Verordening 2025/1276 - Wijziging van Verordening (EU) nr. 228/2013 wat betreft aanvullende bijstand aan en verdere flexibiliteit met betrekking tot ultraperifere gebieden die door een ernstige natuurramp zijn getroffen, en in de context van de verwoesting veroorzaakt door cycloon Chido op Mayotte - Hoofdinhoud
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/1276 |
27.6.2025 |
VERORDENING (EU) 2025/1276 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 24 juni 2025
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 228/2013 wat betreft aanvullende bijstand aan en verdere flexibiliteit met betrekking tot ultraperifere gebieden die door een ernstige natuurramp zijn getroffen, en in de context van de verwoesting veroorzaakt door cycloon Chido op Mayotte
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 42, artikel 43, lid 2, en artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 18 december 2024 is een staat van uitzonderlijke natuurramp uitgeroepen voor Mayotte naar aanleiding van de verwoestende gevolgen van de cycloon Chido, die een groot deel van het landbouw- en bosbouwpotentieel van het eiland verwoestte, en de beschikbaarheid van voedsel en de voedselzekerheid in gevaar bracht. Die ongekend hevige cycloon en andere recente natuurrampen in de ultraperifere gebieden van de Unie in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (“VWEU”) (de “ultraperifere gebieden”) tonen aan dat die gebieden kwetsbaar zijn voor de gevolgen van de klimaatverandering, met inbegrip van een verhoogd risico op uitzonderlijke natuurrampen en extreme weersomstandigheden met langetermijngevolgen. |
(2) |
Om de gevolgen van uitzonderlijke natuurrampen of extreme weersomstandigheden in de ultraperifere gebieden aan te pakken en te beperken, met name wat betreft de steun voor lokale productie via het in Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) bedoelde programma van speciaal op een afgelegen en insulair karakter afgestemde maatregelen (programme d'options spécifiques à l'éloignement et l'insularité — Posei) (het “Posei-programma”), moet het mogelijk zijn voor betrokken begunstigden om gedurende de herstelperiode betalingen in het kader van het Posei-programma te blijven ontvangen, ongeacht het niveau van hun activiteiten, op voorwaarde dat zij zich formeel ertoe verbinden hun landbouwproductiecapaciteit te herstellen. Daarom moeten bevoegde nationale autoriteiten, op basis van relevant bewijs, kunnen beslissen over het van toepassing zijn van het principe van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden. Het moet voor lidstaten ook mogelijk zijn om, in uitzonderlijke en naar behoren gemotiveerde omstandigheden, voorstellen tot wijziging van het Posei-programma in te dienen om de herstelperiode voor bepaalde sectoren langer te laten duren dan de periode die gerechtvaardigd zou zijn door de toepassing van het beginsel van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden. De uitvoering van die wijzigingen moet jaarlijks worden geëvalueerd en de voortgang ervan moet worden gemonitord. Daarom moeten de artikelen 6 en 19 van Verordening (EU) nr. 228/2013 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(3) |
Met het oog op de aanpak van de kwetsbaarheid van het voedselsysteem op Mayotte en van de andere uitdagingen voor zijn plattelandsgemeenschappen, die het gevolg zijn van de ongekende natuurramp die veroorzaakt werd door cycloon Chido, is het passend snel en bij wijze van uitzondering doeltreffende steun te verlenen via het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (“Elfpo”) en te voorzien in bijkomende flexibiliteit bij de toepassing van de bestaande regels. Artikel 6 bis van Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad (4) voerde een nieuwe maatregel voor uitzonderlijke tijdelijke steun in reactie op de gevolgen van natuurrampen in, die gefinancierd moet worden in het kader van het Elfpo binnen het rechtskader dat van toepassing is op de programmeringsperiode 2014-2020, zoals verlengd bij die verordening. Om ervoor te zorgen dat Mayotte kan reageren op de gevolgen van cycloon Chido, rekening houdende met de moeilijkheden die worden veroorzaakt door zijn specifiek situatie als ultraperifereegebied, is het nodig vast te stellen hoe de maatregel uit hoofde van artikel 6 bis van Verordening (EU) 2020/2220 op Mayotte moet worden toegepast. Aangezien de specifieke moeilijkheden om te reageren op de uitzonderlijke situatie op Mayotte verband houden met de afgelegen ligging van het eiland als ultraperifeer gebied, moet de flexibiliteit om aanvullende Elfpo-steun mogelijk te maken geboden worden door de instelling van een specifiek rechtskader voor de ultraperifere gebieden. Daarom moet artikel 22 van Verordening (EU) nr. 228/2013 dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(4) |
