Besluit 1977/706 - Gemeenschappelijke doelstelling inzake een beperking van het verbruik van energie in geval van moeilijkheden bij de voorziening met ruwe aardolie en aardolieprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31977D0706

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31977D0706

77/706/EEG: Beschikking van de Raad van 7 november 1977 tot vaststelling van een communautaire doelstelling inzake een beperking van het verbruik van energie in geval van moeilijkheden bij de voorziening met ruwe aardolie en aardolieprodukten

Publicatieblad Nr. L 292 van 16/11/1977 blz. 0009 - 0010

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 12 Deel 1 blz. 0180

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 10 Deel 1 blz. 0126

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 12 Deel 1 blz. 0180

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 12 Deel 3 blz. 0031

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 12 Deel 3 blz. 0031

++++

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 7 november 1977

tot vaststelling van een communautaire doelstelling inzake een beperking van het verbruik van energie in geval van moeilijkheden bij de voorziening met ruwe aardolie en aardolieprodukten

( 77/706/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 103 , lid 4 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Overwegende dat de totstandbrenging van een gemeenschappelijk energiebeleid een van de doeleinden is die de Gemeenschap zich heeft gesteld en dat de Commissie de daartoe te nemen maatregelen dient voor te stellen ;

Overwegende dat de totstandbrenging van werkelijke solidariteit tussen de Lid-Staten in geval van voorzieningsmoeilijkheden een van de fundamentele grondslagen van een communautair energiebeleid vormt ;

Overwegende dat er bij Richtlijn 73/238/EEG van de Raad van 24 juli 1973 maatregelen zijn voorgeschreven ter vermindering van de gevolgen van moeilijkheden bij de voorziening met ruwe aardolie en aardolieprodukten ( 1 ) ;

Overwegende dat er bij Richtlijn 68/414/EEG van de Raad van 20 december 1968 ( 2 ) , gewijzigd bij Richtlijn 72/425/EEG van de Raad ( 3 ) , een verplichting aan de Lid-Staten is opgelegd om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieprodukten in opslag te houden ;

Overwegende dat in geval van voorzieningsmoeilijkheden het verbruik van energie in de Gemeenschap dient te worden beperkt naar gelang van de te voorziene ontwikkeling van de beschikbare hoeveelheden en van de hoeveelheden die eventueel uit de veiligheidsvoorraden worden opgenomen ;

Overwegende dat het vaststellen van een gemeenschappelijke doelstelling vereist is ter instandhouding van de eenheid van de markt en om te garanderen dat de moeilijkheden die uit de crisis voortvloeien op billijke wijze over alle energiegebruikers binnen de Gemeenschap worden verdeeld ;

Overwegende dat de Lid-Staten , met inachtneming van de communautaire doelstelling inzake beperking van het energieverbruik , passende maatregelen treffen naar gelang van de structuur van hun markt ,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Indien er zich bij de voorziening van één of meer Lid-Staten met ruwe aardolie en aardolieprodukten moeilijkheden voordoen , kan de Commissie op verzoek van een Lid-Staat of eigener beweging , na raadpleging van de in Richtlijn 73/238/EEG bedoelde Groep , als doelstelling voor de gehele Gemeenschap bepalen dat het verbruik van aardolieprodukten wordt beperkt met een hoeveelheid die 10 % van het normale verbruik kan bedragen . Bedoelde beschikking geldt voor een tijdvak van ten hoogste twee maanden .

2 . Om de eenheid van de markt in stand te houden en te garanderen dat de moeilijkheden tengevolge van de crisis op billijke wijze over alle energieverbruikers binnen de Gemeenschap worden verdeeld ,

a ) stelt de Commissie bij het verstrijken van het tijdvak van twee maanden en binnen de grenzen van lid 1 , de Raad een nieuwe doelstelling inzake beperking voor :

  • voor niet-substitueerbare aardolieprodukten , uitgedrukt als een percentage van het verbruik van die produkten ,
  • voor substitueerbare aardolieprodukten , uitgedrukt als een percentage van het verbruik van alle soorten substitueerbare energie ;

b ) kan de Commissie , bij een groter tekort , aan de Raad voorstellen dat de doelstelling inzake beperking op meer dan 10 % wordt bepaald en tot andere vormen van energie wordt uitgebreid .

3 . De hoeveelheden aardolieprodukten die worden bespaard als gevolg van de gedifferentieerde vermindering van het verbruik , zoals bedoeld in lid 2 , worden onder de Lid-Staten verdeeld .

4 . De Raad beslist binnen tien dagen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen over alle voorstellen van de Commissie als bedoeld in lid 2 .

5 . Indien een Lid-Staat om het ingrijpen van de Commissie heeft verzocht , besluit deze binnen vijf werkdagen na ontvangst van het verzoek .

6 . Elke Lid-Staat kan iedere beschikking van de Commissie tot bepaling van een doelstelling inzake beperking van het verbruik voor de Raad brengen . Binnen tien dagen te rekenen vanaf de datum dat de zaak aan hem is voorgelegd , kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid besluiten tot intrekking of wijziging van bedoelde beschikking .

7 . De beschikkingen van de Commissie zijn van toepassing zodra aan de Lid-Staten hiervan kennis is gegeven .

Artikel 2

De Lid-Staten leggen onverwijld alle passende maatregelen ten uitvoer om hun verbruik van aardolieprodukten en/of het totale energieverbruik te beperken in een mate die ten minste gelijk is aan de overeenkomstig artikel 1 vastgestelde doelstelling .

Artikel 3

De Lid-Staten stellen , zodra de overeenkomstig artikel 2 ten uitvoer gelegde maatregelen in werking treden , de Commissie van deze maatregelen in kennis .

Artikel 4

1 . Indien de Commissie na de in Richtlijn 73/238/EEG bedoelde Groep te hebben geraadpleegd of op grond van door een Lid-Staat toegezonden inlichtingen constateert dat de voorziening met aardolie en aardolieprodukten in één of meer Lid-Staten de toepassing van maatregelen tot beperking van het verbruik niet meer rechtvaardigt ,

a ) besluit zij deze maatregelen te wijzigen of in te trekken indien zij overeenkomstig een beschikking van de Commissie zijn genomen ;

b ) stelt zij de Raad voor , deze maatregelen te wijzigen of in te trekken indien zij overeenkomstig een beschikking van de Raad zijn genomen .

2 . De overeenkomstig lid 1 , sub a ) , gegeven beschikkingen van de Commissie worden van kracht vanaf de kennisgeving daarvan aan de Lid-Staten . Elke Lid-Staat kan elke beschikking van de Commissie houdende wijziging of intrekking van maatregelen tot beperking van het verbruik voor de Raad brengen .

3 . De Raad neemt binnen een termijn van tien dagen ingaande op de dag waarop de zaak aan hem is voorgelegd , een besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

Artikel 5

Na raadpleging van de Lid-Staten stelt de Commissie de uitvoeringsbepalingen van deze beschikking vast .

Artikel 6

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 7 november 1977 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . HUMBLET

( 1 ) PB nr . L 228 van 16 . 9 . 1973 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 308 van 23 . 12 . 1968 , blz . 14 .

( 3 ) PB nr . L 291 van 28 . 12 . 1972 , blz . 154 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.