Besluit 1994/360 - Verlaagde frequentie van de materiële controles van partijen produkten die uit derde landen worden ingevoerd ingevolge Richtlijn 90/675/EEG

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994D0360

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994D0360

94/360/EG: Beschikking van de Commissie van 20 mei 1994 betreffende de verlaagde frequentie van de materiële controles van partijen produkten die uit derde landen worden ingevoerd ingevolge Richtlijn 90/675/EEG

Publicatieblad Nr. L 158 van 25/06/1994 blz. 0041 - 0045

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0151

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 58 blz. 0151

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 mei 1994 betreffende de verlaagde frequentie van de materiële controles van partijen produkten die uit derde landen worden ingevoerd ingevolge Richtlijn 90/675/EEG (94/360/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 90/675/EEG van de Raad van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor produkten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/118/EEG (2), en met name op artikel 8, lid 3,

Overwegende dat een lagere frequentie van de materiële controles van partijen produkten die uit derde landen worden ingevoerd, dient te worden vastgesteld met inachtneming van de criteria van artikel 8, lid 3, van Richtlijn 90/675/EEG, van de ervaring die in de Lid-Staten is opgedaan en van de risico's voor de volksgezondheid en de diergezondheid in de Gemeenschap;

Overwegende dat verder voor bepaalde derde landen waarmee de Gemeenschap een overeenkomst heeft bereikt inzake de gelijkwaardigheid van de controles, de frequentie van de materiële controles van bepaalde produkten kan worden verlaagd, met inachtneming van onder meer het regionalisatiebeginsel bij uitbraak van een dierziekte en van andere communautaire beginselen;

Overwegende dat de frequentieverlaging voor de materiële controles door de Lid-Staten zelf moet worden georganiseerd; dat er daarbij voor moet worden gezorgd dat een importeur onmogelijk kan voorspellen of een bepaalde partij aan een materiële controle zal worden onderworpen;

Overwegende dat de verlaging van de controlefrequentie geregeld opnieuw moet worden bezien op basis van de informatie over de uitvoering van de controles in de inspectieposten aan de grens, die de Commissie of de Lid-Staten hebben ontvangen;

Overwegende dat de Lid-Staten de Commissie onmiddellijk moeten waarschuwen als bij de controles blijkt dat produkten niet aan de te stellen eisen voldoen of als daarbij andere onregelmatigheden aan het licht komen;

Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

  • 1. 
    Ter uitvoering van artikel 8, lid 3, van Richtlijn 90/675/EEG passen de Lid-Staten de in bijlage I bij deze beschikking aangegeven verlaagde frequentie van de materiële controles op produkten uit derde landen toe, voor zover door de Gemeenschap besluiten zijn genomen tot vaststelling, onverminderd de EER-Overeenkomst,
  • van een lijst van derde landen waaruit invoer is toegestaan,
  • van een lijst van erkende inrichtingen (volksgezondheid en diergezondheid) en
  • van een modelcertificaat (volksgezondheid en diergezondheid).
  • 2. 
    Voor de in bijlage II vermelde derde landen geldt voor de door elke Lid-Staat uit te voeren materiële controles op partijen produkten die tot dezelfde groep behoren, de in die bijlage vastgestelde frequentie.
  • 3. 
    De leden 1 en 2 zijn van toepassing onverminderd de artikelen 15 en 19 van Richtlijn 90/675/EEG.

Ingeval een Lid-Staat de in artikel 15 van Richtlijn 90/675/EEG vastgestelde maatregelen toepast, wordt de situatie dringend opnieuw bezien volgens de procedure van artikel 23 van die richtlijn; die Lid-Staat moet de Commissie en de andere Lid-Staten onmiddellijk van de toepassing van de bedoelde maatregelen in kennis stellen, met name met het oog op de toepassing van artikel 3, lid 3, tweede alinea, van deze beschikking.

Artikel 2

De Lid-Staten organiseren de materiële controles zo dat een importeur onmogelijk kan voorspellen of een bepaalde zending aan een materiële controle zal worden onderworpen.

Artikel 3

  • 1. 
    De Lid-Staten zien erop toe dat elke inspectiepost aan de grens die is opgenomen in de bij Beschikking 94/24/EG van de Commissie (3) vastgestelde lijst, de resultaten van alle controles van ingevoerde partijen produkten registreert overeenkomstig het bepaalde in bijlage III bij deze beschikking en deze gegevens bewaart gedurende ten minste 18 maanden na de datum van de controle. Ook voor partijen die in de Gemeenschap niet in het vrije verkeer mogen worden gebracht, worden deze gegevens geregistreerd. De centrale veterinaire autoriteit van elke Lid-Staat draagt er zorg voor dat de Commissie voor 1 september 1994 en vervolgens om de zes maanden een overzicht ontvangt van de resultaten, volgens het model in bijlage III bij deze beschikking.
  • 2. 
    Op basis van de in lid 1 genoemde overzichten legt de Commissie aan het Permanent Veterinair Comité een verslag voor met het oog op de evaluatie van de resultaten van de verrichte controles.
  • 3. 
    Op basis van het in lid 2 bedoelde verslag beziet de Commissie de in de bijlagen I en II vastgestelde frequenties opnieuw, en dit tweemaal per jaar en voor het eerst vóór 1 oktober 1994.

