Besluit 2025/894 - Standpunt EU in de EPO-Raad en in het Comité van hoge ambtenaren die zijn opgericht bij de Economische partnerschapsovereenkomst met Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde voor de EPO-Raad, het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, en het reglement van orde van het Comité van hoge ambtenaren - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/894 |
13.5.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/894 VAN DE RAAD
van 5 mei 2025
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de EPO-Raad en in het Comité van hoge ambtenaren die zijn opgericht bij de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde voor de EPO-Raad, het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, en het reglement van orde van het Comité van hoge ambtenaren
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), is op 1 juli 2024 in werking getreden. |
(2) |
Op grond van de artikelen 104 en 106 van de overeenkomst worden respectievelijk de EPO-Raad en het Comité van hoge ambtenaren vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst opgericht. |
(3) |
Op grond van artikel 104, lid 3, van de overeenkomst moet de EPO-Raad zijn eigen reglement van orde vaststellen. |
(4) |
Op grond van artikel 105, lid 3, en artikel 120 van de overeenkomst moet de EPO-Raad het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars vaststellen. |
(5) |
Op grond van artikel 107, lid 3, van de overeenkomst moet het Comité van hoge ambtenaren zijn eigen reglement van orde vaststellen. |
(6) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in de EPO-Raad en in het Comité van hoge ambtenaren moet worden ingenomen, aangezien de besluiten tot vaststelling van hun respectieve reglement van orde, het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars voor de Unie bindend zullen zijn. |
(7) |
Het standpunt van de Unie in de EPO-Raad en in het Comité van hoge ambtenaren met betrekking tot de vaststelling van hun respectieve reglement van orde, en het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars moet derhalve worden gebaseerd op de respectieve ontwerpbesluiten van de EPO-Raad en van het Comité van hoge ambtenaren die aan dit besluit zijn gehecht, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van de EPO-Raad, die is opgericht krachtens artikel 104 van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds, (de “overeenkomst”), over zijn reglement van orde, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de EPO-Raad.
Artikel 2
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste zitting van de EPO-Raad over het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de EPO-Raad.
Artikel 3
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van het Comité van hoge ambtenaren, dat is opgericht krachtens artikel 106 van de overeenkomst, over zijn reglement van orde, wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Comité van hoge ambtenaren.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 5 mei 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
A.SZŁAPKA
-
Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (PB L, 2024/1648, 1.7.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2024/1648/oj).
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2025 VAN DE EPO-RAAD DIE IS OPGERICHT BIJ DE ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST (EPO) TUSSEN DE EUROPESE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK KENIA, LID VAN DE OOST-AFRIKAANSE GEMEENSCHAP, ANDERZIJDS
van …
met betrekking tot zijn reglement van orde
DE EPO-RAAD,
Gezien de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), ondertekend op 18 december 2023 in Nairobi, en met name artikel 104,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 104, lid 1, van de overeenkomst wordt de EPO-Raad vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst opgericht. |
(2) |
Op grond van artikel 104, lid 3, van de overeenkomst moet de EPO-Raad zijn eigen reglement van orde vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het reglement van orde van de EPO-Raad wordt vastgesteld overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor de EPO-Raad
De medevoorzitters
BIJLAGE
Reglement van orde van de EPO-raad opgericht krachtens artikel 104 van de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds
Artikel 1
Rol van de EPO-Raad
De EPO-Raad die is opgericht op grond van artikel 104 van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (hierna “overeenkomst” genoemd), is verantwoordelijk voor alle in dat artikel bedoelde aangelegenheden.
Artikel 2
Samenstelling en voorzitterschap
-
1.De EPO-Raad bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Unie en van de Republiek Kenia op ministerieel niveau, of hun vertegenwoordigers.
-
2.De EPO-Raad wordt gezamenlijk voorgezeten door het lid van de Europese Commissie dat verantwoordelijk is voor handel voor de Europese Unie, en door de bevoegde staatssecretaris voor internationale handel van de Republiek Kenia (de “medevoorzitters”).
Artikel 3
Secretariaat
-
1.Ambtenaren van de voor internationale handel bevoegde dienst van elke partij fungeren gezamenlijk als secretariaat van de EPO-Raad (het “secretariaat”).
-
2.Elke partij stelt de andere partij in kennis van de naam, de functie en de contactgegevens van de ambtenaar die voor die partij lid is van het secretariaat van de EPO-Raad (de “secretaris”). Die ambtenaar wordt geacht te blijven fungeren als secretaris voor de partij tot de datum waarop de partij de andere partij in kennis heeft gesteld van de benoeming van een nieuwe secretaris.
Artikel 4
Vergaderingen
-
1.Overeenkomstig artikel 104, lid 5, van de overeenkomst komt de EPO-Raad met regelmatige tussenpozen van niet meer dan twee jaar bijeen, en wanneer de omstandigheden zulks vereisen in buitengewone vergadering, indien de partijen daartoe besluiten.
-
2.De vergaderingen vinden op een overeengekomen datum en tijdstip afwisselend in Brussel en Nairobi plaats, tenzij de medevoorzitters anders overeenkomen.
-
3.De vergaderingen worden bijeengeroepen door de medevoorzitter van de partij die de vergadering organiseert.
-
4.Een vergadering kan plaatsvinden in persoon, per videoconferentie of op een andere door de partijen overeengekomen wijze.
Artikel 5
Delegaties
De secretaris voor elke partij stelt de secretaris voor de andere partij een redelijke tijd vóór een vergadering in kennis van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van de Europese Unie, respectievelijk van de Republiek Kenia. De lijsten vermelden de naam en functie van elk lid van de delegatie.
Artikel 6
Agenda van de vergaderingen
-
1.Ten minste 21 dagen vóór een vergadering zendt de secretaris van de partij die de vergadering organiseert een voorstel voor een voorlopige agenda aan de andere partij, met een termijn voor het indienen van opmerkingen. Ten minste 14 dagen vóór de vergadering stelt het secretariaat de voorlopige agenda op, rekening houdend met de ingediende opmerkingen.
-
2.De agenda wordt aan het begin van elke vergadering door de EPO-Raad vastgesteld. Punten die niet op de voorlopige agenda staan, kunnen in onderlinge overeenstemming op de agenda worden geplaatst.
Artikel 7
Uitnodiging van deskundigen
De medevoorzitters kunnen in onderling overleg deskundigen (dat wil zeggen personen die geen ambtenaar zijn) uitnodigen om de vergaderingen van de EPO-Raad bij te wonen om informatie te verstrekken over specifieke onderwerpen en alleen voor de delen van de vergadering tijdens welke die specifieke onderwerpen worden besproken.
