Richtlijn 1977/62 - Coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31977L0062

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31977L0062

Richtlijn 77/62/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen

Publicatieblad Nr. L 013 van 15/01/1977 blz. 0001 - 0014

Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0024

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0029

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 17 Deel 1 blz. 0029

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 21 december 1976

betreffende de coordinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen

( 77/62/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de beperkingen die op het gebied van leveringen aan de overheid aan het vrije verkeer van goederen in de weg worden gelegd , verboden zijn krachtens artikel 30 en volgende van het Verdrag ;

Overwegende dat dit verbod moet worden aangevuld met een coordinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen , opdat door de invoering van gelijke deelnemingsvoorwaarden voor de desbetreffende opdrachten in alle Lid-Staten een doorzichtigheid ontstaat die een beter toezicht op de naleving van dit verbod mogelijk maakt ;

Overwegende dat de toegang tot overheidsopdrachten voor leveringen van produkten afkomstig uit andere landen dan de Lid-Staten onderwerp uitmaakt van de resolutie van de Raad van 21 december 1976 ( 3 ) en van de verklaring van de Commissie van 21 december 1976 ( 4 ) ;

Overwegende dat de coordinatie op het gebied van openbare aanbestedingen van werken heeft plaatsgevonden aan de hand van bepaalde beginselen betreffende het verbod van technische specificaties met een discriminerende werking , het op communautair niveau bekendmaken van de aanbestedingen , het vinden van objectieve deelnemingscriteria en het instellen van een procedure waardoor op de inachtneming van deze beginselen gemeenschappelijk toezicht kan worden uitgeoefend ; dat deze methode en deze beginselen ook moeten worden toegepast op overheidsopdrachten voor leveringen , met inachtneming van de wijzigingen die nodig zijn in verband met de bijzondere aard van de betrokken opdrachten ;

Overwegende dat deze richtlijn de toepassing van met name de artikelen 36 en 223 van het Verdrag niet in de weg staat ;

Overwegende dat de lichamen die thans diensten voor vervoer in de Lid-Staten beheren , hetzij privaatrechtelijk , hetzij publiekrechtelijk zijn ; dat het , overeenkomstig de doeleinden van het gemeenschappelijk vervoerbeleid , wenselijk is gelijkheid van behandeling te verzekeren , niet alleen tussen ondernemingen die tot een zelfde tak van vervoer behoren , doch ook tussen deze ondernemingen en die welke zich op de andere takken van vervoer toeleggen ;

Overwegende dat , in afwachting van de opstelling van de maatregelen voor de coordinatie van de procedures welke van toepassing zullen zijn op het vervoerwezen , en gezien de hierboven omschreven bijzondere situatie , de hiervoor bedoelde lichamen welke uit hoofde van hun juridisch statuut onder deze richtlijn zouden vallen , van de werkingssfeer van deze richtlijn dienen te worden uitgesloten ;

Overwegende dat voorkomen dient te worden dat de bedrijven voor produktie , distributie en vervoer van water en energie alsmede de diensten die werkzaam zijn op het gebied van de telecommunicatie ten aanzien van hun opdrachten voor leveringen aan verschillende regelingen zijn onderworpen , al naargelang deze bedrijven ressorteren onder de Staat , de territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke lichamen dan wel een eigen rechtspersoonlijkheid bezitten ; dat derhalve de hiervoor bedoelde bedrijven die uit hoofde van hun juridisch statuut onder deze richtlijn zouden vallen van de werkingssfeer van de richtlijn dienen te worden uitgesloten , tot de opgedane ervaring het mogelijk maakt een definitieve oplossing te aanvaarden ;

Overwegende dat uitzonderingsgevallen dienen te worden vastgesteld waarin de maatregelen tot coordinatie van de procedures niet toegepast behoeven te worden , doch dat deze gevallen tevens uitdrukkelijk beperkt dienen te worden ;

Overwegende dat opdrachten van minder dan 200 000 Europese rekeneenheden buiten de werkingssfeer van de coordinatiemaatregelen kunnen worden gelaten gezien hun geringe betekenis voor de mededinging ;

Overwegende dat de Commissie bij Beschikking nr . 3289/75/EGKS van 18 december 1975 ( 5 ) met instemming van de Raad een Europese rekeneenheid heeft vastgesteld die de gemiddelde ontwikkeling van de waarde van de valuta's van de Lid-Staten weergeeft ; dat de waarde van deze rekeneenheid in elk van de valuta's van de Lid-Staten dagelijks wordt vastgesteld en dat het gebruik ervan voor de toepassing van de richtlijn de vaststelling van een referentiedatum vergt ;

Overwegende dat het , voor de ontwikkeling van een daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten , noodzakelijk is dat de door de aanbestedende diensten van de Lid-Staten opgestelde aankondigingen van opdrachten op communautair niveau bekend worden gemaakt ; dat het doel van de in deze aankondigingen voorkomende inlichtingen moet zijn , de leveranciers van de Gemeenschap in staat te stellen uit te maken of de voorgenomen opdrachten voor hen van belang zijn ; dat zij te dien einde voldoende ingelicht dienen te worden over de te leveren produkten ; dat in het bijzonder in de niet-openbare procedures de bekendmaking ten doel heeft aan de leveranciers van de Lid-Staten de mogelijkheid te verschaffen hun belangstelling te tonen voor deze opdrachten , door de aanbestedende diensten te verzoeken hen uit te nodigen voor een inschrijving onder de vereiste voorwaarden ;

Overwegende dat de aanvullende inlichtingen inzake de opdracht , zoals in de Lid-Staten gebruikelijk is , in het bestek voor elke opdracht of in enig ander gelijkwaardig document moeten voorkomen ;

Overwegende dat de bepalingen van de richtlijn opnieuw worden bezien en kunnen worden gewijzigd zoals vermeld in de resolutie van de Raad van 21 december 1976 ( 6 ) ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

TITEL I

Algemene bepalingen

Artikel 1

In de zin van deze richtlijn :

a ) zijn " overheidsopdrachten voor leveringen " , schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel die zijn gesloten tussen een leverancier ( natuurlijke persoon of rechtspersoon ) enerzijds , en een van de sub b ) omschreven aanbestedende diensten anderzijds , die betrekking hebben op de levering van produkten . Deze levering kan zijdelings werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren insluiten ;

b ) wordt onder " aanbestedende diensten " verstaan : de Staat , de territoriale lichamen en de publiekrechtelijke rechtspersonen , of , in de Lid-Staten die dit begrip niet kennen , de overeenkomstige eenheden , welke in bijlage I zijn opgesomd ;

c ) wordt de leverancier die een aanbieding heeft gedaan , aangeduid als " inschrijver " en degene die heeft verzocht om een uitnodiging tot deelneming aan een niet-openbare procedure aangeduid als " gegadigde " .

