Besluit 1973/391 - Raadplegings- en informatieprocedures op het gebied van kredietverzekering, garanties en financieringskredieten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
73/391/EEG: Beschikking van de Raad van 3 december 1973 betreffende de raadplegings- en informatieprocedures op het gebied van kredietverzekering, garanties en financieringskredieten
Publicatieblad Nr. L 346 van 17/12/1973 blz. 0001 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0206
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 11 Deel 6 blz. 0019
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 1 blz. 0206
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 11 Deel 5 blz. 0019
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 11 Deel 5 blz. 0019
++++
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 3 december 1973
betreffende de raadplegings - en informatieprocedures op het gebied van kredietverzekering , garanties en financieringskredieten
( 73/391/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 113 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Overwegende dat de Raad bij beschikking van 27 september 1960 een Groep belast met de coordinatie van het beleid inzake kredietverzekering , garanties en financieringskredieten heeft ingesteld ( 1 ) ;
Overwegende dat de Raad bij besluit van 26 januari 1965 een raadplegingsprocedure op het gebied van de kredietverzekering , garanties en financieringskredieten heeft ingesteld ( 2 ) ;
Overwegende dat deze procedure dient te worden aangepast in het licht van de bij toepassing ervan opgedane ervaring ,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :
Artikel 1
De bepalingen van de aan deze beschikking gehechte bijlage zijn van toepassing met ingang van 1 januari 1974 .
Zij treden in de plaats van de eerder door de Raad vastgestelde bepalingen met betrekking tot de raadplegingsprocedure op het gebied van kredietverzekering , garanties en financieringskredieten .
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 3 december 1973 .
Voor de Raad
De Voorzitter
I . NOERGAARD
( 1 ) PB nr . 66 van 27 . 10 . 1960 , blz . 1339/60 .
( 2 ) PB nr . 19 van 5 . 2 . 1965 , blz . 255/65 .
BIJLAGE
RAADPLEGINGS - EN INFORMATIEPROCEDURES OP HET GEBIED VAN KREDIETVERZEKERING , GARANTIES EN FINANCIERINGSKREDIETEN
TITEL I
ALGEMENE PROCEDURE
Afdeling I
Werkingssfeer
Artikel 1
Raadpleging volgens de procedure van afdeling II dient plaats te vinden zodra - door de Staat , enig ander overheidslichaam of een onder de Staat of een ander overheidslichaam ressorterende kredietverzekerings - of financieringsinstelling - de verlening of de gehele dan wel gedeeltelijke garantie wordt overwogen van kredieten aan het buitenland :
-
-die zijn gebonden aan exporten van goederen of diensten ;
-
-die afwijken van de in bijlage 1 genoemde normen of van enige andere door de Lid-Staten aanvaarde norm .
Artikel 2
De raadplegingsprocedure is van toepassing op :
-
-leverancierskredieten en financieringskredieten ;
-
-kredieten voor afzonderlijke transacties en de in artikel 3 omschreven globale krediettoezeggingen ;
-
-zuiver particuliere kredieten en kredieten waarvoor geheel of gedeeltelijk openbare middelen worden aangewend .
Voor de toepassing van de onderhavige procedure worden gemengde kredieten waarvoor openbare en particuliere middelen te zamen worden aangewend , alsmede globale toezeggingen voor particuliere kredieten waaraan rentesubsidies uit openbare middelen zijn verbonden , beschouwd als openbare kredieten .
Artikel 3
1 . Onder globale krediettoezegging wordt verstaan elke regeling of elke verklaring , ongeacht de vorm , krachtens welke een derde land , de exporteurs of de financiële instellingen , in kennis worden gesteld van het voornemen om leveranciers - of financieringskredieten te garanderen of om financieringskredieten te verlenen , een en ander binnen de grenzen van een bepaald of te bepalen maximum en ten behoeve van een reeks transacties .
De raadplegingsprocedure is op deze globale toezeggingen van toepassing ook al is de aard van de transacties niet nader bepaald en ook al is er geen enkele formele verplichting aangegaan omdat het recht om over elke afzonderlijke transactie te beslissen is voorbehouden .