Artikel 8
Notulen
-
1.De secretaris van de partij die de vergadering organiseert, stelt binnen 15 dagen na het einde van de vergadering ontwerpnotulen daarvan op, tenzij de medevoorzitters anders besluiten. De ontwerpnotulen worden voor commentaar toegezonden aan de secretaris voor de andere partij.
-
2.De notulen geven in de regel een korte samenvatting van elk agendapunt, met in voorkomend geval een specificatie van de volgende elementen:
a) |
alle bij de EPO-Raad ingediende documenten, |
b) |
eventuele verklaringen die een van de medevoorzitters heeft verzocht in de notulen op te nemen, en |
c) |
de vastgestelde besluiten, aanbevelingen, verklaringen en conclusies met betrekking tot specifieke punten. |
-
3.De notulen bevatten een lijst van alle besluiten van de EPO-Raad die sinds de laatste vergadering van de EPO-Raad zijn genomen volgens de schriftelijke procedure op grond van artikel 9, lid 2.
-
4.Een bijlage bij de notulen bevat een lijst met de namen, titels en hoedanigheden van alle personen die de vergadering van de EPO-Raad hebben bijgewoond.
-
5.Het secretariaat past de ontwerpnotulen aan op basis van de ontvangen opmerkingen; de herziene ontwerpnotulen worden binnen 30 dagen na de vergadering of uiterlijk op een andere door de medevoorzitters overeengekomen datum door de partijen goedgekeurd. Na de goedkeuring worden door het secretariaat twee originelen van de notulen opgesteld, waarvan de partijen elk een origineel ontvangen.
Artikel 9
Besluiten en aanbevelingen
-
1.De EPO-Raad kan besluiten vaststellen en aanbevelingen doen betreffende alle aangelegenheden waarvoor de overeenkomst daarin voorziet. De EPO-Raad neemt besluiten en doet aanbevelingen bij onderlinge overeenstemming, zoals bepaald in artikel 105, lid 1, van de overeenkomst.
-
2.In de periode tussen twee vergaderingen kan de EPO-Raad besluiten of aanbevelingen vaststellen volgens de schriftelijke procedure.
-
3.De tekst van een ontwerpbesluit of -aanbeveling wordt door een medevoorzitter via diplomatieke kanalen schriftelijk in de werktaal van de EPO-Raad aan de andere medevoorzitter voorgelegd. De andere partij heeft een maand, of een door de voorstellende partij gespecificeerde langere tijd, om in te stemmen met het ontwerpbesluit of de ontwerpaanbeveling. Indien de andere partij er niet mee instemt, wordt het voorgestelde besluit of de voorgestelde aanbeveling tijdens de volgende vergadering van de EPO-Raad besproken en eventueel aangenomen. De ontwerpbesluiten of -aanbevelingen worden geacht te zijn goedgekeurd zodra de andere partij haar instemming heeft betuigd en worden op grond van artikel 8, lid 3, opgenomen in de notulen van de vergadering van de EPO-Raad.
-
4.In de gevallen waarin de EPO-Raad krachtens de overeenkomst gemachtigd is besluiten of aanbevelingen vast te stellen, worden de desbetreffende documenten voorzien van het opschrift “Besluit” of “Aanbeveling”. Het secretariaat voorziet besluiten of aanbevelingen van een oplopend volgnummer, specificeert de datum van vaststelling ervan en geeft een beschrijving van hun onderwerp. In elk besluit en in elke aanbeveling wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
-
5.De door de EPO-Raad vastgestelde besluiten en aanbevelingen worden in tweevoud opgesteld en door de medevoorzitters gewaarmerkt, en aan elke partij wordt een exemplaar toegezonden.
Artikel 10
Transparantie
-
1.De partijen kunnen besluiten in het openbaar te vergaderen.
-
2.Elke partij kan besluiten om de besluiten en aanbevelingen van de EPO-Raad in haar respectieve officiële publicatieblad of online bekend te maken.
-
3.Alle door een partij ingediende documenten moeten als vertrouwelijk worden beschouwd, tenzij die partij anders besluit.
-
4.De voorlopige agenda’s van de vergaderingen worden openbaar gemaakt voordat de vergadering van de EPO-Raad plaatsvindt. De notulen van de vergaderingen worden openbaar gemaakt nadat zij overeenkomstig artikel 8 zijn goedgekeurd.
-
5.De in de leden 2 tot en met 4 vermelde documenten worden bekendgemaakt in overeenstemming met de toepasselijke gegevensbeschermingsregels van elke partij.
Artikel 11
Talen
-
1.De werktaal van de EPO-Raad is het Engels.
-
2.De EPO-Raad stelt besluiten tot wijziging van de overeenkomst vast in de talen waarin de tekst van deze overeenkomst authentiek is. Alle andere besluiten van de EPO-Raad, met inbegrip van het besluit op grond waarvan het onderhavige reglement van orde wordt vastgesteld en alle latere wijzigingen die overeenkomstig artikel 13 worden vastgesteld, worden vastgesteld in de in lid 1 van dit artikel bedoelde werktaal.
-
3.Elke partij is verantwoordelijk voor de vertaling, waar relevant, van besluiten en andere documenten in haar eigen officiële taal of talen en draagt de kosten van die vertalingen.
Artikel 12
Onkosten
-
1.Elke partij draagt haar eigen kosten in verband met haar deelname aan de vergaderingen van de EPO-Raad, en met name haar personeels-, reis- en verblijfskosten alsmede haar eigen kosten voor video- of teleconferenties, post en telecommunicatie.
-
2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
-
3.Uitgaven in verband met vertolking van en naar de werktaal tijdens vergaderingen van de EPO-Raad komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
Artikel 13
Wijzigingen van het reglement van orde
Dit reglement van orde kan schriftelijk worden gewijzigd bij besluit van de EPO-Raad overeenkomstig artikel 9.
