Besluit 1982/752 - Goedkeuring van een onderzoek- en ontwikkelingsprogramma van de EEG inzake een geavanceerd systeem voor automatische vertaling

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982D0752

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982D0752

82/752/EEG: Besluit van de Raad van 4 november 1982 tot goedkeuring van een onderzoek- en ontwikkelingsprogramma van de Europese Economische Gemeenschap inzake een geavanceerd systeem voor automatische vertaling

Publicatieblad Nr. L 317 van 13/11/1982 blz. 0019 - 0023

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0117

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 16 Deel 1 blz. 0117

*****

BESLUIT VAN DE RAAD

van 4 november 1982

tot goedkeuring van een onderzoek- en ontwikkelingsprogramma van de Europese Economische Gemeenschap inzake een geavanceerd systeem voor automatische vertaling

(82/752/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de Gemeenschap krachtens artikel 2 van het Verdrag onder meer tot taak heeft de harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap, alsook een gestadige en evenwichtige expansie en een grotere stabiliteit te bevorderen;

Overwegende dat de veeltaligheid van de Gemeenschap weliswaar een belangrijke culturele waarde vertegenwoordigt maar ook een praktische hinderpaal vormt voor de toenadering tussen de volken van de Gemeenschap, voor de communicatie en voor de ontwikkeling van de interne en externe handel van de Gemeenschap;

Overwegende dat op communautair niveau alleen optimaal profijt kan worden getrokken van de mogelijkheden die de tele-informatica en de communicatie- en informatienetten bieden, als de taalbarrières worden doorbroken;

Overwegende dat de ontwikkeling van automatische procédés in de linguistiek tot de verwijdering van deze hinderpalen kan bijdragen;

Overwegende dat op dit gebied in de Lid-Staten reeds veel onderzoek is verricht;

Overwegende dat, uit de aard der zaak, dit onderzoek echter pas ten volle tot zijn recht kan komen als het wordt ondersteund door actie in Gemeenschapsverband, die onder meer een katalytisch effect op de reeds verrichte werkzaamheden zou hebben;

Overwegende dat zulk een actie in Gemeenschapsverband met name uit de verwezenlijking van een geavanceerd Europees systeem voor automatische vertaling kan bestaan;

Overwegende dat dit systeem zich voor tal van industriële toepassingen kan lenen en rechtstreeks profijt zou kunnen afwerpen voor de Europese industrie en met name voor de exportindustrie;

Overwegende dat de rechten van intellectuele eigendom ten aanzien van de resultaten van dit onderzoek nauwkeurig dienen te worden omschreven;

Overwegende dat de reeds verrichte voorbereidende werkzaamheden hebben aangetoond dat dit systeem technisch uitvoerbaar is;

Overwegende dat een communautair onderzoek- en ontwikkelingsprogramma op het gebied van de automatische vertaling derhalve doeltreffend tot de verwezenlijking van de hiervoor genoemde doeleinden van het Verdrag kan bijdragen;

Overwegende dat aangezien het Verdrag niet voorziet in de specifieke bevoegdheden voor het nemen van dit besluit gebruik dient te worden gemaakt van artikel 235 van het Verdrag;

Overwegende dat het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek (CREST) een advies over het voorstel van de Commissie heeft uitgebracht,

BESLUIT:

Artikel 1

Voor een periode van vijf jaar en zes maanden vanaf de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen wordt een onderzoek- en ontwikkelingsprogramma vastgesteld, dat de totstandbrenging van een geavanceerd systeem voor automatische vertaling ten doel heeft.

Overeenkomstig bijlage I wordt het programma in fasen uitgevoerd en aan het slot van elke fase opnieuw bezien, waarbij eventueel alle of sommige van de in die bijlage omschreven elementen worden herzien aan de hand van passende procedures.

Artikel 2

Het bedrag dat noodzakelijk wordt geacht voor de uitvoering van het programma beloopt 16 miljoen Ecu, met inbegrip van de uitgaven voor een personeelsbestand van acht tijdelijke functionarissen.

Artikel 3

De Commissie draagt zorg voor de uitvoering van het programma inzonderheid door middel van onderzoekcontracten. Zij wordt bijgestaan door een Raadgevend Comité inzake programmabeheer (RCPB), waarvan de samenstelling en het mandaat, in overeenstemming met de resolutie van de Raad van 18 juli 1977 betreffende de Raadgevende Comités inzake programmabeheer op het gebied van onderzoek (1), worden omschreven in bijlage II.

