Verordening 1993/2238 - Begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwprodukten en de in de wijnsector bij te houden registers - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Verordening (EEG) nr. 2238/93 van de Commissie van 26 juli 1993 betreffende de begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwprodukten en de in de wijnsector bij te houden registers
Publicatieblad Nr. L 200 van 10/08/1993 blz. 0010 - 0031
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 51 blz. 0118
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 51 blz. 0118
VERORDENING (EEG) Nr. 2238/93 VAN DE COMMISSIE van 26 juli 1993 betreffende de begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwprodukten en de in de wijnsector bij te houden registers
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 822/87 van de Raad van 16 maart 1987 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1566/93 (2), en met name op artikel 71, lid 3,
Overwegende dat, met het oog op de totstandbrenging van één grote interne markt in de Gemeenschap door de afschaffing van de economische grenzen tussen de Lid-Staten, de met het toezicht op het in voorraad hebben en het op de markt brengen van wijnbouwprodukten belaste instanties de nodige instrumenten moeten worden gegeven om volgens eenvormige, voor de hele Gemeenschap geldende regels een doeltreffende controle te kunnen uitoefenen;
Overwegende dat volgens artikel 71, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 822/87 wijnbouwprodukten binnen de Gemeenschap slechts in het verkeer mogen zijn met een begeleidend document dat is gecontroleerd door de bevoegde instanties die door de Lid-Staten moeten worden aangewezen; dat in lid 2 van dat artikel is bepaald dat de natuurlijke personen of de rechtspersonen die wijnbouwprodukten in voorraad hebben, verplicht zijn registers bij te houden, inzonderheid van de ontvangen en afgeleverde hoeveelheden van de betrokken produkten; dat in verband daarmee Verordening (EEG) nr. 986/89 van de Commissie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 592/91 (4), is vastgesteld;
Overwegende dat een verdere stap naar fiscale harmonie in de Gemeenschap is gezet met Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (5) en met de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde Verordening (EEG) nr. 2719/92 van de Commissie van 11 september 1992 betreffende het administratieve geleidedocument voor het verkeer onder schorsing van rechten van accijnsprodukten (6) en Verordening (EEG) nr. 3649/92 van de Commissie van 17 december 1992 betreffende een vereenvoudigd geleidedocument voor het intracommunautaire verkeer van accijnsprodukten die in de Lid-Staat van verzending tot verbruik zijn uitgeslagen (7); dat het, met het oog op de vaststelling van uniforme regels die voor de gehele Gemeenschap gelden en om de administratieve formaliteiten voor het bedrijfsleven en de burger te vereenvoudigen, dienstig is de geldende communautaire regels te herzien in het licht van de ervaring en de behoeften van de interne markt; dat het met name raadzaam is dat de documenten die, met het oog op de toepassing van de fiscale wetgeving, het vervoer van wijnbouwprodukten moeten begeleiden, ook worden gebruikt ter bevestiging van de echtheid van de vervoerde produkten;
Overwegende dat vorengenoemde bepalingen inzake de opstelling van het begeleidend administratief document en van het vereenvoudigd geleidedocument refereren aan regels inzake het bewijs van de oorsprong en de kwaliteit van bepaalde soorten wijn; dat derhalve de regels inzake dit bewijs dienen te worden vastgesteld; dat de vaststelling van regels voor het bewijs van de oorsprong van bepaalde wijnen eveneens noodzakelijk is voor vervoer waarvoor geen belastingformaliteiten hoeven te worden vervuld, met name voor uitvoer; dat, om de administratieve formaliteiten voor de burger te vereenvoudigen en de bevoegde instanties te ontheffen van de routinewerkzaamheden, regels moeten worden vastgesteld volgens welke deze laatste de verzenders die bepaalde voorwaarden vervullen, kunnen toestaan zelf te bepalen welke vermeldingen als bewijs van de oorsprong van de wijn in het geleidedocument moeten worden aangebracht, met dien verstande dat adequate controles moeten worden uitgevoerd;
Overwegende dat voor het vervoer van wijnbouwprodukten waarop vorengenoemde fiscale bepalingen niet van toepassing zijn, een document moet worden ingesteld dat het vervoer van deze produkten begeleidt, ten einde de bevoegde instanties in staat te stellen het handelsverkeer van deze produkten te controleren; dat daarvoor elk handelsdocument kan worden erkend waarin ten minste de gegevens zijn vermeld die noodzakelijk zijn om het produkt te identificeren en het traject van het vervoerde produkt te volgen;
Overwegende dat bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan de controle op het vervoer van onverpakte wijnbouwprodukten, omdat deze produkten meer aanleiding geven tot frauduleuze ingrepen dan reeds gebottelde produkten, in flessen die zijn voorzien van een sluiting die niet opnieuw kan worden gebruikt en waarop reeds etiketten zijn aangebracht; dat in een dergelijk geval aanvullende inlichtingen en een voorafgaande erkenning van het geleidedocument dienen te worden geëist;
Overwegende dat, om de burgers niet onnodig met administratieve formaliteiten te belasten, dient te worden bepaald dat geen document is vereist voor het vervoer dat aan bepaalde criteria voldoet;
Overwegende dat de het vervoer van wijnbouwprodukten begeleidende documenten en de aantekeningen in de desbetreffende registers één geheel vormen; dat, om te garanderen dat de bevoegde instanties door raadpleging van de registers op doeltreffende wijze toezicht kunnen houden op het verkeer en het bezit van wijnbouwprodukten, met name in het kader van de samenwerking tussen die instanties in de onderscheiden Lid-Staten, de voorschriften inzake het bijhouden van de registers op communautair niveau moeten worden geharmoniseerd;
Overwegende dat het risico van onwettig gebruik van produkten die worden gebruikt voor bepaalde oenologische procédés, met name voor verrijking, aanzuring en verzoeting, bijzonder groot is; dat derhalve dient te worden bepaald dat voor deze produkten registers moeten worden bijgehouden die de bevoegde instanties de mogelijkheid bieden om op het verkeer en op het gebruik van deze produkten toezicht te houden;
Overwegende dat het op grond van de communautaire bepalingen ingestelde begeleidend document voor het vervoer van wijnbouwprodukten een zeer nuttige informatiebron is voor de instanties die belast zijn met het toezicht op de naleving van de communautaire en nationale bepalingen in de wijnsector; dat het dienstig is de Lid-Staten toe te staan aanvullende bepalingen voor de toepassing van deze verordening vast te stellen voor het vervoer dat op hun grondgebied begint;
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 986/89 dient te worden vervangen door deze verordening; dat evenwel, om de overgang van de vóór de inwerkingtreding van deze verordening geldende regeling naar de door deze verordening ingestelde regeling te vergemakkelijken, dient te worden bepaald dat de overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 986/89 opgestelde geleidedocumenten nog gedurende een overgangsperiode mogen worden gebruikt;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor wijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.Deze verordening bevat de uitvoeringsbepalingen van artikel 71 van Verordening (EEG) nr. 822/87 wat betreft het begeleidend document voor produkten van de wijnbouwsector; deze verordening laat Richtlijn 91/12/EEG onverlet. Worden vastgesteld:
-
a)de regels voor de certificering van de oorsprong van in een bepaald gebied voortgebracht kwaliteitswijn en de certificering van de herkomst van tafelwijn waarvoor een geografische aanduiding mag worden gebruikt in de documenten waarvan deze wijn bij het vervoer vergezeld gaat en die worden opgesteld op grond van communautaire bepalingen die gebaseerd zijn op Richtlijn 92/12/EEG;
-
b)de regels voor het opstellen van de documenten waarvan in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde wijnbouwprodukten vergezeld dienen te gaan tijdens het vervoer
-
-binnen een Lid-Staat, voor zover bij dit vervoer geen document wordt gebruikt dat is voorgeschreven bij op Richtlijn 92/12/EEG gebaseerde communautaire bepalingen;
-
-bij uitvoer naar een derde land;
-
-in het intracommunautaire handelsverkeer, wanneer
-
-de produkten worden vervoerd door een kleine producent die door de Lid-Staat waar het vervoer is begonnen, is vrijgesteld van de verplichting een vereenvoudigd geleidedocument op te stellen, of
-
-het een van accijns vrijgesteld wijnbouwprodukt betreft;
-
c)aanvullende bepalingen voor het opstellen
-
-van het administratief document of het handelsdocument dat wordt gebruikt ter vervanging van het administratief document,
-
-van het vereenvoudigd geleidedocument of het ter vervanging van dit document gebruikte handelsdocument,
die bestemd zijn om de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde wijnbouwprodukten te vergezellen.
-
2.Bij deze verordening worden bovendien de regels vastgesteld voor het bijhouden van inslag- en uitslagregisters door personen die beroepshalve wijnbouwprodukten in hun bezit hebben.
