Verordening 1975/2777 - Gemeenschappelijke marktordening in de sector slachtpluimvee

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31975R2777

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31975R2777

Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee

Publicatieblad Nr. L 282 van 01/11/1975 blz. 0077 - 0083

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0213

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0071

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0213

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0151

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0151

VERORDENING (EEG) Nr. 2777/75 VAN DE RAAD van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

Overwegende dat de basisbepalingen inzake de ordening der markten in de sector slachtpluimvee sinds hun goedkeuring meermaals zijn gewijzigd ; dat zij talrijk en ingewikkeld zijn en over verschillende publikatiebladen verspreid, zodat zij moeilijk hanteerbaar zijn geworden, waardoor de voor elke wettelijke regeling noodzakelijke duidelijkheid ontbreekt ; dat onder deze omstandigheden tot codificatie moet worden overgegaan;

Overwegende dat de werking en de ontwikkeling van de gemeenschappelijke markt voor landbouwprodukten gepaard moeten gaan met de totstandkoming van een gemeenschappelijk landbouwbeleid en dat dit beleid met name een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten dient te omvatten, die verschillende vormen kan aannemen naar gelang van de produkten;

Overwegende dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid ten doel heeft de in artikel 39 van het Verdrag gestelde doeleinden te verwezenlijken ; dat het, met name in de sector slachtpluimvee, ten einde de markten te stabiliseren en de betrokken landbouwbevolking een redelijke levensstandaard te verzekeren, noodzakelijk is dat maatregelen ter vergemakkelijking van de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt kunnen worden getroffen;

Overwegende dat de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt in de sector slachtpluimvee de instelling van een uniforme regeling van het handelsverkeer aan de buitengrenzen van de Gemeenschap meebrengt, welke regeling een stelsel van heffingen en restituties bij de uitvoer omvat;

Overwegende dat ter bereiking van dit doel in beginsel kan worden volstaan met het leggen van heffingen op de invoer uit derde landen, waarbij rekening wordt gehouden met de invloed op de voederkosten van het verschil tussen de voedergraanprijzen in de Gemeenschap en op de wereldmarkt en tevens met de noodzaak de verwerkende industrie in de Gemeenschap te beschermen;

Overwegende dat verstoringen van de communautaire markt, te wijten aan aanbiedingen op de wereldmarkt tegen abnormaal lage prijzen, moeten worden voorkomen ; dat het daartoe noodzakelijk is sluisprijzen vast te stellen en de heffingen met een extra bedrag te verhogen wanneer de aanbiedingsprijzen franco-grens beneden de sluisprijzen liggen;

Overwegende dat door de mogelijkheid om bij uitvoer naar derde landen een restitutie te verlenen die gelijk is aan het verschil tussen de prijzen in de Gemeenschap en de wereldmarktprijzen, de deelneming van de Gemeenschap aan de internationale handel in slachtpluimvee veilig kan worden gesteld ; dat het, om de exporteurs van de Gemeenschap een bepaalde zekerheid te geven met betrekking tot de stabiliteit van de restituties, aanbeveling verdient de mogelijkheid te scheppen om de restituties in de sector slachtpluimvee vooraf vast te stellen;

Overwegende dat, ter aanvulling van het hierboven beschreven stelsel de mogelijkheid dient te worden geschapen om te toepassing van het zogenaamde stelsel van de actieve veredeling geheel of gedeeltelijk te verbieden, voor zover de marktsituatie zulks vereist;

Overwegende dat het stelsel van heffingen het mogelijk maakt af te zien van iedere andere beschermende maatregel aan de buitengrenzen van de Gemeenschap ; dat het stelsel van heffingen echter in uitzonderlijke omstandigheden te kort kan schieten ; dat, ten einde de markt van de Gemeenschap in dergelijke gevallen niet zonder bescherming te laten tegen de verstoringen die hieruit dreigen voort te vloeien, aangezien de voorheen bestaande invoerbelemmeringen zullen zijn opgeheven, de Gemeenschap in staat dient te worden gesteld snel de vereiste maatregelen te nemen;

Overwegende dat uit de toepassing van maatregelen ter bestrijding van de verbreiding van veeziekten voortvloeiende beperkingen van het vrije verkeer, moeilijkheden op de markt van een of meer Lid-Staten kunnen veroorzaken ; dat dient te worden (1)PB nr. C 60 van 13.3.1975, blz. 41. voorzien in de mogelijkheid tot het nemen van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt die ertoe strekken de situatie het hoofd te bieden;

