Besluit 2025/1348 - Ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst met Bosnië en Herzegovina inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2025/1348

11.7.2025

BESLUIT (EU) 2025/1348 VAN DE RAAD

van 27 januari 2025

inzake de ondertekening, namens de Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en d), en artikel 79, lid 2, punt c), in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 18 november 2022 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met Bosnië en Herzegovina over een overeenkomst inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina (de “overeenkomst”). De onderhandelingen zijn succesvol afgesloten.

 

(2)

Op grond van artikel 73, lid 3, van Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet, als de omstandigheden vereisen dat grensbeheerteams van het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht worden ingezet in een derde land waar de teamleden uitvoerende bevoegdheden zullen uitoefenen, tussen de Unie en het desbetreffende derde land op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een statusovereenkomst worden gesloten.

 

(3)

Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (2); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is noch bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

 

(4)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is het besluit noch bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien dit besluit voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over dit besluit of het dit in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

 

(5)

De overeenkomst moet worden ondertekend en de aangehechte verklaring betreffende IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein moet namens de Unie worden goedgekeurd.

 

(6)

Om te waarborgen dat het permanente korps van de Europese grens- en kustwacht met spoed op het grondgebied van Bosnië en Herzegovina kan worden ingezet, moet de overeenkomst voorlopig worden toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina (de “overeenkomst”) wordt hierbij namens de Unie machtiging verleend, onder voorbehoud van de sluiting van de overeenkomst.

Artikel 2

De aan dit besluit gehechte verklaring wordt namens de Unie goedgekeurd.

Artikel 3

In afwachting van de inwerkingtreding wordt de overeenkomst krachtens artikel 22, lid 3, ervan voorlopig toegepast vanaf de datum van de ondertekening.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 27 januari 2025.

Voor de Raad

De voorzitter

  • C. 
    SIEKIERSKI
 

 

VERKLARING BETREFFENDE IJSLAND, HET KONINKRIJK NOORWEGEN, DE ZWITSERSE BONDSSTAAT EN HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN

De partijen bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina nemen nota van de nauwe band tussen de Europese Unie en IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein, met name uit hoofde van de overeenkomsten van 18 mei 1999 en 26 oktober 2004 en het protocol van 28 februari 2008, inzake de wijze waarop die landen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.

Het is daarom wenselijk dat de autoriteiten van IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein enerzijds, en Bosnië en Herzegovina anderzijds, onverwijld bilaterale overeenkomsten sluiten inzake de uitvoering van operationele activiteiten door het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina, die vergelijkbaar zijn met de overeenkomst tussen de Europese Unie en Bosnië en Herzegovina inzake operationele activiteiten van het Europees Grens- en kustwachtagentschap in Bosnië en Herzegovina.

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/1348/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.