De Commissie brengt het CREST en het Comité voor wetenschappelijke en technische informatie en documentatie (CIDST) regelmatig op de hoogte van de voortgang van de werkzaamheden. Voorts legt zij de Raad en het Europese Parlement jaarlijks een verslag over de stand van de uitvoering van het programma voor.

Artikel 4

Overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag kan de Gemeenschap, vanaf de tweede fase en overeenkomstig bijlage I, met derde landen, met name die welke deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek (COST), overeenkomsten sluiten met betrekking tot hun medewerking aan het onderhavige onderzoekprogramma.

De Commissie is gemachtigd om hiertoe, na raadpleging van het RCPB en het CREST, onderhandelingen te voeren.

Artikel 5

Indien de resultaten van het programma op industriële of commerciële basis worden gebruikt en/of leiden tot rechten inzake intellectuele eigendom en vervolgens tot toekenning van octrooien, moet een deel van de bijdragen van de Gemeenschap worden terugbetaald.

De Commissie onderhandelt over de nodige contracten en sluit deze af. Met dit doel stelt zij, na raadpleging van het RCPB, een modelcontract op waarin de rechten en plichten van elke partij worden omschreven alsook, zo nodig, de voorwaarden en procedures voor de eventuele uitkering van royalty's alsmede voor de terugbetaling van een deel van de bijdragen van de Gemeenschap.

Gedaan te Brussel, 4 november 1982.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • B. 
    HAARDER
  • (1) 
    PB nr. C 328 van 15. 12. 1981, blz. 6.
  • (2) 
    PB nr. C 172 van 13. 7. 1981, blz. 45.
  • (3) 
    PB nr. C 138 van 9. 6. 1981, blz. 3.
  • (1) 
    PB nr. C 192 van 11. 8. 1977, blz. 1.

BIJLAGE I

  • 1. 
    DOELSTELLINGEN

Doel van het programma is de totstandbrenging van een geavanceerd systeem voor automatische vertaling (EUROTRA) dat voor alle officiële talen van de Gemeenschap geschikt is.

Na de uitvoering van het programma dient een prototype van een operationeel systeem op een beperkt gebied en voor een beperkt aantal categorieën van teksten ter beschikking te staan dat als basis zou kunnen dienen voor een industriële ontwikkeling in de periode die volgt op het onderhavige programma.

  • 2. 
    WERKPROGRAMMA

Het werkprogramma wordt in drie fasen uitgevoerd:

  • a) 
    Voorbereidende fase (2 jaar, 2 miljoen Ecu)

In deze fase worden onderstaande werkzaamheden gelijktijdig verricht.

  • 1. 
    In de eerste plaats:
  • instelling van het RCPB;
  • omschrijving van het project en de organisatie van het project, alsmede van de verantwoordelijkheid op nationaal niveau en op het niveau van de deelnemende centra;
  • vaststelling van de werkmethoden;
  • voorbereiding van een gedetailleerd programma van door de deelnemende centra te verrichten linguïstische arbeid, alsmede van de sectoren en categorieën van teksten waarop het onderzoek betrekking heeft;
  • omschrijving van de toekenning van de rechten van intellectuele eigendom en van de wijze van verspreiding van de resultaten van de werkzaamheden rekening houdend met de reële inbreng van iedere deelnemer;
  • bespreking van het belang dat de Gemeenschap heeft bij deelneming van derde landen en, eventueel, vaststelling van de voorwaarden voor deze deelneming.
  • 2. 
    In de tweede plaats:
  • voorbereiding van uitvoeriger specificaties met betrekking tot linguïstische modellen en strategieën voor de verschillende onderdelen van het proces (analyse, overbrenging, generatie);
  • voorbereiding van gedetailleerde en bindende algemene voorwaarden voor de EUROTRA-basissoftware en van computerprogramma's met behulp waarvan de verschillende processen kunnen worden uitgevoerd: analyse, overbrenging, generatie, monitorfunctie, tekstbeheer;
  • voorbereiding van uitvoeriger specificaties voor de lexicale gegevensbasis;
  • voorbereiding van de associatiecontracten, met inbegrip van financiële en andere bijdragen door de geassocieerde partijen.