Overwegende dat, om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een Comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht;

Overwegende dat de totstandbrenging van een gemeenschappelijke markt door de toepassing van bepaalde steunmaatregelen in gevaar zou worden gebracht ; dat het derhalve dienstig is dat de bepalingen van het Verdrag die het mogelijk maken, de door de Lid-Staten verleende steun te beoordelen en die steunmaatregelen welke onverenigbaar zijn met de gemeenschappelijke markt te verbieden, van toepassing worden verklaard op de sector slachtpluimvee;

Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden;

Overwegende dat de uitgaven die de Lid-Staten verrichten op grond van de verplichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze verordening, overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1566/72 (2), voor rekening komen van de Gemeenschap,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee omvat de volgende produkten: >PIC FILE= "T0007966"> >PIC FILE= "T0007967">
  • 2. 
    In deze verordening wordt verstaan onder: a) "levend pluimvee" : levend pluimvee met een gewicht per stuk van meer dan 185 gram;
  • b) 
    "kuikens" : levend pluimvee met een gewicht per stuk van niet meer dan 185 gram;
  • c) 
    "geslacht pluimvee" : dood pluimvee, hele dieren, ook zonder slachtafvallen;
  • d) 
    "afgeleide produkten" : de volgende produkten: 1. de in lid 1, sub a), genoemde produkten, met uitzondering van kuikens;
  • 2. 
    de produkten, delen van pluimvee genoemd, genoemd in lid 1, sub b), met uitzondering van geslacht pluimvee en van eetbare slachtafvallen;
  • 3. 
    de in lid 1, sub b), genoemde eetbare slachtafvallen;
  • 4. 
    de in lid 1, sub c), genoemde produkten;
  • 5. 
    de in lid 1, sub d) en sub e), genoemde produkten;
  • 6. 
    de in lid 1, sub f), genoemde produkten;
  • e) 
    "kwartaal" : een tijdvak van drie maanden, ingaande op 1 februari, 1 mei, 1 augustus of 1 november.

Artikel 2

  • 1. 
    Ten einde de initiatieven van het betrokken bedrijfsleven aan te moedigen om de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt te vergemakkelijken, uitgezonderd de initiatieven tot het uit de markt nemen van produkten, kunnen voor de in artikel 1, (1)PB nr. L 94 van 28.4.1970, blz. 13. (2)PB nr. L 167 van 25.7.1972, blz. 5.

lid 1, genoemde produkten de volgende communautaire maatregelen worden genomen: - maatregelen die kunnen bijdragen tot een betere organisatie van de produktie, de verwerking en de commercialisatie;

  • maatregelen tot verbetering van de kwaliteit;
  • maatregelen ertoe strekkende het opstellen van ramingen op korte en lange termijn mogelijk te maken aan de hand van gegevens betreffende de gebruikte produktiemiddelen;
  • maatregelen ertoe strekkende de waarneming van het prijsverloop op de markt te vergemakkelijken.

De algemene voorschriften betreffende deze maatregelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 43, lid 2, van het Verdrag.

  • 2. 
    Normen voor de commercialisatie - worden vastgesteld voor een of meer van de in artikel 1, lid 1, sub b), genoemde produkten,
  • kunnen worden vastgesteld voor de in artikel 1, lid 1, sub a), c), d), e) en f), genoemde produkten.

Deze normen kunnen met name betrekking hebben op de indeling in gewichts- en kwaliteitsklassen, de verpakking, de opslag, het vervoer, de presentatie en het merken.

De normen, hun werkingsfeer, alsmede de algemene voorschriften voor hun toepassing worden op voorstel van de Commissie door de Raad vastgesteld met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

Artikel 3

Bij de invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1, lid 1, genoemde produkten wordt een heffing toegepast, die voor elk kwartaal vooraf wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 17.

Artikel 4

  • 1. 
    De heffing op geslacht pluimvee bestaat uit: a) een element dat gelijk is aan het verschil tussen de prijzen in de Gemeenschap en de wereldmarktprijzen van de hoeveelheid voedergranen, welke, naar gelang van de soort pluimvee, in de Gemeenschap nodig is voor de produktie van één kilogram geslacht pluimvee.

De prijzen van voedergranen in de Gemeenschap worden eenmaal per jaar voor het op 1 augustus beginnend tijdvak van twaalf maanden vastgesteld, uitgaande van de drempelprijzen voor deze granen en van de maandelijkse verhoging van deze drempelprijzen.