2 . Indien bij de raadpleging over een globale toezegging - ongeacht of deze van openbare of particuliere aard is - een Lid-Staat of de Commissie om mondelinge raadpleging verzoekt , en indien bij deze mondelinge raadpleging vijf Lid-Staten verlangen dat over alle of sommige der aan deze toezegging toe te rekenen afzonderlijke transacties vooraf raadpleging plaatsvindt , is de raadplegingsprocedure op deze transacties van toepassing .
3 . De Lid-Staat die een globale toezegging heeft gedaan , doet ieder halfjaar achteraf mededeling van de stand van het verbruik van de toezegging .
Afdeling II
Procedure
Artikel 4
In geval van een afzonderlijke transactie , verstrekt de Lid-Staat die de raadpleging inleidt , de volgende inlichtingen :
a ) land van bestemming ;
b ) plaats van uitvoering van de transactie of , bij gebreke daarvan , plaats van vestiging van de contractpartij van het land van bestemming ;
c ) kenmerken van de transactie :
-
-aard van de transactie : soort goederen en bij benadering het aantal te leveren eenheden ,
-
-orde van grootte volgens de schaal opgenomen in bijlage 2 ,
-
-het feit of de kopers en eventuele garanten overheidsinstanties dan wel particulieren zijn ,
-
-indien het een transactie betreft waarvoor een internationale aanbesteding wordt gehouden : uiterste datum van inschrijving ;
d ) belangrijkste kredietvoorwaarden waarom de eventuele begunstigde verzoekt ;
e ) voorwaarden voor de kredietverlening die de autoriteiten van het exporterende land voornemens zijn goed te keuren :
-
-op krediet te betalen percentage ,
-
-looptijd van het krediet en aanvang van de krediettermijn ( bij voorbeeld elke levering , laatste levering , inbedrijfstelling ) ,
-
-tijdschema voor de terugbetaling ,
-
-indien de terugbetalingen niet in gelijke gedeelten regelmatig gespreid tussen de aanvangs - en de einddatum van het krediet geschieden : de juiste wijze van terugbetaling ( percentage van elk gedeelte en precieze datum van terugbetaling ) ,
-
-werkelijk verleende rentesubsidie , indien deze afwijkt van het gemene recht ; rentevoet , indien het krediet uit openbare middelen wordt verstrekt ,
-
-kredietverzekeringskosten , indien zij afwijken van het gemene recht ,
-
-omvang en voorwaarden van elke steun voor lokale kosten ;
f ) juiste redenen waarop men zich beroept om de in artikel 1 bedoelde normen niet toe te passen of om ervan af te wijken . In voorkomend geval moeten verplicht worden vermeld : hulpkrediet , concurrentie van een derde land ( met vermelding of deze concurrentie al dan niet wordt gesteund ) ; transactie die moet worden toegerekend aan een globale toezegging waarvoor een voorafgaande raadpleging heeft plaatsgevonden .
Artikel 5
In geval van globale krediettoezeggingen verstrekt de Lid-Staat die de raadpleging inleidt , de volgende inlichtingen :
a ) land van bestemming ;
b ) bedrag van de globale toezegging ;
c ) bestemming van het krediet :
-
-voor zover mogelijk , plaats van uitvoering van de transacties ,
-
-soort goederen dat eventueel moet worden geleverd ,
-
-het feit of de kredietnemers en eventuele garanten overheidsinstanties dan wel particulieren zijn ;
d ) kredietvoorwaarden naar analogie van de in artikel 4 , sub e ) , bedoelde inlichtingen , alsmede voorwaarden waaraan de afzonderlijke transacties moeten voldoen ( bij voorbeeld uiterste data voor toerekening aan de globale toezegging , minimumbedrag dat eventueel voor de transacties is vastgesteld ) ;
e ) juiste redenen waarop men zich beroept om de in artikel 1 bedoelde normen niet toe te passen of om ervan af te wijken . In voorkomend geval moeten verplicht worden vermeld : hulpkrediet , concurrentie van een derde land ( met vermelding of deze concurrentie al dan niet wordt gesteund ) .
Artikel 6
Bij het verstrekken van de inlichtingen wordt de volgende nummering gebruikt :
-
-afzonderlijke transacties : letter van de raadplegende Lid-Staat , gevolgd door een volgnummer per jaar ; indien de transactie wordt toegerekend aan een globale toezegging , dient ook de nummering van deze globale toezegging te worden vermeld ;
-
-globale toezeggingen voor particuliere kredieten : letter " X " gevolgd door de letter van de raadplegende Lid-Staat en een volgnummer per jaar ;
-
-openbare of gemengde kredieten : letter " A " gevolgd door de letter van de raadplegende Lid-Staat en een volgnummer per jaar .