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2025 VAN DE EPO-RAAD DIE IS OPGERICHT BIJ DE ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST (EPO) TUSSEN DE EUROPESE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK KENIA, LID VAN DE OOST-AFRIKAANSE GEMEENSCHAP, ANDERZIJDS
van …
met betrekking tot het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars
DE EPO-RAAD,
Gezien de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (1) (de “overeenkomst” genoemd), ondertekend op 18 december 2023 in Nairobi, en met name de artikelen 105 en 120,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 104, lid 1, van de overeenkomst wordt de EPO-Raad vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst opgericht. |
(2) |
Op grond van artikel 105, lid 3, en artikel 120 van de overeenkomst moet de EPO-Raad het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars zijn vastgesteld zoals uiteengezet in de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor de EPO-Raad
De medevoorzitters
BIJLAGE 1
Reglement van orde voor de beslechting van geschillen
-
I.Definities
1. |
Voor de toepassing van deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen) van de overeenkomst, en dit reglement van orde voor de beslechting van geschillen en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, gelden de volgende definities:
|
II. Kennisgevingen
2. |
Alle verzoeken, mededelingen, schriftelijke opmerkingen of andere documenten (hierna “kennisgeving” genoemd) van:
|
3. |
Alle kennisgevingen worden gedaan via e-mail of waar passend via enige andere vorm van telecommunicatie waarbij de verzending wordt geregistreerd. Een dergelijke kennisgeving wordt geacht te zijn afgeleverd op de datum van verzending ervan, tenzij wordt aangetoond dat dit niet het geval is. |
4. |
Kennisgevingen worden gericht aan respectievelijk het directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie voor de Europese Unie en de dienst van de Republiek Kenia die verantwoordelijk is voor internationale handel. |
5. |
Kleine verschrijvingen in kennisgevingen in verband met een arbitrageprocedure kunnen worden verbeterd door de indiening van een nieuw document waarin de wijzigingen duidelijk zijn aangegeven. |
6. |
Indien de laatste dag waarop een document kan worden ingediend op een niet-werkdag van de instellingen voor de Europese Unie of van de Republiek Kenia valt, eindigt de termijn voor indiening van het document op de eerstvolgende werkdag. |
III. Aanwijzing van arbiters
7. |
Indien op grond van artikel 113 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst een arbiter door loting wordt aangewezen, stelt de medevoorzitter van het Comité van hoge ambtenaren van de klagende partij de medevoorzitter van het Comité van hoge ambtenaren van de partij waartegen de klacht gericht is onverwijld in kennis van de datum, het tijdstip en de plaats van de selectie door loting. De partij waartegen de klacht gericht is, mag desgewenst bij die loting aanwezig zijn. De loting wordt uitgevoerd met de partij(en) die aanwezig is/zijn. |
8. |
De medevoorzitter van het Comité van hoge ambtenaren van de klagende partij stelt elke persoon die is aangewezen om te fungeren als arbiter, schriftelijk in kennis van zijn aanwijzing. Elke persoon bevestigt binnen vijf dagen vanaf de datum van indiening van die kennisgeving zijn of haar beschikbaarheid aan beide partijen. |
9. |
De arbiters aanvaarden hun benoeming door ondertekening van de aanstellingscontracten. Onverminderd artikel 112 (Inleiding van de arbitrageprocedure) van de overeenkomst, streven de partijen ernaar uiterlijk op het tijdstip waarop de aangewezen arbiters hun beschikbaarheid hebben bevestigd, overeenstemming te hebben bereikt over de bezoldiging en de onkostenvergoeding van de arbiters en assistenten, en de nodige aanstellingscontracten te hebben opgesteld, zodat die onverwijld kunnen worden ondertekend. De bezoldiging en onkosten van de arbiters zijn gebaseerd op de WTO-normen. De bezoldiging en onkosten van een assistent of assistenten van een arbiter mogen niet meer bedragen dan 50 % van de bezoldiging van die arbiter. |
IV. Organisatorische bijeenkomst
10. |
Tenzij de partijen anders overeenkomen, komen zij binnen zeven dagen vanaf de datum van instelling van het arbitragepanel met dat panel bijeen om te beslissen over de aangelegenheden die de partijen of het arbitragepanel passend achten, met inbegrip van het tijdschema van de arbitragepanelprocedure. Arbiters en vertegenwoordigers van de partijen kunnen aan deze bijeenkomst deelnemen met behulp van alle middelen, waaronder telefoon, videoconferentie of andere elektronische communicatiemiddelen. |
-
V.Mandaat
11. |
Tenzij de partijen binnen vijf dagen vanaf de datum van instelling van het arbitragepanel anders overeenkomen, luidt het mandaat van het panel als volgt: “in het licht van de relevante bepalingen van de EPO EU-Kenia waarnaar de partijen verwijzen, de in het verzoek tot instelling van een arbitragepanel bedoelde aangelegenheid onderzoeken, bevindingen doen over de toepasselijkheid van de bestreken bepalingen en de verenigbaarheid van de maatregel in kwestie met die bepalingen, en een verslag uitbrengen overeenkomstig artikel 114 (Tussentijds panelverslag) en artikel 115 (Uitspraak van het arbitragepanel) van die overeenkomst”. |
12. |
Indien de partijen overeenstemming bereiken over een ander mandaat, stellen zij het arbitragepanel binnen de in punt 11 vastgestelde termijn van het overeengekomen mandaat in kennis. |
VI. Schriftelijke opmerkingen
13. |
De klagende partij dient haar schriftelijke opmerking uiterlijk 20 dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel in. De partij waartegen de klacht gericht is, dient haar schriftelijke opmerking uiterlijk 20 dagen na de datum van indiening van de schriftelijke opmerkingen van de klagende partij in. |
VII. Werkzaamheden van het arbitragepanel
14. |
De voorzitter van het arbitragepanel zit alle bijeenkomsten van het panel voor. Het arbitragepanel kan de bevoegdheid tot het nemen van administratieve en procedurele besluiten aan de voorzitter delegeren. |
15. |
Tenzij in deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II (Beslechten van geschillen) van de overeenkomst, of in dit reglement van orde anders is bepaald, kan het arbitragepanel zijn werkzaamheden verrichten met behulp van alle mogelijke middelen, inclusief telefoon, videoconferentie of andere elektronische communicatiemiddelen. |
16. |
Hoewel alleen arbiters aan de beraadslagingen van het arbitragepanel kunnen deelnemen, kan het panel toestaan dat hun assistenten de beraadslagingen van het panel bijwonen. |
17. |
Het opstellen van besluiten en verslagen blijft de exclusieve bevoegdheid van het arbitragepanel, die niet mag worden gedelegeerd. |
18. |
