, EuSEF-beheerders en icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat alle aan beleggers gerichte publicitaire mededelingen als zodanig herkenbaar zijn, en de risico's en voordelen van het aankopen van rechten van deelneming of van aandelen in een abi of van rechten van deelneming in een icbe op even opvallende wijze beschrijven, en dat alle in publicitaire mededelingen opgenomen informatie correct, duidelijk en niet-misleidend is.
  • 2. 
    Icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat publicitaire mededelingen die specifieke informatie over een icbe bevatten, niet in tegenspraak zijn met, noch de betekenis verminderen van de informatie in het in artikel 68 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde prospectus of de in artikel 78 van die richtlijn bedoelde essentiële beleggersinformatie. Icbe-beheermaatschappijen dragen er zorg voor dat alle publicitaire mededelingen vermelden dat er een prospectus bestaat en dat de essentiële beleggersinformatie beschikbaar is. In dergelijke publicitaire mededelingen wordt aangegeven waar, hoe en in welke taal beleggers of potentiële beleggers het prospectus en de essentiële beleggersinformatie kunnen verkrijgen en worden hyperlinks naar die documenten verstrekt of adressen van websites waar die documenten te vinden zijn.
  • 3. 
    In de in lid 2 bedoelde publicitaire mededelingen wordt vermeld waar, hoe en in welke taal beleggers of potentiële beleggers een samenvatting van hun rechten kunnen vinden; de mededelingen bevatten bovendien een hyperlink naar deze samenvatting, die in voorkomend geval informatie bevat over de mechanismen voor collectief verhaal op Unie- en nationaal niveau die kunnen worden aangewend in het geval van een geschil.

In deze publicitaire mededelingen wordt ook duidelijk aangegeven dat de in lid 1 van dit artikel bedoelde beheerder of beheermaatschappij kan beslissen de regelingen voor de verhandeling van zijn instellingen voor collectieve belegging stop te zetten overeenkomstig artikel 93 bis van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 32 bis van Richtlijn 2011/61/EU.

  • 4. 
    Abi-beheerders, EuVECA-beheerders en EuSEF-beheerders waarborgen dat publicitaire mededelingen die een uitnodiging tot aankoop van rechten van deelneming of van aandelen in een abi en tevens specifieke informatie over een abi bevatten, niet in tegenspraak zijn met noch de betekenis verminderen van de informatie die overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2011/61/EU, artikel 13 van Verordening (EU) nr. 345/2013 of artikel 14 van Verordening (EU) nr. 346/2013 aan de beleggers moet worden medegedeeld.
  • 5. 
    Lid 2 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op abi's die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad (13) of overeenkomstig nationaal recht een prospectus publiceren, of die regels betreffende de vorm en inhoud van de in artikel 78 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde essentiële beleggersinformatie toepassen.
  • 6. 
    Uiterlijk op 2 augustus 2021 zal de ESMA, rekening houdend met onlineaspecten van publicitaire mededelingen, richtsnoeren betreffende de toepassing van de in lid 1 bedoelde vereisten voor dergelijke publicitaire mededelingen uitvaardigen, en deze richtsnoeren vervolgens periodiek actualiseren.

Artikel 5

Publicatie van nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten

  • 1. 
    Op hun websites publiceren en onderhouden de bevoegde autoriteiten ten minste in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is volledige en actuele informatie over de toepasselijke nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die op verhandelingsvereisten voor abi's en icbe's betrekking hebben, alsmede de samenvattingen daarvan.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten waar de in lid 1 bedoelde informatie is gepubliceerd.

De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA zonder onnodige vertraging in kennis van elke wijziging in de overeenkomstig de eerste alinea van dit lid verstrekte informatie.

  • 3. 
    De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de publicaties en kennisgevingen uit hoofde van dit artikel.

De ESMA dient die ontwerpen van uitvoeringsnormen uiterlijk op 2 februari 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 6

Centrale ESMA-databank met de nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten

Uiterlijk op 2 februari 2022 publiceert en onderhoudt de ESMA op haar website een centrale databank met de in artikel 5, lid 1, bedoelde samenvattingen en de in artikel 5, lid 2, bedoelde hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten.

Artikel 7

Ex-anteverificatie van publicitaire mededelingen

  • 1. 
    Uitsluitend met het oog op de verificatie van de naleving van deze verordening en van de nationale bepalingen betreffende verhandelingsvereisten kunnen de bevoegde autoriteiten voorafgaande kennisgeving verlangen van de publicitaire mededelingen die de icbe-beheermaatschappijen voornemens zijn direct of indirect te gebruiken in het kader van hun omgang met beleggers.