De wereldmarktprijzen van voedergranen worden elke drie maanden vastgesteld op de grondslag van de prijzen van deze granen over het tijdvak van zes maanden, voorafgaande aan het kwartaal waarin het bedoelde element wordt berekend.

Bij de vaststelling van de heffingen die met ingang van 1 november, 1 februari en 1 mei van toepassing zijn, wordt evenwel met het verloop van de voedergraanprijzen op de wereldmarkt slechts rekening gehouden, indien op dezelfde datum een nieuwe sluisprijs wordt vastgesteld;

  • b) 
    een element dat gelijk is aan 7 % van het gemiddelde van de sluisprijzen over de vier kwartalen welke aan 1 mei van elk jaar voorafgaan.

Dit element wordt eenmaal per jaar voor een op 1 augustus beginnend tijdvak van twaalf maanden vastgesteld.

  • 2. 
    De heffing op kuikens wordt volgens dezelfde methode berekend als de heffing op geslacht pluimvee. De hoeveelheid voedergranen die in aanmerking wordt genomen is evenwel die welke nodig is voor de produktie in de Gemeenschap van één kuiken ; de sluisprijs is de sluisprijs voor kuikens.
  • 3. 
    Op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen: - bepaalt de Raad de hoeveelheid voedergranen welke, naar gelang van de soort pluimvee, nodig is voor de produktie van één kilogram geslacht pluimvee en de hoeveelheid voedergranen die nodig is voor de produktie van één kuiken, alsmede de percentages van de verschillende voedergranen welke in deze hoeveelheid begrepen zijn;
  • stelt de Raad de voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast.

Artikel 5

  • 1. 
    Voor de in artikel 1, lid 2, sub d), genoemde produkten wordt de heffing afgeleid van de heffing op geslacht pluimvee, uitgaande van de gewichtsverhouding tussen deze verschillende produkten en geslacht pluimvee en, voor zover nodig, van de gemiddelde verhouding tussen de handelswaarde van deze produkten.
  • 2. 
    In afwijking van het bepaalde in lid 1 worden de heffingen op de produkten van de posten 02.03, 15.01 B en 16.02 B I van het gemeenschappelijk douanetarief, waarvoor de hoogte van het douanerecht in het kader van het GATT is geconsolideerd, beperkt tot het uit deze consolidatie voortvloeiende recht.
  • 3. 
    De coëfficiënten voor de in lid 1 bedoelde verhoudingen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17. Ten minste eenmaal per jaar worden de voor deze vaststelling gebruikte gegevens aan een onderzoek onderworpen.

Artikel 6

Wanneer een aanmerkelijke prijsstijging op de markt van de Gemeenschap wordt waargenomen, kunnen, indien de mogelijkheid bestaat dat deze toestand voortduurt en deze markt als gevolg daarvan verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan, de vereiste maatregelen worden genomen.

Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast.

Artikel 7

  • 1. 
    De sluisprijzen worden voor elk kwartaal van tevoren vastgesteld volgens de procedure van artikel 17.
  • 2. 
    De sluisprijs voor geslacht pluimvee bestaat uit: a) een bedrag, gelijk aan de wereldmarktprijs van de hoeveelheid voedergranen welke, naar gelang van de soort pluimvee, in derde landen nodig is voor de produktie van één kilogram geslacht pluimvee;
  • b) 
    een naar gelang van de soort pluimvee bepaald forfaitair bedrag voor de overige voederkosten en de algemene produktie- en commercialisatiekosten.

De wereldmarktprijs van de hoeveelheid voedergranen wordt elke drie maanden vastgesteld op de grondslag van de prijzen van deze granen over het tijdvak van zes maanden, voorafgaande aan het kwartaal waarin de sluisprijs wordt vastgesteld.

Bij de vaststelling van de sluisprijs die met ingang van 1 november, 1 februari en 1 mei van toepassing is, wordt evenwel met het verloop van de voedergraanprijzen op de wereldmarkt slechts rekening gehouden, indien de prijs van deze hoeveelheid een minimumafwijking te zien geeft ten opzichte van de prijs waarvan bij de berekening van de sluisprijs voor het vorige kwartaal werd uitgegaan. Ten minste een maal per jaar worden de voor de vaststelling van het sub b) bedoelde forfaitaire bedrag gebruikte gegevens aan een onderzoek onderworpen.