Artikel 2
Definities Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
a)"bevoegde instantie": een door een Lid-Staat met de uitvoering van deze verordening belaste dienst of belast lichaam;
-
b)"producenten": natuurlijke personen of rechtspersonen of groeperingen van dergelijke personen die over verse druiven, druivemost of jonge, nog gistende wijn beschikken of hebben beschikt en die deze produkten zelf tot wijn verwerken of laten verwerken;
-
c)"kleine producenten": producenten die gemiddeld minder dan 1 000 hectoliter wijn per jaar produceren. De Lid-Staten nemen de gemiddelde jaarproduktie van ten minste drie achtereenvolgende wijnoogstjaren als grondslag. De Lid-Staten kunnen niet als kleine producenten beschouwen de producenten die verse druiven of druivemost aankopen om deze tot wijn te verwerken;
-
d)"kleinhandelaren": natuurlijke personen of rechtspersonen of groeperingen van dergelijke personen die beroepshalve een handelsactiviteit uitoefenen bestaande in de rechtstreekse verkoop aan de verbruiker van kleine hoeveelheden, welke door elke Lid-Staat moeten worden vastgesteld met inachtneming van de bijzondere kenmerken voor handel en distributie, met uitsluiting van zowel personen of groeperingen die gebruik maken van lokalen die zijn uitgerust voor de opslag en, in voorkomend geval, van inrichtingen voor de verpakking van wijn, in grote hoeveelheden, als van personen of groeperingen die als ambulant handelaar onverpakte wijn verkopen;
-
e)"administratief document": een document dat voldoet aan de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2719/92;
-
f)"vereenvoudigd geleidedocument": een document dat voldoet aan de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3649/92;
-
g)"handelaren zonder pakhuis": natuurlijke of rechtspersonen of groeperingen van personen die beroepshalve wijnbouwprodukten kopen of verkopen zonder dat zij beschikken over installaties voor de opslag van die produkten;
-
h)"erkende sluiting": één van de in bijlage I vermelde sluitingen voor recipiënten met een nominale inhoud van 5 liter of minder.
TITEL I Begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwprodukten
Artikel 3
-
1.Elke natuurlijke of rechtspersoon, elke groepering van personen, daaronder begrepen elke handelaar zonder pakhuis, die zijn woonplaats of zetel in het douanegebied van de Gemeenschap heeft en die een wijnbouwprodukt vervoert of laat vervoeren, moet op zijn eigen verantwoordelijkheid een document opstellen dat dat vervoer vergezelt, hierna "geleidedocument" genoemd.
Overeenkomstig de voorschriften die zijn neergelegd in bijlage II, worden in het geleidedocument ten minste de volgende gegevens vermeld:
-
a)de naam en het adres van de afzender,
-
b)de naam en het adres van de geadresseerde,
-
c)het volgnummer van het geleidedocument,
-
d)de datum waarop het document is opgesteld alsmede de datum van verzending, wanneer deze verschilt van de datum van opstelling,
-
e)de omschrijving van het vervoerde produkt, overeenkomstig de communautaire en nationale bepalingen, en
-
f)de hoeveelheid van het vervoerde produkt.
Bij vervoer in recipiënten met een nominale inhoud van meer dan 60 liter worden in het document bovendien de volgende gegevens vermeld:
-
g)met betrekking tot
-
-wijn: het effectieve alcoholgehalte,
-
-ongegiste produkten: de brekingsindex of de volumieke massa,
-
-jonge nog gistende wijnen en gedeeltelijk gegiste druivemost: het totale alcoholgehalte;
-
h)met betrekking tot wijn en druivemost:
-
-de wijnbouwzone, zoals omschreven in bijlage IV bij Verordening (EEG) nr. 822/87, waaruit het vervoerde produkt oorspronkelijk afkomstig is en die wordt aangegeven met een van de volgende afkortingen: A, B, C I a), C I b), C II, C III a) en C III b);
-
-de in bijlage II bedoelde behandelingen die de produkten hebben ondergaan.
-
2.Worden erkend als geleidedocument:
-
a)wanneer het produkten betreft waarvoor de in de bepalingen van Richtlijn 92/12/EEG vastgestelde formaliteiten voor het verkeer worden toegepast,
-
-als produkten met schorsing van accijns in het verkeer worden gebracht, een overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2719/92 opgesteld administratief document of handelsdocument,
-
-als het intracommunautair handelsverkeer betreft en deze produkten in de Lid-Staat van verzending in het verkeer zijn gebracht, een vereenvoudigd geleidedocument of een overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3649/92 opgesteld handelsdocument;
-
b)wanneer het produkten betreft waarvoor de in de bepalingen van Richtlijn 92/12/EEG vastgestelde formaliteiten voor het verkeer niet worden toegepast, ieder document dat in overeenstemming met deze titel wordt opgesteld en waarop ten minste de in lid 1 bedoelde gegevens alsmede de eventueel door de Lid-Staten voorgeschreven aanvullende gegevens worden aangebracht.
-
3.De Lid-Staten kunnen voor in lid 2, onder b), bedoeld vervoer van produkten dat op hun grondgebied begint, bepalen dat het geleidedocument wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage III.
Zij kunnen voor in lid 2, onder b), bedoeld vervoer dat op hun grondgebied begint en eindigt, toestaan dat de geleidedocumenten niet in vakken worden onderverdeeld en de voorgeschreven gegevens niet worden genummerd zoals in het model in bijlage III.
-
4.Wanneer een geleidedocument wordt opgesteld om het vervoer te begeleiden van een wijnbouwprodukt in recipiënten met een nominale inhoud van meer dan 60 liter moet het referentienummer van dat document zijn toegekend door de bevoegde instantie waarvan de naam en het adres op dat geleidedocument zijn vermeld. Die instantie kan de met de fiscale controle belaste instantie zijn.
Het referentienummer maakt deel uit van een doorlopende reeks. Het wordt vooraf gedrukt op het document dat het vervoer vergezelt.
In het in de eerste alinea bedoelde geval worden het origineel van het naar behoren ingevulde geleidedocument en de kopie ervan vóór elk transport gevalideerd:
-
-met een visum van de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar het vervoer begint,
of
-
-door de afzender, die daartoe het voorgeschreven zegel aanbrengt of het stempel van een door de bevoegde instantie goedgekeurd stempelapparaat.
Wanneer een administratief document of een handelsdocument in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 2719/92 of een vereenvoudigd geleidedocument of een handelsdocument overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3649/92 wordt gebruikt, worden de exemplaren nr. 1 en nr. 2 vooraf volgens de in de voorgaande alinea bedoelde procedure gevalideerd.
Artikel 4
In afwijking van artikel 3, lid 1, is generlei document vereist voor:
-
1.wanneer het gaat om wijnbouwprodukten in recipiënten met een nominale inhoud van meer dan 60 liter,
-
a)al dan niet gekneusde druiven of druivemost die door de druivenproducent zelf, voor eigen rekening, van zijn wijngaard of van een andere installatie die hem toebehoort, over een totale afstand over de weg van ten hoogste 40 km worden vervoerd,
-
-in het geval van een niet bij een groepering aangesloten producent, naar de wijnbereidingsinstallatie van die producent en
-
-in het geval van een bij een groepering aangesloten producent, naar de wijnbereidingsinstallatie van die groepering.
In uitzonderlijke gevallen kunnen de bevoegde instanties deze afstand tot 70 km verhogen;
-
b)al dan niet gekneusde druiven die door de druivenproducent zelf of, voor diens rekening, door een derde die niet de geadresseerde is, worden vervoerd van de wijngaard van de producent
-
-naar de in dezelfde wijnbouwzone gelegen wijnbereidingsinstallatie van de geadresseerde, waarbij
-
-de totale afstand over de weg niet meer bedraagt dan 40 km; deze afstand kan door de bevoegde instanties in uitzonderlijke gevallen tot 70 km worden verhoogd;
-
c)vervoer van wijnazijn;
-
d)wijnbouwprodukten die worden vervoerd binnen een zelfde plaatselijke administratieve eenheid of naar een aangrenzende plaatselijke administratieve eenheid, voor zover de bevoegde instantie dit toestaat of, indien een individuele vergunning is verleend, die worden vervoerd binnen een zelfde regionale administratieve eenheid, waarbij deze produkten:
-
-onverminderd toepassing van artikel 12, lid 2, onder a), tussen twee installaties van een zelfde bedrijf worden vervoerd,
of
-
-niet van eigenaar veranderen en het vervoer nodig is voor de verwerking tot wijn, de behandeling, de opslag of de botteling;
-
e)draf van druiven en wijnmoer die worden vervoerd
-
-naar een distilleerderij, wanneer het betrokken produkt vergezeld gaat van een leveringsnota die is voorgeschreven door de bevoegde instanties van de Lid-Staat waar het vervoer begint,
of
-
-om het betrokken produkt ingevolge artikel 35, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 822/87 aan de wijnbereiding te onttrekken;
-
2.wanneer het gaat om produkten in recipiënten met een nominale inhoud van 60 liter of minder en onder voorbehoud van de bepalingen van Richtlijn 92/12/EEG,
-
a)produkten die zijn verpakt in geëtiketteerde recipiënten met een nominale inhoud van 5 liter of minder, voorzien van een erkende sluiting welke niet opnieuw kan worden gebruikt en waarop een aanduiding is aangebracht aan de hand waarvan de bottelaar kan worden geïdentificeerd, als de totale hoeveelheid die wordt vervoerd, niet meer bedraagt dan:
-
-5 liter voor al dan niet gerectificeerde druivemost en
-
-100 liter voor alle overige produkten;
-
b)vervoer van wijn of druivesap die of dat voor diplomatieke vertegenwoordigingen, consulaire diensten en daarmee gelijkgestelde instanties is bestemd, binnen de perken van de hoeveelheden waarvoor een vrijstelling voor deze diensten geldt;
-
c)vervoer van wijn en druivesap
-
-die worden verhuisd door particulieren, wanneer deze produkten niet voor verkoop zijn bestemd,
-
-die zich aan boord van schepen, luchtvaartuigen en treinen bevinden en zijn bestemd om aldaar te worden verbruikt;
-
d)vervoer, door particulieren, van wijn en gedeeltelijk gegiste druivemost die zijn bestemd om in het gezin van de geadresseerde te worden verbruikt, als dat vervoer niet kan worden beschouwd als vervoer van onder a) bedoelde produkten, voor zover de totale vervoerde hoeveelheid niet groter is dan 30 liter;
-
e)vervoer van produkten die voor wetenschappelijke of technische experimenten zijn bestemd, voor zover de totale vervoerde hoeveelheid niet groter is dan 1 hectoliter;
-
f)vervoer van handelsmonsters;
-
g)vervoer van monsters, bestemd voor een officiële dienst of een officieel laboratorium.
