Besluit 2025/869 - Standpunt EU tijdens de zeventiende Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan over bepaalde wijzigingen van dat verdrag en van de bijlagen daarbij

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/869

12.5.2025

BESLUIT (EU) 2025/869 VAN DE RAAD

van 14 april 2025

betreffende het namens de Europese Unie tijdens de zeventiende Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan in te nemen standpunt over bepaalde wijzigingen van dat verdrag en van de bijlagen daarbij

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (1) (het “verdrag”) is in 1992 in werking getreden en werd door de Unie gesloten bij Besluit 93/98/EEG van de Raad (2).

 

(2)

Op grond van artikel 15, lid 5, punt b), van het verdrag is de Conferentie van de Partijen bij het verdrag (de “Conferentie van de Partijen”) bevoegd om wijzigingen van het verdrag te overwegen en aan te nemen, naargelang de situatie vereist.

 

(3)

De Conferentie van de Partijen heeft tijdens haar 15e vergadering in juni 2022 en haar 16e vergadering in mei 2023 een door de Russische Federatie ingediend voorstel tot wijziging van artikel 6, lid 2, van het verdrag overwogen. De Conferentie van de Partijen heeft besloten de behandeling van dat voorstel uit te stellen tot de volgende vergadering van de Conferentie van de Partijen.

 

(4)

De Russische Federatie heeft in oktober 2024 een licht gewijzigd voorstel ingediend, met het oog op de bespreking ervan tijdens de 17e vergadering van de Conferentie van de Partijen in april-mei 2025. Dat voorstel beoogt een termijn van 90 dagen vast te stellen waarbinnen een invoerend land de kennisgever van een overbrenging van afvalstoffen moet antwoorden, en andere wijzigingen op te nemen die worden aangemerkt als zijnde van redactionele aard.

 

(5)

Een voorstel tot wijziging van bijlage IV en bepaalde rubrieken in de bijlagen II en IX bij het verdrag is namens de Unie ingediend en besproken door de Conferentie van de Partijen tijdens haar 15e vergadering in juni 2022. Het voorstel heeft onder meer tot doel de in bijlage IV bij het verdrag vermelde beschrijvingen van verwijderingshandelingen te wijzigen en te verduidelijken, en met name: dat een algemene inleiding wordt opgenomen waarin duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen “niet-nuttige toepassing” en “nuttige toepassing”; dat inleidende teksten worden opgenomen waarin wordt uitgelegd wat wordt verstaan onder handelingen tot “niet-nuttige toepassing” (bijlage IV, afdeling A) en handelingen tot “nuttige toepassing” (bijlage IV, afdeling B); dat de beschrijvingen van handelingen worden bijgewerkt en verduidelijkt in overeenstemming met wetenschappelijke, technische en andere ontwikkelingen sinds de aanneming van het verdrag in 1989, en dat door middel van vangnetbepalingen ervoor wordt gezorgd dat alle handelingen onder de vereisten van het verdrag vallen, ook als die niet specifiek worden genoemd. De Conferentie van de Partijen heeft besloten dat voorstel tijdens haar volgende vergadering verder te overwegen.

 

(6)

De Unie dient de door de Russische Federatie ingediende voorstellen tot wijzigingen van artikel 6, lid 2, van het verdrag niet te steunen, aangezien zij niet zouden bijdragen tot het aanpakken van de problemen die de Unie als prioritair beschouwt voor de werking van het verdrag. Daarnaast is er een lange en omslachtige procedure vereist om wijzigingen van de tekst van het verdrag in werking te laten treden en derhalve wordt het onevenredig bevonden om een dergelijke procedure in te leiden voor een wijziging die weinig tot geen toegevoegde waarde biedt. De Unie moet initiatieven ter verbetering van de werking van de procedure van voorafgaande geïnformeerde toestemming blijven steunen, zoals die op dit moment in het verdrag zijn bepaald, op voorwaarde dat zij in overeenstemming blijven met brede beleidsmaatregelen en doelstellingen van de Unie en geen wijziging van het verdrag vereisen.

 

(7)

De Unie moet de goedkeuring van het voorstel tot wijziging van bijlage IV en bepaalde rubrieken in de bijlagen II en IX blijven steunen. Om consensus over dat voorstel te bereiken, moet de Unie zich ook soepel opstellen, met name met betrekking tot de voorgestelde maatregelen die waarschijnlijk niet voldoende steun zullen krijgen voor de aanneming ervan tijdens de 17e vergadering van de Conferentie van de Partijen. Dat omvat bijvoorbeeld het uitstellen van de bespreking van de meest omstreden onderwerpen, zoals voorbereiding voor hergebruik en handelingen die onder de vangnetbepaling vallen, het streven naar een akkoord over de resterende aspecten van het voorstel en het steunen van eventuele wijzigingsvoorstellen van andere partijen, op voorwaarde dat daardoor dezelfde doelstellingen kunnen worden bereikt als die van de Unie met betrekking tot bijlage IV bij het verdrag.

 

(8)

Het is passend het namens de Unie op de 17e vergadering van de Conferentie van de Partijen in te nemen standpunt over die voorstellen te bepalen, aangezien het wijzigingen van het verdrag en de bijlagen daarbij betreft die rechtsgevolgen hebben. Indien de beoogde handelingen door de Conferentie van de Partijen worden aangenomen, zullen zij bindend zijn voor de Unie en kunnen zij een beslissende invloed hebben op de inhoud van het Unierecht, met name in de vorm van noodzakelijke wijzigingen van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en van Verordening (EU) 2024/1157 van het Europees Parlement en de Raad (4),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 17e vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (de “Conferentie van de Partijen” en het “verdrag”) houdt het volgende in:

 

a)

de Unie steunt de door de Russische Federatie ingediende wijzigingen van artikel 6, lid 2, van het verdrag niet, maar steunt initiatieven ter verbetering van de werking van de procedure van voorafgaande geïnformeerde toestemming, op voorwaarde dat zij in overeenstemming zijn met brede beleidsmaatregelen en doelstellingen van de Unie en geen wijziging van het verdrag vereisen;

 

b)

de Unie blijft de goedkeuring steunen van de voorstellen tot wijziging van bijlage IV en van bepaalde rubrieken in de bijlagen II en IX bij het verdrag die namens de Unie zijn ingediend en door de Conferentie van de Partijen tijdens haar 15e vergadering zijn besproken. Indien dat nodig is om ervoor te zorgen dat er consensus wordt bereikt over een wijziging van bijlage IV, kan de Unie zich soepel opstellen en ermee instemmen af te wijken van haar voorstel, mits de wijziging bijdraagt tot meer juridische duidelijkheid van de bijlage en tot de uitvoering van de controlemechanismen van het verdrag, en ze het recht van de Unie met betrekking tot het beheer en de overbrenging van afvalstoffen niet ondermijnt.

Artikel 2

In het licht van de ontwikkelingen op de 17e vergadering van de Conferentie van de Partijen kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten, tijdens de coördinatievergaderingen ter plaatse instemmen met kleine wijzigingen van het in artikel 1 bedoelde standpunt, zonder dat de Raad daartoe een nieuw besluit hoeft vast te stellen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 14 april 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • K. 
    KALLAS
 

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/869/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.