  • 3. 
    De sluisprijs voor kuikens wordt volgens dezelfde methode berekend als de sluisprijs voor geslacht pluimvee ; de wereldmarktprijs van de hoeveelheid voedergranen is evenwel de prijs van de hoeveelheid welke in derde landen nodig is voor de produktie van één kuiken, en het forfaitaire bedrag komt overeen met de overige voederkosten en de algemene produktie- en commercialisatiekosten voor één kuiken. De hoeveelheid voedergranen en het forfaitaire bedrag zijn voor alle soorten gelijk.
  • 4. 
    Voor de in artikel 1, lid 2, sub d), genoemde produkten worden de sluisprijzen afgeleid van de sluisprijs voor geslacht pluimvee, uitgaande van de krachtens artikel 5, lid 3, voor deze produkten vastgestelde coëfficiënten.
  • 5. 
    Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmem de voorschriften voor de toepassing van dit artikel vast.

Artikel 8

  • 1. 
    Indien de aanbiedingsprijs franco-grens van een produkt beneden de sluisprijs daalt, wordt de heffing op dit produkt verhoogd met een extra bedrag, dat gelijk is aan het verschil tussen de sluisprijs en de aanbiedingsprijs franco-grens.
  • 2. 
    Dit extra bedrag is evenwel niet van toepassing ten opzichte van die derde landen welke bereid en in staat zijn te waarborgen dat de prijs die wordt toegepast bij de invoer in de Gemeenschap van produkten van oorsprong uit en herkomstig van hun grondgebied, niet lager zal zijn dan de sluisprijs van het betrokken produkt en dat verlegging van het handelsverkeer zal worden voorkomen.
  • 3. 
    De aanbiedingsprijs franco-grens wordt vastgesteld voor alle invoer uit alle derde landen.

Indien echter de uitvoer uit een of meer landen plaatsvindt tegen abnormaal lage prijzen, beneden de prijzen die worden toegepast door de andere derde landen, wordt een tweede aanbiedingsprijs franco-grens vastgesteld voor de uitvoer uit deze andere landen.

  • 4. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden volgens de procedure van artikel 17 vastgesteld.

Volgens dezelfde procedure worden, in voorkomend geval, de extra bedragen vastgesteld.

Artikel 9

  • 1. 
    Voor zover nodig om de uitvoer van de in artikel 1, lid 1, genoemde produkten op basis van de wereldmarktprijzen van deze produkten mogelijk te maken, kan het verschil tussen deze prijzen en de prijzen van de Gemeenschap overbrugd worden door een restitutie bij de uitvoer.
  • 2. 
    De restitutie is gelijk voor de gehele Gemeenschap. Zij kan variëren naar gelang van de bestemming.

De vastgestelde restitutie wordt toegekend op verzoek van de belanghebbende.

Bij de vaststelling van de restitutie wordt in het bijzonder rekening gehouden met de noodzaak een evenwicht tot stand te brengen tussen het gebruik van basisprodukten uit de Gemeenschap met het oog op de uitvoer van verwerkte goederen naar derde landen en het gebruik van de tot het veredelingsverkeer toegelaten produkten van deze landen.

Op voorstel van de Commissie stelt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de algemene voorschriften vast betreffende de toekenning en de voorafgaande vaststelling van restituties bij de uitvoer, alsmede de criteria voor het bepalen van het bedrag ervan.

De vaststelling van de restituties geschiedt periodiek volgens de procedure van artikel 17. In geval van noodzaak kan de Commissie de restituties tussentijds wijzigen op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief.

  • 3. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 17.

Artikel 10

Voor zover nodig voor de goede werking van de gemeenschappelijke ordening van de markten van slachtpluimvee, kan de Raad op voorstel van de Commissie, en met gekwalificeerde meerderheid, de toepassing van de regeling van de actieve veredeling geheel of gedeeltelijk uitsluiten voor de in artikel 1, lid 1, genoemde produkten die bestemd zijn voor de vervaardiging van in artikel 1, lid 1, genoemde produkten.

Artikel 11

  • 1. 
    De algemene bepalingen voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief en de bijzondere regels voor de toepassing ervan zijn van toepassing voor de classificatie van de produkten die onder de onderhavige verordening vallen ; de tariefnomenclatuur die voortvloeit uit de toepassing van de onderhavige verordening wordt opgenomen in het gemeenschappelijk douanetarief.
  • 2. 
    Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening of afwijkingen, waartoe de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid besluit, zijn verboden: - de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking,
  • de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking.