Daar de doelstelling van deze verordening — het aanpakken en beperken van de gevolgen van natuurrampen op de agrovoedings- en bosbouwsector in de ultraperifere gebieden door verdere flexibiliteit te bieden na uitzonderlijke natuurrampen of extreme weersomstandigheden, en met name na cycloon Chido op Mayotte — niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (“VEU”) neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(5) |
Verordening (EU) nr. 228/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(6) |
Gezien de verwoestende gevolgen van de huidige natuurrampen en de urgentie om de gevolgen ervan voor de agrovoedings- en bosbouwsector in de ultraperifere gebieden aan te pakken en te beperken, alsook de urgentie om de maatregel zoals bedoeld in artikel 6 bis van Verordening (EU) 2020/2220 toe te passen vóór het einde van de programmeringsperiode 2014-2020, zoals verlengd bij die verordening, wordt het passend geacht gebruik te maken van de uitzondering op de periode van acht weken waarin is voorzien door artikel 4 van Protocol nr. 1 betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie. |
(7) |
Met het oog op de soepele uitvoering van wijzigingen van Verordening (EU) nr. 228/2013 en gezien de dringende noodzaak om de gevolgen van uitzonderlijke natuurrampen of extreme weersomstandigheden in de ultraperifere gebieden van de Unie aan te pakken en te beperken, en met name die van cycloon Chido op Mayotte, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EU) nr. 228/2013 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
aan artikel 6 wordt het volgende lid toegevoegd: “5. In geval van een uitzonderlijke natuurramp of extreme weersomstandigheden die de landbouwproductiecapaciteit in een ultraperifeer gebied geheel of gedeeltelijk vernietigen, kan een lidstaat, onder toepassing van het beginsel van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden, bij de Commissie een voorstel voor wijzigingen van het Posei-programma indienen zodat de betrokken begunstigden gedurende de gehele herstelperiode steun in het kader van het Posei-programma kunnen blijven ontvangen in de vorm van in artikel 19 voorziene maatregelen ten gunste van de lokale landbouwproductie. De uitvoering van die wijzigingen van het Posei-programma wordt jaarlijks geëvalueerd en de voortgang ervan wordt gemonitord door de Commissie en de betrokken lidstaat, die nauw samenwerken.” ; |
2) |
aan artikel 19 wordt het volgende lid toegevoegd: “5. Wanneer het programma overeenkomstig artikel 6, lid 5, wordt gewijzigd, kunnen begunstigden die door de uitzonderlijke natuurramp of de extreme weersomstandigheden zijn getroffen, steun blijven ontvangen in de vorm van in lid 4 voorziene steunmaatregelen voor de productie, verwerking of afzet, gedurende de herstelperiode, ongeacht het niveau van hun activiteiten, op voorwaarde dat zij zich formeel ertoe verbinden hun landbouwproductiecapaciteit te herstellen.” ; |
3) |
aan artikel 22 worden de volgende leden toegevoegd: “3. In afwijking van artikel 6 bis, lid 5, van Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad (*1) kan Mayotte na 30 juni 2025 steunaanvragen goedkeuren.
(*1) Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2220/oj).”." |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 24 juni 2025.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
R.METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
-
A.SZŁAPKA
-
Advies van 18 juni 2025 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Standpunt van het Europees Parlement van 17 juni 2025 (nog niet in het Publicatieblad bekendgemaakt) en besluit van de Raad van 23 juni 2025.
-
Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/228/oj).
-
Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot vaststelling van een aantal overgangsbepalingen voor steun uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) in de jaren 2021 en 2022 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1305/2013, (EU) nr. 1306/2013 en (EU) nr. 1307/2013 wat betreft de middelen en toepassing in de jaren 2021 en 2022 en van Verordening (EU) nr. 1308/2013 wat betreft de middelen en verdeling van die steun voor de jaren 2021 en 2022 (PB L 437 van 28.12.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2220/oj).
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/1276/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.