De in de eerste alinea bedoelde vereiste van voorafgaande kennisgeving vormt geen voorwaarde voorafgaand aan het verhandelen van rechten van deelneming in icbe's en maakt geen deel uit van de in artikel 93 van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde kennisgevingsprocedure.

Indien de bevoegde autoriteiten de in de eerste alinea bedoelde voorafgaande kennisgeving verlangen, brengen zij uiterlijk tien werkdagen na de ontvangst van publicitaire mededelingen, de icbe-beheermaatschappij op de hoogte van elk eventueel verzoek tot wijziging van haar publicitaire mededelingen.

De in de eerste alinea bedoelde voorafgaande kennisgeving kan systematisch of in overeenstemming met andere verificatiepraktijken worden vereist en laat andere toezichthoudende bevoegdheden om publicitaire mededelingen achteraf te verifiëren onverlet.

  • 2. 
    Bevoegde autoriteiten die voorafgaande kennisgeving van publicitaire mededelingen verlangen, stellen procedures voor dergelijke voorafgaande kennisgeving vast, passen deze procedures toe en publiceren deze op hun websites. De interne regels en procedures waarborgen een transparante en niet-discriminerende behandeling van alle icbe's, ongeacht de lidstaten waarin aan de icbe's vergunning is verleend.
  • 3. 
    Wanneer abi-beheerders, EuVECA-beheerders of EuSEF-beheerders rechten van deelneming of aandelen in hun abi's aan niet-professionele beleggers verhandelen, zijn de leden 1 en 2 van overeenkomstige toepassing op die abi-beheerders, EuVECA-beheerders of EuSEF-beheerders.

Artikel 8

ESMA-verslag over publicitaire mededelingen

  • 1. 
    De bevoegde autoriteiten melden uiterlijk op 31 maart 2021 en vervolgens om de twee jaar de volgende informatie aan de ESMA:
 

a)

het aantal verzoeken om wijzigingen in de publicitaire mededelingen, ingediend op basis van een ex-anteverificatie, indien van toepassing;

 

b)

het aantal verzoeken om wijzigingen en genomen besluiten op basis van ex-postverificaties, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de vaakst voorkomende inbreuken, met vermelding van een beschrijving en de aard van die inbreuken;

 

c)

een beschrijving van de vaakst voorkomende inbreuken als bedoeld in artikel 4, en

 

d)

één voorbeeld van elk van de onder b) en c) bedoelde inbreuken.

  • 2. 
    Uiterlijk op 30 juni 2021 en vervolgens om de twee jaar brengt de ESMA aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie verslag uit met een overzicht van de in artikel 5, lid 1, vermelde verhandelingsvereisten in alle lidstaten en een analyse van de gevolgen van de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die publicitaire mededelingen regelen, ook op basis van de informatie ontvangen overeenkomstig lid 1 van dit artikel.

Artikel 9

Gemeenschappelijke beginselen betreffende vergoedingen of kosten

  • 1. 
    Indien de bevoegde autoriteiten vergoedingen of kosten innen voor de uitvoering van hun taken in verband met de grensoverschrijdende activiteiten van abi-beheerders, EuVECA-beheerders, EuSEF-beheerders en icbe-beheermaatschappijen, komen die vergoedingen of kosten overeen met de totale kosten die verband houden met de uitoefening van de taken door de bevoegde autoriteit.
  • 2. 
    Voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde vergoedingen of kosten zenden de bevoegde autoriteiten een factuur, een individueel verzoek tot betaling of een betalingsopdracht, waarin duidelijk de te gebruiken betaalmiddelen en de datum waarop de betaling moet plaatsvinden staan vermeld, naar het adres als vermeld in artikel 93, lid 1, derde alinea, van Richtlijn 2009/65/EG of bijlage IV, punt i), bij Richtlijn 2011/61/EU.