Afzenders, andere dan kleinhandelaren of particuliren die incidenteel produkten aan andere particulieren verkopen, moeten evenwel, om vrijgesteld te zijn van de vereiste inzake het begeleidend document voor het onder a) tot en met e) bedoelde vervoer, steeds de juistheid kunnen bewijzen van alle aantekeningen die zijn voorgeschreven voor de in titel II bedoelde registers of voor andere registers die door de betrokken Lid-Staten verplicht zijn gesteld.
Artikel 5
-
1.Wanneer een bevoegde instantie heeft geconstateerd dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of een groepering van dergelijke personen, die een wijnbouwprodukt vervoert of laat vervoeren, een ernstige overtreding van de communautaire voorschriften voor de wijnsector of van de nationale bepalingen genomen in toepassing hiervan, heeft begaan of wanneer die instantie een ernstig vermoeden daarvan heeft, kan zij de volgende procedure voorschrijven:
De afzender stelt het geleidedocument op en vraagt het visum van de bevoegde instantie. Wanneer het visum wordt verleend en eventueel wordt verbonden aan voorwaarden voor het verdere gebruik van het produkt, worden daarop het stempel, de handtekening van de verantwoordelijke persoon van de bevoegde instantie en de datum vermeld.
Deze procedure wordt eveneens toegepast voor het vervoer van produkten waarvan de produktie- of samenstellingsvoorwaarden niet met de communautaire of nationale voorschriften in overeenstemming zijn.
-
2.Bij vervoer in het douanegebied van de Gemeenschap van de in het vrije verkeer gebrachte produkten uit een derde land, worden in het begeleidend document de volgende gegevens vermeld:
-
-het nummer van het overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3590/85 van de Commissie (8) opgestelde document VI 1,
-
-de datum waarop dit document is opgesteld,
-
-de naam en het adres van het lichaam in het derde land dat het document heeft opgesteld of dat een producent heeft gemachtigd het document op te stellen.
-
3.Iedere persoon of instantie die een begeleidend document voor het vervoeren van een wijnbouwprodukt opstelt, en de personen die een dergelijk produkt in hun bezit hebben gehad, bewaren een kopie van dat document.
Artikel 6
-
1.Het geleidedocument wordt geacht deugdelijk te zijn ingevuld wanneer er de in artikel 3, lid 1, voorgeschreven gegevens in zijn vermeld. Wanneer een document overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2719/92, of Verordening (EEG) nr. 3649/92 wordt gebruikt, worden daarin ook al de in artikel 3, lid 1, voorgeschreven gegevens vermeld.
Voor het vervoer van distillatiewijn naar een distilleerderij moeten het administratief document of het vereenvoudigd geleidedocument of de in de plaats van de laatstgenoemde twee documenten opgestelde documenten bovendien aan artikel 25, lid 2, eerste streepje, en artikel 27, lid 2, vijfde streepje, van Verordening (EEG) nr. 2046/89 van de Raad (9) voldoen.
-
2.Het geleidedocument mag slechts voor één enkele vervoerstransactie worden gebruikt.
Voor gezamenlijk vervoer, van dezelfde afzender naar dezelfde geadresseerde, van
-
-verscheidene partijen produkten van dezelfde categorie,
of
-
-verscheidene partijen produkten die niet tot dezelfde categorie behoren, voor zover deze zijn verpakt in geëtiketteerde recipiënten met een nominale inhoud van 60 liter of minder, voorzien van een erkende sluiting welke niet opnieuw kan worden gebruikt, en waarop een aanduiding is aangebracht aan de hand waarvan de bottelaar kan worden geïdentificeerd,
kan met één enkel geleidedocument worden volstaan.
-
3.In het begeleidend document voor het vervoer van het wijnbouwprodukt wordt de datum aangegeven waarop het vervoer begint.
In het in artikel 5, lid 1, bedoelde geval of wanneer het begeleidend document is opgesteld door de bevoegde instantie, is het document slechts geldig indien het vervoer begint uiterlijk op de vijfde werkdag na de dag waarop het document is gevalideerd of opgesteld.
-
4.Als de produkten in afzonderlijke vakken van een zelfde vervoersrecipiënt worden vervoerd of in de loop van het vervoer worden vermengd, moet een begeleidend document worden opgesteld voor elk gedeelte van de produkten dat afzonderlijk wordt vervoerd of dat met andere produkten wordt vermengd. Op dit document wordt overeenkomstig de door elke Lid-Staat vastgestelde regels vermeld dat het produkt in een mengsel wordt gebruikt.
De Lid-Staten kunnen evenwel toestaan dat de afzenders of een gemachtigde persoon voor de totale hoeveelheid van het door de vermenging verkregen produkt slechts één enkel begeleidend document opstellen. In dat geval geeft de bevoegde instantie passende instructies over de manier waarop de categorie, de oorsprong en de grootte van de onderscheiden hoeveelheden die zijn geladen, moeten worden bewezen.
-
5.Wanneer wordt vastgesteld dat vervoer waarvoor een begeleidend document is voorgeschreven, zonder een dergelijk document geschiedt of onder dekking van een document dat valse, onjuiste of onvolledige gegevens bevat, treft de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar dit feit wordt vastgesteld of elke andere dienst die met de controle op de naleving van de communautaire en nationale bepalingen in de wijnsector is belast, die nodige maatregelen om
-
-dit vervoer te regulariseren, hetzij door de materiële fouten te verbeteren hetzij door een nieuw document op te stellen,
-
-in voorkomend geval, de vastgestelde onregelmatigheid te bestraffen naar verhouding van de ernst ervan, met name door toepassing van de bepalingen van artikel 5, lid 1.
De in de eerste alinea bedoelde bevoegde instantie of de gemachtigde dienst zet haar of zijn stempel op de documenten die op grond van deze bepaling zijn verbeterd of opgesteld.
Regularisatie van onregelmatigheden mag het betrokken vervoer niet langer ophouden dan strikt noodzakelijk is.
Bij vaststelling van ernstige of herhaalde onregelmatigheden geeft de voor de plaats van lossing territoriaal bevoegde autoriteit daarvan kennis aan de voor de plaats van verzending territoriaal bevoegde autoriteit. Voor intracommunautair vervoer gebeurt deze kennisgeving volgens Verordening (EEG) nr. 2048/89 van de Raad (10).
-
6.Wanneer de in lid 5, eerste alinea, bedoelde regularisatie van een vervoerstransactie niet mogelijk blijkt, brengt de bevoegde instantie of de dienst die de onregelmatigheid heeft vastgesteld de afzender ervan op de hoogte dat dit vervoer wordt tegengehouden en deelt deze tevens mede welke maatregelen worden genomen. Deze maatregelen kunnen bestaan in een verbod om het produkt in de handel te brengen.
-
7.Wanneer een onder dekking van een begeleidend document vervoerd produkt door de geadresseerde geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, brengt deze op de achterzijde van het document de vermelding "Geweigerd door de geadresseerde" aan, alsmede de datum en zijn handtekening, in voorkomend geval met vermelding van de geweigerde hoeveelheid, aangegeven in liter of kilogram.
In dat geval mag het produkt met hetzelfde begeleidende document aan de afzender worden teruggezonden, of in de bedrijfsruimten van de vervoerder worden bewaard totdat een nieuw begeleidend document voor de terugzending van het produkt is opgesteld.
Artikel 7
-
1.Het geleidedocument geldt als bewijs van de benaming van oorsprong voor in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen (v.q.p.r.d.) of als bewijs van de aanduiding van herkomst voor tafelwijn die recht heeft op een geografische aanduiding:
-
-wanneer het deugdelijk wordt opgesteld door een afzender die zelf producent van de vervoerde wijn is en die geen wijnbouwprodukten koopt of verkoopt die verkregen zijn uit druiven die zijn geoogst in andere welbepaalde gebieden of in andere produktiegebieden dan die waarvan hij de namen gebruikt om de door hem zelf geproduceerde wijn aan te duiden;
-
-wanneer het deugdelijk wordt opgesteld door een niet in het eerste streepje bedoelde afzender en de juistheid van de vermeldingen door de bevoegde instanties op het geleidedocument is gecertificeerd op basis van de gegevens die zijn vermeld in de documenten die het voorafgaande vervoer van het betrokken produkt hebben begeleid;
-
-in toepassing van artikel 5, lid 1,
en wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a)i) het geleidedocument wordt opgesteld volgens het model dat is vastgesteld voor
-
-het administratief document in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2719/92,
of
-
-het vereenvoudigd geleidedocument in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3649/92,
of
-
-het geleidedocument in bijlage III bij deze verordening,
of
-
ii)voor vervoer dat niet over het grondgebied van een andere Lid-Staat gaat, elk document als bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b);
-
b)op de daartoe bestemde plaats van het geleidedocument worden de volgende vermeldingen aangebracht:
-
-voor v.q.p.r.d.: "Dit document geldt als bewijs van benaming van oorsprong voor de v.q.p.r.d.-wijnen die erop zijn vermeld";
-
-voor tafelwijn met een geografische aanduiding: "Dit document geldt als bewijs van herkomst voor de tafelwijnen die erop zijn vermeld";
-
c)de onder a) bedoelde vermeldingen zijn door de bevoegde instantie met haar stempel, de datum en de handtekening van de verantwoordelijke gewaarmerkt, naar gelang van het geval
-
-op exemplaar nr. 1 en exemplaar nr. 2 wanneer het onder a), i), eerste en tweede streepje, genoemde model wordt gebruikt, of
-
-op het origineel en een kopie van het geleidedocument wanneer het geleidedocument in bijlage III of een ander in artikel 3, lid 2, onder b), bedoeld model wordt gebruikt;
-
d)het referentienummer van het geleidedocument is door de bevoegde instantie toegekend;
-
e)wanneer een produkt wordt verzonden vanuit een Lid-Staat die niet de producerende Lid-Staat is, geldt het geleidedocument onder dekking waarvan het produkt wordt verzonden, als bewijs van de benaming van oorsprong of van de omschrijving van herkomst, wanneer op dat document de volgende gegevens voorkomen:
-
-het volgnummer,
-
-de datum van opstelling,
en
-
-de naam en de plaats van vestiging van de bevoegde instantie, die zijn vermeld op de documenten onder dekking waarvan het produkt is vervoerd voordat het opnieuw is verzonden en waarop de benaming van oorsprong of de omschrijving van de herkomst is gecertificeerd.