Wanneer zich een procedureel vraagstuk voordoet dat niet door de bepalingen van deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II (Beslechten van geschillen) van de overeenkomst of dit reglement van orde en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars wordt bestreken, kan het arbitragepanel na overleg met de partijen een passende, met die bepalingen verenigbare procedure vaststellen. |
19. |
Het arbitragepanel zorgt voor een snelle beslechting van het geschil. Indien het arbitragepanel van oordeel is dat een of meerdere termijnen voor de arbitragepanelprocedure, andere dan die welke zijn vastgesteld in deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II (Beslechten van geschillen) van de overeenkomst, moeten worden gewijzigd of dat een andere procedurele of administratieve aanpassing nodig is, stelt het de partijen schriftelijk in kennis van de redenen voor de wijziging of aanpassing, onder vermelding van de vereiste termijn of aanpassing. Het arbitragepanel kan de wijziging of aanpassing na overleg met de partijen goedkeuren. |
VIII. Vervanging
20. |
Wanneer een partij van oordeel is dat een arbiter niet voldoet aan de vereisten van de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars en om die reden moet worden vervangen, stelt zij de andere partij daarvan in kennis binnen 15 dagen vanaf het moment waarop zij voldoende bewijs heeft verkregen van de vermeende niet-naleving van die vereisten door de arbiter. |
21. |
De partijen voeren binnen 15 dagen vanaf de datum van de in punt 20 bedoelde kennisgeving overleg. Zij stellen de arbiter in kennis van het vermeende verzuim en kunnen de arbiter verzoeken maatregelen te nemen om dit te verhelpen. Indien zij daarover tot overeenstemming komen, kunnen zij de arbiter ook uit zijn functie ontzetten en een nieuwe arbiter aanwijzen overeenkomstig artikel 113 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst. |
22. |
Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of een arbiter, die niet de voorzitter van het arbitragepanel is, moet worden vervangen, kan elke partij verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan de voorzitter van het arbitragepanel, van wie de beslissing definitief is. Indien de voorzitter van het panel oordeelt dat de arbiter niet voldoet aan de vereisten van de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, wordt de arbiter geschrapt en wordt een nieuwe arbiter aangewezen overeenkomstig artikel 113 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst. |
23. |
Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of de voorzitter moet worden vervangen, kan elke partij verzoeken die aangelegenheid voor te leggen aan een van de overige personen op de op grond van artikel 125 (Lijst van arbiters) van de overeenkomst, vastgestelde relevante sublijst van voorzitters. De desbetreffende persoon wordt door loting aangewezen door de medevoorzitter van het Comité van hoge ambtenaren van de verzoekende partij of de vervanger van de medevoorzitter. Het besluit van de aangewezen persoon over de noodzaak tot vervanging van de voorzitter is definitief. Indien deze persoon vaststelt dat de voorzitter niet voldoet aan de vereisten van de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars, wordt de voorzitter ontslagen en wordt een nieuwe voorzitter aangewezen overeenkomstig artikel 113 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst. |
IX. Hoorzittingen
24. |
Op basis van het op grond van punt 10 vastgestelde tijdschema stelt de voorzitter van het arbitragepanel, na overleg met de partijen en de andere arbiters, de partijen in kennis van die datum, het tijdstip en de plaats van de hoorzitting. Die informatie wordt openbaar gemaakt door de partij op het grondgebied waarvan de hoorzitting plaatsvindt. |
25. |
Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt de hoorzitting in Brussel gehouden als de Republiek Kenia de klagende partij is en in Nairobi als de Europese Unie de klagende partij is. De partij waartegen de klacht gericht is, is belast met de logistieke administratie van de hoorzitting en draagt de kosten daarvan. |
26. |
Onverminderd punt 25 kan het arbitragepanel op verzoek van een partij besluiten een virtuele of hybride hoorzitting te houden en daarvoor passende regelingen te treffen, rekening houdend met het recht op een eerlijke procesgang en de noodzaak om transparantie te waarborgen, overeenkomstig de punten 40 tot en met 43. |
27. |
Het arbitragepanel kan aanvullende hoorzittingen organiseren indien de partijen zulks overeenkomen. |
28. |
Alle arbiters zijn gedurende de gehele hoorzitting aanwezig. |
29. |
Tenzij de partijen anders overeenkomen, kunnen de volgende personen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de hoorzitting voor het publiek toegankelijk is:
|
30. |
Uiterlijk vijf dagen vóór de datum van een hoorzitting verstrekt elke partij het arbitragepanel en de andere partij een lijst met de namen van de personen die namens die partij op de hoorzitting pleidooien of uiteenzettingen zullen houden, en van andere vertegenwoordigers en adviseurs die de hoorzitting zullen bijwonen. |
31. |
Het arbitragepanel ziet erop toe dat de partijen op voet van gelijkheid worden behandeld en voldoende tijd krijgen om hun argumenten uiteen te zetten. |
32. |
Het arbitragepanel kan op elk moment van de hoorzitting aan elk van beide partijen vragen stellen. |
33. |
Het arbitragepanel zorgt ervoor dat zo spoedig mogelijk na de hoorzitting een opname van de hoorzitting aan de partijen wordt overhandigd. |
34. |
Binnen tien dagen vanaf de datum van de hoorzitting kan elk van beide partijen een aanvullende schriftelijke opmerking indienen over alle aangelegenheden die tijdens de hoorzitting aan de orde zijn gekomen. |
-
X.Schriftelijke vragen
35. |
Het arbitragepanel kan op elk moment van de arbitragepanelprocedure aan een partij of aan beide partijen schriftelijk vragen stellen. Van alle vragen die aan een partij worden gesteld, wordt een kopie aan de andere partij verstrekt. |
36. |
Een partij verstrekt aan de andere partij een kopie van haar antwoorden op de vragen van het arbitragepanel. De andere partij heeft de gelegenheid om binnen vijf dagen vanaf ontvangst van die kopie schriftelijk opmerkingen over die reactie in te dienen. |
XI. Opschorting en beëindiging
37. |
Op verzoek van de klagende partij kan het arbitragepanel zijn werkzaamheden te allen tijde voor een periode van ten hoogste twaalf opeenvolgende maanden opschorten. Wanneer beide partijen daarom verzoeken, schort het arbitragepanel zijn werkzaamheden te allen tijde gedurende een door de partijen overeengekomen periode van ten hoogste twaalf opeenvolgende maanden op. |
38. |