De Commissie ziet erop toe dat er in de algemene voorwaarden, neergelegd in het eerste, tweede en derde streepje, op correcte wijze rekening wordt gehouden met de doelstellingen inzake de uitwisselbaarheid van de software en de inachtneming van de internationale normen.

Aan het slot van deze fase moet het advies van het RCPB worden ingewonnen over de bovengenoemde specificaties ten einde snelle vorderingen met de linguïstische arbeid te maken en een zo ruim mogelijke aanbesteding voor de uitwerking van de software op zo kort mogelijke termijn te verzekeren (zie sub b), punt 2).

  • b) 
    Fase van het fundamentele en toegepaste linguïstische onderzoek (2 jaar, 8,5 miljoen Ecu)

Nadat de eerste fase positief is afgesloten, wordt de tweede fase, na raadpleging van het RCPB en het CREST, in twee onderdelen uitgevoerd:

  • 1. 
    Fundamenteel linguïstisch onderzoek

Dit onderdeel omvat (1):

  • ontwikkeling van elementaire linguïstische modellen voor de analyse en generatie van elk der officiële talen van de Gemeenschap en voor de onderlinge overbrenging. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een tekstcorpus en een woordenlijst op een beperkt gebied met ongeveer 2 500 specificaties;
  • voorbereiding van de lexicale gegevensbasis voor de bovengenoemde woordenlijst, die zowel voor de analyse als voor de generatie van elk der talen en voor de onderlinge overbrenging dienst zal doen;
  • bestudering van de linguïstische strategieën die het meest geschikt zijn voor de machinale uitvoering van de verschillende processen.
  • 2. 
    Uitwerking van de basissoftware voor EUROTRA

Dit onderdeel omvat:

  • aanbestedingen overeenkomstig de in de eerste fase vastgestelde algemene voorwaarden;
  • onderzoek door de Commissie van de reacties op de aanbesteding en keuze - na raadpleging van het RCPB - van een instelling voor de uitwerking van de EUROTRA-basissoftware op zo kort mogelijke termijn;
  • ontwikkeling van de basissoftware door de gekozen instelling, met inbegrip van
  • de hoge programmeertaal voor de beschrijving van de linguïstische gegevens en strategieën;
  • de hoge programmeertaal voor de interface tussen gebruiker en systeem, waardoor de verschillende modules tot geïntegreerde systemen kunnen worden gecombineerd overeenkomstig de verschillende gekozen gebruiksmogelijkheden;
  • de software voor de compilatie van de hoge programmeertalen voor de experimenten en voor het beheer van de gegevensbases.

Met de software in deze eerste versie wordt beoogd het mogelijk te maken de linguïstische modellen die door de deelnemende centra zijn vastgesteld en voldoende geavanceerd zijn, te ontwikkelen en machinaal te beproeven. De ontwikkeling van deze eerste versie moet daarom voorafgaan aan de valorisatie van de linguïstische werkzaamheden in dit programma.

Pas aan het eind van dit programma vindt de industriële ontwikkeling van het EUROTRA-systeem plaats, met inbegrip van de aanpassing van de software aan de prestatie- en betrouwbaarheidseisen die worden gesteld voor het leveren van vertalingen onder commerciële voorwaarden.

  • c) 
    Fase van de stabilisatie van de linguïstische modellen en van de evaluatie van de resultaten (18 maanden, 5,5 miljoen Ecu)

Na advies van het RCPB, het CREST, het CIDST en het CETIL, aan het slot van de tweede fase, dat wil zeggen wanneer het mogelijk is de elementaire linguïstische modellen met volledige talenparen en analyse, overbrenging en generatie aan systematische tests te onderwerpen, worden de werkzaamheden vooral gericht op:

  • aanpassing van de linguïstische modellen ten einde te komen tot zo betrouwbaar mogelijke taalmodules. Deze modules kunnen dan voor pre-operationele toepassingen worden gebruikt;
  • geleidelijke uitbreiding van de basis van het tekstcorpus, de linguïstische modellen en de woordenlijst voor een specifiek gebied en op teksten met een toenemende graad van ingewikkeldheid;
  • herziening van de lexicale bases en geleidelijke uitbreiding ervan ten einde het gekozen gebied zo volledig mogelijk te bestrijken (ongeveer 20 000 specificaties in alle talen);
  • evaluatie van de technische en economische prestaties van het systeem;
  • voorbereiding van een voorstel voor de industriële ontwikkeling van een operationeel systeem en de overgang naar een stadium van commerciële exploitatie.
  • (1) 
    Sommige van deze werkzaamheden kunnen in de volgende fase worden voortgezet.