Artikel 2

1 . Voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen passen de aanbestedende diensten hun nationale procedures toe , aangepast aan de bepalingen van deze richtlijn .

2 . Deze richtlijn is niet van toepassing op :

a ) overheidsopdrachten voor leveringen , gegund door lichamen die vervoerdiensten beheren ;

b ) overheidsopdrachten voor leveringen , gegund door de bedrijven voor de produktie , het vervoer en de distributie van water en energie alsmede de diensten die werkzaam zijn op het gebied van de telecommunicatie .

3 . Indien de Staat , een territoriaal lichaam of een van de publiekrechtelijke rechtspersonen of een van de overeenkomstige eenheden , genoemd in bijlage I , aan een andere concessiehouder dan de aanbestedende diensten , ongeacht de rechtsvorm hiervan , speciale of exclusieve rechten verleent om openbare diensten te verrichten , moet in de akten van concessie worden bepaald dat deze concessiehouder , bij de overheidsopdrachten voor leveringen die hij bij derden plaatst , het beginsel van non-discriminatie op grond van de nationaliteit in acht neemt .

Artikel 3

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten waarvoor andere procedureregels gelden en die worden geplaatst krachtens :

a ) een internationale overeenkomst tussen een Lid-Staat en een of meer derde landen betreffende leveringen die bestemd zijn voor de gemeenschappelijke verwezenlijking of exploitatie door de ondertekenende Staten van een werk ; elke overeenkomst zal ter kennis van de Commissie worden gebracht , die overleg kan plegen in het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten , ingesteld bij Besluit 71/306/EEG ( 7 ) , gewijzigd bij Besluit 77/63/EEG ( 8 ) ;

b ) een internationale overeenkomst , gesloten in samenhang met de legering van strijdkrachten , betreffende ondernemingen in een Lid-Staat of in een derde land ;

c ) de specifieke procedure van een internationale organisatie .

Artikel 4

1 . De bepalingen betreffende de " openbare procedures " , in de zin van deze richtlijn ( artikelen 7 tot en met 10 , 13 , 17 , 18 , 20 tot en met 25 ) , zijn van toepassing op die nationale procedures waarbij alle belanghebbende leveranciers mogen inschrijven .

2 . De bepalingen betreffende de " niet-openbare procedures " in de zin van deze richtlijn ( artikelen 7 tot en met 9 , 11 , 12 , 14 , 15 , 17 tot en met 25 ) , zijn van toepassing op die nationale procedures waarbij alleen leveranciers die door de aanbestedende dienst tot de inschrijving zijn toegelaten , mogen inschrijven .

3 . De opdrachten , geplaatst in de gevallen bedoeld in artikel 6 , vallen uitsluitend onder artikel 7 .

Artikel 5

1 . a ) De titels II , III en IV , alsmede artikel 6 , zijn , met inachtneming van het in artikel 4 bepaalde , van toepassing op de overheidsopdrachten voor leveringen waarvan het geraamde bedrag zonder BTW gelijk is aan of meer bedraagt dan 200 000 Europese rekeneenheden .

b ) De Europese rekeneenheid is die welke is vastgesteld bij Beschikking nr . 3289/75/EGKS .

c ) De in aanmerking te nemen tegenwaarde in nationale valuta is de gemiddelde dagelijkse waarde over de afgelopen twaalf maanden , die om de twee jaar wordt berekend op de laatste dag van oktober en die ingaat op 1 januari daaropvolgend . Deze tegenwaarde die door de Commissie wordt berekend , wordt in de eerste dagen van november bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

d ) De voorschriften voor de berekening , bedoeld sub c ) , worden twee jaar na de eerste toepassing op initiatief van de Commissie bestudeerd in het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten .

e ) Deze voorschriften worden in ieder geval herzien zodra de Raad een besluit zal hebben genomen over het door de Commissie ingediende voorstel voor een verordening houdende toepassing van de Europese rekeneenheid ( ERE ) op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen , alsmede op de door de Instellingen aangenomen juridische besluiten .

2 . Indien het gaat om opdrachten die een zekere regelmatigheid vertonen of bestemd zijn gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd , moet voor de toepassing van lid 1 hun gezamenlijke bedrag over de op de eerste levering volgende twaalf maanden , of over de contractperiode indien deze langer duurt dan twaalf maanden , als grondslag worden genomen .

3 . Wanneer een overwogen aankoop van homogene goederen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in afzonderlijke delen worden geplaatst , moet voor de toepassing van lid 1 de geschatte waarde van het geheel van deze delen als grondslag worden genomen .

4 . Een voorgenomen aankoop van een bepaalde hoeveelheid goederen mag niet gesplitst worden ten einde deze aan de toepassing van dit artikel te onttrekken .

Artikel 6

1 . De aanbestedende diensten kunnen in de volgende gevallen hun opdrachten voor leveringen plaatsen zonder de procedures bedoeld in artikel 4 , de leden 1 en 2 , toe te passen :

a ) indien bij toepassing van een van de in deze richtlijn vastgestelde procedures geen inschrijvingen zijn gedaan of de gedane inschrijvingen onregelmatig zijn , dan wel indien slechts inschrijvingen zijn gedaan , die onaanvaardbaar zijn volgens de nationale , doch met de voorschriften van titel IV in overeenstemming zijnde bepalingen , voor zover de oorspronkelijke voorwaarden voor de opdracht niet grondig worden gewijzigd ;

b ) voor leveringen waarbij de fabricage of de levering om technische redenen , artistieke redenen of wegens de bescherming van exclusieve rechten , slechts aan een enkele bepaalde leverancier kan worden toevertrouwd ;

c ) indien het voorwerpen betreft die slechts worden gefabriceerd bij wijze van onderzoek , proefneming , studie of vervolmaking ;