Een Lid-Staat kan het bewijs van de benaming van oorsprong van de v.q.p.r.d. of de aanduiding van de herkomst van tafelwijn die op zijn grondgebied zijn geproduceerd, verplicht stellen.
-
2.De bevoegde instanties van elke Lid-Staat kunnen afzenders die voldoen aan de in lid 3 bepaalde voorwaarden, toestaan zelf de vermeldingen met betrekking tot het bewijs van benaming van oorsprong of de aanduiding van herkomst op de formulieren van het geleidedocument te noteren of deze vermeldingen daarop voorgedrukt te laten aanbrengen, op voorwaarde
-
a)dat de vermeldingen vooraf worden gewaarmerkt met het stempel van de bevoegde instantie, de handtekening van een verantwoordelijke en met de datum,
of
-
b)dat de vermeldingen door de afzenders zelf worden gewaarmerkt met een speciaal stempel dat door de bevoegde instanties is geaccepteerd en dat overeenstemt met het model in bijlage IV; dit stempel mag voorgedrukt op de formulieren voorkomen, wanneer het drukken bij een daartoe erkende drukkerij gebeurt.
-
3.De in lid 2 bedoelde machtiging wordt alleen verleend aan afzenders
-
-die regelmatig v.q.p.r.d. en/of tafelwijn die recht heeft op een geografische aanduiding, verzenden en
-
-bij wie, na een eerste aanvraag, is vastgesteld dat de inslag- en uitslagregisters overeenkomstig titel II worden bijgehouden en die het de bevoegde instanties mogelijk maken de juistheid van de in de documenten vermelde gegevens te verifiëren.
De bevoegde instanties kunnen afzenders die niet alle waarborgen bieden die deze instanties nodig achten, de machtiging weigeren. Zij kunnen de machtiging intrekken, met name wanneer de afzenders niet meer aan de in de eerste alinea bedoelde voorwaarden voldoen of niet meer de vereiste waarborgen bieden.
-
4.De afzenders aan wie de in lid 2 bedoelde machtiging wordt verleend, moeten alle nodige maatregelen nemen voor de veilige bewaring van het bijzondere stempel en van de formulieren met het stempel van de bevoegde instantie of met het bijzondere stempel.
-
5.In het handelsverkeer met derde landen gelden alleen geleidedocumenten die overeenkomstig lid 1 bij uitvoer uit de Lid-Staat van produktie zijn opgesteld:
-
-wat v.q.p.r.d. betreft, als bewijs dat de benaming van oorsprong van het produkt in overeenstemming is met de ter zake geldende communautaire en nationale bepalingen,
-
-wat overeenkomstig artikel 72, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 822/87 omschreven tafelwijn betreft, als bewijs dat de geografische aanduiding van het produkt in overeenstemming is met de ter zake geldende communautaire en nationale bepalingen.
Als een produkt echter wordt uitgevoerd uit een Lid-Staat die niet de producerende Lid-Staat is, geldt het overeenkomstig lid 1 opgestelde geleidedocument onder dekking waarvan het produkt wordt uitgevoerd, als bewijs van de benaming van oorsprong of van de omschrijving van herkomst wanneer op dat document de volgende gegevens voorkomen:
-
-het volgnummer,
-
-de datum van opstelling,
-
-de naam en de plaats van vestiging van de in lid 1 bedoelde instantie, die zijn vermeld op de documenten onder dekking waarvan het produkt vóór de uitvoer is vervoerd en waarop de benaming van oorsprong of de omschrijving van de herkomst is gecertificeerd.
-
6.Het geleidedocument geldt als bewijs van de benaming van oorsprong voor ingevoerde wijn wanneer dit document is opgesteld overeenkomstig artikel 5, lid 2, en gebruik wordt gemaakt van een van de voorbeelden bedoeld in lid 1, eerste alinea, onder a).
Artikel 8
-
1.Wanneer de geadresseerde op het grondgebied van de Gemeenschap is gevestigd, gelden de volgende gebruiksvoorschriften voor het geleidedocument:
-
a)bij vervoer van een produkt met schorsing van accijns: punt 1.5 "Algemeen" van de toelichting in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2719/92;
-
b)bij intracommunautair vervoer van een accijnsprodukt, dat reeds in de Lid-Staat van verzending in het verkeer is gebracht: punt 1.5 van de toelichting in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3649/92;
-
c)ander dan onder a) en b) bedoeld vervoer:
-
i)wanneer een voor het onder a) en b) bedoeld vervoer voorgeschreven geleidedocument wordt gebruikt:
-
-exemplaar nr. 1: moet worden bewaard door de afzender,
-
-exemplaar nr. 2: vergezelt het produkt vanaf de plaats van lading tot de plaats van lossing en wordt aan de geadresseerde of aan diens vertegenwoordiger overhandigd,
-
ii)wanneer een ander geleidedocument wordt gebruikt:
-
-vergezelt het origineel van het geleidedocument het produkt vanaf de plaats van lading en wordt het aan de geadresseerde of zijn vertegenwoordiger overhandigd,
-
-wordt een kopie door de afzender bewaard.
-
2.Wanneer de geadresseerde buiten het douangebied van de Gemeenschap is gevestigd, worden het origineel van het geleidedocument en een kopie, al naar gelang van het geval de exemplaren nr. 1 en nr. 2, bij de uitvoeraangifte aan het bevoegde douanekantoor van de Lid-Staat van uitvoer voorgelegd. Dit douanekantoor ziet erop toe dat enerzijds op de uitvoeraangifte de soort, de datum en het nummer van het overgelegde document worden vermeld en anderzijds dat op het geleidedocument en de kopie ervan, of in voorkomend geval op beide exemplaren van het geleidedocument, de soort, de datum en het nummer van de uitvoeraangifte worden vermeld.
Dit douanekantoor van uitvoer brengt op de twee vorenbedoelde exemplaren één van de volgende met zijn stempel gewaarmerkte vermeldingen aan:
"AUSGEFUEHRT", "UDFOERT", "EXPORTED", "EXPORTÉ", "ESPORTATO", "UITGEVOERD", "EXPORTADO", "EXACHThEN"
en verstrekt de betreffende exemplaren van het geleidedocument met het stempel en bovengenoemde vermelding aan de exporteur of diens vertegenwoordiger. Deze laat het vervoer van het uitgevoerde produkt vergezeld gaan van een exemplaar.
-
3.De in lid 2, eerste alinea, bedoelde referenties omvatten ten minste de soort, de datum, en het nummer van het document, alsmede, wat de uitvoeraangifte betreft, de naam en de plaats van vestiging van de voor de uitvoer bevoegde instantie.
-
4.Wanneer een wijnbouwprodukt tijdelijk naar een land van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) wordt uitgevoerd om onderworpen te worden aan bewerkingen van stockering en/of veroudering en/of conditionering in het kader van het stelsel passieve veredeling bepaald volgens Verordening (EEG) nr. 2473/86 van de Raad (11) en Verordening (EEG) nr. 2458/87 van de Commissie (12), wordt naast het geleidedocument een inlichtingenblad opgesteld zoals aanbevolen door de Internationale Douaneraad van 3 december 1963. In de voor de omschrijving van de goederen bestemde vakken van dat blad worden de omschrijving van de vervoerde wijn overeenkomstig de communautaire en nationale bepalingen en de hoeveelheid van die wijn vermeld.
Die gegevens moeten worden overgenomen uit het origineel van het document onder dekking waarvan de betrokken wijn is vervoerd naar het douanekantoor waar het inlichtingenblad wordt afgegeven. Voorts worden op dat blad de aard, de datum en het nummer vermeld van het document onder dekking waarvan de goederen eerder werden vervoerd.
Wanneer het bevoegde douanekantoor van de landen van de EVA, opdat de produkten als bedoeld in de eerste alinea opnieuw in het douanegebied van de Gemeenschap kunnen worden binnengebracht, het inlichtingenblad naar behoren invult, geldt dat document als geleidedocument voor het vervoer tot het douanekantoor van bestemming in de Gemeenschap of tot dat waar het produkt in het vrije verkeer wordt gebracht, als in het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak van dat document de in de eerste alinea bedoelde gegevens zijn vermeld.