Artikel 10

Publicatie van nationale bepalingen betreffende vergoedingen en kosten

  • 1. 
    Uiterlijk op 2 februari 2020 publiceren en onderhouden de bevoegde autoriteiten op hun websites actuele informatie met de in artikel 9, lid 1, bedoelde vergoedingen of kosten, dan wel, in voorkomend geval, met de berekeningsmethoden voor die vergoedingen of kosten, en op zijn minst in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is.
  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten stellen de ESMA in kennis van de hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten waar de in lid 1 bedoelde informatie wordt gepubliceerd.
  • 3. 
    De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de publicaties en kennisgevingen uit hoofde van dit artikel.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 2 februari 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 11

ESMA-publicatie betreffende vergoedingen en kosten

  • 1. 
    Uiterlijk op 2 februari 2022 publiceert de ESMA op haar website de hyperlinks naar de websites van de bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 10, lid 2. Deze hyperlinks worden up-to-date gehouden.
  • 2. 
    Uiterlijk op 2 februari 2022 ontwikkelt en publiceert de ESMA op haar website een interactieve applicatie op zijn minst in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is, voor het publiek toegankelijk is en die een indicatieve berekening geeft van de in artikel 9, lid 1, bedoelde vergoedingen of kosten. Die applicatie wordt up-to-date gehouden.

Artikel 12

Centrale ESMA-databank betreffende de grensoverschrijdende verhandeling van abi's en icbe's

  • 1. 
    Uiterlijk op 2 februari 2022 publiceert de ESMA op haar website een centrale databank betreffende de grensoverschrijdende verhandeling van abi's en icbe's die in een taal die in de internationale financiële wereld gebruikelijk is voor het publiek toegankelijk is en de volgende informatie bevat:
 

a)

alle abi's die in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst worden verhandeld, de desbetreffende abi-beheerders, EuVECA-beheerders of EuSEF-beheerders, en een lijst van de lidstaten waarin ze worden verhandeld, en

 

b)

alle icbe's die in een andere lidstaat dan de lidstaat van herkomst van de icbe's worden verhandeld, in de zin van artikel 2, lid 1, onder e), van Richtlijn 2009/65/EG, de desbetreffende icbe-beheermaatschappij en een lijst van de lidstaten waarin ze worden verhandeld.

Die centrale databank wordt up-to-date gehouden.

  • 2. 
    De in dit artikel en in artikel 13 bedoelde verplichtingen in verband met de in lid 1 van dit artikel vermelde databank doen geen afbreuk aan de verplichtingen in verband met de in artikel 6, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde lijst, het in artikel 7, lid 5, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde centraal publiek register, de in artikel 17 van Verordening (EU) nr. 345/2013 bedoelde centrale databank en de in artikel 18 van Verordening (EU) nr. 346/2013 bedoelde centrale databank.

Artikel 13

Standaardisatie van kennisgevingen aan de ESMA

  • 1. 
    Elk kwartaal delen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst de ESMA de informatie mee die nodig is voor het opzetten en onderhouden van de in artikel 12 van deze verordening bedoelde centrale databank met betrekking tot alle kennisgevingen, kennisgevingsbrieven en informatie als bedoeld in artikel 93, lid 1, en artikel 93 bis, lid 2, van Richtlijn 2009/65/EG en artikel 31, lid 2, artikel 32, lid 2, en artikel 32 bis, lid 2, van Richtlijn 2011/61/EU, en alle wijzigingen van die informatie, als die wijzigingen zouden leiden tot een wijziging van de informatie in die centrale databank.
  • 2. 
    De ESMA richt een kennisgevingsportaal in waarnaar de bevoegde autoriteiten alle in lid 1 bedoelde documenten uploaden.
  • 3. 
    De ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op tot vaststelling van de mee te delen informatie, alsmede de formulieren, templates en procedures voor het meedelen van de informatie door de bevoegde autoriteiten voor de toepassing van lid 1, alsook de technische regelingen die nodig zijn voor de werking van het in lid 2 bedoelde kennisgevingsportaal.

De ESMA dient die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 2 februari 2021 in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 14

Bevoegdheden van de ESMA en de bevoegde autoriteiten

  • 1. 
    De bevoegde autoriteiten beschikken over alle toezichthoudende en onderzoeksbevoegdheden die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun taken ingevolge deze verordening.
  • 2. 
    De krachtens de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU, en de Verordeningen (EU) nr. 345/2013, (EU) nr. 346/2013 en (EU) 2015/760 aan de bevoegde autoriteiten verleende bevoegdheden, waaronder met betrekking tot sancties of andere maatregelen, worden tevens uitgeoefend ten aanzien van de in artikel 4 van deze verordening bedoelde beheerders.

Artikel 15

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 345/2013

Verordening (EU) nr. 345/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

“o)   “pre-marketing”: directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds, of voor een opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvoor nog geen kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 15 is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, waarbij de informatie of mededeling in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds.”.

 

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 4 bis

  • 1. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds mag tot pre-marketing in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:
 

a)

volstaat om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaald in aanmerking komend durfkapitaalfonds te verwerven;

 

b)

neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, of

 

c)

neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten in definitieve vorm van een nog niet opgericht in aanmerking komend durfkapitaalfonds.

Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevat het document niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:

 

a)

het document geen aanbod of uitnodiging vormt om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds, en

 

b)

niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan veranderen.

  • 2. 
    Bevoegde autoriteiten verlangen niet van een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat hij de bevoegde autoriteiten kennisgeeft van de inhoud of van de geadresseerden van pre-marketing, noch dat hij voordat hij tot pre-marketing overgaat voldoet aan andere voorwaarden of vereisten dan die welke in dit artikel zijn vermeld.
  • 3. 
    Beheerders van in aanmerking komende durfkapitaalfondsen zorgen ervoor dat beleggers geen rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verwerven via pre-marketing en dat beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend durfkapitaalfonds kunnen verwerven door verhandeling die is toegestaan uit hoofde van artikel 15.

Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds tot pre-marketing is overgegaan, van rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds waarvan sprake is in de informatie die is verstrekt in het kader van pre-marketing, of in een in aanmerking komend durfkapitaalfonds dat is opgericht naar aanleiding van die pre-marketing, wordt als het resultaat van de verhandeling daarvan beschouwd en valt onder de in artikel 15 vermelde toepasselijke kennisgevingsprocedures.

  • 4. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds zendt uiterlijk twee weken na het begin van de pre-marketing een informele brief, per post of via elektronische weg, aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst. In die brief wordt verduidelijkt in welke lidstaten en gedurende welke perioden de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en staat een beknopte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën en, in voorkomend geval, een lijst van de in aanmerking komende durfkapitaalfondsen die het onderwerp zijn of waren van pre-marketing. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds aan pre-marketing doet of heeft gedaan, in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die op zijn grondgebied plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
  • 5. 
    Een derde mag uitsluitend aan pre-marketing doen namens een vergunninghoudende beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds indien deze een vergunning heeft overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*1), als kredietinstelling overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (*2), als icbe-beheermaatschappij overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, als beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of indien hij als verbonden agent optreedt overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU. Op een dergelijke derde zijn de in dit artikel bedoelde voorwaarden van toepassing.
  • 6. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend durfkapitaalfonds ziet erop toe dat pre-marketing toereikend wordt gedocumenteerd.

(*1)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349)."

(*2)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).”."

Artikel 16

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 346/2013

Verordening (EU) nr. 346/2013 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Aan artikel 3 wordt het volgende punt toegevoegd:

“o)   “pre-marketing”: directe of indirecte verstrekking van informatie of van een mededeling over beleggingsstrategieën of beleggingsideeën door een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, of in zijn naam, aan potentiële beleggers die hun woonplaats of statutaire zetel in de Unie hebben, met de bedoeling na te gaan of deze beleggers belangstelling hebben voor een nog niet opgericht in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, of voor een opgericht in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds waarvoor nog geen kennisgeving van verhandeling overeenkomstig artikel 16 is ingediend, in de lidstaat waar de potentiële beleggers hun woonplaats of statutaire zetel hebben, waarbij de informatie of mededeling in geen geval neerkomt op een aanbod aan of plaatsing bij potentiële beleggers om te beleggen in rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds.”.

 

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 4 bis

  • 1. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds mag tot pre-marketing in de Unie overgaan, behalve wanneer de aan potentiële beleggers verstrekte informatie:
 

a)

volstaat om beleggers in staat te stellen zich ertoe te verbinden rechten van deelneming of aandelen in een bepaald in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds te verwerven;

 

b)

neerkomt op inschrijvingsformulieren of soortgelijke documenten, ofwel in ontwerpvorm, ofwel in definitieve vorm, of

 

c)

neerkomt op oprichtingsdocumenten, een prospectus of aanbiedingsdocumenten in definitieve vorm van een nog niet opgericht in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds.

Wanneer een ontwerp van een prospectus of aanbiedingsdocument wordt verstrekt, bevatten deze documenten niet voldoende informatie om beleggers in staat te stellen een beleggingsbeslissing te nemen, en wordt hierin duidelijk vermeld dat:

 

a)

deze documenten geen aanbod of uitnodiging vormen om in te schrijven op rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds, en

 

b)

niet mag worden afgegaan op de daarin opgenomen informatie, omdat deze onvolledig is en kan veranderen.

