Besluit 2025/1302 - Standpunt EU in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk over Besluit nr. 2/2025 van de Partnerschapsraad

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/1302

2.7.2025

BESLUIT (EU) 2025/1302 VAN DE RAAD

van 17 juni 2025

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, over Besluit nr. 2/2025 van de Partnerschapsraad

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), werd door de Unie bij Besluit (EU) 2021/689 van de Raad (1) gesloten en is op 1 mei 2021 in werking getreden nadat zij vanaf 1 januari 2021 voorlopig werd toegepast.

 

(2)

De uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst opgerichte Partnerschapsraad kan op grond van artikel 519, punt b), van die overeenkomst besluiten vaststellen om interpretaties van de bepalingen van deel twee van die overeenkomst te geven.

 

(3)

De Partnerschapsraad kan overeenkomstig artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen 1 juli 2026 en 31 december 2026 besluiten om de toepassing van titel VIII tot en met 31 maart 2027 te verlengen.

 

(4)

De Partnerschapsraad dient bij haar volgende vergadering of via een schriftelijke procedure een besluit vast te stellen tot interpretatie en uitvoering van artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

 

(5)

Het is passend het namens de Unie door de Partnerschapsraad in te nemen standpunt vast te stellen over de interpretatie en uitvoering van artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Partnerschapsraad die is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, over de interpretatie en de uitvoering van artikel 331, lid 2, van die overeenkomst, is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van de Partnerschapsraad.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 17 juni 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    HENNIG-KLOSKA
 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/689/oj).
 

ONTWERP

BESLUIT NR. 2/2025 VAN DE PARTNERSCHAPSRAAD DIE IS OPGERICHT BIJ DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS,

van …

tot interpretatie van artikel 331, lid 2, en tot verlenging van de toepassing van deel twee, rubriek een, titel VIII inzake energie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds

DE PARTNERSCHAPSRAAD,

Gezien de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), en met name artikel 519, punt b), en artikel 331, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 331, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst is deel twee, rubriek een, titel VIII, van die overeenkomst (“titel VIII”) van toepassing tot en met 30 juni 2026.

 

(2)

De Partnerschapsraad kan overeenkomstig artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen 1 juli 2026 en 31 december 2026 besluiten om de toepassing van titel VIII tot en met 31 maart 2027 te verlengen.

 

(3)

Een situatie waarin de Partnerschapsraad pas een besluit over de verlenging van de toepassing van titel VIII kan vaststellen op het moment dat titel VIII al niet meer van toepassing is, zou kunnen leiden tot een onderbreking van de toepassing van titel VIII en daardoor tot onzekerheid wat betreft het wettelijk kader dat van toepassing is op de handel en investeringen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk op het gebied van energie en grondstoffen.

 

(4)

Met het oog op de rechtszekerheid en voorspelbaarheid is het daarom passend een besluit vast te stellen tot interpretatie van artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, in die zin dat een besluit van de Partnerschapsraad betreffende de verlenging van de toepassing van titel VIII tot en met 31 maart 2027 vóór 1 juli 2026 kan worden vastgesteld, mits dat besluit pas op 1 juli 2026 van kracht wordt.

 

(5)

De doelstellingen van titel VIII zijn de handel en investeringen op het gebied van energie en grondstoffen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk te bevorderen en de voorzieningszekerheid en milieuduurzaamheid te verbeteren, met name door bij te dragen aan de bestrijding van klimaatverandering op die gebieden.

 

(6)

Om de doelstellingen van titel VIII te verwezenlijken, is het wenselijk dat zowel de Europese Unie als het Verenigd Koninkrijk hun samenwerking op energiegebied door de toepassing van titel VIII voortzetten.

 

(7)

Belanghebbenden uit de energiesector moeten een stabiel en voorspelbaar rechtskader krijgen voor de voortzetting van die samenwerking, waarmee ondernemen wordt vergemakkelijkt en marktstabiliteit gewaarborgd.

 

(8)

Het is daarom passend een besluit vast te stellen betreffende de toepassing van titel VIII tot en met 31 maart 2027,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 331, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst wordt zodanig geïnterpreteerd dat een besluit tot verlenging van de toepassing van deel twee, rubriek een, titel VIII inzake energie, van die overeenkomst tot en met 31 maart 2027 vóór 1 juli 2026 kan worden vastgesteld, mits dat besluit pas op 1 juli 2026 van kracht wordt.

Artikel 2

De toepassing van deel twee, rubriek een, titel VIII, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst wordt verlengd tot en met 31 maart 2027.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Artikel 2 wordt van kracht op 1 juli 2026.

Gedaan te Brussel en te Londen, … 2025.

Voor de Partnerschapsraad

De medevoorzitters

Maroš ŠEFČOVIČ

Nick THOMAS-SYMONDS

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/1302/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.