Het betrokken douanekantoor in de Gemeenschap viseert de door de geadresseerde of diens vertegenwoordiger verstrekte kopie of fotokopie van het document en geeft dat geviseerde document met het oog op de toepassing van deze verordening aan de geadresseerde of diens vertegenwoordiger terug.
-
5.Voor v.q.p.r.d. en tafelwijn die recht heeft op een geografische aanduiding en die naar een derde land is uitgevoerd en waarvoor overeenkomstig deze verordening een het vervoer begeleidend document is opgesteld, moet dit document, dat als bewijs van de benaming van oorsprong of van de aanduiding van herkomst geldt, ten genoegen van de bevoegde instanties samen met elk ander bewijsstuk worden overgelegd wanneer deze wijn in de Gemeenschap in het vrije verkeer wordt gebracht en het niet gaat om goederen die voldoen aan de in lid 4 vermelde voorwaarden, noch om terugkerende goederen als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 754/76 van de Raad (13) en haar uitvoeringsbepalingen. Als de bewijsstukken door het betrokken douanekantoor bevredigend worden geacht, viseert dit douanekantoor een door de geadresseerde of diens vertegenwoordiger verstrekte kopie of fotokopie van het bewijs van de benaming van oorsprong en geeft deze met het oog op de toepassing van deze verordening aan de geadresseerde of diens vertegenwoordiger terug.
Artikel 9
Als een zending waarvoor een geleidedocument is voorgeschreven, tijdens het vervoer als gevolg van toeval of van overmacht wordt gesplitst dan wel geheel of gedeeltelijk verloren gaat, verzoekt de vervoerder de bevoegde autoriteit van de plaats waar het toeval of het geval van overmacht zich heeft voorgedaan, een proces-verbaal op te stellen.
De vervoerder waarschuwt, voor zover mogelijk, ook de bevoegde instantie die het dichtst bij de plaats is gevestigd waar het toeval of het geval van overmacht zich heeft voorgedaan, opdat deze instantie de nodige maatregelen neemt om het betrokken vervoer te regulariseren. Die maatregelen mogen het betrokken vervoer niet langer ophouden dan voor regularisering strikt noodzakelijk is.
Artikel 10
Bij vervoer van een hoeveelheid van meer dan 60 liter van een van de hierna vermelde onverpakte wijnbouwprodukten is, naast een voor dit vervoer voorgeschreven document, een kopie vereist, die moet zijn gemaakt met behulp van doorschrijfpapier, carbonpapier of enig ander door de bevoegde instantie toegestaan procédé:
-
a)produkten van oorsprong uit de Gemeenschap:
-
-wijn die tot tafelwijn kan worden verwerkt,
-
-wijn die bestemd is om tot v.p.q.r.d. te worden verwerkt,
-
-gedeeltelijk gegiste druivemost,
-
-geconcentreerde druivemost, al dan niet gerectificeerd,
-
-druivemost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit,
-
-druivesap,
-
-geconcentreerd druivesap,
-
-tafeldruiven die bestemd zijn voor de wijnbereiding;
-
b)produkten die niet van oorsprong zijn uit de Gemeenschap:
-
-verse druiven, met uitzondering van tafeldruiven,
-
-druivemost,
-
-geconcentreerde druivemost,
-
-gedeeltelijk gegiste druivemost,
-
-geconcentreerde druivemost, al dan niet gerectificeerd,
-
-druivemost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is gestuit,
-
-druivesap,
-
-geconcentreerd druivesap,
-
-likeurwijn bestemd voor de bereiding van andere produkten dan die van GN-code 2204.
Hetzelfde geldt voor de volgende produkten, ongeacht hun oorsprong en de vervoerde hoeveelheid en onverminderd de in artikel 4 vermelde uitzonderingen:
-
-wijnmoer,
-
-draf van druiven bestemd voor de distilleerderij of voor een andere vorm van industriële verwerking,
-
-piquette,
-
-distillatiewijn,
-
-wijn van druiven van rassen die in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 3800/81 van de Commissie (14) voor de administratieve eenheid waar deze druiven zijn geoogst, niet als wijndruivenrassen zijn vermeld,
-
-produkten die niet voor rechtstreekse menselijke consumptie mogen worden aangeboden of geleverd.
De in de eerste alinea bedoelde kopie wordt door de afzender, uiterlijk op de eerste werkdag volgende op die van het vertrek van de goederen, langs de snelste weg aan de voor de plaats van lading territoriaal bevoegde autoriteit toegezonden. Deze autoriteit zendt de kopie op de snelst mogelijke wijze en uiterlijk de eerste werkdag na de dag van ontvangst of, indien zij de kopie zelf opstelt, op de dag van afgifte naar de voor de plaats van lossing territoriaal bevoegde autoriteit.
TITEL II Registers
Artikel 11
-
1.Natuurlijke personen of rechtspersonen en groeperingen van personen die, in welke hoedanigheid dan ook, beroepshalve of voor handelsdoeleinden een wijnbouwprodukt in hun bezit hebben, moeten registers bijhouden die inzonderheid de inslag en uitslag van dit produkt bepalen, hierna "registers" genoemd.
Hierbij gelden evenwel de volgende uitzonderingen:
-
a)de verplichting om registers bij te houden geldt niet voor:
-
-kleinhandelaren,
-
-verkopers van drank die uitsluitend ter plaatse wordt geconsumeerd;
-
b)wijnazijn behoeft niet in een register te worden ingeschreven.
-
2.De Lid-Staten mogen voorschrijven dat
-
a)handelaren zonder pakhuis registers moeten bijhouden op de wijze en volgens de regels die de Lid-Staten vaststellen;
-
b)de verplichting om registers bij te houden niet geldt voor natuurlijke personen of rechtspersonen en voor groeperingen van personen die wijnbouwprodukten uitsluitend in kleine recipiënten en met inachtneming van de in artikel 4, punt 2, onder a), genoemde voorwaarden inzake de aanbiedingsvorm in voorraad hebben of te koop aanbieden, op voorwaarde dat de inslag, de uitslag en de voorraden steeds aan de hand van andere bewijsstukken, en met name van de financiële boekhouding, kunnen worden gecontroleerd.
-
3.Personen die registers moeten bijhouden, vermelden in hun registers elke inslag en uitslag van partijen van de in lid 1 bedoelde produkten in hun installaties, alsmede de in artikel 14, lid 1, bedoelde behandelingen. Zij moeten bovendien voor elke aantekening in de registers betreffende inslag of uitslag een begeleidend document voor het betrokken vervoer of een ander bewijsstuk kunnen overleggen, met name een handelsdocument.
Artikel 12
-
1.De registers bestaan
-
-uit doorlopend genummerde vaste bladen dan wel
-
-uit adequate bestanddelen van een moderne boekhouding die door de bevoegde instanties is goedgekeurd, op voorwaarde dat daarin ook de gegevens voorkomen die in de registers moeten worden vermeld.
De Lid-Staten mogen evenwel bepalen dat
-
a)de registers die worden bijgehouden door handelaren die geen van de in artikel 14, lid 1, bedoelde behandelingen uitvoeren of geen enkele oenologische behandeling toepassen, mogen bestaan uit de gezamenlijke begeleidende documenten;
-
b)de door de producenten bijgehouden registers bestaan uit aantekeningen op de keerzijde van de in Verordening (EEG) nr. 3929/87 van de Commissie (15) bedoelde opgaven van oogsten, produktie en voorraden.
-
2.De registers worden bijgehouden per onderneming en op de plaats waar de produkten zijn opgeslagen.
Niettemin
-
a)kunnen de bevoegde instanties, wanneer de produkten zijn opgeslagen in verscheidene opslagplaatsen van dezelfde onderneming, die in dezelfde plaatselijke administratieve eenheid of in een aangrenzende plaatselijke administratieve eenheid zijn gelegen, toestemming geven om de registers in de zetel van de onderneming te bewaren en daartoe eventueel de nodige instructies geven,
-
b)mag het bijhouden van de registers aan een op dat gebied gespecialiseerde onderneming worden toevertrouwd,
op voorwaarde dat de ingeslagen en uitgeslagen hoeveelheden en de voorraden op de plaatsen waar de produkten in voorraad worden gehouden, steeds aan de hand van andere bewijsstukken kunnen worden gecontroleerd.
Wanneer handelszaken die rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen tot dezelfde onderneming behoren en goederen betrekken uit een of meer centrale opslagplaatsen van die onderneming, zijn deze centrale opslagplaatsen, onder voorbehoud van artikel 11, lid 2, onder b), verplicht registers bij te houden; in deze registers worden leveringen aan die kleinhandelszaken als uitgeslagen hoeveelheid geboekt.
-
3.Voor de produkten die in de registers worden geboekt, moeten afzonderlijke rekeningen worden bijgehouden voor
-
-elke categorie produkten die is genoemd hetzij in bijlage 1 bij Verordening (EEG) nr. 822/87 hetzij in artikel 2 bij Verordening (EEG) nr. 2391/89 van de Raad (16),
-
-elke v.q.p.r.d., alsmede de produkten die zijn bestemd om tot v.q.p.r.d. te worden verwerkt en zijn verkregen uit druiven die in hetzelfde bepaalde gebied zijn geoogst,
-
-elke tafelwijn die wordt aangeduid met de naam van een geografisch gebied, alsmede de produkten die bestemd zijn om tot een dergelijke wijn te worden verwerkt en die van oorsprong zijn uit hetzelfde produktiegebied.