d ) in strikt noodzakelijke gevallen waarin de bij de levering te betrachten dringende spoed , voortvloeiende uit gebeurtenissen die door de betrokken aanbestedende diensten niet konden worden voorzien , de inachtneming van de termijnen die door de procedures bedoeld in artikel 4 , de leden 1 en 2 , worden gesteld , onmogelijk maakt ;

e ) voor door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties voor courant gebruik , hetzij voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties , als de verandering van leverancier de aanbestedende dienst ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen waarbij een andere techniek wordt toegepast , zodat bij gebruik en onderhoud ervan onverenigbaarheid ontstaat of zich onevenredige technische moeilijkheden voordoen ;

f ) indien het gaat om leveringen van goederen die in de Gemeenschap ter beurze worden genoteerd en gekocht ;

g ) wanneer de leveringen geheim verklaard zijn of wanneer hun uitvoering gepaard moet gaan met bijzondere veiligheidsmaatregelen krachtens de in de betrokken Lid-Staat geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen , of wanneer de bescherming van de fundamentele belangen van staatsveiligheid zulks vereist ;

h ) voor opdrachten voor de levering van apparatuur op het gebied van de informatica , onder voorbehoud van op voorstel van de Commissie genomen besluiten van de Raad waarin de categorieën materiaal worden bepaald waarop deze uitzondering niet van toepassing is . Deze uitzondering kan na 1 januari 1981 niet meer worden toegepast , behoudens op voorstel van de Commissie genomen besluit van de Raad , waarbij deze datum wordt gewijzigd .

2 . Voor het einde van de maand juni van ieder jaar zenden de Lid-Staten aan de Commissie een opgave van het aantal en het bedrag van de opdrachten welke in het voorafgaande kalenderjaar op grond van de bepalingen sub a ) tot en met f ) van lid 1 werden geplaatst , althans van de opdrachten , geplaatst door de Staten , Laender , gebieden , provincies en departementen . Voor zover mogelijk maken de Lid-Staten daarbij een onderverdeling van de geplaatste opdrachten aan de hand van elk van bovenbedoelde bepalingen .

TITEL II

Gemeenschappelijke regels op technisch gebied

Artikel 7

1 . De technische specificaties , bepaald in bijlage II , alsmede de beschrijving van de methoden voor de proefneming , de controle of de oplevering , komen voor in de algemene documenten of in de contractuele documenten die bij iedere opdracht behoren . Deze technische specificaties kunnen met name met verwijzing naar ter zake passende normen worden vastgesteld .

In dat geval verdient het aanbevelling in volgorde van voorkeur te verwijzen naar :

1 . de communautaire normen die bij een besluit van de Gemeenschappen verplicht zijn gesteld ;

2 . de andere communautaire ( met name EGKS-normen ) of Europese normen die door het land van de aanbestedende dienst zijn aanvaard ( met name CEN - , CENELEC-normen ) ;

3 . de internationale normen die door het land van de aanbestedende dienst zijn aanvaard ( met name ISO - en IEC-normen ) ;

4 . de nationale normen van het land van de aanbestedende dienst ;

5 . iedere andere norm .

2 . Tenzij dergelijke specificaties door het voorwerp van de opdracht worden gerechtvaardigd , verbieden de Lid-Staten het opnemen in de contractsclausules die voor een bepaalde opdracht gelden , van technische specificaties die produkten van een bepaald fabrikaat of bepaalde herkomst , dan wel bijzondere werkwijzen vermelden , waardoor bepaalde ondernemingen of produkten worden begunstigd of uitgeschakeld . Het is onder meer verboden merken , octrooien of typen , of een bepaalde oorsprong of produktie aan te duiden ; een dergelijke aanduiding , vergezeld van de vermelding " of daarmee overeenstemmend " is evenwel toegestaan wanneer het doel van de opdracht niet anders met voldoende nauwkeurige , voor alle betrokkenen volkomen begrijpelijke specificaties omschreven kan worden .

Artikel 8

Wanneer ingediende ontwerpen tegen elkaar worden afgewogen of wanneer de uitnodigingen tot inschrijving de inschrijvers de mogelijkheid bieden varianten op het ontwerp van de overheid in te dienen , mogen de aanbestedende diensten een inschrijving niet weigeren , mits de inschrijving verenigbaar is met de voorschriften van het bestek , uitsluitend omdat voor de inschrijving een andere technische berekeningsmethode is toegepast dan gebruikelijk is in het land waar de opdracht wordt geplaatst . De inschrijver moet bij zijn inschrijving alle bewijsstukken voegen , die nodig zijn voor de verificatie van het project , en elke nadere toelichting verschaffen , die door de aanbestedende diensten noodzakelijk wordt geacht .

TITEL III

Gemeenschappelijke regels voor de bekendmaking

Artikel 9

1 . De aanbestedende diensten die een overheidsopdracht voor leveringen openbaar of niet-openbaar willen aanbesteden , geven hun voornemen hiertoe te kennen in een aankondiging .

2 . Deze aankondiging wordt zo spoedig mogelijk langs de meest passende kanalen toegezonden aan het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen en zij wordt in extenso bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen in de officiële talen van de Gemeenschappen , waarbij echter uitsluitend de tekst in de oorspronkelijke taal authentiek is . Zij wordt opgesteld overeenkomstig de modellen die in bijlage III zijn opgenomen .

3 . Bij de in artikel 12 bedoelde versnelde procedure wordt de aankondiging slechts in de oorspronkelijke taal bekendgemaakt in alle uitgaven van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

4 . In het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt de in de vorige leden bedoelde aankondiging uiterlijk negen dagen na de datum van verzending , en bij toepassing van de versnelde procedure van artikel 12 , uiterlijk vijf dagen na de datum van verzending bekendgemaakt .

5 . De bekendmaking in de Staatsbladen of in de pers van het land van de aanbestedende dienst mag niet plaatsvinden voor de datum van verzending , die erin moet worden vermeld . Deze bekendmaking mag geen andere inlichtingen behelzen dan die welke in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen zijn bekendgemaakt .

6 . De aanbestedende dienst moet de datum van verzending kunnen aantonen .