BIJLAGE II

Mandaat voor een Raadgevend Comité inzake programmabeheer (RCPB) betreffende een geavanceerd systeem voor automatische vertaling (EUROTRA)

  • 1. 
    Onverminderd de verantwoordelijkheid van de Commissie bij de tenuitvoerlegging van het programma, heeft het Raadgevend Comité inzake programmabeheer betreffende een geavanceerd systeem voor automatische vertaling (EUROTRA), hierna te noemen »het Comité", tot taak bij de uitoefening van zijn raadgevende functie omschreven in de resolutie van de Raad van 18 juli 1977 bij te dragen tot de optimale uitvoering van het onder zijn bevoegdheid vallende programma, meer bepaald tot:
  • de algemene organisatie van het programma, met name het aangeven van de voornaamste termijnen en van de mechanismen die worden overwogen om het verloop van de werkzaamheden te volgen;
  • de opstelling van associatiecontracten waarin de verplichtingen worden omschreven van de instellingen die op nationaal niveau aan het programma deelnemen;
  • de vaststelling en oplossing van problemen met betrekking tot de rechten van intellectuele eigendom betreffende de verschillende systeemcomponenten, en vaststelling van de regels voor de verspreiding van de resultaten van de werkzaamheden;
  • de opstelling van bindende algemene voorwaarden inzake de gezamenlijk te ontwikkelen software, die als basis moeten dienen voor een zo ruim mogelijke aanbesteding en voor de opstelling van een lijst van bedrijven en organisaties die voor inschrijving in aanmerking komen;
  • een duidelijker inzicht in de behoeften van de gebruikers, met name met betrekking tot informatie en documentatie;
  • de opstelling van gedetailleerde financieringsplannen betreffende de verschillende reeksen werkzaamheden en systeemcomponenten.
  • 2. 
    Voor de uitvoering van deze taken kan het Comité zo nodig een beroep doen op onafhankelijke deskundigen.
  • 3. 
    In het kader van zijn raadgevende functie is het Comité, naast het EUROTRA-programma, ook bevoegd ter zake van de O & O-aspecten van de actieprogramma's van de Gemeenschap voor de verbetering van de overdracht van informatie tussen Europese talen. Het Comité zorgt voorts voor de nodige samenhang tussen de O & O-aspecten van deze programma's, het EUROTRA-programma en de actieprogramma's op het gebied van de wetenschappelijke en technische informatie en documentatie. Daartoe onderhoudt het nauwe contacten met het CIDST en de andere bij de communautaire instellingen ingestelde comités met bevoegdheden op het gebied van de meertaligheid.
  • 4. 
    Het Comité zorgt in het kader van zijn raadgevende functie voor de beoordeling van de resultaten van het programma en de verspreiding van de opgedane kennis onder de gebruikers in de Gemeenschap overeenkomstig punt 1, derde streepje.
  • 5. 
    Het Comité wordt verzocht om verder advies uit te brengen over:
  • de jaarlijkse voorbereiding van de begrotingen en de bestemming van de toegestane kredieten;
  • de ontwerpen van eventuele herziening van het programma alsmede over de ontwerpen van toekomstige onderzoekprogramma's op het onder zijn bevoegdheid vallende gebied;
  • eventueel, het voeren van onderhandelingen met instellingen uit derde landen met het oog op hun deelneming aan het onderzoekprogramma;
  • de meertaligheid van de actieprogramma's op het gebied van de wetenschappelijke en technische informatie en documentatie.
  • 6. 
    Het Comité dient aan het slot van elke uitvoeringsfase van het programma een uitvoerig verslag bij de Commissie en de Raad in. Het dient bij de Instellingen ook een eindverslag in, dat aan het Europese Parlement wordt toegezonden.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.