Besluit 2025/643 - Sluiting van het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de visserijovereenkomst met Kaapverdië - Hoofdinhoud

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

2025/643

28.3.2025

Overeenkomstig Besluit (EU) 2024/2152 van de Raad (2) is het uitvoeringsprotocol (2024-2029) bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (hierna “het protocol” genoemd) ondertekend op 23 juli 2024, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum.

Het protocol heeft tot doel ervoor te zorgen dat de vaartuigen van de Unie hun visserijactiviteiten in de visserijzone van Kaapverdië kunnen verrichten en dat de Unie en Kaapverdië nauw samenwerken aan de verdere bevordering van een duurzaam visserijbeleid en een verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van Kaapverdië. Deze samenwerking draagt tevens bij tot het scheppen van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden in de visserijsector.

Het protocol moet namens de Unie worden goedgekeurd.

Overeenkomstig de Verdragen moet de Commissie de in artikel 18 van het protocol bedoelde kennisgeving verrichten.

Bij artikel 9 van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Kaapverdië (3) (hierna “de overeenkomst” genoemd) is een gemengde commissie opgericht die belast is met de controle op de toepassing van de overeenkomst en het protocol. Deze gemengde commissie heeft de bevoegdheid om bepaalde wijzigingen van het protocol goed te keuren. Om de goedkeuring van die wijzigingen te vergemakkelijken, moet onder bepaalde materiële en procedurele voorwaarden aan de Commissie de bevoegdheid worden verleend om deze wijzigingen namens de Unie goed te keuren volgens een vereenvoudigde procedure.

Het standpunt van de Unie over de voorgestelde wijzigingen van het protocol moet door de Raad worden bepaald. De voorgestelde wijzigingen moeten worden goedgekeurd tenzij een blokkerende minderheid van lidstaten in de zin van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie er bezwaar tegen maakt.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4) geraadpleegd en heeft op 5 juli 2024 advies uitgebracht,

De Commissie ziet erop toe dat de goedkeuring namens de Unie:

Voordat de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie goedkeurt, legt zij deze lang genoeg vóór de desbetreffende vergadering van de gemengde commissie voor aan de Raad.

De Raad beoordeelt of de voorgestelde wijzigingen in overeenstemming zijn met de criteria in punt 1).

Tenzij een aantal lidstaten dat een blokkerende minderheid van de Raad in de zin van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie vormt, bezwaar maakt tegen de voorgestelde wijzigingen, keurt de Commissie de wijzigingen namens de Unie goed. Indien een dergelijke blokkerende minderheid wordt gevormd, verwerpt de Commissie de voorgestelde wijzigingen namens de Unie.

Indien tijdens latere vergaderingen van de gemengde commissie, ook ter plaatse, geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt de zaak overeenkomstig de procedure van de punten 2), 3) en 4) opnieuw aan de Raad voorgelegd om ervoor te zorgen dat in het standpunt van de Unie rekening wordt gehouden met nieuwe elementen.

De Commissie wordt verzocht te gelegener tijd alle stappen te ondernemen die noodzakelijk zijn voor de follow-up van het besluit van de gemengde commissie, met inbegrip van, waar passend, de bekendmaking van het betrokken besluit in het Publicatieblad van de Europese Unie en de mededeling van de voorstellen die nodig zijn voor de uitvoering van dat besluit.