7 . De kosten van bekendmaking van de aankondigingen van opdrachten in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen komen voor rekening van de Gemeenschappen . De tekst van de aanbesteding mag niet meer dan een pagina van dat blad beslaan , overeenkomende met ca . 650 woorden . De aankondiging wordt opgesteld volgens de rubrieken van de in bijlage III opgenomen modellen . Ieder nummer van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen waarin één of meer aankondigingen zijn opgenomen , bevat tevens het model of de modellen waarnaar de bekendgemaakte aankondiging(en ) verwijst ( verwijzen ) .

Artikel 10

1 . In de openbare procedures wordt de termijn voor de inzending van de aanbiedingen door de aanbestedende diensten vastgesteld op ten minste 36 dagen , te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging .

2 . Voor zover tijdig aangevraagd , moeten de aanbestedende diensten of de bevoegde diensten de leveranciers binnen vier werkdagen na de ontvangst van hun verzoek de bestekken en aanvullende documenten toezenden .

3 . Voor zover tijdig aangevraagd , dienen de nadere inlichtingen over het bestek door de aanbestedende diensten uiterlijk zes dagen voor het verstrijken van de termijn waarbinnen de inschrijvingen worden ingewacht , te worden verstrekt .

4 . Indien de inschrijvingen slechts na een bezichtiging op de plaats zelf , of na inzage ter plaatse van de bij het bestek behorende stukken kunnen worden gedaan , dient de in lid 1 bepaalde termijn dienovereenkomstig te worden verlengd .

Artikel 11

1 . In de niet-openbare procedures wordt de termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming door de aanbestedende diensten vastgesteld op ten minste 21 dagen , te rekenen vanaf de datum van verzending van de aankondiging .

2 . De aanbestedende diensten nodigen de daartoe uitgekozen gegadigden gelijktijdig schriftelijk uit tot het doen van een inschrijving . Bij de uitnodigingsbrief moeten het bestek en de aanvullende documenten worden ingesloten .

3 . De door de aanbestedende diensten vast te stellen termijn voor inzending van de aanbiedingen bedraagt ten minste 21 dagen , te rekenen vanaf de datum waarop de schriftelijke uitnodiging is verzonden .

4 . Voor zover tijdig aangevraagd , dienen de nadere inlichtingen over het bestek door de aanbestedende diensten uiterlijk zes dagen voor het verstrijken van de termijn waarbinnen de inschrijvingen worden ingewacht , te worden verstrekt .

5 . De aanvragen tot deelneming aan de opdrachten en de uitnodigingen om in te schrijven , kunnen plaatsvinden per brief , per telegram , per telex of per telefoon . In de laatstgenoemde drie gevallen moeten zij per brief worden bevestigd .

6 . Indien de inschrijvingen slechts na een bezichtiging op de plaats zelf , of na inzage ter plaatse van de bij het bestek behorende stukken kunnen worden gedaan , dient de in lid 3 bepaalde termijn dienovereenkomstig te worden verlengd .

Artikel 12

1 . Wanneer het in dringende gevallen onmogelijk is de in artikel 11 voorgeschreven termijnen in acht te nemen , kunnen de aanbestedende diensten de hierna vastgestelde verkorte termijnen toepassen :

a ) een termijn voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming , die niet minder dan 12 dagen mag bedragen , te rekenen vanaf de datum waarop de aankondiging is verzonden ;

b ) een termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen , die niet minder dan 10 dagen mag bedragen , te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging .

2 . Voor zover tijdig aangevraagd , dienen aanvullende inlichtingen over het bestek door de aanbestedende diensten uiterlijk vier dagen voor het verstrijken van de termijn waarbinnen de inschrijvingen worden ingewacht , te worden verstrekt .

3 . De verzoeken tot deelneming aan de aanbesteding en de uitnodigingen tot inzending van een inschrijving moeten langs de snelst mogelijke kanalen geschieden . Indien de verzoeken tot deelneming aan de aanbesteding telegrafisch , telefonisch of per telex geschieden , dienen zij per brief te worden bevestigd .

Artikel 13

In de openbare procedures bevat de aankondiging ten minste de volgende gegevens :

a ) de datum waarop de aankondiging aan het Bureau voor officiële publikaties van de Europese Gemeenschappen is verzonden ;

b ) de wijze van aanbesteding ;

c ) de plaats van levering , de aard en de hoeveelheid van de te leveren produkten en , indien de opdracht in verschillende delen wordt opgesplitst , de mogelijkheid in te schrijven voor een gedeelte en/of voor het geheel van de vereiste leveringen ;

d ) de eventueel voorgeschreven leveringstermijn ;

e ) het adres , het telefoonnummer en , in voorkomend geval , het telegramadres en het telexnummer van de aanbestedende dienst ;

f ) het adres van de dienst waar de ter zake dienende stukken kunnen worden aangevraagd en de uiterste datum voor deze aanvraag , alsmede het eventueel ter verkrijging van genoemde stukken te storten bedrag en de wijze van betaling daarvan ;

g ) de uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen , het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen waarin zij moeten worden gesteld ;

h ) degenen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten , benevens de dag , het uur en de plaats van de opening ;

i ) de bepalingen inzake te storten borgsommen en alle andere te stellen waarborgen die eventueel door de aanbestedende diensten in welke vorm ook worden verlangd ;

j ) de belangrijkste voorschriften voor de financiering en de betaling van de prestatie en/of de verwijzingen naar de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die deze vermelden ;

k ) op grond van artikel 18 de bepaalde rechtsvorm die de combinatie van leveranciers eventueel moet hebben indien de opdracht haar wordt gegund ;

l ) de te verstrekken inlichtingen en de nodige bescheiden voor de beoordeling van de economische en technische minimumeisen die de aanbestedende diensten voor de leveranciers vaststellen inzake hun selectie , welke inlichtingen en bescheiden slechts die van de artikelen 20 , 22 en 23 mogen zijn ;

m ) de termijn gedurende welke de inschrijvers hun aanbieding gestand moeten doen .

Artikel 14

In de niet-openbare procedures bevat de aankondiging ten minste de volgende gegevens :

a ) de in artikel 13 , sub a ) , b ) , c ) , d ) , e ) en k ) genoemde gegevens ;

b ) de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming , het adres waaraan zij gezonden dienen te worden en de taal of de talen waarin zij moeten zijn gesteld ;

c ) de uiterste datum waarop de uitnodigingen tot inschrijving door de aanbestedende dienst zullen worden verzonden ;

d ) de inlichtingen die in de aanvragen tot deelneming moeten worden verstrekt in de vorm van achteraf controleerbare verklaringen , betreffende de eigen situatie van de leverancier , alsmede de te verstrekken inlichtingen en de nodige bescheiden voor de beoordeling van de economische en technische minimumeisen die de aanbestedende diensten voor de leveranciers vaststellen inzake hun selectie , welke inlichtingen en bescheiden slechts die van de artikelen 20 , 22 en 23 mogen zijn .