V.q.p.r.d.'s van verschillende oorsprong in recipiënten van 60 liter of minder, geëtiketteerd overeenkomstig de Gemeenschapsvoorschriften, die bij een derde zijn verkregen en daar voor verkoop zijn opgeslagen, mogen op dezelfde rekening worden geboekt voor zover de bevoegde instanties of een door deze instantie gemachtigd lichaam of gemachtigde dienst daarvoor toestemming heeft gegeven en inslag en uitslag van elke v.q.p.r.d. afzonderlijk worden opgevoerd. Hetzelfde geldt voor tafelwijn die met de naam van een geografisch gebied wordt aangeduid.
De indeling van een v.q.p.r.d. in een lagere klasse wordt in de registers aangetekend.
-
4.De Lid-Staten stellen een maximumpercentage vast voor de verliezen als gevolg van verdamping tijdens de opslag, van diverse behandelingen of van een verandering van categorie van het produkt.
Als de werkelijke verliezen
-
-bij het vervoer groter zijn dan de in bijlage II, deel B, punt 1.2, bedoelde toleranties en,
-
-wat de in de eerste alinea bedoelde gevallen betreft, groter zijn dan de door de Lid-Staten vastgestelde maximumpercentages,
deelt de houder van de registers dat binnen een door de Lid-Staten vastgestelde termijn schriftelijk mee aan de territoriaal bevoegde instantie die de nodige maatregelen treft.
De Lid-Staten bepalen op welke wijze in de registers rekening moet worden gehouden met
-
-het verbruik door het gezin van de producent,
-
-eventuele wijzigingen in het volume van de produkten als gevolg van ongelukken.
Artikel 13
-
1.Bij elke inslag en uitslag van produkten worden in de registers de volgende gegevens vermeld:
-
-het controlenummer van het produkt, indien zo'n nummer voorzien is door de communautaire of nationale bepalingen,
-
-de datum waarop de handeling heeft plaatsgevonden,
-
-de feitelijk ingeslagen en uitgeslagen hoeveelheid,
-
-het betrokken produkt, omschreven overeenkomstig de ter zake geldende communautaire en nationale bepalingen,
-
-een referentie van het begeleidend document, dat voor het betrokken vervoer is gebruikt.
In de in artikel 7, lid 5, bedoelde gevallen wordt in het register van uitslag een verwijzing vermeld naar het document onder dekking waarvan het produkt van tevoren is vervoerd.
-
2.Eenmaal per jaar worden op een door de Lid-Staten vast te stellen datum de inslag- en uitslagregisters afgesloten (jaarbalans). In het kader van de jaarbalans wordt de voorraadinventaris opgemaakt. De aanwezige voorraden worden als "inslag" in de registers ingeschreven op een datum die na het opmaken van de jaarbalans valt. Wanneer de jaarbalans verschillen te zien geeft tussen theoretische en werkelijke voorraad, worden die in de afgesloten registers vermeld.
Artikel 14
-
1.In de registers worden de volgende behandelingen vermeld:
-
-verhoging van het alcoholgehalte,
-
-aanzuring,
-
-ontzuring,
-
-verzoeting,
-
-versnijding,
-
-botteling,
-
-distillatie,
-
-bereiding van mousserende wijn, mousserende wijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, parelwijn en parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd,
-
-bereiding van likeurwijn,
-
-bereiding van geconcentreerde druivemost, al dan niet gerectificeerd,
-
-behandeling met actieve kool voor oenologische doeleinden,
-
-behandeling met kaliumferrocyanide,
-
-bereiding van distillatiewijn,
-
-andere gevallen van toevoeging van alcohol,
-
-verwerking tot een produkt van een andere categorie, met name tot gearomatiseerde wijn.
Wanneer een onderneming vereenvoudigde registers mag bijhouden overeenkomstig artikel 12, lid 1, tweede alinea, kan de bevoegde instantie toestaan dat het duplicaat van de in artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 822/87 bedoelde meldingen die worden gedaan onder de in Verordening (EEG) nr. 2240/89 van de Commissie (17) bepaalde voorwaarden, als gelijkwaardig wordt beschouwd met de in de registers vermelde gegevens betreffende de verhoging van het alcoholgehalte, de aanzuring en de ontzuring.
-
2.Voor elke in lid 1 bedoelde behandeling worden in de andere dan de in lid 3 bedoelde registers de volgende gegevens vermeld:
-
-de behandeling en de datum waarop deze is uitgevoerd,
-
-de aard en de hoeveelheden van de gebruikte produkten,
-
-de hoeveelheden door deze behandeling verkregen produkt,
-
-de hoeveelheden produkt die zijn gebruikt voor verhoging van het alcoholgehalte, aanzuring, ontzuring, verzoeting en toevoeging van alcohol voor de bereiding van distillatiewijn,
-
-de omschrijving van de produkten vóór en na de behandeling, overeenkomstig de ter zake geldende communautaire of nationale bepalingen,
-
-de merktekens op de recipiënten waarin de in de registers geboekte produkten vóór de behandeling waren verpakt en de merktekens op de recipiënten waarin zij na de behandeling zijn verpakt,
-
-wanneer een produkt wordt gebotteld, het aantal en de inhoud van de flessen die zijn gevuld, en het nummer van de partij,
-
-wanneer een produkt door een loonbedrijf wordt gebotteld, de naam en het adres van de bottelaar in de zin van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2202/89 van de Commissie (18).
Wanneer een produkt van categorie verandert ten gevolge van een verandering die niet is toe te schrijven aan één van de in lid 1, eerste alinea, vermelde behandelingen, met name bij vergisting van druivemost, worden in de registers de hoeveelheden en de aard van het na deze verandering verkregen produkt vermeld.
Voor de bereiding van distillatiewijn moeten in de registers bovendien de gegevens worden vermeld die bij artikel 25, lid 2, eerste streepje, en bij artikel 27, lid 2, vijfde streepje, van Verordening (EEG) nr. 2046/89 zijn voorgeschreven.
-
3.Voor mousserende wijn worden in het register van de cuvées, als bedoeld in artikel 6, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2332/92 van de Raad (19), voor elke bereide cuvée de volgende gegevens vermeld:
-
-de datum van de bereiding,
-
-de datum van de botteling voor mousserende kwaliteitswijn en in bepaalde gebieden voortgebrachte mousserende kwaliteitswijn (v.m.q.p.r.d.),
-
-het volume van de cuvée en de aard, het volume, het effectieve en het potentiële alcoholgehalte van alle bestanddelen van de cuvée,
-
-alle in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2332/92 bedoelde bewerkingen,
-
-het volume van de gebruikte "liqueur de tirage",
-
-het volume van de dosagelikeur,
-
-het aantal verkregen flessen en, eventueel, de soort mousserende wijn, uitgedrukt in een term die verband houdt met het gehalte aan residusuiker, voor zover deze term in de etikettering voorkomt.
-
4.Voor likeurwijn worden in de voorgeschreven registers voor elke partij die wordt bereid, de volgende gegevens vermeld:
-
-de datum waarop een van de produkten bedoeld in punt 14, onder i), ii) of iii), van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 822/87, wordt toegevoegd,
-
-de aard en het volume van het toegevoegde produkt.
Artikel 15
-
1.De houders van de registers houden speciale registers of speciale rekeningen bij voor de in- of uitslag van de volgende produkten en stoffen die zij, in welke hoedanigheid dan ook, in hun bezit hebben, ook indien deze bestemd zijn om in hun eigen installaties te worden gebruikt:
-
-saccharose,
-
-geconcentreerde druivemost,
-
-gerectificeerde geconcentreerde druivemost,
-
-voor aanzuring gebruikte produkten,
-
-voor ontzuring gebruikte produkten,
-
-alcohol en brandewijn van wijn.
Het bijhouden van de speciale registers of speciale rekeningen ontslaat de betrokkenen niet van de verplichting de meldingen te doen als bedoeld in artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 822/87.
-
2.In de in lid 1 bedoelde speciale registers of speciale rekeningen worden afzonderlijk voor elk produkt vermeld:
-
a)bij het inslaan van produkten:
-
-de naam of firmanaam en het adres van de leverancier, in voorkomend geval onder verwijzing naar het begeleidend document bij het vervoer van het produkt,
-
-de hoeveelheid produkt,
-
-de datum van inslag;
-
b)bij het uitslaan van produkten:
-
-de hoeveelheid produkt,
-
-de datum van het gebruik of de uitslag,
-
-in voorkomend geval, de naam of firmanaam en het adres van de geadresseerde.
Artikel 16
-
1.De boekingen in de speciale registers of op de speciale rekeningen,
-
-als bedoeld in de artikelen 11, 12 en 13, gebeuren, wat de inslag van produkten betreft, uiterlijk op de werkdag na de dag van de ontvangst en, wat de uitslag van produkten betreft, uiterlijk op de derde werkdag na die van verzending;
-
-als bedoeld in artikel 14, worden uiterlijk op de eerste werkdag na de dag van de behandeling vermeld; boekingen in verband met de verrijking geschieden nog op dezelfde dag;
-
-als bedoeld in artikel 15, gebeuren wat de inslag en de uitslag van produkten betreft, uiterlijk op de eerste werkdag na de dag van ontvangst of verzending en, wat het gebruik van produkten betreft, op de dag van gebruik.
De Lid-Staten kunnen echter langere termijnen, tot maximaal 30 dagen, toestaan, met name wanneer een gecomputeriseerde voorraadboekhouding wordt gebruikt, op voorwaarde evenwel dat de inslag en de uitslag van produkten, en de in artikel 14 bedoelde behandelingen, steeds aan de hand van andere bewijsstukken kunnen worden gecontroleerd en dat deze controles betrouwbaar worden geacht door de bevoegde instantie of door de dienst of het lichaam dat door deze instantie is aangewezen.
