Uitvoeringsbesluit 2024/3150 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 waarbij Italië werd gemachtigd af te wijken van de artikelen 218 en 232 van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2024/3150 |
19.12.2024 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2024/3150 VAN DE RAAD
van 10 december 2024
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 waarbij de Italiaanse Republiek werd gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad (2) werd Italië tot en met 31 december 2021 gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG (de “bijzondere maatregel”), teneinde elektronische facturering verplicht te stellen voor alle belastingplichtigen die op het grondgebied van Italië gevestigd zijn, met uitzondering van belastingplichtigen die gebruikmaken van de in artikel 282 van die richtlijn bedoelde vrijstelling voor kleine ondernemingen. |
(2) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2251 van de Raad (3) werd Italië gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2024 en werd het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel uitgebreid tot belastingplichtigen die gebruikmaken van de in artikel 282 van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstelling voor kleine ondernemingen. |
(3) |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 11 april 2024, heeft Italië overeenkomstig artikel 395, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2006/112/EG verzocht te worden gemachtigd om de bijzondere maatregel te blijven toepassen (het “verzoek”). |
(4) |
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 12 september 2024 van het verzoek in kennis gesteld. Bij brief van 13 september 2024 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(5) |
Volgens Italië heeft het ingevoerde systeem voor verplichte elektronische facturering, dat alle afgegeven facturen via het “Sistema di Interscambio” van het Agenzia delle Entrate doorgeleidt, zijn doelstellingen volledig waargemaakt, namelijk het bestrijden van belastingfraude en -ontduiking, het vereenvoudigen van de fiscale naleving en het efficiënter maken van de belastinginning, waardoor de administratieve kosten voor ondernemingen zijn gedaald. |
(6) |
Italië moet derhalve worden gemachtigd de bijzondere maatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2027. Indien Italië een verlenging van de bijzondere maatregel na 2027 nodig acht, moet het bij de Commissie een verzoek om verlenging indienen. Dat verzoek moet vergezeld gaan van een verslag over de toepassing van de bijzondere maatregel, waarin ook de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en vereenvoudiging van de belastinginning wordt beoordeeld. Bovendien moet dat verslag een evaluatie bevatten van de gevolgen van de maatregel voor belastingplichtigen, met name voor belastingplichtigen die gebruikmaken van de in artikel 282 van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstelling voor kleine ondernemingen. |
(7) |
Indien de Raad evenwel op basis van artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of op basis van een andere relevante bepaling van dat verdrag, een algemene regeling voor elektronische facturering vaststelt en indien die algemene regeling vóór 31 december 2027 van toepassing wordt, moet de bijzondere maatregel vervallen op de datum van toepassing van die algemene regeling. |
(8) |
De bijzondere maatregel mag geen afbreuk doen aan het recht van afnemers om een factuur op papier te ontvangen in het geval van intracommunautaire transacties. |
(9) |
Volgens de door Italië verstrekte informatie zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst die Italië in het stadium van het eindverbruik int, en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw. |
(10) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 4 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 wordt vervangen door:
“Artikel 4
Dit besluit vervalt op 31 december 2027.
Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging wordt uiterlijk op 31 maart 2027 bij de Commissie ingediend, samen met een verslag met daarin ook een evaluatie van de mate waarin de in artikel 3 bedoelde nationale maatregelen doeltreffend zijn geweest bij de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en bij de vereenvoudiging van de belastinginning. Bovendien bevat dat verslag een evaluatie van de gevolgen van die maatregelen voor belastingplichtigen, met name voor belastingplichtigen die gebruikmaken van de in artikel 282 van Richtlijn 2006/112/EG bedoelde vrijstelling voor kleine ondernemingen, en in het bijzonder een evaluatie van de vraag of die maatregelen de administratieve lasten en kosten voor die belastingplichtigen verhogen.
Indien de Raad evenwel, handelend op basis van artikel 113 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of op basis van een andere relevante bepaling van dat verdrag, een algemene regeling voor elektronische facturering invoert, dan komt dit besluit te vervallen op de dag waarop die algemene regeling van toepassing wordt.”.
Artikel 2
Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.
Artikel 3
Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.
Gedaan te Brussel, 10 december 2024.
Voor de Raad
De voorzitter
VARGA M.
-
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad van 16 april 2018 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 99 van 19.4.2018, blz. 14).
-
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2251 van de Raad van 13 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 waarbij de Italiaanse Republiek werd gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van artikel 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 454 van 17.12.2021, blz. 1).
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/3150/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.