Als maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking wordt onder meer beschouwd de beperking van de toekenning van in- of uitvoercertificaten tot een bepaalde groep rechthebbenden.

Artikel 12

  • 1. 
    Indien in de Gemeenschap de markt voor een of meer van de in artikel 1, lid 1, genoemde produkten als gevolg van invoer of uitvoer ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan, die de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag in gevaar kunnen brengen, kunnen in het handelsverkeer met derde landen passende maatregelen worden toegepast totdat deze verstoring opgeheven of het gevaar daarvoor geweken is.

De Raad stelt op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid, de uitvoeringsbepalingen van dit lid vast en bepaalt in welke gevallen en binnen welke grenzen de Lid-Staten conservatoire maatregelen kunnen treffen.

  • 2. 
    Indien de in lid 1 bedoelde situatie zich voordoet, beslist de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief over de noodzakelijke maatregelen, die aan de Lid-Staten worden medegedeeld en die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien bij de Commissie een dergelijk verzoek van een Lid-Staat wordt ingediend, beslist zij hierover binnen de vierentwintig uur na ontvangst van het verzoek.
  • 3. 
    Iedere Lid-Staat kan de maatregel van de Commissie binnen de drie werkdagen volgende op de dag van de mededeling daarvan aan de Raad voorleggen. De Raad komt onverwijld bijeen. Hij kan de betrokken maatregel met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wijzigen of vernietigen.

Artikel 13

De in artikel 1, lid 1, genoemde goederen, waarin produkten zijn verwerkt welke niet in artikel 9, lid 2, noch in artikel 10, lid 1, van het Verdrag zijn bedoeld, of die uit zodanige produkten zijn verkregen, worden niet toegelaten tot het vrije verkeer binnen de Gemeenschap.

Artikel 14

Ten einde rekening te houden met de beperkingen van het vrije verkeer die zouden kunnen voortvloeien uit maatregelen om de verbreiding van veeziekten te bestrijden, kunnen volgens de procedure van artikel 17 buitengewone maatregelen worden genomen ter ondersteuning van de markt die door deze beperkingen wordt getroffen. Deze maatregelen kunnen slechts worden getroffen in de mate en voor het tijdvak die strikt noodzakelijk zijn voor de ondersteuning van deze markt.

Artikel 15

De Lid-Staten en de Commissie verstrekken elkaar de voor de toepassing van deze verordening benodigde gegevens. De wijze waarop deze gegevens worden medegedeeld en verspreid, wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 17.

Artikel 16

  • 1. 
    Er is een Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee ingesteld, hierna te noemen het "Comité", dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie.
  • 2. 
    In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148, lid 2, van het Verdrag. De voorzitter neemt geen deel aan de stemming.

Artikel 17

  • 1. 
    In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure, leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat.
  • 2. 
    De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken. Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen.
  • 3. 
    De Commissie stelt maatregelen vast, die onmiddelijk van toepassing zijn. Indien echter deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies, worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten tot ten hoogste een maand na deze kennisgeving uitstellen.

De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 18

Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde wordt gesteld.

Artikel 19

Behoudens andersluidende bepalingen, in deze verordening zijn de artikelen 92 tot en met 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de artikel 1, lid 1, genoemde produkten.

Artikel 20

Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden.

Artikel 21

Indien Italië gebruik maakt van het bepaalde in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), treft de Raad op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de nodige maatregelen om vervalsingen van de mededinging te voorkomen.

Artikel 22

  • 1. 
    Verordening nr. 123/67/EEG van de Raad van 13 juni 1967 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 januari 1973 houdende aanpassing van de documenten betreffende de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Europese Gemeenschappen (3), wordt ingetrokken.
  • 2. 
    Verwijzingen naar de krachtens lid 1 ingetrokken verordening moeten worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

De aanhalingen en verwijzingen die betrekking hebben op de artikelen van genoemde verordening moeten worden gelezen volgens de in de bijlage voorkomende concordantietabel.

Artikel 23

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1975.

(1)PB nr. L 281 van 1.11.1975, blz. 1. (2)PB nr. 117 van 19.6.1967, blz. 2301/67. (3)PB nr. L 2 van 1.1.1973, blz. 1. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 29 oktober 1975.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • G. 
    MARCORA

BIJLAGE

Concordantietabel

>PIC FILE= "T9000544">

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.