Besluit 2025/866 - Sluiting van de Overeenkomst met Bosnië en Herzegovina betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de EU voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/866 |
7.5.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/866 VAN DE RAAD
van 14 april 2025
betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 85, in samenhang met artikel 218, lid 6, tweede alinea, punt a), v), en artikel 218, lid 7,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 47, lid 1, en artikel 52, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad (2) is bepaald dat Eurojust op basis van een samenwerkingsstrategie samenwerking met autoriteiten van derde landen kan aangaan en onderhouden. |
(2) |
Op grond van artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2018/1727 kan Eurojust persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen mits er onder meer een internationale overeenkomst tussen de Unie en dat derde land is gesloten op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), die voorziet in passende waarborgen betreffende de bescherming van het privéleven en van de grondrechten en fundamentele vrijheden van burgers. |
(3) |
Overeenkomstig Besluit (EU) 2024/2704 van de Raad (3) is de Overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, betreffende samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina (“de overeenkomst”) ondertekend op 28 oktober 2024, onder voorbehoud van de sluiting ervan. |
(4) |
De overeenkomst maakt de doorgifte van persoonsgegevens tussen Eurojust en de bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina mogelijk met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme en de bescherming van de veiligheid van de Unie en haar burgers. |
(5) |
De overeenkomst waarborgt de volledige eerbiediging van de grondrechten van de Unie, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, zoals neergelegd in respectievelijk de artikelen 7, 8 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De overeenkomst bevat met name passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens die door Eurojust in het kader van de overeenkomst worden doorgegeven. |
(6) |
Op grond van artikel 218, lid 7, VWEU is het passend dat de Raad de Commissie machtigt om namens de Unie de wijzigingen van de bijlagen I, II en III bij de overeenkomst goed te keuren, teneinde regelingen overeen te komen voor het verdere gebruik en de opslag van de informatie die reeds op grond van de overeenkomst tussen de partijen is meegedeeld, en de informatie over de geadresseerde van de kennisgevingen bij te werken. |
(7) |
Ierland is gebonden door Verordening (EU) 2018/1727 en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit. |
(8) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken. |
(9) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 6 september 2024 Advies 20/2024 uitgebracht. |
(10) |
De overeenkomst moet worden goedgekeurd. |
(11) |
Overeenkomstig de Verdragen moet de Commissie de in artikel 29, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving doen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina (“de overeenkomst”) wordt namens de Unie goedgekeurd.
Artikel 2
De Commissie gaat namens de Unie over tot de in artikel 29, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving, waarmee de instemming van de Unie om door de overeenkomst gebonden te zijn, tot uitdrukking wordt gebracht.
Artikel 3
-
1.Voor de toepassing van artikel 30, lid 2, van de overeenkomst wordt het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen over wijzigingen van de bijlagen I, II en III bij de overeenkomst, door de Commissie goedgekeurd na overleg met de Raad.
-
2.Voor de toepassing van artikel 33, lid 3, van de overeenkomst wordt de Commissie gemachtigd om, na overleg met de Raad, regelingen overeen te komen voor het verdere gebruik en de opslag van de informatie die reeds op grond van de overeenkomst tussen de partijen is meegedeeld.
-
3.Voor de toepassing van artikel 34, lid 2, van de overeenkomst wordt de Commissie gemachtigd de informatie over de geadresseerde van kennisgevingen na overleg met de Raad bij te werken.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 14 april 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
K.KALLAS
-
Goedkeuring van 2 april 2025 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).
-
Besluit (EU) 2024/2704 van de Raad van 10 oktober 2024 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en Bosnië en Herzegovina, anderzijds, betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Bosnië en Herzegovina (PB L, 2024/2704, 16.10.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2704/oj).
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/866/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.