Artikel 15

De uitnodiging tot inschrijving in de niet-openbare procedures bevat ten minste de volgende gegevens :

a ) de in artikel 13 , sub f ) , g ) , h ) , i ) , j ) en m ) genoemde gegevens ;

b ) een verwijzing naar de in artikel 14 genoemde aankondiging ;

c ) de aanduiding van de stukken die eventueel moeten worden bijgesloten , hetzij ter staving van de door de gegadigde overeenkomstig artikel 14 , sub d ) , verstrekte controleerbare verklaringen , hetzij ter aanvulling van de in dat zelfde artikel vermelde inlichtingen , en zulks onder de voorwaarden van de artikelen 22 en 23 ;

d ) de gunningscriteria , indien deze niet in de aankondiging voorkomen .

Artikel 16

De aanbestedende diensten kunnen in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen aankondigingen bekendmaken betreffende overheidsopdrachten voor leveringen die niet onderworpen zijn aan de in de onderhavige richtlijn verplicht gestelde bekendmaking , mits de geraamde waarde van deze leveringen niet lager is dan 100 000 Europese rekeneenheden .

TITEL IV

Gemeenschappelijke regels inzake de deelneming

Artikel 17

1 . De gunning vindt plaats op basis van de criteria die in hoofdstuk 2 van deze titel worden vermeld , nadat de geschiktheid van de leveranciers die niet uit hoofde van artikel 20 zijn uitgesloten , door de aanbestedende diensten is nagegaan overeenkomstig de in de artikelen 22 tot en met 24 vermelde criteria betreffende de economische en technische capaciteit en financiële draagkracht .

2 . De aanbestedende diensten dienen het vertrouwelijk karakter van alle door de leverancier verstrekte inlichtingen te respecteren .

Artikel 18

Combinaties van leveranciers mogen inschrijven . Er kan niet worden geëist dat deze combinaties met het oog op de inschrijving een bepaalde rechtsvorm aannemen , doch dit kan wel van een combinatie worden geëist indien de opdracht haar is gegund , voor zover dit voor de goede uitvoering van deze opdracht nodig is .

Artikel 19

1 . In de niet-openbare procedures kiezen de aanbestedende diensten uit degenen die aan de in de artikelen 20 tot en met 24 gestelde vereisten voldoen , en zulks op grond van de conform artikel 14 , sub d ) , verstrekte inlichtingen , de gegadigden die zij zullen uitnodigen in te schrijven .

2 . Elke Lid-Staat draagt er zorg voor dat de aanbestedende diensten zich onder dezelfde voorwaarden als zij aan nationale leveranciers stellen , wenden tot leveranciers van andere Lid-Staten die aan de vereisten voldoen .

Hoofdstuk 1

Criteria voor de kwalitatieve selectie

Artikel 20

1 . Van deelneming aan een opdracht kan worden uitgesloten iedere leverancier ,

a ) die in staat van faillissement of van liquidatie verkeert , wiens werkzaamheden hebben opgehouden , respectievelijk zijn opgeschort , of die het voorwerp is van een surseance van betaling of een akkoord dan wel in een andere soortgelijke toestand verkeert in gevolge een gelijkaardige procedure die voorkomt in de nationale wetten of regelingen ;

b ) wiens faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure voor een schuldenregeling of een andere gelijksoortige procedure overeenkomstig de nationale wetten en regelingen aanhangig is gemaakt ;

c ) die , bij een rechterlijk vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan , veroordeeld is geweest voor een delict dat door zijn aard zijn beroepsmoraal ernstig aantast ;

d ) die bij zijn beroepsuitoefening een ernstige fout heeft begaan , vastgesteld op elke grond die de aanbestedende dienst aannemelijk kan maken ;

e ) die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van de sociale verzekeringslasten overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is of die van het land van de aanbestedende dienst ;

f ) die niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan ten aanzien van de betaling van zijn belastingen overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is of die van het land van de aanbestedende dienst ;

g ) die zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan het afleggen van valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die overeenkomstig dit hoofdstuk kunnen worden verlangd .

2 . Indien de aanbestedende dienst van de leverancier het bewijs verlangt dat hij niet in één in lid 1 , sub a ) , b ) , c ) , e ) of f ) genoemde omstandigheden verkeert , aanvaardt deze dienst als voldoende bewijs :

  • voor a ) , b ) of c ) de overlegging van een uittreksel uit zijn strafregister of , bij het ontbreken daarvan , een gelijkwaardig document afgegeven door een gerechtelijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of van herkomst , waaruit blijkt dat de leverancier zich niet in een van deze situaties bevindt ;
  • voor e ) of f ) een door een bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat afgegeven getuigschrift .

3 . Indien geen zodanig document of getuigschrift door het betrokken land wordt afgegeven , of daarin niet alle gevallen voorzien in lid 1 , sub a ) , b ) en c ) worden vermeld , kan dit worden vervangen door een verklaring die door betrokkene onder ede is afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of overheidsinstantie , een notaris of een andere bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat . In de Lid-Staten , waar niet in een eed is voorzien , kan deze worden vervangen door een plechtige verklaring . De bevoegde instantie of de notaris geeft een getuigschrift af waaruit de echtheid blijkt van de verklaring onder ede of de plechtige verklaring .

4 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 30 gestelde termijn de instanties en organisaties aan , die tot de afgifte van bovenbedoelde documenten bevoegd zijn en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie onverwijld daarvan in kennis .

