Richtlijn 1982/470 - Maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van bepaalde tussenpersonen op het gebied van het vervoer en van reisbureaubedrijven (groep 718 CITI) alsmede van opslagbedrijven (groep 720 CITI)

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31982L0470

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31982L0470

Richtlijn 82/470/EEG van de Raad van 29 juni 1982 houdende maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van bepaalde tussenpersonen op het gebied van het vervoer en van reisbureaubedrijven (groep 718 CITI) alsmede van opslagbedrijven (groep 720 CITI)

Publicatieblad Nr. L 213 van 21/07/1982 blz. 0001 - 0007

Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 2 blz. 0139

Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 2 blz. 0139

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 29 juni 1982

houdende maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van bepaalde tussenpersonen op het gebied van het vervoer en van reisbureaubedrijven ( groep 718 CITI ) alsmede van opslagbedrijven ( groep 720 CITI )

( 82/470/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 49 , 57 en 66 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat krachtens het Verdrag ieder verschil in behandeling op grond van nationaliteit inzake vestiging en het verrichten van diensten sedert het einde van de overgangsperiode is verboden ; dat het aldus verwezenlijkte beginsel van behandeling als onderdaan met name ook van toepassing is op de bevoegdheid zich aan te sluiten bij beroeps - of bedrijfsorganisaties , voor zover de beroepswerkzaamheden van de betrokkene de uitoefening van deze bevoegdheid medebrengen ;

Overwegende voorts dat artikel 57 van het Verdrag voorschrijft dat , ten einde de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan te vergemakkelijken , richtlijnen worden vastgesteld inzake de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels alsmede inzake de coordinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten ;

Overwegende nietteming dat het ook zonder een onderlinge erkenning van de diploma's of een onmiddellijke coordinatie wenselijk lijkt de totstandkoming van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de onder de groepen 718 en 720 CITI vallende werkzaamheden te bevorderen door het nemen van maatregelen die er in de eerste plaats op gericht zijn te voorkomen dat de onderdanen van Lid-Staten waar inzake de toegang tot de betrokken werkzaamheden geen enkele voorwaarde wordt gesteld , extra worden gehinderd ;

Overwegende dat de maatregelen , ten einde deze bezwaren te ondervangen , er vooral op gericht moeten zijn dat in de ontvangende Lid-Staten waar de toegang tot de betrokken werkzaamheden , waaronder in geen geval de vervoeractiviteit zelf valt , is geregeld , de daadwerkelijke uitoefening van deze werkzaamheden in het land van herkomst gedurende een redelijke periode in het nabije verleden , indien daar geen vakopleiding wordt vereist , aanvaard wordt als genoegzaam bewijs dat de betrokkene vakkennis bezit , gelijkwaardig aan die welke van de eigen onderdanen wordt verlangd ;

Overwegende dat de praktische uitoefening moet hebben plaatsgevonden en eventueel de beroepsopleiding moet zijn gevolgd in dezelfde sector als waarin de begunstigde zich in het land van ontvangst wil vestigen , wanneer dit land deze voorwaarden aan zijn eigen onderdanen stelt ;

Overwegende dat , overeenkomstig de algemene beginselen van het Verdrag waarin de gelijkheid van behandeling is neergelegd , en de desbetreffende jurisprudentie van het Hof van Justitie , het vrij verrichten van diensten in elke Lid-Staat wordt uitgeoefend onder dezelfde voorwaarden als die welke deze Staat bij zijn wetten en regelingen voor dezelfde werkzaamheden aan zijn eigen onderdanen oplegt ; dat de Lid-Staten er bij de aanneming van de maatregelen die nodig zijn om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen , zorg voor moeten dragen om voor de eigen onderdanen en de onderdanen van de overige Lid-Staten voor de uitoefening van de betrokken werkzaamheden gelijke voorwaarden te scheppen , met name voor wat betreft de eisen inzake exploitatie en financiële garanties ;

Overwegende dat , voor zover de Lid-Staten voor de toegang tot en de uitoefening van de in de onderhavige richtlijn genoemde werkzaamheden ook van in loondienst werkzame personen het bezit van vakkennis en -bekwaamheid eisen , deze richtlijn ook op deze categorie personen van toepassing moet zijn , ten einde een belemmering van het vrije verkeer van werknemers op te heffen en aldus de in het kader van Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap ( 4 ) getroffen maatregelen te verbeteren ;