Het arbitragepanel hervat zijn werkzaamheden vóór het verstrijken van de opschortingstermijn indien beide partijen daarom verzoeken. Het arbitragepanel hervat zijn werkzaamheden na afloop van de opschortingstermijn indien de klagende partij daarom verzoekt. Het arbitragepanel kan zijn werkzaamheden bij het verstrijken van de opschortingstermijn hervatten op verzoek van de partij waartegen de klacht gericht is, indien door beide partijen om de opschorting was verzocht. De verzoekende partij doet de andere partij dienovereenkomstig een kennisgeving toekomen. Indien het arbitragepanel zijn werkzaamheden bij het verstrijken van de opschortingstermijn niet overeenkomstig dit punt hervat, vervalt de bevoegdheid van het arbitragepanel en wordt de geschillenbeslechtingsprocedure beëindigd. |
39. |
Indien de werkzaamheden van het arbitragepanel worden opgeschort, worden de desbetreffende in deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II (Beslechten van geschillen) van de overeenkomst, vastgestelde termijnen verlengd met dezelfde termijn als waarmee de werkzaamheden van het arbitragepanel zijn opgeschort. |
XII. Vertrouwelijkheid
40. |
Informatie die op grond van punt 41 als vertrouwelijk kan worden beschouwd, wordt door elke partij en het arbitragepanel vertrouwelijk behandeld. Indien een partij bij het arbitragepanel een schriftelijke opmerking indient die vertrouwelijke informatie bevat, verstrekt zij daarvan ook een versie zonder de vertrouwelijke informatie, die openbaar wordt gemaakt. |
41. |
Vertrouwelijke informatie bestaat uit:
|
42. |
Indien de partijen het oneens zijn over de vraag of informatie als vertrouwelijk moet worden aangemerkt, beslist het arbitragepanel, op verzoek van een partij, na overleg met de partijen. |
43. |
Wanneer de stukken en pleidooien van een partij vertrouwelijke informatie bevatten, komt het arbitragepanel achter gesloten deuren bijeen. Wanneer een hoorzitting van het panel in besloten zitting plaatsvindt, respecteren de partijen het vertrouwelijke karakter van de hoorzitting. |
XIII. Transparantie
44. |
Elke partij maakt onverwijld het volgende openbaar:
|
45. |
Alle hoorzittingen van het arbitragepanel zijn openbaar. |
46. |
Natuurlijke personen van een partij of in een partij gevestigde rechtspersonen kunnen overeenkomstig punt 51 als amicus curiae bij het arbitragepanel opmerkingen indienen. |
47. |
De punten 44 en 45 zijn onderworpen aan de bescherming van vertrouwelijke informatie als bedoeld in de punten 40 tot en met 43. |
XIV. Eenzijdige contacten
48. |
Het arbitragepanel ontmoet een partij niet of communiceert niet met een partij in afwezigheid van de andere partij. |
49. |
Een arbiter mag geen aspecten van de inhoud van de arbitragepanelprocedure met een of beide partijen bespreken in afwezigheid van de andere arbiters. |
50. |
Een partij mag geen contact hebben met een arbiter. Contacten tussen een partij en een persoon die in overweging wordt genomen om als arbiter te worden aangewezen, moeten beperkt blijven tot kwesties in verband met de beschikbaarheid van die persoon en het aanstellingscontract. |
XV. Opmerkingen van amici curiae
51. |
Tenzij de partijen binnen vijf dagen vanaf de datum van instelling van het arbitragepanel anders overeenkomen, kan het arbitragepanel ongevraagde schriftelijke opmerkingen van natuurlijke personen van een partij of rechtspersonen die op het grondgebied van een partij gevestigd zijn en die onafhankelijk zijn van de overheden van de partijen (hierna “opmerkingen van amici curiae” genoemd), in ontvangst nemen, op voorwaarde dat deze:
|
52. |
De opmerkingen van amici curiae worden verstrekt aan de partijen. De partijen kunnen binnen tien dagen vanaf de datum van de toezending ervan aan de partijen hun opmerkingen kenbaar maken. |
53. |
Het arbitragepanel vermeldt in zijn verslag alle opmerkingen van amici curiae die het op grond van punt 51 heeft ontvangen. Het arbitragepanel is niet verplicht in zijn verslag in te gaan op de in die opmerkingen aangevoerde argumenten. Indien het arbitragepanel op de aangevoerde argumenten ingaat, houdt het ook rekening met eventuele opmerkingen die de partijen op grond van punt 52 hebben gemaakt. |
XVI. Dringende gevallen
54. |
In dringende gevallen als bedoeld in deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen) van de overeenkomst past het arbitragepanel, na overleg met de partijen, waar nodig de in dit reglement van orde vastgelegde termijnen aan. Het arbitragepanel stelt de partijen in kennis van die aanpassingen. |
XVII. Werktaal en vertaling
55. |
Tijdens het in artikel 110 (Overleg) van de overeenkomst bedoelde overleg, en uiterlijk tijdens de in punt 10 bedoelde organisatorische bijeenkomst, trachten de partijen tot overeenstemming te komen over een gemeenschappelijke werktaal voor de arbitragepanelprocedure. |
56. |
Indien de partijen geen overeenstemming kunnen bereiken over een gemeenschappelijke werktaal, is de taal waarin over de overeenkomst is onderhandeld de werktaal voor de arbitragepanelprocedure. |
57. |
De verslagen en besluiten van het arbitragepanel worden uitgebracht in de werktaal. |
58. |
Indien een partij een document indient in een taal die niet de werktaal is, dient zij tegelijkertijd op eigen kosten een vertaling ervan in de werktaal in. |
XVIII. Termijnen
59. |
Alle in dit reglement van orde vastgestelde termijnen worden geteld in kalenderdagen vanaf de dag volgend op de handeling waarop zij betrekking hebben, tenzij anders is bepaald. |
60. |
De in dit reglement van orde vastgestelde termijnen kunnen met wederzijdse instemming van de partijen worden gewijzigd. |
61. |
Het panel kan de partijen te allen tijde voorstellen een in dit reglement van orde vastgestelde termijn te wijzigen, met opgave van de redenen voor dat voorstel. |
XIX. Kosten
62. |
Elke partij draagt haar eigen kosten die voortvloeien uit de deelname aan de arbitragepanelprocedure. |
63. |
Tenzij anders bepaald, zijn de partijen gezamenlijk aansprakelijk voor de kosten voor organisatorische aangelegenheden, met inbegrip van de bezoldiging en de onkosten van de arbiters, en delen zij deze in gelijke delen. |
XX. Andere procedures
64. |
De in dit reglement van orde vastgestelde termijnen worden aangepast in overeenstemming met de bijzondere termijnen voor de indiening van een verslag of besluit door het arbitragepanel op grond van deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II, artikel 115 (Uitspraak van het arbitragepanel), artikel 116 (Onderzoek van maatregelen die zijn getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven), artikel 117 (Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving) en artikel 118 (Onderzoek van nalevingsmaatregelen die zijn getroffen na de vaststelling van passende maatregelen), van deel VII (Vermijden en beslechten van geschillen), titel II (Beslechten van geschillen), van de overeenkomst. |
XXI. Wijziging van het reglement van orde en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars
65. |
De EPO-Raad kan dit reglement van orde en de gedragscode voor arbiters en bemiddelaars wijzigen. |
BIJLAGE 2
Gedragscode voor arbiters en bemiddelaars
-
I.Definities
1. |
In deze gedragscode gelden de volgende definities:
