Verordening 1968/234 - Totstandbrenging van een gemeenschappelijke marktordening in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31968R0234

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31968R0234

Verordening (EEG) nr. 234/68 van de Raad van 27 februari 1968 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

Publicatieblad Nr. L 055 van 02/03/1968 blz. 0001 - 0004

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0005

Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0026

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 2 blz. 0005

Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1968(I) blz. 0026

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0027

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0094

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0094

++++

( 1 ) PB nr . 156 van 15 . 7 . 1967 , blz . 27 .

VERORDENING ( EEG ) Nr . 234/68 VAN DE RAAD

van 27 februari 1968

houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 42 en 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Overwegende dat de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor de landbouwprodukten gepaard moeten gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwprodukten , dat met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dient te omvatten , welke verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de produkten ;

Overwegende dat de produktie van levende planten en van produkten van de bloementeelt in de landbouweconomie van sommige gebieden van de Gemeenschap van bijzonder belang is ; dat deze produktie voor de landbouwers van deze gebieden een overwegend gedeelte van hun inkomen uitmaakt ; dat er derhalve door passende maatregelen naar dient te worden gestreefd de rationele afzet van deze produktie te bevorderen en de stabiliteit van de markt te verzekeren ;

Overwegende dat een der maatregelen die moeten worden getroffen voor de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten bestaat in de toepassing van gemeenschappelijke kwaliteitsnormen op de betrokken produkten ; dat de toepassing van deze normen dient te leiden tot het van de markt verwijderen van produkten van onbevredigende kwaliteit en tot het vergemakkelijken van het handelsverkeer op basis van een eerlijke mededinging , waarmede zal worden bijgedragen tot verbetering van de rentabiliteit van de produktie ;

Overwegende dat de toepassing van de kwaliteitsnormen een kwaliteitscontrole noodzakelijk maakt voor de produkten waarvoor de normalisatie geldt ; dat derhalve maatregelen getroffen dienen te worden waardoor een dergelijke controle verzekerd wordt ;

Overwegende dat de uitvoer van bloembollen naar derde landen in economisch opzicht voor de Gemeenschap van aanzienlijk belang is ; dat de instandhouding en de ontwikkeling van deze uitvoer verzekerd kunnen worden door een stabilisatie van de prijzen voor dit handelsverkeer ; dat derhalve voor de uitvoer van de betrokken produkten minimumprijzen dienen te worden vastgesteld ;

Overwegende dat de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief rechtvaardigt ; dat het voorts noodzakelijk is om zo spoedig mogelijk over te gaan tot coordinatie en unificatie van de ten opzichte van derde landen toegepaste invoerregelingen ;

Overwegende dat de Gemeenschap , ten einde haar markt niet weerloos te laten tegen uitzonderlijke verstoringen die kunnen optreden te gevolge van de invoer of de uitvoer , snel de nodige maatregelen dient te kunnen nemen ;

Overwegende dat de gemeenschappelijke ordening der markten de opheffing impliceert van alle belemmeringen aan de binnengrenzen van de Gemeenschap voor het vrije verkeer van de betrokken goederen ;

Overwegende dat het dienstig is dat de bepalingen van het Verdrag die het mogelijk maken de door de Lid-Staten verleende steun te beoordelen en die steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden , van toepassing worden verklaard op de sector levende planten en produkten van de bloementeelt ;

Overwegende dat , om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken , dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht ;

Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector levende planten en produkten van de bloementeelt gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In de sector levende planten en produkten van de bloementeelt wordt een gemeenschappelijke ordening der markten tot stand gebracht , welke een stelsel van kwaliteitsnormen alsmede een regeling van het handelsverkeer omvat en geldt ten aanzien van de produkten die vallen onder hoofdstuk 6 van het gemeeenschappelijk douanetarief .

Artikel 2

Ten einde de initiatieven van het betrokken bedrijfsleven aan te moedigen kunnen voor de in artikel 1 bedoelde produkten de volgende communautaire maatregelen worden genomen :

_ maatregelen tot verbetering van de kwaliteit en tot opvoering van het gebruik ,

_ maatregelen die kunnen bijdragen tot een betere organisatie van de produktie en de commercialisatie ,

_ maatregelen ertoe strekkende de waarneming van het prijsverloop op de markt te vergemakkelijken .

De algemene voorschriften betreffende deze maatregelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

Artikel 3

Voor de in artikel 1 bedoelde produkten of voor groepen van deze produkten kunnen normen ten aanzien van kwaliteit , sortering en opmaak , alsmede de werkingssfeer van deze normen , worden vastgesteld ; deze normen kunnen met name betrekking hebben op de indeling in kwaliteitsklassen , op verpakking en presentatie alsmede op de aanduiding .

Wanneer er normen zijn vastgesteld mogen de produkten waarop zij van toepassing zijn slechts worden uitgestald met het oog op verkoop , te koop worden aangeboden , verkocht , afgeleverd of op enige andere wijze in de handel worden gebracht indien zij voldoen aan genoemde normen .

De normen en de algemene voorschriften voor de toepassing ervan worden door de Raad op voorstel van de Commissie vastgesteld overeenkomstig de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

Artikel 4

Aanpassing van de kwaliteitsnormen aan door de techniek van de produktie en de handel gestelde eisen vindt plaats volgens de procedure van artikel 14 .