-
2.In afwijking van lid 1, eerste alinea, en overminderd de door de Lid-Staten krachtens artikel 17 vastgestelde bepalingen, mogen verzendingen van een zelfde produkt maandelijks in het register van uitgeslagen hoeveelheden worden geboekt, wanneer het produkt uitsluitend in recipiënten als bedoeld in artikel 4, punt 2, onder a), wordt verpakt.
Artikel 17
-
1.De Lid-Staten kunnen een aanpassing van de bestaande registers toestaan en met betrekking tot het bijhouden van en de controle op de registers aanvullende voorschriften uitvaardigen of strengere eisen stellen. Zij kunnen met name voorschrijven dat voor door hen aangewezen produkten in de registers afzonderlijke rekeningen worden bijgehouden of dat voor bepaalde categoriëen produkten of voor bepaalde behandelingen als bedoeld in artikel 14, lid 1, afzonderlijke registers worden bijgehouden.
-
2.Bij toepassing van artikel 5, lid 1, kan de Lid-Staat vaststellen dat de bevoegde instantie zelf de registers mag bijhouden of die taak aan een daartoe gemachtigde dienst of een daartoe gemachtigd lichaam kan toevertrouwen.
TITEL III Algemene bepalingen en overgangsbepalingen
Artikel 18
-
1.De Lid-Staten kunnen
-
a)voorschrijven dat voor sluitingen voor produktverpakkingen met een nominale inhoud van ten hoogste 5 liter, als bedoeld in artikel 4, punt 2, onder a), die op hun grondgebied in het verkeer worden gebracht, een voorraadboekhouding wordt gevoerd en dat op deze sluitingen bijzondere vermeldingen worden aangebracht;
-
b)eisen dat in de documenten die bestemd zijn om het vervoer van op hun grondgebied verkregen wijnbouwprodukten te begeleiden, aanvullende gegevens worden vermeld, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de controle op de kwaliteit van de v.q.p.r.d.;
-
c)voor zover zulks gerechtvaardigd is met het oog op de toepassing van een gecomputeriseerde voorraadboekhouding, voorschrijven op welke plaats bepaalde verplichte aanduidingen moeten worden aangebracht op documenten die moeten dienen voor het vervoer van wijnbouwprodukten, dat op hun grondgebied begint, met dien verstande evenwel dat de opmaak van de voorbeelden in artikel 7, lid 1, onder a), eerste alinea, niet mag worden gewijzigd;
-
d)toestaan dat, gedurende een overgangsperiode die op 31 augustus 1996 afloopt voor vervoer dat op hun grondgebied begint en eindigt en niet over dat van een andere Lid-Staat of van een derde land loopt, in plaats van de volumieke massa van druivemost, de dichtheid, uitgedrukt in potentieel alcoholgehalte, in % vol of in Oechsle-graden wordt vermeld;
-
e)voorschrijven dat op begeleidende documenten voor het vervoer van wijnbouwprodukten, die op hun grondgebied worden opgesteld, naast de datum waarop het vervoer begint, ook het tijdstip waarop dat vervoer begint wordt vermeld;
-
f)ter aanvulling van artikel 4, punt 2, bepalen dat geen erkend docment is vereist voor al dan niet gekneusde druiven of druivemost die worden vervoerd door een bij een producentengroepering aangesloten producent die deze produkten zelf heeft voortgebracht, of door een producentengroepering die over deze produkten beschikt, of die, voor rekening van één van beide, worden vervoerd naar een verzamelcentrum of naar de wijnbereidingsinstallaties van de groepering, voor zover het vervoer begint en eindigt in dezelfde wijnbouwzone of, wanneer het een produkt betreft dat bestemd is om tot v.q.p.r.d. te worden verwerkt, binnen het betrokken bepaalde gebied, of een daaraan grenzend produktiegebied;
-
g)voorschrijven:
-
-dat de afzender een of meer kopieën maakt van het begeleidend document bij vervoer dat op hun grondgebied begint,
-
-dat de geadresseerde een of meer kopieën maakt van het begeleidend document bij vervoer dat in een andere Lid-Staat of in een derde land is begonnen en dat op hun grondgebied eindigt.
In dat geval bepalen zij waarvoor die kopieën worden gebruikt;
-
h)bepalen dat de afwijking als bedoeld in artikel 4, punt 1, onder b), betreffende de vrijstelling van het begeleidend document voor bepaald vervoer van druiven alleen wordt toegepast voor vervoer dat begint en eindigt op hun grondgebied;
-
i)voor vervoer als bedoeld in artikel 10, dat op hun grondgebied begint en op het grondgebied van een andere Lid-Staat eindigt, voorschrijven dat de afzender bij de toezending van de overeenkomstig artikel 10 opgestelde kopieën ook de naam en het adres van de voor de plaats van lossing bevoegde instantie meedeelt.
-
2.Onverminderd de bepalingen van artikel 21 van Richtlijn 92/12/EEG mogen de Lid-Staten het verkeer van de in artikel 4, punt 2, onder a), bedoelde produkten in recipiënten met een nominale inhoud van ten hoogste 5 liter verbieden noch belemmeren om redenen die verband houden met de gebruikte sluitingen, als de gebruikte sluiting of het gebruikte verpakkingsmiddel in de lijst in bijlage I voorkomt.
Voor op hun eigen grondgebied verpakte produkten mogen de Lid-Staten evenwel het gebruik van sluitingen of verpakkingsmiddelen die in de lijst in bijlage I voorkomen, verbieden of aan voorwaarden onderwerpen.
Artikel 19
-
1.Onverminderd stringentere bepalingen die door de Lid-Staten worden vastgesteld met het oog op de toepassing van hun wetgeving of van nationale procedures voor andere doeleinden, moeten bij deze verordening voorgeschreven geleidedocumenten en kopieën tot vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin zij zijn opgesteld, worden bewaard.
-
2.De bij verordening voorgeschreven registers en de documentatie betreffende de daarin vermelde verrichtingen moeten tot vijf jaar na de sluiting van de rekeningen die erin voorkomen, worden bewaard.
Wanneer in een register een of meer niet afgesloten rekeningen voorkomen met geringe hoeveelheden wijn, mogen die rekeningen naar een ander register worden overgeboekt; dit moet in het oorspronkelijke register worden vermeld.
In dat geval begint de in de eerste alinea bedoelde periode van vijf jaar op de dag van de overboeking.
Artikel 20
-
1.Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van
-
-de naam en het adres van de voor de toepassing van deze verordening bevoegde instanties;
-
-in voorkomend geval, de naam en het adres van de door een bevoegde instantie voor de toepassing van deze verordening gemachtigde diensten of lichamen.
-
2.Elke Lid-Staat stelt de Commissie eveneens in kennis van
-
-latere wijzigingen met betrekking tot de in lid 1 bedoelde instanties, diensten of lichamen;
-
-maatregelen die hij voor de tenuitvoerlegging van deze verordening heeft genomen, voor zover deze maatregelen voor de in titel IV van Verordening (EEG) nr. 2048/89 bedoelde samenwerking tussen de Lid-Staten van specifiek belang zijn.
Artikel 21
-
1.Verordening (EEG) nr. 986/89 wordt ingetrokken.
-
2.Verwijzingen naar de bij lid 1 ingetrokken verordening worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 22
Deze verordening treedt in werking op 1 september 1993.
Overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 986/89 opgestelde geleidedocumenten mogen tot en met 31 december 1993 worden gebruikt in de plaats van de bij deze verordening ingestelde documenten.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
Gedaan te Brussel, 26 juli 1993.
Voor de Commissie
René STEICHEN
Lid van de Commissie
-
(1)PB nr. L 84 van 27. 3. 1987, blz. 1.
-
(2)PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 39.
-
(3)PB nr. L 106 van 18. 4. 1989, blz. 1.
-
(4)PB nr. L 66 van 13. 3. 1991, blz. 13.
-
(5)PB nr. L 76 van 23. 3. 1992, blz. 1.
-
(6)PB nr. L 276 van 19. 9. 1992, blz. 1.
-
(7)PB nr. L 369 van 18. 12. 1992, blz. 17.
-
(8)PB nr. L 343 van 20. 12. 1985, blz. 20.
-
(9)PB nr. L 202 van 14. 7. 1989, blz. 14.
-
(10)PB nr. L 202 van 14. 7. 1989, blz. 32.
-
(11)PB nr. L 212 van 2. 8. 1986, blz. 1.
-
(12)PB nr. L 230 van 17. 8. 1987, blz. 1.
-
(13)PB nr. L 89 van 2. 4. 1976, blz. 1.
-
(14)PB nr. L 381 van 31. 12. 1981, blz. 1.
-
(15)PB nr. L 369 van 29. 12. 1987, blz. 59.
-
(16)PB nr. L 232 van 9. 8. 1989, blz. 10.
-
(17)PB nr. L 215 van 26. 7. 1989, blz. 16.
-
(18)PB nr. L 209 van 21. 7. 1989, blz. 31.
-
(19)PB nr. L 231 van 13. 8. 1992, blz. 1.
BIJLAGE I
Lijst van de in artikel 2, lid 1, onder h), bedoelde sluitingen die in de Gemeenschap zijn toegestaan voor kleine, met produkten uit de wijnsector gevulde recipiënten 1. Cilindervormige kurk van natuurkurk of een ander inert materiaal, al dan niet bedekt met een voorgevormde capsule of met folie die bij het openen scheurt.