|
II. Grondbeginselen
2. |
Om de integriteit en de onpartijdigheid van het geschillenbeslechtingsmechanisme te waarborgen, geldt voor kandidaten en arbiters dat zij:
|
3. |
De arbiters gaan direct noch indirect verplichtingen aan en aanvaarden geen voordelen die op welke wijze dan ook de goede uitoefening van hun taken zou verstoren of lijken te verstoren. |
4. |
De arbiters gebruiken hun positie als lid van het arbitragepanel niet om persoonlijke of particuliere belangen te dienen. De arbiters onthouden zich van handelingen die de indruk kunnen wekken dat anderen in een bijzondere positie verkeren waardoor zij invloed op panelleden kunnen uitoefenen. |
5. |
De arbiters laten hun gedrag of oordeel niet beïnvloeden door vroegere of huidige financiële, zakelijke, professionele, familiale of sociale relaties of verantwoordelijkheden. |
6. |
De arbiters gaan geen relaties aan en verwerven geen financiële belangen die hun onpartijdigheid in het gedrang kunnen brengen of wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid wordt gewekt. |
III. Openbaarmakingsplicht
7. |
Voorafgaand aan de aanvaarding van hun benoeming tot arbiter op grond van artikel 113 (Instelling van het arbitragepanel) van de overeenkomst, ontvangen kandidaten die worden verzocht als arbiter op te treden een kopie van deze gedragscode en maken zij alle vroegere of huidige belangen, relaties of aangelegenheden bekend die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid zouden kunnen wekken. Daartoe stellen de kandidaten alles in het werk wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van dergelijke belangen, relaties of aangelegenheden. |
8. |
De openbaarmakingsplicht is een permanente plicht die arbiters ertoe verplicht te allen tijde redelijke inspanningen te leveren om kennis te nemen van de in lid 7 bedoelde belangen, relaties of aangelegenheden die tijdens eender welke fase van de procedure tot een schending van deze gedragscode kunnen leiden, en deze zo spoedig mogelijk openbaar te maken. |
9. |
Kandidaten en arbiters delen alle aangelegenheden betreffende daadwerkelijke of mogelijke schendingen van deze gedragscode ter overweging aan de partijen mee. |
IV. Taken van arbiters
10. |
Na aanvaarding van hun benoeming zijn de arbiters beschikbaar om hun taken gedurende de gehele procedure grondig, snel, eerlijk en zorgvuldig uit te voeren en voeren zij deze uit. |
11. |
De arbiters behandelen alleen de kwesties die in de procedure aan de orde worden gesteld en die nodig zijn voor een beslissing of verslag. Zij delegeren die taak niet aan een andere persoon. |
12. |
De assistenten voldoen mutatis mutandis aan de verplichtingen die voor arbiters zijn vastgesteld in deel II (Grondbeginselen), deel III (Openbaarmakingsplicht) en deel VII (Vertrouwelijkheid). De arbiters nemen alle passende maatregelen om ervoor te zorgen dat hun assistenten op de hoogte zijn van deze verplichtingen en deze nakomen. |
-
V.Taken van potentiële kandidaten
13. |
Personen die zijn opgenomen in de lijst die is ophgesteld op grond van artikel 125 (Lijst van arbiters) van de overeenkomst, nemen hoge gedragsnormen in acht en vermijden laakbaar gedrag of het wekken van de schijn daarvan. Personen die op die lijst voorkomen of voor opname op die lijst in aanmerking komen, stellen de partijen onverwijld in kennis van elke aangelegenheid die in dit verband in overweging moet worden genomen. |
VI. Verplichtingen van voormalige arbiters
14. |
Voormalige arbiters onthouden zich van handelingen die de schijn kunnen wekken dat zij bij de uitoefening van hun taken niet onpartijdig waren of voordeel hebben gehaald uit het besluit of het verslag van het arbitragepanel. |
15. |
Voormalige arbiters leven de verplichtingen van deel VII (Vertrouwelijkheid) van deze gedragscode na. |
VII. Vertrouwelijkheid
16. |
Niet-openbare informatie over de procedure of informatie die de arbiters hebben verkregen tijdens de procedure waarvoor zij zijn aangesteld, mag door hen op geen enkel moment openbaar worden gemaakt of worden gebruikt, behalve ten behoeve van die procedure. Zij mogen dergelijke informatie met name niet openbaar maken of gebruiken om persoonlijk voordeel of voordeel voor anderen te behalen of om de belangen van anderen te schaden. |
17. |
De arbiters maken een beslissing of verslag van het arbitragepanel of delen daarvan niet openbaar voordat deze beslissing of dat verslag overeenkomstig artikel XIII (Transparantie) van het reglement van orde voor de beslechting van geschillen wordt bekendgemaakt. |
18. |
De arbiters maken op geen enkel moment informatie openbaar over de beraadslagingen van een arbitragepanel of over het standpunt van individuele arbiters, en leggen geen verklaringen af over de procedure waarvoor zij zijn aangesteld of over de litigieuze kwesties in de procedure. |
VIII. Onkosten
19. |
De arbiters houden de aan de procedure bestede tijd en de hiervoor gedane uitgaven, alsmede de door hun assistent hieraan bestede tijd en hiervoor gedane uitgaven, indien van toepassing, bij en overleggen hiervan een eindafrekening. |
IX. Bemiddelaars
20. |
Deze gedragscode is van overeenkomstige toepassing op bemiddelaars. |
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2025 VAN HET COMITÉ VAN HOGE AMBTENAREN, DAT IS OPGERICHT BIJ DE ECONOMISCHE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST (EPO) TUSSEN DE EUROPESE UNIE, ENERZIJDS, EN DE REPUBLIEK KENIA, LID VAN DE OOST-AFRIKAANSE GEMEENSCHAP, ANDERZIJDS
van …
met betrekking tot zijn reglement van orde
HET COMITÉ VAN HOGE AMBTENAREN,
Gezien de Economische Partnerschapsovereenkomst (EPO) tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (1) (de “overeenkomst”), ondertekend op 18 december 2023 in Nairobi, en met name de artikelen 106 en 107,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 106, lid 1, van de overeenkomst wordt de EPO-Raad vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst opgericht. |
(2) |
Op grond van artikel 107, lid 3, van de overeenkomst moet het Comité van hoge ambtenaren zijn eigen reglement van orde vaststellen, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het reglement van het Comité van hoge ambtenaren wordt vastgesteld overeenkomstig de bijlage.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor het Comité van hoge ambtenaren
De medevoorzitters
BIJLAGE
Reglement van orde van het Comité van hoge ambtenaren opgericht krachtens artikel 106 van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds
Artikel 1
Rol van het Comité van hoge ambtenaren
Het Comité van hoge ambtenaren dat is opgericht op grond van artikel 106 van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie, enerzijds, en de Republiek Kenia, lid van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds (hierna “overeenkomst” genoemd), is verantwoordelijk voor alle in artikel 106, lid 5, van de overeenkomst bedoelde aangelegenheden.