Op verzoek van een Lid-Staat of op eigen initiatief kan de Commissie de in de bijlagen I en II vastgestelde frequenties ook opnieuw bezien volgens de procedure van artikel 23 van Richtlijn 90/675/EEG, met inachtneming van de in artikel 8, lid 3, van Richtlijn 90/675/EEG vastgestelde criteria en van de toepassing van het regionalisatiebeginsel of van andere communautaire veterinaire beginselen.

  • 4. 
    Indien de veterinaire controles een onregelmatigheid aan het licht brengen die ernstige consequenties heeft voor de gezondheid van mens of dier, stellen de Lid-Staten de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Artikel 4

De in bijlage I vastgestelde frequenties voor de materiële controles van partijen produkten gelden onverminderd de bepalingen inzake materiële controles die zijn vastgesteld bij Richtlijn 92/118/EEG, in beschikkingen van de Commissie op grond van voornoemde richtlijn, dan wel elders in de communautaire wetgeving.

Artikel 5

Telkens wanneer in een besluit van de Raad inzake veterinaire overeenkomsten betreffende gelijkwaardigheid specifieke frequenties voor de materiële controles worden vastgesteld, neemt de Commissie die frequenties op in bijlage II.

Artikel 6

Deze beschikking wordt gewijzigd zodra de Raad relevante wijzigingen in Richtlijn 90/675/EEG goedkeurt.

Artikel 7

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 oktober 1994.

Artikel 3

is van toepassing met ingang van de vijftiende dag na de datum van kennisgeving van deze beschikking.

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 20 mei 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 373 van 31. 12. 1990, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 62 van 15. 3. 1993, blz. 49.
  • (3) 
    PB nr. L 18 van 21. 1. 1994, blz. 16.

BIJLAGE I

GROEPEN PRODUKTEN EN FREQUENTIE VAN DE MATERIËLE CONTROLES DIE DOOR DE LID-STATEN MOETEN WORDEN UITGEVOERD BIJ PARTIJEN PRODUKTEN DIE WORDEN INGEVOERD UIT DE IN ARTIKEL 1 BEDOELDE INRICHTINGEN IN DERDE LANDEN "" ID="1">Categorie I"> ID="1">1. Vers vlees met inbegrip van slachtafvallen en produkten van runderen, schapen, geiten, varkens en eenhoevigen, als omschreven in Richtlijn 92/5/EEG van de Raad (1)"> ID="1">2. Bereide visserijprodukten die waarschijnlijk door en door worden verhit vóór consumptie of visprodukten die in hermetisch gesloten recipiënten worden verpakt om ze stabiel te houden bij omgevingstemperaturen, verse en bevroren vis die geen andere behandeling heeft ondergaan dan strippen, koppen, fileren of onthuiden, en droge en/of gezouten visserijprodukten (2)> ID="2">20 %"> ID="1">3. Hele eieren"> ID="1">4. Reuzel en gesmolten vet"> ID="1">5. Darmen (natuurlijke)"> ID="1">6. Broedeieren"> ID="1">Categorie II"> ID="1">1. Vlees van pluimvee en produkten daarvan"> ID="1">2. Konijnevlees en vlees van wild (vrij/gekweekt) en produkten daarvan"> ID="1">3. Melk en melkprodukten (voor menselijke consumptie)"> ID="1">4. Eiprodukten> ID="2">50 %"> ID="1">5. Verwerkte dierlijke eiwitten voor menselijke consumptie"> ID="1">6. Andere visserijprodukten dan die vermeld in categorie I, punt 2, en tweekleppige weekdieren"> ID="1">7. Honing"> ID="1">Categorie III"> ID="1">1. Sperma"> ID="1">2. Embryo's"> ID="1">3. Mest"> ID="1">4. Melk en melkprodukten (niet voor menselijke consumptie)"> ID="1">5. Gelatine"> ID="1">6. Kikkerbilletjes en slakken"> ID="1">7. Beenderen en produkten uit beenderen"> ID="1">8. Huiden"> ID="1">9. Haar van varkens, wol, haar, veren> ID="2">minimum 1 % maximum 10 %"> ID="1">10. Hoornen en produkten uit hoorn, hoeven en produkten uit hoeven"> ID="1">11. Produkten van de bijenteelt"> ID="1">12. Jachttrofeeën"> ID="1">13. Verwerkt voeder voor gezelschapsdieren"> ID="1">14. Grondstoffen voor de vervaardiging van voeder voor gezelschapsdieren"> ID="1">15. Grondstoffen, bloed, bloedprodukten, klieren en organen voor gebruik in de farmaceutische industrie"> ID="1">16. Bloedprodukten voor technisch gebruik"> ID="1">17. Pathogenen"> ID="1">18. Hooi en stro "">

  • (1) 
    PB nr. L 57 van 2. 3. 1992, blz. 1.
  • (2) 
    Onverminderd artikel 10, tweede alinea, van Richtlijn 91/493/EEG (verse vis).

BIJLAGE II

LIJST VAN DERDE LANDEN EN FREQUENTIES VAN MATERIËLE CONTROLES, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 5

BIJLAGE III

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.