Deze capsule kan zijn vervaardigd van:
-
-aluminium,
-
-een metaallegering,
-
-krimpplastic,
-
-een polyvinylchloride aluminiumkapje.
-
2.Dopkurk van natuurkurk of een ander inert materiaal, die in de hals van de fles is aangebracht, voorzien van een metalen of plastic capsule die tegelijk de hals van de fles en de kurk bedekt en bij het openen scheurt.
-
3.Champagnekurk van natuurkurk of een ander inert materiaal, die wordt vastgehouden door draden of bevestigingen die bij het openen van de fles moeten worden verbroken, eventueel bedekt met een capsule van metaal of plastic.
-
4.Schroefdop van aluminium of blik, aan de binnenkant voorzien van een plaatje in natuurkurk of een ander inert materiaal en van een veiligheidsring die moet worden verwijderd of gescheurd bij het openen (Pilfer-proof).
-
5.Schroefdop van plastic.
-
6.Scheursluitingen:
-
-van aluminium,
-
-van plastic,
-
-van een combinatie van voornoemde materialen.
-
7.Metalen kroonkurk, aan de binnenzijde voorzien van een plaatje in natuurkurk of een inert materiaal.
-
8.Sluitingen die een integraal deel uitmaken van verpakkingen die na het openen niet opnieuw kunnen worden gebruikt, zoals:
-
-blikken van blik,
-
-blikken van aluminium,
-
-kartonnen verpakkingen,
-
-verpakkingen in plastic,
-
-verpakkingen bestaande uit een combinatie van voornoemde materialen,
-
-soepele plastic zakjes,
-
-soepele zakjes uit een combinatie van aluminium en plastic,
-
-zakjes van aluminiumfolie, met de vorm van een regelmatig viervlak.
BIJLAGE II
Aanwijzingen voor het opstellen van de geleidedocumenten A. Algemene regels
-
1.Het geleidedocument dient bij voorkeur met de schrijfmachine te worden ingevuld. Als het met de hand wordt ingevuld, dient het handschrift leesbaar te zijn en onuitwisbaar.
-
2.Op het geleidedocument mogen geen doorhalingen noch verbeteringen voorkomen. Iedere vergissing bij het invullen van het geleidedocument heeft tot gevolg dat het onbruikbaar wordt.
-
3.De kopieën worden gemaakt in de vorm van een gewaarmerkte fotokopie of door gebruikmaking van zelfkopiërend papier of van carbonpapier. Elke voorgeschreven kopie van een geleidedocument is voorzien van de vermelding "kopie" of van een gelijkwaardige vermelding.
-
4.Wanneer een formulier overeenkomstig het model in de bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2719/92 (administratief document of handelsdocument) of het model in de bijlage van Verordening (EEG) nr. 3649/92 (vereenvoudigd geleidedocument of handelsdocument) wordt gebruikt om een wijnbouwprodukt te vergezellen waarvoor de bij Richtlijn 92/12/EEG voor het verkeer vastgestelde formaliteiten niet gelden zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, onder b), wordt in de vakken van de niet vereiste vermeldingen over het gehele vak een diagonale streep getrokken.
-
B.Bijzondere regels
-
1.Vermeldingen met betrekking tot de omschrijving van het produkt
1.1. Categorie van het produkt
Vermeld de categorie van het produkt zo nauwkeurig mogelijk met gebruikmaking van een omschrijving die aan de communautaire bepalingen beantwoordt, bij voorbeeld:
-
-tafelwijn,
-
-v.q.p.r.d.,
-
-druivemost,
-
-druivemost voor v.q.p.r.d.,
-
-ingevoerde wijn.
1.2. Effectief en totaal alcoholgehalte en dichtheid
Bij het opstellen van het geleidedocument:
-
a)wordt het effectieve alcoholgehalte van de wijn, behalve voor jonge, nog gistende wijn, of het totale alcoholgehalte van jonge, nog gistende wijn en gedeeltelijk gegiste druivemost, uitgedrukt in % vol en tienden % vol;
-
b)wordt de brekingsindex van druivemost bepaald volgens de door de Gemeenschap erkende meetmethode; hij wordt uitgedrukt als potentieel alcoholgehalte in % vol. Dit gegeven kan worden vervangen door de vermelding van de volumieke massa, die wordt uitgedrukt in gram per kubieke centimeter;
-
c)wordt de volumieke massa van druivemost waarvan de gisting door toevoeging van alcohol is gestuit, uitgedrukt in gram per kubieke centimeter en wordt het effectieve alcoholgehalte van dit produkt uitgedrukt in % vol en tienden % vol;
-
d)wordt het suikergehalte van de geconcentreerde druivemost, van de gerectificeerde geconcentreerde druivemost en van het geconcentreerde druivesap uitgedrukt in het totale suikergehalte in gram per liter of per kilogram;
-
e)wordt het effectieve alcoholgehalte van draf en wijnmoer facultatief vermeld en uitgedrukt in liter zuivere alcohol per deciton.
Deze gegevens worden bepaald met gebruikmaking van de tabellen die voor de communautaire analysemethoden door de Gemeenschap zijn erkend.
Onverminderd de communautaire bepalingen tot vaststelling van de minima en maxima voor bepaalde wijnbouwprodukten, gelden de volgende toleranties:
-
-voor de vermelding van het effectieve alcoholgehalte of het totale alcoholgehalte, een tolerantie van ± 0,2 % vol,
-
-voor de vermelding van de volumieke massa, een tolerantie van 6 tienduizendsten (± 0,0006),
-
-voor de vermelding van het suikergehalte, een tolerantie van 3 %.
-
2.Vermeldingen met betrekking tot de nettohoeveelheid
De nettohoeveelheid van
-
-druiven, geconcentreerde druivemost, gerectificeerde geconcentreerde druivemost, geconcentreerd druivesap, draf van druiven en wijnmoer: in ton of in kilogram, met gebruikmaking van de symbolen "t" en "kg",
-
-andere produkten: in hectoliter of in liter, met gebruikmaking van de symbolen "hl" en "l".
Voor de vermelding van de hoeveelheid onverpakt vervoerde produkten geldt een tolerantie van 1,5 % van de totale hoeveelheid.
-
3.Andere vermeldingen voor onverpakt vervoerde produkten
3.1. Wijnbouwzones
De wijnbouwzone waaruit het vervoerde produkt afkomstig is wordt vermeld volgens de definities die zijn vastgesteld in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 822/87 en met gebruikmaking van de volgende afkortingen: A, B, C I a), C I b), C II, C III a) en C III b).
3.2. Uitgevoerde behandelingen
De behandelingen die de vervoerde produkten hebben ondergaan worden aangegeven door tussen haakjes één van onderstaande cijfers te vermelden:
0: het produkt heeft geen enkele van de hieronder vermelde behandelingen ondergaan,
1: het produkt is verrijkt,
2: het produkt is aangezuurd,
3: het produkt is ontzuurd,
4: het produkt is verzoet,
5: het produkt is behandeld als distillatiewijn,
6: aan het produkt is een produkt toegevoegd dat van oorsprong is uit een ander geografisch gebied dan het in de omschrijving aangegeven gebied,
7: aan het produkt is een produkt toegevoegd dat uit een ander wijnstokras is verkregen dan uit het in de omschrijving vermelde ras,
8: aan het produkt is een produkt toegevoegd dat niet in het in de omschrijving vermelde jaar is geoogst,
9: andere (nog te bepalen).
Voorbeelden
-
-Voor een wijn die van oorsprong is uit wijnbouwzone B en die is verrijkt, wordt het volgende vermeld: B (1).
-
-Voor druivemost van oorsprong uit wijnbouwzone C III b) die is aangezuurd, wordt het volgende vermeld: C III b) (2).
De vermeldingen betreffende de wijnbouwzone en de uitgevoerde behandelingen zijn een aanvulling op de vermeldingen met betrekking tot de omschrijving van het produkt en moeten in één oogopslag kunnen worden waargenomen. De wijnbouwzone hoeft overigens niet te worden vermeld als het vervoer begint op het grondgebied van Portugal en de wijnbouwzones in die Lid-Staat nog niet zijn afgebakend.
-
C.Voor het opstellen van het in artikel 3, lid 1, onder b), van deze verordening vereiste vermeldingen
Voorafgaande opmerking
De opstelling van het in bijlage III opgenomen model van het geleidedocument moet strikt worden aangehouden. De afmeting van de met strepen gemerkte vakken van het model en bedoeld voor het plaatsen van de voorgeschreven vermeldingen heeft slechts een indicatieve waarde.
/* Tabellen: zie PB */
BIJLAGE III
Document bestemd om het vervoer van wijnbouwprodukten te vergezellen 1. Afzender
(naam en adres) 2. Referentienummer
-
4.Bevoegde autoriteit
(naam en adres)
-
3.Geadresseerde
(naam en adres)
-
6.Datum van verzending
-
5.Expediteur en andere gegevens betreffende het vervoer 7. Plaats van levering
-
8.Omschrijving van het produkt 9. Hoeveelheid 10. Door de Lid-Staat van verzending voorgeschreven aanvullende vermeldingen 11. Certificaten (met betrekking tot sommige wijnen) 12. Controles door de bevoegde autoriteiten Onderneming van de ondergetekende (met telefoonnummer)
Naam van de ondergetekende
Plaats en datum
Handtekening
BIJLAGE IV
SPECIAAL STEMPEL 1. Wapen van de Lid-Staat.
-
2.Bevoegde instantie of bevoegde dienst.
-
3.Waarmerk.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.