Artikel 7
Om een tijdige coordinatie van de houding der Lid-Staten mogelijk te maken , moeten de in de artikelen 4 en 5 bedoelde inlichtingen zo spoedig mogelijk worden toegezonden na het in behandeling nemen van de garanties of de beoogde kredieten zelf , dan wel van enige andere beslissing die , op grond van een nationale regeling of nationale administratieve gebruiken , een voorwaarde vormt voor de verdere behandeling van de garanties of kredieten .
Artikel 8
In geval van wijziging van de factoren die hebben geleid tot een afwijking van de normen of indien nieuwe essentiële kredietvoorwaarden worden overwogen , die afwijken van die welke aanvankelijk door de raadplegende Lid-Staat zijn medegedeeld , moet een nieuwe raadpleging plaatsvinden onder een herzien nummer .
Indien echter de nieuwe overwogen voorwaarden minder ruim zijn , is de betrokken Lid-Staat slechts gehouden tot een onmiddellijke informatie onder het oorspronkelijke nummer .
Artikel 9
De inlichtingen bedoeld in de artikelen 4 en 5 , de antwoorden bedoeld in artikel 10 , alsmede de kennisgevingen bedoeld in artikel 15 , worden per telex medegedeeld aan de geadresseerden die respectievelijk door elke Lid-Staat , door de Commissie en door het Secretariaat van de Raad zijn aangewezen .
In alle briefwisseling betreffende een raadpleging dienen de nummering van deze raadpleging en het land van bestemming te worden vermeld .
Artikel 10
1 . De Lid-Staten alsmede de Commissie kunnen :
-
-mededelen dat de door de raadplegende Lid-Staat overwogen voorwaarden geen aanleiding geven tot opmerkingen :
-
-de raadplegende Lid-Staat om aanvullende bijzonderheden vragen ;
-
-opmerkingen en bezwaren maken of een ongunstig advies uitbrengen ; als ongunstig advies wordt slechts beschouwd het advies dat uitdrukkelijk met de woorden " ongunstig advies " is aangeduid ;
-
-om een raadplegingsvergadering verzoeken .
2 . Een raadplegingsvergadering vindt van rechtswege plaats indien over de transactie waarop de raadpleging betrekking heeft door vijf Lid-Staten een ongunstig advies is uitgebracht .
3 . Behoudens toepassing van het bepaalde in artikel 13 , is de raadplegende Lid-Staat ertoe gehouden zijn beslissing op te schorten tot de in artikel 11 vastgestelde termijnen zijn verstreken of , indien krachtens het bepaalde in lid 2 een raadplegingsvergadering van rechtswege dient plaats te vinden , totdat deze vergadering is gehouden .
Artikel 11
De in artikel 10 , lid 1 , bedoelde procedure moet binnen 7 kalenderdagen na de inleidende mededeling van de raadplegende Lid-Staat aanvangen .
In geval van verzoeken om aanvullende bijzonderheden , die uiterlijk bij het verstrijken van de genoemde termijn van 7 kalenderdagen tot de raadplegende Lid-Staat zijn gericht , moet de raadplegende Lid-Staat uiterlijk binnen 5 kalenderdagen antwoorden . De deelnemer aan de procedure beschikt over een termijn van ten hoogste 3 werkdagen na de ontvangst van de aanvullende bijzonderheden om zijn standpunt kenbaar te maken .
Artikel 12
Het uitblijven van antwoord van de geraadpleegde Lid-Staten en van de Commissie binnen de in artikel 11 bedoelde termijnen wordt geacht gelijk te staan met het ontbreken van opmerkingen in de zin van artikel 10 , lid 1 , eerste streepje .
Zodra een Lid-Staat die om aanvullende bijzonderheden heeft verzocht , aan de in artikel 9 bedoelde geadresseerden bekendmaakt dat hij geen antwoord heeft ontvangen bij het verstrijken van de in artikel 11 , tweede alinea , genoemde termijn , dient een raadplegingsvergadering van rechtswege plaats te vinden en is het bepaalde in artikel 10 , lid 3 , van toepassing .