  • 2. 
    De bevoegde autoriteiten verlangen niet van een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat hij de bevoegde autoriteiten kennisgeeft van de inhoud of van de geadresseerden van pre-marketing, noch dat hij voordat hij tot pre-marketing overgaat voldoet aan andere voorwaarden of vereisten dan die welke in dit artikel zijn vermeld.
  • 3. 
    Beheerders van in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen zorgen ervoor dat beleggers geen rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verwerven via pre-marketingactiviteiten en dat beleggers die in het kader van pre-marketing zijn benaderd, alleen rechten van deelneming of aandelen in dat in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds kunnen verwerven door verhandeling die is toegestaan uit hoofde van artikel 16.

Elke inschrijving door professionele beleggers, binnen 18 maanden nadat de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds tot pre-marketing is overgegaan, van rechten van deelneming of aandelen in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds waarvan sprake is in de informatie die is verstrekt in het kader van pre-marketing, of in een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds dat is opgericht naar aanleiding van die pre-marketing, wordt als het resultaat van de verhandeling daarvan beschouwd en valt onder de in artikel 16 vermelde toepasselijke kennisgevingsprocedures.

  • 4. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds zendt uiterlijk twee weken na het begin van de pre-marketing een informele brief, per post of via elektronische weg, aan de bevoegde autoriteiten van zijn lidstaat van herkomst. In die brief wordt verduidelijkt in welke lidstaten en gedurende welke perioden de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden en staat een beknopte beschrijving van de pre-marketing, met inbegrip van informatie over de gepresenteerde beleggingsstrategieën en, in voorkomend geval, een lijst van de in aanmerking komende sociaalondernemerschapsfondsen die het onderwerp zijn of waren van pre-marketing. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds stellen onverwijld de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds aan pre-marketing doet of heeft gedaan, in kennis. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de pre-marketing plaatsvindt of heeft plaatsgevonden kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de pre-marketing die op zijn grondgebied plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
  • 5. 
    Een derde mag uitsluitend aan pre-marketing doen namens een vergunninghoudende beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds wanneer deze een vergunning heeft overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*3), als kredietinstelling overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (*4), als icbe-beheermaatschappij overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG, als beheerder van een alternatieve beleggingsinstelling overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU, of indien hij als verbonden agent optreedt overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU. Op een dergelijke derde zijn de in dit artikel gestelde voorwaarden van toepassing.
  • 6. 
    Een beheerder van een in aanmerking komend sociaalondernemerschapsfonds ziet erop toe dat pre-marketing toereikend wordt gedocumenteerd.

(*3)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349)."

(*4)  Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).”."

Artikel 17

Wijzigingen van Verordening (EU) nr. 1286/2014

Verordening (EU) nr. 1286/2014 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 32, lid 1, wordt “31 december 2019” vervangen door “31 december 2021”.

 

2)

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in lid 1, eerste alinea, wordt “31 december 2018” vervangen door “31 december 2019”;

 

b)

in lid 2, eerste alinea, wordt “31 december 2018” vervangen door “31 december 2019”;

 

c)

in lid 4, eerste alinea, wordt “31 december 2018” vervangen door “31 december 2019”.

Artikel 18

Evaluatie

Uiterlijk op 2 augustus 2024 verricht de Commissie, op basis van een openbare raadpleging en rekening houdend met besprekingen met de ESMA en met de bevoegde autoriteiten, een evaluatie van de toepassing van deze verordening.

Uiterlijk op 2 augustus 2021 dient de Commissie, na overleg met de bevoegde autoriteiten, de ESMA en de andere relevante belanghebbenden, een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over “reverse sollicitation” en aanvragen op eigen initiatief van een belegger, waarin de omvang van dat soort inschrijvingen op fondsen wordt uiteengezet, alsook de geografische spreiding daarvan — ook in derde landen — en de gevolgen daarvan voor de paspoortregeling. In dat verslag wordt tevens onderzocht of het overeenkomstig artikel 13, lid 2, opgerichte kennisgevingsportaal aldus moet worden uitgebouwd dat elke uitwisseling van documenten tussen bevoegde autoriteiten via dit portaal verloopt.

Artikel 19

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 2019.

Artikel 4, leden 1 tot en met 5, artikel 5, leden 1 en 2, en de artikelen 15 en 16 zijn evenwel van toepassing met ingang van 2 augustus 2021.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 20 juni 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • A. 
    TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

  • G. 
    CIAMBA
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 16 april 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 14 juni 2019.
  • (3) 
    Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
  • (7) 
    Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
  • (9) 
    Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
  • Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
  • Richtlijn (EU) 2019/1160 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU met betrekking tot de grensoverschrijdende distributie van collectievebeleggingsinstellingen (zie bladzijde 106 van dit Publicatieblad).
  • Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.