Overwegende dat om dezelfde redenen de bepalingen inzake het bewijs van betrouwbaarheid en het bewijs dat er geen faillissement heeft plaatsgehad , ook op in loondienst werkzame personen dienen te worden toegepast ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De Lid-Staten nemen de in deze richtlijn omschreven maatregelen met betrekking tot de vestiging op hun grondgebied van de in titel I van de Algemene Programma's ( 5 ) genoemde natuurlijke personen en vennootschappen , alsmede met betrekking tot het verrichten van diensten door deze personen en vennootschappen , hierna " begunstigden " genoemd , ten aanzien van de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden .

2 . Deze richtlijn is eveneens van toepassing op de onderdanen van Lid-Staten die krachtens Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 de in artikel 2 van deze richtlijn bedoelde werkzaamheden in loondienst willen uitoefenen .

Artikel 2

Deze richtlijn is van toepassing op de werkzaamheden welke ressorteren onder de groepen 718 en 720 CITI , vermeld in bijlage I van het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging .

Deze werkzaamheden bestaan met name in :

A . a ) het als tussenpersoon optreden tussen ondernemers van de verschillende takken van vervoer en personen die goederen verzenden of zich goederen laten toezenden , en het verrichten van verschillende daarmee samenhangende werkzaamheden door :

aa ) het sluiten , voor rekening van opdrachtgevers , van de overeenkomsten met de vervoerondernemers ;

bb ) het kiezen van de tak van vervoer , de onderneming en de route die voor de opdrachtgever het voordeligst worden geacht ;

cc ) de technische voorbereiding van het vervoer ( bij voorbeeld de voor het vervoer noodzakelijke verpakking ) ; het verrichten van diverse bijkomende werkzaamheden tijdens het vervoer ( bij voorbeeld het voorzien van koelwagens met ijs ) ;

dd ) het vervullen van de aan het vervoer verbonden formaliteiten zoals het invullen van de vrachtbrieven , het groeperen en splitsen van zendingen ;

ee ) het coordineren van de verschillende gedeelten van een transport middels het toezicht op de doorvoer , de wederverzending , de overlading en diverse eindverrichtingen ;

ff ) het bezorgen van respectievelijk vracht aan de vervoerondernemers en vervoergelegenheid aan personen die goederen verzenden of zich goederen laten toezenden ;

b ) het berekenen van de vervoerkosten , het nazien van de afrekening ;

c ) het in huur geven van spoorwegwagons of -rijtuigen voor het vervoer van reizigers of goederen ;

d ) het uit naam en voor rekening van een reder of een ondernemer van transporten over zee permanent of incidenteel verrichten van bepaalde formaliteiten ( bij havenautoriteiten , scheepsleveranciers , enz . ) ;

e ) het als tussenpersoon optreden bij de aankoop , de verkoop of de verhuur van schepen ;

B . a ) het organiseren , aanbieden en verkopen , tegen een forfaitair bedrag of tegen provisie , van de afzonderlijke of gecoordineerde elementen van een reis of verblijf ( vervoer , logies , voeding , excursie , enz . ) , ongeacht de reden van de reis of het verblijf ;

b ) het voorbereiden van , onderhandelen over en sluiten van overeenkomsten voor het vervoer van emigranten ;

C . a ) het in entrepots , pakhuizen , meubelopslagplaatsen , koelhuizen , silo's , enz . , al dan niet onder douanetoezicht , voor rekening van de bewaargever in bewaring nemen van alle voorwerpen en goederen ;

b ) het aan de bewaargever afgeven van een titel voor het in bewaring ontvangen voorwerp of goed ;

c ) het verschaffen van verblijfsruimte , voeder en verkoopruimte voor vee dat hetzij voor de verkoop , hetzij onderweg naar of van de markt in tijdelijke bewaring wordt gegeven ;

D . a ) het verrichten van de technische controle of expertise van motorrijtuigen ;

b ) het meten , wegen en ijken van goederen .