Artikel 21

Iedere leverancier die aan een overheidsopdracht voor leveringen wenst deel te nemen , kan worden verzocht aan te tonen dat hij is ingeschreven in het beroepsregister volgens de eisen van de wetgeving van het land van de Gemeenschap waar hij gevestigd is ; voor België , het Handelsregister of het " Registre du Commerce " ; voor Denemarken , het " Aktieselskabs Registret " , " Forenings Registret " of " Handelsregistret " voor Duitsland , het " Handelsregister " of de Handwerksrolle " ; voor Frankrijk , het " Registre du commerce " en het " Répertoire des métiers " ; voor Italië , het " Registro della Camera di Commercio , Industria , Agricoltura e Artigianato " of het " Registro delle Commissioni provinciali per l'artigianato " ; voor Luxemburg , het " Registre aux firmes " en de " Rôle de la Chambre des métiers " ; voor Nederland , het Handelsregister ; voor het Verenigd Koninkrijk , en voor Ierland , kan de leverancier verzocht worden een certificaat voor te leggen van de " Registrar of Companies " of van de " Registrar of Friendly Societies " waaruit blijkt dat de zaak van de leverancier " incorporated " of " registered " is , of indien zulks niet het geval is , een attest waaruit blijkt dat betrokkene onder ede heeft verklaard het desbetreffende beroep uit te oefenen in het land waar hij zich in een bepaalde plaats en onder een bepaalde handelsnaam heeft gevestigd .

Artikel 22

1 . In het algemeen kan de financiële en economische draagkracht van de leverancier worden aangetoond door één of meer van de volgende referenties :

a ) passende bankverklaringen ;

b ) het ter inzage geven van balansen of van uittreksels uit de balansen van de onderneming ;

c ) en verklaring betreffende de totale omzet en de omzet betreffende de leverantie waarover de opdracht gaat , van de onderneming over de laatste drie boekjaren .

2 . De aanbestedende diensten geven in de aankondiging of in de uitnodiging tot inschrijving aan , welke referenties zij verkiezen , alsmede de andere , niet in lid 1 genoemde afdoende referenties die zij verlangen .

3 . Indien de leverancier om gegronde redenen niet in staat is de door de aanbestedende dienst gevraagde referenties te verschaffen , kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen door andere documenten die de aanbestedende dienst geschikt acht .

Artikel 23

1 . De technische bekwaamheid van de leverancier kan op één of meer van de volgende manieren worden bewezen , afhankelijk van de aard , de hoeveelheid en het gebruik van de te leveren produkten :

a ) door middel van een lijst van de voornaamste leveringen die hij gedurende de afgelopen drie jaar heeft verricht , hun bedrag , data en de publiek - of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren :

  • indien het leveringen aan publiekrechtelijke aanbesteders betreft , worden de leveringen aangetoond door certificaten die door de bevoegde autoriteit zijn opgesteld of goedgekeurd ;
  • indien het gaat om leveringen aan particulieren worden de certificaten opgesteld door de koper ; bij het ontbreken daarvan is een verklaring van de leverancier toegelaten ;

b ) door een beschrijving van de technische uitrusting van de onderneming , de maatregelen die zij treft om kwaliteit te waarborgen en de mogelijkheden die zij biedt ten aanzien van ontwerpen en onderzoek ;

c ) door opgave van de al dan niet tot de onderneming behorende technici of technische organen , in het bijzonder van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole ;

d ) door middel van monsters , beschrijvingen en/of foto's van de te leveren produkten , waarvan op verzoek van de aanbestedende dienst de echtheid moet kunnen worden bevestigd ;

e ) door middel van certificaten die zijn opgesteld door de als bevoegd erkende officiële instituten of diensten voor kwaliteitscontrole , waarin wordt verklaard dat duidelijk door referenties geïdentificeerde artikelen beantwoorden aan bepaalde specificaties of normen ;

f ) wanneer de te leveren produkten van complexe aard zijn of in uitzonderlijke gevallen voor een bijzonder doel vereist zijn , door middel van controle door de autoriteiten van de aanbestedende dienst of , namens die autoriteiten , door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de leverancier is gevestigd , onder voorbehoud van de instemming van dat orgaan ; deze controle heeft betrekking op de produktiecapaciteit van de leverancier en indien nodig , de mogelijkheden die hij bredt ten aanzien van ontwerpen en onderzoek , alsmede de door hem getroffen maatregelen inzake kwaliteitscontrole .

2 . De aanbestedende dienst geeft in de aankondiging aan , welke referenties hij verlangt .

3 . Bij het inwinnen van de in lid 1 bedoelde inlichtingen mag niet verder worden gegaan dan gezien de inhoud van de opdracht verantwoord is en de aanbestedende dienst moet met de gerechtvaardigde belangen van de leverancier met betrekking tot de bescherming van zijn fabrieksgeheimen rekening houden .

Artikel 24

Binnen de grenzen gesteld in de artikelen 20 tot en met 23 , kan de aanbestedende dienst verlangen dat de leverancier de overgelegde getuigschriften en bescheiden aanvult of nader toelicht .

Hoofdstuk 2

Gunningscriteria

Artikel 25

1 . De criteria aan de hand waarvan de aanbestedende dienst een opdracht gunt , zijn :

a ) hetzij alleen de laagste prijs ;

b ) hetzij , indien de gunning aan de inschrijver met de economisch voordeligste aanbieding plaatsvindt , verschillende criteria die variëren naargelang van de aard van de opdracht , zoals prijs , leveringstermijn , gebruikskosten , rentabiliteit , kwaliteit , esthetisch en functioneel karakter , technische waarde , de service na verkoop en technische bijstand .

2 . In dit laatste geval vermelden de aanbestedende diensten in het bestek of in de aankondiging van de opdracht , alle gunningscriteria die , naar zij voorzien , zullen worden gehanteerd , zo mogelijk in afnemende volgorde van het belang dat eraan wordt gehecht .

3 . De Italiaanse procedure van de geheime enveloppe mag gedurende een periode van 3 jaar na het verstrijken van de in artikel 30 gestelde termijn verder worden toegepast .

4 . Lid 1 is niet van toepassing wanneer een Lid-Staat in het kader van bij de aanneming van deze richtlijn geldende voorschriften waarbij aan bepaalde inschrijvers preferentie wordt verleend , voor de gunning van opdrachten van andere criteria uitgaat , mits de desbetreffende voorschriften verenigbaar zijn met het Verdrag .

5 . Ingeval voor een bepaalde opdracht aanbiedingen worden gedaan die in verhouding tot de te verrichten levering duidelijk abnormaal laag zijn , onderzoekt de aanbestedende dienst de samenstelling daarvan , alvorens tot gunning over te gaan . Met het oog daarop verzoekt hij de inschrijver de nodige motiveringen te verstrekken en laat hij hem in voorkomend geval weten welke daarvan onaanvaardbaar worden geacht .