Artikel 5

1 . De Lid-Staten onderwerpen de produkten waarvoor kwaliteitsnormen zijn vastgesteld aan een controle om na te gaan of zij aan deze normen voldoen . Zij delen de andere Lid-Staten en de Commissie uiterlijk een maand na de inwerkingtreding van elke kwaliteitsnorm de naam en het adres mede van de instanties welke belast zijn met de controle op het produkt of op de groep van produkten waarvoor de norm is vastgesteld .

2 . De uitvoeringsbepalingen van lid 1 worden , voor zover nodig , vastgesteld volgens de procedure van artikel 14 , waarbij met name rekening wordt gehouden met de noodzaak een coordinatie van de werkzaamheden der controle-instanties en eenheid van interpretatie en toepassing van de kwaliteitsnormen te verzekeren .

Artikel 6

Wanneer normen zijn vastgesteld , moeten bij elk aanbod aan het publiek door middel van advertenties , catalogussen of prijslijsten , indien daarin de prijs is vermeld , tevens de aard van het produkt en de grootteklasse worden aangegeven .

Artikel 7

1 . Elk jaar en voor de eerste maal in 1968 kunnen voor elk van de produkten van post 06.01 A van het gemeenschappelijk douanetarief volgens de procedure van artikel 14 tijdig v}}r het begin van het verkoopseizoen een of meer minimuprijzen worden vastgesteld voor de uitvoer naar derde landen .

De uitvoer van deze produkten mag slechts geschieden tegen een prijs die gelijk is aan of hoger dan de voor het betrokken produkt vastgestelde minimumprijs .

2 . De uitvoeringsbepalingen van lid 1 worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 14 .

Artikel 8

1 . Het gemeenschappelijk douanetarief is van 1 juli 1968 af op de in artikel 1 bedoelde produkten van toepassing ; met ingang van dezelfde datum is de heffing van elk ander douanerecht verboden .

2 . De nodige bepalingen ter zake van de coordinatie en de unificatie van de invoerregelingen die door iedere Lid-Staat worden toegepast ten opzichte van derde landen , worden door de Raad op voorstel van de Commissie volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag v}}r 1 juli 1968 vastgesteld . Deze maatregelen worden op 1 januari 1969 van toepassing .

Artikel 9

1 . Indien in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1 bedoelde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan , die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen , kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat de verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is .

De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de uitvoeringsbepalingen van dit lid vast en bepaalt in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen nemen .

2 . Indien de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet , beslist de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief ter zake van de noodzakelijke maatregelen , die aan de Lid-Staten worden medegedeeld en onmiddellijk van toepassing zijn . Indien een dergelijk verzoek van een Lid-Staat bij de Commissie wordt ingediend , beslist zij hierover binnen de vierentwintig uur na ontvangst van het verzoek .

3 . Iedere Lid-Staat kan de maatregel van de Commissie binnen de drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling daarvan aan de Raad voorleggen . De Raad komt onverwijld bijeen . Hij kan volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de betrokken maatregel wijzigen of vernietigen .

Artikel 10

1 . In het handelsverkeer binnen de Gemeenschap zijn verboden :

_ de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking ;

_ elke kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking ;

_ het beroep op artikel 44 van het Verdrag .

2 . In afwijking het bepaalde in lid 1 , tweede en derde streepje , blijft de handhaving van kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking en het beroep op artikel 44 van het Verdrag toegestaan voor :

_ stekken zonder wortels en enten van de wijnstok van post 06.02 A I en plantgoed van wijnstokken , geënt of met wortels van post 06.02 B , tot de datum die is vastgesteld voor de toepassing in alle Lid-Staten van de door de Raad vast te stellen bepalingen betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ;

_ potplanten en plantgoed van fruitbomen van post 06.02 C II , tot en met 31 december 1968 .

Voor potplanten en plantgoed van fruitbomen van post 06.02 C II stelt de Raad maatregelen vast die eventueel nodig zijn in het kader van de artikelen 3 , 12 of 18 van deze verordening .

Artikel 11

Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening zijn de artikelen 92 tot en met 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de in artikel 1 bedoelde produkten .

Artikel 12

De Raad stelt volgens de procedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de maatregelen vast welke op grond van de opgedane ervaring nodig mochten zijn ter aanvulling van de bepalingen van deze verordening .

Artikel 13

1 . Er is ingesteld een Comité van beheer voor levende planten en produkten van de bloementeelt , hierna te noemen het " Comité " , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

Artikel 14

1 . In de gevellen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van twaalf stemmen .

3 . De Commissie stelt maatregelen vast , die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien echter deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten , tot ten hoogste een maand na deze kennisgeving uitstellen .

De Raad kan binnen een maand een andersluidend besluit nemen volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

Artikel 15

Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

Artikel 16

Aan het einde van de overgangsperiode besluit de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , op voorstel van de Commissie , gelet op de verworven ervaring , tot handhaving of wijziging van de bepalingen van artikel 14 .

Artikel 17

Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleiden .

Artikel 18

Deze verordening is van toepassing onverminderd de reeds vastgestelde of nog vast te stellen bepalingen , bestemd om die wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen van de Lid-Staten nader tot elkaar te brengen , welke ten doel hebben het technische of genetische peil van de produktie van bepaalde onder artikel 1 vallende produkten die specifiek voor de teelt worden bestemd , te handhaven of te verbeteren .

Artikel 19

Deze verordening treed in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1968 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 27 februari 1968 .

Voor de Raad

De Voorzitter

E . FAURE

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.