Artikel 2
Samenstelling en voorzitterschap
-
1.Het Comité van hoge ambtenaren bestaat uit en wordt gezamenlijk voorgezeten door vertegenwoordigers van de Europese Unie en van de Republiek Kenia, overeenkomstig artikel 106 van de overeenkomst, of hun vertegenwoordigers.
-
2.Elke partij stelt de andere partij in kennis van de naam, functie en contactgegevens van de hoge ambtenaar of de kabinetschef die verantwoordelijk is voor het medevoorzitterschap van het Comité van hoge ambtenaren voor die partij (de “medevoorzitter”). Die hoge ambtenaar of kabinetschef wordt geacht bevoegd te zijn de partij te vertegenwoordigen tot de datum waarop de partij de andere partij in kennis heeft gesteld van de benoeming van een nieuwe medevoorzitter.
Artikel 3
Secretariaat
-
1.Ambtenaren van de voor handel bevoegde dienst van elke partij fungeren gezamenlijk als secretariaat van het Comité van hoge ambtenaren (het “secretariaat”).
-
2.Elke partij stelt de andere partij in kennis van de naam, de functie en de contactgegevens van de ambtenaar die voor die partij lid is van het secretariaat van het Comité van hoge ambtenaren (de “secretaris”). Die ambtenaar wordt geacht te blijven fungeren als secretaris voor de partij tot de datum waarop de partij de andere partij in kennis heeft gesteld van de benoeming van een nieuwe secretaris.
Artikel 4
Vergaderingen
-
1.Op grond van artikel 106, lid 3, van de overeenkomst en onder voorbehoud van door de EPO-Raad gegeven aanwijzingen, komt het Comité van hoge ambtenaren ten minste eenmaal per jaar bijeen; wanneer de omstandigheden zulks vereisen, kan het in buitengewone vergadering bijeenkomen op elk door de partijen overeengekomen tijdstip. Het Comité van hoge ambtenaren komt ook voorafgaand aan de vergaderingen van de EPO-Raad bijeen.
-
2.De vergaderingen vinden op een overeengekomen datum en tijdstip afwisselend in Brussel en Nairobi plaats, tenzij de medevoorzitters anders overeenkomen.
-
3.De vergaderingen worden bijeengeroepen door de medevoorzitter van de partij die de vergadering organiseert.
-
4.Een vergadering kan plaatsvinden in persoon, per videoconferentie of op een andere door de partijen overeengekomen wijze.
Artikel 5
Delegaties
De secretaris voor elke partij stelt de secretaris voor de andere partij een redelijke tijd vóór een vergadering in kennis van de voorgenomen samenstelling van de delegaties van de Europese Unie, respectievelijk van de Republiek Kenia. De lijsten vermelden de naam en functie van elk lid van de delegatie.
Artikel 6
Agenda van de vergaderingen
-
1.Ten minste 21 dagen vóór een vergadering zendt de secretaris van de partij die de vergadering organiseert een voorstel voor een voorlopige agenda aan de andere partij, met een termijn voor het indienen van opmerkingen. Ten minste 14 dagen vóór de vergadering stelt het secretariaat de voorlopige agenda op, rekening houdend met de ingediende opmerkingen.
-
2.De agenda wordt bij het begin van elke bijeenkomst door het Comité van hoge ambtenaren vastgesteld. Punten die niet op de voorlopige agenda staan, kunnen in onderlinge overeenstemming op de agenda worden geplaatst.
Artikel 7
Uitnodiging van deskundigen
De medevoorzitters kunnen in onderling overleg deskundigen (dat wil zeggen personen die geen ambtenaar zijn) uitnodigen om de vergaderingen van het Comité van hoge ambtenaren bij te wonen om informatie te verstrekken over specifieke onderwerpen en alleen voor de delen van de vergadering tijdens welke die specifieke onderwerpen worden besproken.
Artikel 8
Notulen
-
1.De secretaris voor de partij die de vergadering organiseert, stelt binnen 15 dagen vanaf het einde van de vergadering ontwerpnotulen daarvan op, tenzij de medevoorzitters anders besluiten. De ontwerpnotulen worden voor commentaar toegezonden aan de secretaris voor de andere partij.
-
2.Wanneer dit reglement van toepassing is op de vergaderingen van gespecialiseerde comités of van het Speciaal Comité voor douane en handelsbevordering, worden de notulen van die vergaderingen beschikbaar gesteld voor eventuele latere vergaderingen van het Comité van hoge ambtenaren of van de EPO-Raad, naargelang het geval.
-
3.De notulen geven in de regel een korte samenvatting van elk agendapunt, met in voorkomend geval een specificatie van de volgende elementen:
a) |
alle bij het Comité van hoge ambtenaren ingediende documenten; |
b) |
eventuele verklaringen die een van de medevoorzitters heeft verzocht in de notulen op te nemen, en |
c) |
de vastgestelde besluiten, aanbevelingen, verklaringen en conclusies met betrekking tot specifieke punten. |
-
4.De notulen bevatten een lijst van alle besluiten van het Comité van hoge ambtenaren die sinds de laatste vergadering van het Comité van hoge ambtenaren zijn genomen volgens de schriftelijke procedure op grond van artikel 9, lid 2.