6 . De aanbestedende dienst houdt bij de gunning van de opdracht rekening met de resultaten van het in lid 5 bedoelde onderzoek .

7 . Indien de documenten betreffende de opdracht de bepaling inhouden dat deze wordt gegund aan de laagste inschrijver , dient de aanbestedende dienst het afwijzen van de te laag geachte aanbiedingen met redenen te omkleden tegenover het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten .

TITEL V

Slotbepalingen

Artikel 26

Deze richtlijn vormt geen beletsel voor de toepassing van de voorschriften die op het moment van de aanneming ervan van kracht zijn , die in de Italiaanse wet nr . 835 van 6 oktober 1950 ( Publikatieblad van de Italiaanse Republiek nr . 245 van 24 oktober 1950 ) alsmede in de opeenvolgende wijzigingen ervan voorkomen , onverminderd de verenigbaarheid van deze bepalingen met het Verdrag .

Artikel 27

1 . De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de nationale voorschriften , bedoeld in artikel 25 , lid 4 , en in artikel 26 , en van de wijze waarop zij worden toegepast .

2 . De betrokken Lid-Staten richten , voor het eerst dertig maanden na de kennisgeving van deze richtlijn en vervolgens jaarlijks , tot de Commissie een verslag over de toepassing van genoemde maatregelen . Deze verslagen worden voorgelegd aan het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten .

Artikel 28

De berekening van alle bij deze richtlijn vastgestelde termijnen geschiedt overeenkomstig Verordening ( EEG , Euratom ) nr . 1182/71 van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen , data en aanvangs - en vervaltijden ( 9 ) .

Artikel 29

1 . Om de resultaten van de toepassing van de richtlijn te kunnen beoordelen , zenden de Lid-Staten elk jaar , en voor het eerst dertig maanden na de kennisgeving ervan , aan de Commissie een statistisch overzicht toe betreffende de opdrachten die de centrale of federale aanbestedende diensten hebben geplaatst in overeenstemming met deze richtlijn . De Commissie bepaalt de aard van deze statistische informatie na raadpleging van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten .

2 . Met inachtneming van met name de resultaten van multilaterale handelsbesprekingen bepaalt de Commissie , na advies van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten , de uitgebreidheid , de onderverdeling en wijze van de bekendmaking van dat statistische overzicht .

3 . De Commissie kan inlichtingen vragen over de opdrachten die zijn geplaatst door de andere aanbestedende diensten waarop de richtlijn van toepassing is , ten einde hierover te spreken in het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten .

Artikel 30

Binnen een termijn van achttien maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen om aan deze richtlijn te voldoen ; zij stellen de Commissie onverwijld hiervan in kennis .

Artikel 31

De Lid-Staten dragen zorg voor kennisgeving aan de Commissie van de vekst van de belangrijkste nationale bepalingen van wettelijke en bestuursrechtelijke aard , welke zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen .

Artikel 32

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 21 december 1976 .

Voor de Raad

De Voorzitter

A . P . L . M . M . van der STEE

( 1 ) PB nr . C 46 van 9 . 5 . 1972 , blz . 34 .

( 2 ) PB nr . C 30 van 25 . 3 . 1972 , blz . 17 .

( 3 ) PB nr . C 11 van 15 . 1 . 1977 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . C 11 van 15 . 1 . 1977 , blz . 2 .

( 5 ) PB nr . L 327 van 19 . 12 . 1975 , blz . 4 .

( 6 ) PB nr . C 11 van 15 . 1 . 1977 , blz . 3 .

( 7 ) PB nr . L 185 van 16 . 8 . 1971 , blz . 15 .

( 8 ) Zie blz . 15 van dit Publikatieblad .

( 9 ) PB nr . L 124 van 8 . 6 . 1971 , blz . 1 .

BIJLAGE I

LIJST VAN PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN EN OVEREENKOMSTIGE EENHEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 1 , SUB b )

I . Alle Lid-Staten :

de door de territoriale lichamen gevormde publiekrechtelijke verenigingen en overeenkomstige eenheden , zoals verenigingen van gemeenten , " syndicats de communes " , " Gemeindeverbande " , enz .

II . Duitsland :

de " bundesunmittelbaren Koerperschaften , Anstalten und Stiftungen des oeffentlichen Rechts " ; de " landesunmittelbaren Koerperschaften , Anstalten und Stiftungen des oeffentlichen Rechts " , die vallen onder de budgettaire controle van de Staat .

III . België :

  • het Wegenfonds 1955-1969 - le Fonds des routes 1955-1969
  • de Regie der Luchtwegen - la Régie des voies aériennes
  • de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
  • de kerkfabrieken
  • de Dienst voor Regeling van de Binnenvaart - l'Office régulateur de la navigation intérieure
  • de Regie der Belgische Rijkskoel - en Vriesdiensten - la Régie des services frigorifiques de l'Etat belge .

IV . Denemarken :

" andre forvaltningssubjekter " .

V . Frankrijk :

  • de openbare instellingen van bestuursrechtelijke aard op nationaal , regionaal , departementaal of plaatselijk niveau ,
  • de universiteiten , openbare instellingen van wetenschappelijke en culturele aard en andere instellingen die zijn vastgesteld bij de wet op de organisatie van het hoger onderwijs nr . 68-978 van 12 november 1968 .

VI . Ierland :

de andere openbare instellingen wier opdrachten voor leveringen onder controle van de Staat vallen .

VII . Italië :

  • de Staatsuniversiteiten , de Universitaire Staatsinstituten , de Consortia voor de inrichting van Universiteiten ,
  • de hogere wetenschappelijke en culturele instituten , de astronomische , astrofysische , geofysische en vulcanologische observatoria ,
  • de " Enti di riforma fondiaria " ,
  • de Overheidsinstellingen van onderstand en weldadigheid van alle aard .

VIII . Luxemburg :

de openbare instellingen die onder toezicht staan van de Regering , intergemeentelijke samenwerkingsinstanties of gemeenten .

IX . Nederland :

  • de waterschappen ,
  • de instellingen van wetenschappelijk onderwijs vermeld in artikel 15 van de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs ( 1960 ) , de academische ziekenhuizen ,
  • de Nederlandse Centrale Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk Onderzoek ( TNO ) en de daaronder ressorterende organisaties .

