Besluit 2023/575 - Machtiging van Polen om de wijziging van het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee te ratificeren - Hoofdinhoud
14.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 75/15 |
BESLUIT (EU) 2023/575 VAN DE RAAD
van 9 maart 2023
tot machtiging van Polen om in het belang van de Europese Unie de wijziging van het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee te ratificeren
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Unie is partij bij het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 (2), waarin is bepaald dat alle leden van de internationale gemeenschap de plicht hebben samen te werken voor de instandhouding en het beheer van de levende rijkdommen van de zee. |
(2) |
De Unie is ook partij bij de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (3). |
(3) |
De Unie is exclusief bevoegd op het gebied van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid. De aldus op intern niveau aan de Unie verleende bevoegdheden omvatten ook de bevoegdheid van de Unie om samen te werken in internationale organisaties, onder meer in het kader van regionale organisaties voor visserijbeheer. |
(4) |
Polen is verdragsluitende partij bij het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee (het “verdrag”). De Unie is geen partij bij het verdrag. Krachtens artikel 6, lid 9, van de Toetredingsakte van 2003 worden de visserijovereenkomsten die de toetredende lidstaten met derde landen hebben gesloten, met ingang van de datum van toetreding beheerd door de Unie. De Unie dient derhalve alle op grond van het verdrag genomen besluiten in haar rechtsorde uit te voeren. |
(5) |
De Unie heeft er belang bij een effectieve rol bij de uitvoering van het verdrag te spelen. Een dergelijke handelswijze vergroot ook de samenhang van de op instandhouding gerichte benadering van de Unie in alle oceanen en versterkt haar engagement voor de instandhouding op de lange termijn en het duurzame gebruik van de visbestanden wereldwijd. |
(6) |
Bij besluit van 11 april 2016 heeft de Raad Polen gemachtigd om in het belang van de Unie te onderhandelen over een wijziging van het verdrag die de deelname van de Unie als volwaardige partij bij het verdrag mogelijk zou maken. Daartoe moest Polen een wijziging van het verdrag voorstellen die het mogelijk maakt dat regionale organisaties voor economische integratie aan het verdrag deelnemen en dat de Unie een partij bij het verdrag wordt. |
(7) |
Polen heeft in oktober 2016 de depositaris van het verdrag in kennis gesteld van het voorstel voor een dergelijke wijziging van het verdrag. |
(8) |
Polen moet derhalve worden gemachtigd om de wijziging van het verdrag te ratificeren, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Polen wordt gemachtigd tot het ratificeren, in het belang van de Europese Unie, van de wijziging van artikel XVI, lid 4, van het Verdrag voor de instandhouding en het beheer van de koolvisbestanden in het centrale gedeelte van de Beringzee, op grond waarvan regionale organisaties voor economische integratie partij bij dat verdrag kunnen worden.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.
Gedaan te Brussel, 9 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.STRÖMMER
-
Goedkeuring van 15 februari 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Besluit 98/392/EG van de Raad van 23 maart 1998 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en de overeenkomst inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag van 28 juli 1994 (PB L 179 van 23.6.1998, blz. 1).
-
Besluit 98/414/EG van de Raad van 8 juni 1998 inzake de bekrachtiging door de Europese Gemeenschap van de overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 189 van 3.7.1998, blz. 14).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.