Artikel 13
Bij wijze van uitzondering kan de raadplegende Lid-Staat onmiddellijk een beslissing nemen over de voorgenomen transactie , indien hij van oordeel is dat deze beslissing geen verder uitstel meer duldt .
Tenzij het uitsluitend kredieten uit openbare middelen betreft , is deze bepaling echter niet van toepassing :
-
-indien de beslissing om het krediet te verlenen of te garanderen uitsluitend wordt gemotiveerd door het bestaan van intracommunautaire concurrentie . Een onmiddellijke beslissing over een transactie kan evenwel worden genomen op basis van de voorwaarden die een andere Lid-Staat reeds heeft besloten te steunen ;
-
-indien een in internationaal verband vastgestelde procedure , waaraan alle Lid-Staten deelnemen , voorschrijft dat de deelnemers in dringende gevallen slechts de mogelijkheid hebben de normale termijnen voor het geven van een antwoord te bekorten .
Artikel 14
De raadplegingsvergaderingen worden gehouden ter gelegenheid van de vergaderingen van de Groep belast met de coordinatie van het beleid inzake kredietverzekering , garanties en financieringskredieten , die is opgericht bij beschikking van de Raad van 27 september 1960 , of ter gelegenheid van de vergaderingen van de Subgroepen daarvan . Bovendien worden op verzoek van een der Lid-Staten bijzondere vergaderingen belegd tussen de zittingen van de Groep en van haar Subgroepen .
De Lid-Staten en de Commissie stellen de in artikel 9 bedoelde geadresseerden zo mogelijk 4 kalenderdagen voor de raadplegingsvergaderingen in kennis van de lijst van punten die zij ter discussie willen stellen .
De raadplegingsvergaderingen worden gehouden ten kantore van het Secretariaat van de Raad .
Artikel 15
In alle gevallen wordt de uiteindelijke beslissing voor elke transactie ter kennis van de andere Lid-Staten gebracht . De kennisgeving van deze beslissing gaat vergezeld van een opgave van de redenen waarom de raadplegende Lid-Staat eventueel niet bij machte is geweest zich te richten naar de opmerkingen , bezwaren of ongunstige adviezen van de geraadpleegde partners .
TITEL II
BIJZONDERE PROCEDURES
Artikel 16
Een Lid-Staat kan aan een andere Lid-Staat vragen of hij op de hoogte is van een transactie waarvoor tot dusver geen raadpleging is gehouden , en met name van de door een exporteur of een financiële instelling genoemde kredietvoorwaarden . Indien binnen 7 kalenderdagen niet is geantwoord op dit verzoek om bijzonderheden , mag de Lid-Staat die de vragen heeft gesteld , ervan uitgaan dat de geraadpleegde Lid-Staat op de hoogte is van deze zaak , en dat de genoemde kredietvoorwaarden geacht kunnen worden te bestaan . Hij mag , volgens de procedure van titel I , een raadpleging inleiden , waarbij hij uitdrukkelijk vermeldt dat deze is gemotiveerd door een concurrentiesituatie waarvan het bestaan geacht wordt te zijn erkend .
Indien een Lid-Staat reeds een raadpleging heeft ingeleid en een andere Lid-Staat , die voor dezelfde transactie om steun is verzocht , bij de eerste Lid-Staat navraag doet omtrent zijn definitief standpunt , mag de navraag doende Lid-Staat , indien hij binnen 5 werkdagen geen antwoord heeft gekregen , ervan uitgaan dat de ondervraagde Lid-Staat de zaak heeft gesteund op basis van de in de raadpleging opgegeven voorwaarden .
Artikel 17
Voor niet-gebonden kredieten die afwijken van de in bijlage 1 genoemde normen of van enige andere door de Lid-Staten aanvaarde norm , dient in het kader van de Groep belast met de coordinatie van het beleid inzake kredietverzekering , garanties en financieringskredieten kennis te worden gegeven van :
-
-de voornaamste gegevens betreffende de in het afgelopen kwartaal verleende kredieten ;
-
-de stand van het verbruik van de niet-gebonden kredieten aan het einde van het afgelopen jaar .
