Verordening 1994/1431 - Bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening 774/94 houdende opening en beheer van tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwprodukten

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 31994R1431

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994R1431

Verordening (EG) nr. 1431/94 van de Commissie van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwprodukten

Publicatieblad Nr. L 156 van 23/06/1994 blz. 0009 - 0013

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0123

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 2 Deel 11 blz. 0123

VERORDENING (EG) Nr. 1431/94 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 1994 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering, in de sector slachtpluimvee, van de invoerregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor slachtpluimvee en bepaalde andere landbouwprodukten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 774/94 van de Raad van 29 maart 1994 houdende opening en vaststelling van de wijze van beheer van communautaire tariefcontingenten voor kwaliteitsrundvlees, varkensvlees, slachtpluimvee, tarwe en mengkoren, en zemelen, slijpsel en andere resten (1), en met name op artikel 7,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1574/93 van de Commissie (3), en met name op artikel 15,

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 774/94 met ingang van 1 januari 1994 nieuwe jaarlijkse tariefcontingenten zijn geopend voor bepaalde produkten van de sector slachtpluimvee; dat deze contingenten voor onbepaalde tijd worden toegepast;

Overwegende dat dient te worden gezorgd voor het beheer van de regeling via invoercertificaten; dat te dien einde met name de voorschriften betreffende de indiening van de aanvragen moeten worden vastgesteld en moet worden bepaald welke gegevens de aanvragen en de certificaten moeten bevatten, in afwijking van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3519/93 (5); dat bovendien moet worden bepaald dat de certificaten na afloop van een bedenktijd worden afgegeven en dat eventueel de certificaataanvragen slechts voor een bepaald, uniform percentage van de gevraagde hoeveelheden worden aanvaard; dat in het belang van de aanvragers moet worden bepaald dat de certificaataanvragen kunnen worden ingetrokken nadat het bedoelde percentage is vastgesteld;

Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 774/94 is bepaald dat binnen de grenzen van een bepaalde hoeveelheid de heffing voor de invoer van bepaalde produkten van de sector slachtpluimvee 0 % bedraagt; dat, met het oog op een regelmatige invoer, genoemde hoeveelheid over een jaar moet worden gespreid;

Overwegende dat het, om te waarborgen dat deze hoeveelheden zullen worden gebruikt volgens de traditionele invoerstromen naar de gemeenschappelijke markt, dienstig is deze hoeveelheden te verdelen volgens de oorsprong van de produkten op basis van de invoer in de laatste drie jaar;

Overwegende dat het, met het oog op een doeltreffend beheer van de bedoelde regeling, dienstig is te bepalen dat de zekerheid voor in het kader van de regeling afgegeven invoercertificaten op 50 ecu per 100 kg wordt vastgesteld; dat, vanwege het aan deze regeling inherente gevaar van speculatie in de sector slachtpluimvee, nauwkeurig de voorwaarden dienen te worden vastgesteld waarop de marktdeelnemers van de bedoelde regeling gebruik kunnen maken;

Overwegende dat het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor alle produkten van de in bijlage I bedoelde groepen die in de Gemeenschap worden ingevoerd in het kader van de in de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 774/94 bedoelde tariefcontingenten, moet een invoercertificaat worden overgelegd.

In bijlage I zijn voor iedere groep produkten de voor deze regeling in aanmerking komende hoeveelheden aangegeven, alsmede het percentage van de heffing.

Artikel 2

De voor elke groep vastgestelde hoeveelheid wordt als volgt over het jaar gespreid:

voor het jaar 1994:

  • 50 % voor de periode van 1 januari tot en met 30 september,
  • 50 % voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december,

voor de volgende jaren:

  • 25 % voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart,
  • 25 % voor de periode van 1 april tot en met 30 juni,
  • 25 % voor de periode van 1 juli tot en met 30 september,
  • 25 % voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december.

Artikel 3

Met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde invoercertificaten gelden de volgende bepalingen:

  • a) 
    Degene die een invoercertificaat aanvraagt moet een natuurlijke persoon zijn of een rechtspersoon die bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten kan aantonen dat hij in 1992 en in 1993 ten minste 25 ton (produktgewicht) van de in Verordening (EEG) nr. 2777/75 bedoelde produkten heeft ingevoerd of uitgevoerd; deze regeling geldt evenwel niet voor detailhandelszaken of voor restaurants die hun produkten rechtstreeks aan de eindverbruiker verkopen.
  • b) 
    De certificaataanvraag mag slechts betrekking hebben op een van de in bijlage I bij deze verordening genoemde groepen. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene produkten van verschillende GN-codes. In dat geval worden alle GN-codes in vak 16 vermeld en wordt de omschrijving in vak 15 opgegeven.

De certificaataanvraag moet op ten minste 1 ton betrekking hebben en op ten hoogste 10 % van de hoeveelheid die beschikbaar is voor de betrokken in artikel 2 vastgestelde periode.

  • c) 
    Op de certificaataanvraag en op het certificaat wordt in vak 8 het land van oorsprong vermeld; het certificaat brengt de verplichting met zich om uit het aangegeven land te importeren.
  • d) 
    Op de certificaataanvraag en op het certificaat moet in vak 20 een van de volgende vermeldingen worden aangebracht:

Reglamento (CE) n° 1431/94,

Forordning (EF) nr. 1431/94,

Verordnung (EG) Nr. 1431/94,

Êáíïíéóìüò (ÅÊ) áñéè. 1431/94,

Regulation (EC) No 1431/94,

Règlement (CE) n° 1431/94,

Regolamento (CE) n. 1431/94,

Verordening (EG) nr. 1431/94,

Regulamento (CE) nº 1431/94.

