Uitvoeringsbesluit 2025/373 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 betreffende de machtiging aan Polen om de bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 226 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/373

28.2.2025

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2025/373 VAN DE RAAD

van 18 februari 2025

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 betreffende de machtiging aan Polen om de bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 van de Raad (2) werd Polen gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren, in afwijking van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG, die leveranciers verplicht een mechanisme van gesplitste betaling toe te passen (de “bijzondere maatregel”). Het verplichte mechanisme van gesplitste betaling verplicht leveranciers (belastingplichtigen) om de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op facturen die zijn uitgereikt met betrekking tot leveringen van fraudegevoelige goederen en diensten waarvoor in Polen doorgaans een verleggingsregeling en hoofdelijke aansprakelijkheid geldt, te betalen op een aparte en geblokkeerde bankrekening in Polen. Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/559 van de Raad (3) werd de toepassing van de bijzondere maatregel tot en met 28 februari 2025 verlengd.

 

(2)

Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 27 maart 2024 en 1 oktober 2024, heeft Polen overeenkomstig artikel 395, lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 2006/112/EG om machtiging verzocht om de bijzondere maatregel te blijven toepassen tot en met 29 februari 2028 (het “verzoek”).

 

(3)

Op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brief van 9 oktober 2024 het verzoek aan de overige lidstaten van het verzoek toegezonden. Bij brief van 10 oktober 2024 heeft de Commissie Polen meegedeeld dat zij over alle nodige gegevens beschikt voor de beoordeling van het verzoek.

 

(4)

De bijzondere maatregel is van toepassing op de goederen en diensten die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 zijn vermeld overeenkomstig de Poolse classificatie van goederen en diensten. Polen vervangt momenteel dat indelingssysteem door het systeem van de gecombineerde nomenclatuur, dat is vastgelegd in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (4). De lijst in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 moet daarom worden vervangen door een vereenvoudigde lijst van categorieën goederen en diensten in de bijlage bij dit besluit. Polen heeft bevestigd dat de vervanging van de lijst geen uitbreiding van het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel inhoudt.

 

(5)

Op 13 november 2023 heeft Polen op grond van artikel 2, tweede alinea, van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 een verslag ingediend over het algehele effect van de verlenging van de bijzondere maatregel op de omvang van de btw-fraude en op de betrokken belastingplichtigen. Polen deelde mee dat, sinds de verlenging van de bijzondere maatregel, de voortgezette toepassing ervan heeft geleid tot een vermindering van met name carrouselfraude in de sectoren waarop dat mechanisme van toepassing is, zoals staal, schroot, edelmetalen en brandstoffen. Polen meldde verder dat de Poolse autoriteiten, in gevallen waarin een belastingplichtige recht heeft op de btw-teruggaaf, erin zijn geslaagd de teruggaaftijd tot onder de twintig dagen te brengen, teneinde de impact op de kasstroom van de belastingplichtige te verbeteren.

 

(6)

Machtigingen om een bijzondere maatregel toe te passen worden gewoonlijk voor een beperkte periode toegestaan, zodat de Commissie kan beoordelen of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend is. De machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen moet daarom verlengd worden tot en met 29 februari 2028. Indien Polen de bijzondere maatregel na 29 februari 2028 verder wenst te verlengen, moet het bij de Commissie een verzoek indienen, vergezeld van een verslag over het algehele effect van de bijzondere maatregel op de omvang van de btw-fraude en op de betrokken belastingplichtigen.

 

(7)

De bijzondere maatregel zal geen nadelige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

 

(8)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 3, tweede alinea, wordt de datum “28 februari 2025” vervangen door “29 februari 2028”.

 

2)

De bijlage wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Polen.

Gedaan te Brussel, 18 februari 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    DOMAŃSKI
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 van de Raad van 18 februari 2019 waarbij Polen wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 51 van 22.2.2019, blz. 19. ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/310/oj).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/559 van de Raad van 5 april 2022 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/310 betreffende de machtiging aan Polen om de bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 108 van 7.4.2022, blz. 51, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/559/oj).
  • (4) 
    Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1987/2658/oj).
 

BIJLAGE

“BIJLAGE

Lijst van leveringen van goederen en diensten die onder artikel 1 vallen

Artikel 1 is van toepassing op de volgende categorieën leveringen van goederen en diensten:

 

1)

overdracht van broeikasgasemissierechten;

 

2)

bouw- en montagewerkzaamheden;

 

3)

staal en staalproducten;

 

4)

metalen en daarvan vervaardigde producten;

 

5)

edele metalen en uit deze edele metalen vervaardigde producten, juwelen, parels en edelstenen;

 

6)

bepaalde elektrische producten en apparaten en bepaalde elektronische producten en apparaten (met name: tablets, laptops, notebooks, mobiele telefoons, digitale camera’s, processoren, consoles en machines voor videospellen, geheugenapparaten);

 

7)

brandstoffen;

 

8)

steenkool en energieproducten uit steenkool;

 

9)

bepaalde gebruikte materialen, schroot, afval;

 

10)

dierlijke en plantaardige oliën en vetten;

 

11)

patronen voor apparaten, toners, inkt en dergelijke daaronder begrepen;

 

12)

kunststoffen en producten van kunststof, met name stretchfoliën;

 

13)

delen en toebehoren van motorvoertuigen.”.

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2025/373/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.