Artikel 3

De thans in de Lid-Staten gangbare benamingen van de in artikel 2 opgesomde werkzaamheden zijn , ter indicatie , de volgende :

België

A . Commissionnaire de transport

Vervoercommissionair

Courtier de transport

Vervoermakelaar

Commissionnaire-expéditeur au transport

Commissionair-expediteur bij het vervoer

Commissionnaire affréteur

Commissionair-bevrachter

Commissionnaire-affréteur routier

Commissionair-wegbevrachter

Affréteur routier

Wegbevrachter

Affréteur fluvial

Binnenvaartbevrachter of rivierbevrachter

Affréteur maritime

Scheepsbevrachter

Agent maritime

Scheepsagent

Courtier de navires

Scheepsmakelaar

B . Agent de voyages

Reisagent

Agent d'émigration

Emigratie-agent

C . Entrepositaire

Depothouder

D . Expert en automobiles

Deskundige inzake auto's

Peseur - mesureur - jaugeur juré

Beëdigde wegers , meters en ijkers

Duitsland

A . Spediteur

Abfertigungsspediteur

Gueterkraftverkehrsvermittler

Schiffsmakler

Vermieter von Eisenbahnwagen und Eisenbahnwaggons

B . Reisebuerounternehmer

Auswanderungsagent

C . Lagerhalter

D . Kraftfahrzeugsachverstaendiger

Waeger

Denemarken

A . Speditoer

Skibsagent

B . Rejsebureau

C . Opbevaring

D . Vejer og maaler

Bilinspektoer og bilassistent

Frankrijk

A . Commissionnaire de transport

Courtier de fret routier

Dépositaire de colis

Courtier de fret de navigation intérieure

Agent maritime

Agent consignataire de navires

B . Agent de voyages

C . Entrepositaire

Exploitant de magasin général

D . Expert-automobile

Peseur - mesureur juré

Griekenland

!***

Ierland

A . Forwarding agent

Shipping and forwarding agent

Shipbroker

Freight agent

Shipping agent

Air freight agent

Road haulage broker

B . Travel agent

Tour operator

Air broker

Air travel organizer

C . Bonder

Warehousekeeper

Market or lairage operator

D . Motor vehicle examiner

Italië

A . Spedizioniere ( commissionario )

Mediatore

Agente marittimo raccomandatorio

Mediatore marittimo

B . Agente di viaggio e turismo

Mandatario di vettore di emigrante

C . Esercenti depositi in magazzini doganali di proprietà privata

Esercenti magazzini generali

Esercenti depositi franchi

D . Stimatore e pesatore pubblico

Luxemburg

A . Commissionnaire de transport

Commissionnaire expéditeur au transport

B . Agent de voyages

Agent d'émigration

C . Entrepositaire

D . Expert en automobiles

Peseur

Nederland

A . Expediteur

Bevrachter

Scheepsmakelaar

Scheepsagent

Verhuren van spoorrijtuigen en spoorwagens

B . Reisbureaubedrijf

Reisagentschap

Emigratieagent

C . Douane-entrepot ( publiek , particulier , fictief )

Gewone opslagplaatsen

D . Technische inspectie van motorrijtuigen

Meten , wegen en ijken

Verenigd Koninkrijk

A . Freight forwarder

Shipbroker

Air cargo agent

Shipping and forwarding agent

B . Tour operator

Travel agent

Air broker

Air travel organizer

C . Storekeeper

Livestock dealer

Market or lairage operator

Warehousekeeper

Wharfinger

D . Motor vehicle examiner

Master porter

Cargo superintendent

Artikel 4

1 . Indien een ontvangende Lid-Staat van zijn onderdanen voor de toegang tot een der in artikel 2 bedoelde werkzaamheden een bewijs van betrouwbaarheid , het bewijs dat er voorheen geen faillissement heeft plaatsgehad , of slechts een van deze bewijzen eist , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs voor de onderdanen van de andere Lid-Staten het overleggen van een uittreksel uit het strafregister of , bij ontbreken daarvan , een door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst afgegeven gelijkwaardig document , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan .

2 . Indien een ontvangende Lid-Staat aan zijn onderdanen voor de toegang tot de in artikel 2 , sub B ) , bedoelde werkzaamheden bepaalde eisen van betrouwbaarheid stelt , waarvan het bewijs niet door middel van het in lid 1 bedoelde document kan worden geleverd , aanvaardt deze Staat voor de onderdanen van de andere Lid-Staten als voldoende bewijs een door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst afgegeven verklaring , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan . Deze verklaring dient betrekking te hebben op de nauwkeurig omschreven feiten die in het land van ontvangst in aanmerking worden genomen .

3 . Wanneer voor het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad of ter staving van de betrouwbaarheid , het in lid 1 bedoelde document of de in lid 2 bedoelde verklaring niet worden afgegeven door het land van oorsprong of van herkomst , kunnen deze worden vervangen door een verklaring onder ede - of , in de Lid-Staten waar niet in een eed is voorzien , door een plechtige verklaring - welke door de betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie of , in voorkomend geval , van een notaris van het land van oorsprong of van herkomst , welke een attest afgeven dat deze eed of deze plechtige verklaring bewijskracht geeft . De verklaring betreffende het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad , mag ook worden afgelegd ten overstaan van een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie van dat land .

Ongeacht het voorafgaande , kan de ontvangende Lid-Staat ook rekening houden met feiten die hem op grond van eigen onderzoek bekend zijn .

4 . Wanneer in de ontvangende Lid-Staat de financiële draagkracht moet worden bewezen , aanvaardt deze Lid-Staat de door banken van de andere Lid-Staten afgegeven verklaringen als gelijkwaardig aan de op zijn eigen grondgebied afgegeven bewijsstukken .

5 . De overeenkomstig de leden 1 , 2 , 3 en 4 afgegeven documenten mogen bij overlegging niet ouder zijn dan drie maanden .

6 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 8 gestelde termijn de voor de afgifte van de in dit artikel bedoelde documenten bevoegde instanties en autoriteiten aan en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 5

De Lid-Staten waar voor de toegang tot of de uitoefening van een der in artikel 2 bedoelde werkzaamheden bepaalde eisen inzake beroepsbekwaamheid worden gesteld , dragen er zorg voor dat een begunstigde op zijn verzoek voor zijn vestiging of voordat hij een tijdelijke werkzaamheid begint uit te oefenen , op de hoogte wordt gesteld van de wettelijke regeling die geldt voor de werkzaamheid die hij wil uitoefenen .

Artikel 6

1 . Indien een Lid-Staat voor de toegang tot of de uitoefening van een van de in artikel 2 , sub A a ) , b ) of d ) , genoemde werkzaamheden voorwaarden stelt inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en vakbekwaamheid , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs van die kennis en die bekwaamheid de daadwerkelijke uitoefening van de betrokken werkzaamheid in een andere Lid-Staat :

a ) hetzij als zelfstandige of bedrijsleider gedurende vijf achtereenvolgende jaren ;

b ) hetzij

  • als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend , ofwel
  • als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend ;

c ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij het betrokken beroep gedurende ten minste drie jaar als niet-zelfstandige heeft uitgeoefend ;

d ) hetzij als niet-zelfstandige gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend .

2 . Indien een Lid-Staat voor de toegang tot of de uitoefening van een van de in artikel 2 , sub A c ) of e ) , B b ) , C of D , genoemde werkzaamheden voorwaarden stelt inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en vakbekwaamheid , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs van die kennis en die bekwaamheid de daadwerkelijke uitoefening van de betrokken werkzaamheid in een andere Lid-Staat :

a ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren ;

b ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend ;

c ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij het betrokken beroep gedurende ten minste drie jaar als niet-zelfstandige heeft uitgeoefend ;

d ) hetzij als niet-zelfstandige gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend .

3 . Indien een Lid-Staat voor de toegang tot of de uitoefening van een van de in artikel 2 , sub B a ) , genoemde werkzaamheden voorwaarden stelt inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en vakbekwaamheid , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs van die kennis en die bekwaamheid de daadwerkelijke uitoefening van de betrokken werkzaamheid in een andere Lid-Staat :

a ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende zes achtereenvolgende jaren ;

b ) hetzij

  • als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijsorganisatie als volwaardig wordt erkend , ofwel
  • als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende vier achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend ;

c ) hetzij als zelfstandige of bedrijfsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij het betrokken beroep gedurende ten minste vijf jaar als niet-zelfstandige heeft uitgeoefend ;

d ) hetzij

  • als niet-zelfstandige gedurende vijf achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend , ofwel
  • als niet-zelfstandige gedurende zes achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor het betrokken beroep een voorafgaande opleiding van ten minste twee jaar heeft gevolgd , die door een van overheidswege erkend getuigschrift wordt gestaafd of door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie als volwaardig wordt erkend .

4 . De ontvangende Staat kan van de onderdanen van andere Lid-Staten verlangen , voor zover deze eis ook aan eigen onderdanen wordt gesteld , dat de betrokken werkzaamheid is uitgeoefend en de beroepsopleiding is ontvangen in dezelfde bedrijfstak , waarin de begunstigde verzoekt om zich in het ontvangende land te mogen vestigen .

5 . In de gevallen bedoeld in lid 1 , sub a ) en c ) , lid 2 , sub a ) en c ) , en lid 3 , sub a ) en c ) , mogen op de datum van indiening van het verzoek overeenkomstig artikel 7 , lid 3 , niet meer dan tien jaar verstreken zijn sedert de beëindiging van de werkzaamheden . Indien evenwel in een Lid-Staat voor eigen onderdanen een kortere termijn wordt gesteld , kan deze eveneens voor de begunstigden gelden .

Artikel 7

1 . De werkzaamheid van bedrijfsleider in de zin van artikel 6 , leden 1 en 2 , wordt geacht te worden uitgeoefend door een ieder die in een onderneming van de overeenkomstige bedrijfstak werkzaam is geweest :

a ) hetzij als leider van het bedrijf of als leider van een filiaal ;

b ) hetzij als plaatsvervanger van de ondernemer of van de bedrijfsleider , indien deze functie , wat de verantwoordelijkheid betreft , overeenkomt met die van de vertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider ;

c ) hetzij als lid van het leidinggevend personeel , belast met commerciële taken en verantwoordelijk voor ten minste één afdeling van de onderneming .

2 . De werkzaamheid van bedrijfsleider in de zin van artikel 6 , lid 3 , wordt geacht te worden uitgeoefend door een ieder die in een onderneming van de overeenkomstige bedrijfstak werkzaam is geweest :

a ) hetzij als leider van het bedrijf ;

b ) hetzij als plaatsvervanger van de ondernemer of van de bedrijfsleider of als leider van een filiaal , indien deze functie , wat de verantwoordelijkheid betreft , overeenkomt met die van de vertegenwoordigde ondernemer of bedrijfsleider ;

c ) hetzij als lid van het leidinggevend personeel , belast met commerciële taken en verantwoordelijk voor ten minste één afdeling van de onderneming .

3 . Het bewijs dat aan de in artikel 6 omschreven voorwaarden is voldaan , wordt geleverd door een door de bevoegde instantie of organisatie van de Lid-Staat van oorsprong of herkomst afgegeven verklaring , waarmee de betrokkene zijn verzoek om in de ontvangende Lid-Staat de betrokken werkzaamheid of werkzaamheden te mogen uitoefenen moet staven .

4 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 8 gestelde termijn de voor de afgifte van de in lid 3 bedoelde verklaringen bevoegde instanties en organisaties aan en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 8

De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om binnen achttien maanden na kennisgeving van deze richtlijn aan het bepaalde daarin te voldoen ; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 9

De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle belangrijke bepalingen van intern recht mede , die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen .

Artikel 10

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 29 juni 1982 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . de KEERSMAEKER

( 1 ) PB nr . 73 van 23 . 4 . 1966 , blz . 1099/66 .

( 2 ) PB nr . 201 van 5 . 11 . 1966 , blz . 3475/66 .

( 3 ) PB nr . 17 van 28 . 1 . 1967 , blz . 284/67 .

( 4 ) PB nr . L 257 van 19 . 10 . 1968 , blz . 2 .

( 5 ) PB nr . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 32/62 en 36/62 .

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.