-
5.Een bijlage bij de notulen bevat tevens een lijst met de namen, titels en hoedanigheden van alle personen die de vergadering van het Comité van hoge ambtenaren hebben bijgewoond.
-
6.Het secretariaat past de ontwerpnotulen aan op basis van de ontvangen opmerkingen; de herziene ontwerpnotulen worden binnen 30 dagen na de vergadering of uiterlijk op een andere door de medevoorzitters overeengekomen datum door de partijen goedgekeurd. Na de goedkeuring worden door het secretariaat twee originelen van de notulen opgesteld, waarvan de partijen elk een origineel ontvangt.
Artikel 9
Besluiten en aanbevelingen
-
1.Het Comité van hoge ambtenaren kan besluiten vaststellen en aanbevelingen doen betreffende alle aangelegenheden waarvoor de overeenkomst daarin voorziet. Het Comité van hoge ambtenaren neemt besluiten en doet aanbevelingen bij onderlinge overeenstemming, zoals bepaald in artikel 107 van de overeenkomst.
-
2.In de periode tussen twee vergaderingen kan het Comité van hoge ambtenaren besluiten of aanbevelingen vaststellen volgens de schriftelijke procedure.
-
3.De tekst van een ontwerpbesluit of -aanbeveling wordt door een medevoorzitter schriftelijk in de werktaal van het Comité van hoge ambtenaren aan de andere medevoorzitter voorgelegd. De andere partij heeft een maand, of een door de voorstellende partij gespecificeerde langere tijd, om in te stemmen met het ontwerpbesluit of de ontwerpaanbeveling. Indien de andere partij er niet mee instemt, wordt het voorgestelde besluit of de voorgestelde aanbeveling tijdens de volgende vergadering van het Comité van hoge ambtenaren besproken en eventueel aangenomen. De ontwerpbesluiten of -aanbevelingen worden geacht te zijn goedgekeurd zodra de andere partij haar instemming heeft betuigd en worden op grond van artikel 8, lid 3, opgenomen in de notulen van de vergadering van het Comité van hoge ambtenaren.
-
4.In de gevallen waarin het Comité van hoge ambtenaren krachtens de overeenkomst gemachtigd is besluiten of aanbevelingen vast te stellen, worden de desbetreffende documenten voorzien van het opschrift “Besluit” of “Aanbeveling”. Het secretariaat voorziet de besluiten of aanbevelingen van een oplopend volgnummer, specificeert de datum van vaststelling ervan en geeft een beschrijving van hun onderwerp. In elk besluit en in elke aanbeveling wordt de datum van inwerkingtreding vermeld.
-
5.De door het Comité van hoge ambtenaren vastgestelde besluiten en aanbevelingen worden in tweevoud opgesteld en door de medevoorzitters gewaarmerkt; aan elke partij wordt een exemplaar toegezonden.
Artikel 10
Transparantie
-
1.De partijen kunnen besluiten in het openbaar te vergaderen.
-
2.Elke partij kan besluiten om de besluiten en aanbevelingen van het Comité van hoge ambtenaren in haar respectieve officiële publicatieblad of online bekend te maken.
-
3.Alle door een partij ingediende documenten worden als vertrouwelijk beschouwd, tenzij die partij anders besluit.
-
4.De voorlopige agenda’s van de vergaderingen van het Comité van hoge ambtenaren worden openbaar gemaakt voordat de vergadering van het Comité van hoge ambtenaren plaatsvindt. De notulen van de vergaderingen worden openbaar gemaakt nadat zij overeenkomstig artikel 8 zijn goedgekeurd.
-
5.De in de leden 2 tot en met 4 vermelde documenten worden bekendgemaakt in overeenstemming met de toepasselijke gegevensbeschermingsregels van elke partij.
Artikel 11
Talen
-
1.De werktaal van het Comité van hoge ambtenaren is het Engels.
-
2.Het Comité van hoge ambtenaren stelt besluiten vast in de in lid 1 bedoelde werktaal.
-
3.Elke partij is verantwoordelijk voor de vertaling, waar relevant, van besluiten en andere documenten in haar eigen officiële taal of talen en draagt de kosten van die vertalingen.
Artikel 12
Kosten
-
1.Elke partij draagt haar eigen kosten in verband met haar deelname aan de vergaderingen van het Comité van hoge ambtenaren, en met name haar personeels-, reis- en verblijfskosten alsmede haar eigen kosten voor video- of teleconferenties, post en telecommunicatie.
-
2.Uitgaven in verband met de organisatie van vergaderingen en de reproductie van documenten komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
-
3.Uitgaven in verband met vertolking van en naar de werktaal tijdens vergaderingen van het Comité van hoge ambtenaren komen ten laste van de partij die de vergadering organiseert.
Artikel 13
Gespecialiseerde comités en andere bij de overeenkomst opgerichte organen
-
1.Bij de uitoefening van zijn functies, op grond van artikel 107 van de overeenkomst, kan het Comité van hoge ambtenaren onder zijn gezag gespecialiseerde comités instellen die belast zijn met de behandeling van specifieke onderwerpen in het kader van de overeenkomst. Daartoe bepaalt het Comité van hoge ambtenaren de samenstelling en de taken van deze gespecialiseerde comités.
-
2.Op grond van artikel 107 van de overeenkomst geeft het Comité van hoge ambtenaren aanwijzingen aan en houdt het toezicht op alle bij de overeenkomst ingestelde gespecialiseerde comités en andere organen.
-
3.Het Comité van hoge ambtenaren wordt schriftelijk in kennis gesteld van de contactpunten die zijn aangewezen door de krachtens de overeenkomst opgerichte gespecialiseerde comités of andere organen. Alle relevante correspondentie, documenten en mededelingen die tussen de contactpunten van elk gespecialiseerd comité worden uitgewisseld in verband met de uitvoering van de overeenkomst, worden tegelijkertijd aan het secretariaat van het Comité van hoge ambtenaren toegezonden.
-
4.Tenzij door het Comité van hoge ambtenaren anders wordt besloten, is het onderhavige reglement van orde van overeenkomstige toepassing op de krachtens de overeenkomst opgerichte gespecialiseerde comités en andere organen.
Artikel 14
Wijzigingen van het reglement van orde
Dit reglement van orde kan schriftelijk worden gewijzigd bij besluit van het Comité van hoge ambtenaren overeenkomstig artikel 9.
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/894/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.