Artikel 18
Wanneer een Lid-Staat met een derde land een overeenkomst sluit waarin sprake is van de mogelijke verlening van kredieten , zonder dat de exacte voorwaarden met betrekking tot deze kredieten worden vastgesteld ,
-
-is hij , in geval van gebonden kredieten , gehouden , zodra de overeenkomst is gesloten , de voornaamste gegevens betreffende de overeenkomst mede te delen aan de in artikel 9 bedoelde geadresseerden ;
-
-moeten , in geval van niet-gebonden kredieten , de in artikel 17 bedoelde kennisgevingen ook op deze kredieten betrekking hebben .
TITEL III
PERIODIEKE VERSLAGEN
Artikel 19
De Groep belast met de coordinatie van het beleid inzake kredietverzekering , garanties en financieringskredieten brengt elk halfjaar verslag uit over de toepassing van de in de titels I en II bedoelde procedures .
Naast deze periodieke verslagen , worden tevens aanvullende verslagen opgesteld indien de aard en het belang van de problemen die zich voordoen bij de toepassing van de procedures , zulks noodzakelijk maken .
BIJLAGE 1
COMMUNAUTAIRE NORMEN WAARVAN NIET ZONDER RAADPLEGING MAG WORDEN AFGEWEKEN
A . Looptijd van de kredieten
De looptijd van het verleende krediet , ongeacht of dit een leveranciers - dan wel een financieringskrediet is , mag niet langer zijn dan 5 jaar , te rekenen vanaf de volgende aanvangsdata :
1 . Kapitaalgoederen die afzonderlijk kunnen worden gebruikt :
( bij voorbeeld locomotieven ) : gemiddelde datum of werkelijke data waarop de afnemer de goederen in zijn eigen land werkelijk moet overnemen ;
2 . Kapitaalgoederen die bestemd zijn voor een complete installatie of voor een fabriek :
datum waarop de afnemer de gehele installatie die volgens het contract moet worden geleverd ( met uitzondering van de reserveonderdelen ) werkelijk moet overnemen ;
3 . Constructie - of installatiecontract :
de vroegste van de volgende twee data :
-
-datum waarop de verkoper de bouw of het aanbrengen van de installaties moet hebben voltooid ;
-
-twaalf maanden na de datum waarop alle installaties die volgens het contract moeten worden geleverd ( met uitzondering van de reserveonderdelen ) op de bouwplaats zijn geleverd .
B . Percentage van de lokale uitgaven
Voor verzekerde particuliere kredieten mag het op krediet te betalen resterende gedeelte van het lokale deel 5 % van het bedrag van het contract niet overschrijden ;
-
-er behoeft evenwel geen raadpleging plaats te vinden voor contracten waarbij de betaling van het lokale deel uiterlijk wordt verricht bij het verstrijken van een termijn van 3 maanden , te rekenen vanaf de algehele voltooiing van de werken of de leveringen ;
-
-voor de interpretatie van deze regel wordt verstaan onder :
-
-" op krediet te betalen resterende gedeelte " , het gedeelte dat overblijft nadat alle aanbetalingen met betrekking tot het contract in mindering zijn gebracht op het lokale deel ;
-
-" lokaal deel " , het deel van de contractprijs dat overeenkomt met de uitgaven die de exporteur denkt ter plaatse te doen om zijn personeel , derden , of leveringen te betalen ;
-
-" contract " , alle soorten overeenkomsten ( betreffende leveringen , uitvoering van werken , gemengde ) ;
-
-" aanbetalingen " , alle bedragen die moeten worden betaald tussen de bestelling en de volledige voltooiing van de werken of van de leveringen .
C . Leasing-contracten
Voor de toepassing van de regeling waarop de onderhavige beschikking betrekking heeft , worden leasing-contracten gelijkgesteld met kredieten . Indien de totale looptijd ervan niet uitdrukkelijk is beperkt , gaat men ervan uit dat hij langer dan 5 jaar is .
BIJLAGE 2
TE GEBRUIKEN WAARDESCHAAL
klasse I : tot 750 000 R.E .
klasse II : van 600 000 tot 1 500 000 R.E .
klasse III : van 1 250 000 tot 3 000 000 R.E .
klasse IV : van 2 500 000 tot 5 000 000 R.E .
klasse V : van 4 500 000 tot 10 000 000 R.E .
klasse VI : van 8 000 000 tot 22 000 000 R.E .
klasse VII : van 20 000 000 tot 44 000 000 R.E .
klasse VIII : meer dan 40 000 000 R.E .
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.