  • e) 
    Op het certificaat moet in vak 24 een van de volgende vermeldingen worden aangebracht: heffing 0 % op grond van:

Reglamento (CE) n° 1431/94,

Forordning (EF) nr. 1431/94,

Verordnung (EG) Nr. 1431/94,

Êáíïíéóìüò (ÅÊ) áñéè. 1431/94,

Regulation (EC) No 1431/94,

Règlement (CE) n° 1431/94,

Regolamento (CE) n. 1431/94,

Verordening (EG) nr. 1431/94,

Regulamento (CE) nº 1431/94.

Artikel 4

  • 1. 
    Certificaataanvragen mogen alleen gedurende de eerste tien dagen van elke in artikel 2 genoemde periode worden ingediend.

Voor de periode van 1 januari tot en met 30 september 1994 mogen de certificaataanvragen echter alleen gedurende de eerste tien dagen van juli 1994 worden ingediend.

  • 2. 
    Certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk voor zover de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij voor de betrokken periode en voor de produkten van dezelfde groep noch in de Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend, noch in andere Lid-Staten, andere aanvragen heeft ingediend of zal indienen; wanneer dezelfde aanvrager meer dan één aanvraag voor produkten van dezelfde groep indient, is geen van zijn aanvragen ontvankelijk.

Elke aanvrager mag echter voor produkten van de groepen nr. 3 en nr. 5 voor produkten van één enkele groep meerdere aanvragen voor invoercertificaten indienen indien deze produkten van oorsprong zijn uit verschillende landen. De aanvragen die telkens slechts betrekking mogen hebben op één land van oorsprong, moeten gelijktijdig bij de bevoegde autoriteit van een Lid-Staat worden ingediend. Zij worden voor het in artikel 3, onder b), bedoelde maximum en voor de toepassing van de in de voorgaande alinea vervatte regel, als één enkele aanvraag beschouwd.

  • 3. 
    De Lid-Staten delen de Commissie op de vijfde werkdag na de uiterste datum voor de indiening van de aanvragen, voor elk van de in de groep opgenomen produkten, gegevens mee over de ingediende aanvragen. Deze mededeling omvat de lijst van de aanvragers en de aangevraagde hoeveelheden per groep.

Alle mededelingen, ook de mededeling dat er geen aanvragen zijn ingediend, worden op de aangegeven werkdag per telex of per telefax toegezonden, met gebruikmaking van een formulier naar het model in bijlage II, wanneer er geen aanvragen zijn ingediend, en van formulieren naar het model in de bijlagen II en III, wanneer er wel aanvragen zijn ingediend.

  • 4. 
    De Commissie beslist zo spoedig mogelijk in welke mate aan de in artikel 3 bedoelde aanvragen gevolg kan worden gegeven.

Als de hoeveelheden waarvoor certificaten zijn aangevraagd, groter zijn dan de beschikbare hoeveelheden, stelt de Commissie een uniform percentage vast en wordt van de aangevraagde hoeveelheden telkens dit uniforme percentage aanvaard. Is het percentage lager dan 5 %, dan kan de Commissie besluiten geen gevolg te geven aan de aanvragen en de zekerheden vrij te geven.

De aanvrager mag zijn certificaataanvragen binnen tien werkdagen na bekendmaking van het uniforme percentage in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen intrekken, indien de toepassing van dit percentage resulteert in de vaststelling van een hoeveelheid die minder dan 20 ton bedraagt. De Lid-Staten brengen de Commissie daarvan op de hoogte uiterlijk vijf dagen na de intrekking van de certificaataanvraag, en geven de zekerheid vrij.

De Commissie stelt de resterende hoeveelheid vast, die wordt toegevoegd aan de beschikbare hoeveelheid van de volgende periode van hetzelfde jaar en kan, ingeval de hoeveelheden niet zijn gebruikt, de hoeveelheden voor een zelfde produkt van een groep naar een andere overdragen.

  • 5. 
    De certificaten worden na het besluit van de Commissie zo spoedig mogelijk afgegeven.
  • 6. 
    De afgegeven certificaten zijn in de hele Gemeenschap geldig.

Artikel 5

Op grond van artikel 21, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 bedraagt de geldigheidsduur van de invoercertificaten 150 dagen vanaf de dag van feitelijke afgifte.

De geldigheidsduur van de certificaten verstrijkt evenwel in elk geval op 31 december van het jaar van afgifte.

Op grond van deze verordening afgegeven invoercertificaten zijn niet overdraagbaar.

Artikel 6

Voor elke aanvraag voor een invoercertificaat voor in artikel 1 bedoelde produkten moet een zekerheid van 50 ecu per 100 kg worden gesteld.

Artikel 7

De bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 zijn van toepassing, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 mag de in het kader van deze verordening ingevoerde hoeveelheid echter niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt daartoe het cijfer "0" ingevuld.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 juni 1994.

Voor de Commissie

René STEICHEN

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 91 van 8. 4. 1994, blz. 1.
  • (2) 
    PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 77.
  • (3) 
    PB nr. L 152 van 24. 6. 1993, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.
  • (5) 
    PB nr. L 320 van 22. 12. 1993, blz. 16.

BIJLAGE I

HEFFING 0 %

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Toepassing van Verordening (EG) nr. 1431/94

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

GD VI/D/3 - Slachtpluimvee

>EIND VAN DE GRAFIEK>

BIJLAGE III

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Toepassing van Verordening (EG) nr. 1431/94

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

GD VI/D/3 - Slachtpluimvee

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.