X . Het Verenigd Koninkrijk :

  • " Education Authorities " ,
  • " Fire Authorities " ,
  • " National Health Service Authorities " ,
  • " Police Authorities " ,
  • " Commission for the New Towns " ,
  • " New Towns Corporations " ,
  • " Scottish Special Housing Association " ,
  • " Northern Ireland Housing Executive " .

BIJLAGE II

TECHNISCHE SPECIFICATIES IN DE ZIN VAN DEZE RICHTLIJN

Volgens deze richtlijn bevatten de technische specificaties op het gebied van overheidsopdrachten voor leveringen alle technische voorschriften , met name in de bestekken , die het mogelijk maken op objectieve wijze een stof , een produkt of een levering ( onder andere kwaliteit , prestaties ) zodanig te omschrijven dat deze stof , dit produkt of deze levering beantwoordt aan het doel waarvoor het door de aanbestedende dienst bestemd is .

Deze technische specificaties bevatten alle ter zake dienende mechanische , fysische en chemische hoedanigheden , classificaties en normen , de voorwaarden inzake de proefnemingen , de controle en de ontvangst van de leveringen of van de bestanddelen en de stoffen waaruit zij zijn samengesteld , voor zover de aanbestedende dienst die vereist . De technische specificaties kunnen worden aangevuld of vervangen door een monster van de stof of van het bestanddeel .

BIJLAGE III

MODELLEN VOOR DE AANKONDIGING VAN OVERHEIDSOPDRACHTEN

A . Openbare procedures

1 . Naam , adres , telefoonnummer en , in voorkomend geval , telegramadres en telexnummer van de aanbestedende dienst ( artikel 13 , sub e ) ) :

2 . Wijze van aanbesteding ( artikel 13 , sub b ) ) :

3 . a ) Plaats van levering ( artikel 13 , sub c ) ) :

b ) Aard en hoeveelheid van de te leveren produkten ( artikel 13 , sub c ) ) :

c ) Gegevens betreffende de mogelijkheid voor de leveranciers om in te schrijven voor gedeelten en/of voor het geheel van de vereiste leveringen ( artikel 13 , sub c ) ) :

4 . De eventueel voorgeschreven leveringstermijn ( artikel 13 , sub d ) ) :

5 . a ) Naam en adres van de dienst waar de ter zake dienende stukken kunnen worden aangevraagd ( artikel 13 , sub f ) ) :

b ) Uiterste datum voor deze aanvraag ( artikel 13 , sub f ) ) :

c ) ( eventueel ) Het ter verkrijging van genoemde stukken te storten bedrag en de wijze van betaling daarvan ( artikel 13 , sub f ) ) :

6 . a ) Uiterste datum voor de ontvangst van de inschrijvingen ( artikel 13 , sub g ) ) :

b ) Adres waar deze moeten worden ingediend ( artikel 13 , sub g ) ) :

c ) Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld ( artikel 13 , sub g ) ) :

7 . a ) Degenen die bij de opening van de inschrijvingen worden toegelaten ( artikel 13 , sub h ) ) :

b ) Dag , uur en plaats van de opening ( artikel 13 , sub h ) ) :

8 . ( Eventueel ) Verlangde borgsommen en waarborgen ( artikel 13 , sub i ) ) :

9 . Belangrijkste voorschriften voor financiering en betaling en/of verwijzingen naar de teksten waarin deze worden geregeld ( artikel 13 , sub j ) ) :

10 . ( Eventueel ) Rechtsvorm die de combinatie van leveranciers waaraan de opdracht wordt gegund moet hebben ( artikel 13 , sub k ) ) :

11 . De te verstrekken inlichtingen en de nodige bescheiden voor de beoordeling van de economische en technische minimumeisen waaraan de leverancier moet voldoen ( artikel 13 , sub l ) ) :

12 . Termijn gedurende welke de inschrijver zijn aanbieding gestand moet doen ( artikel 13 , sub m ) ) :

13 . De bij de gunning van de opdracht aan te leggen criteria . De naast de laagste prijs geldende criteria worden vermeld , voor zover zij niet in het bestek zijn opgenomen ( artikel 25 ) :

14 . Overige inlichtingen :

15 . Datum van verzending van de aankondiging ( artikel 13 , sub a ) ) :

B . Niet-openbare procedures

1 . Naam , adres , telefoonnummer en , in voorkomend geval , telegramadres en telexnummer van de aanbestedende dienst ( artikel 14 , sub a ) ) :

2 . Wijze van aanbesteding ( artikel 14 , sub a ) ) :

3 . a ) Plaats van levering ( artikel 14 , sub a ) ) :

b ) Aard en hoeveelheid van de te leveren produkten ( artikel 14 , sub a ) ) :

c ) Gegevens betreffende de mogelijkheid voor de leveranciers om in te schrijven voor gedeelten en/of voor het geheel van de vereiste leveringen ( artikel 14 , sub a ) ) :

4 . De eventueel voorgeschreven leveringstermijn ( artikel 14 , sub a ) ) :

5 . ( eventueel ) Rechtsvorm die de combinatie van leveranciers waaraan de opdracht wordt gegund , moet hebben ( artikel 14 , sub a ) ) :

6 . a ) Uiterste datum voor de ontvangst van de aanvragen tot deelneming ( artikel 14 , sub b ) ) :

b ) Adres waaraan deze moeten worden gezonden ( artikel 14 , sub b ) ) :

c ) Taal of talen waarin zij moeten worden gesteld ( artikel 14 , sub b ) ) :

7 . Uiterste datum voor de verzending van de uitnodigingen tot inschrijving ( artikel 14 , sub c ) ) :

8 . Inlichtingen betreffende de eigen situatie van de leverancier , alsmede de te verstrekken inlichtingen en de nodige bescheiden voor de beoordeling van de economische en technische minimumeisen waaraan hij moet voldoen ( artikel 14 , sub d ) ) :

9 . De bij de gunning van de opdracht nan te leggen criteria , voor zover zij niet in de uitnodiging tot inschrijving zijn opgenomen ( artikel 15 , sub d ) ) :

10 . Overige inlichtingen :

11 . Datum van verzending van de aankondiging ( artikel 14 , sub a ) ) :

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.