Besluit 1996/649 - Procedure op grond van Verordening 4064/89 (Zaak nr. IV/M.553 - RTL/Veronica/Endemol) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
96/649/EG: Beschikking van de Commissie van 17 juli 1996 inzake een procedure op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Zaak nr. IV/M.553 - RTL/Veronica/Endemol) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek)
Publicatieblad Nr. L 294 van 19/11/1996 blz. 0014 - 0017
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 juli 1996 inzake een procedure op grond van Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad (Zaak nr. IV/M.553 - RTL/Veronica/Endemol) (Slechts de tekst in de Engelse taal is authentiek) (96/649/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (1), inzonderheid op artikel 8, lid 2, en op artikel 22,
Gezien het advies van het Adviescomité voor concentratie (2),
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Op 21 april 1995 ontving de Commissie van de Nederlandse Regering een verzoek op grond van artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 4064/89, hierna "concentratieverordening" genoemd, om de voorgenomen gemeenschappelijke onderneming Holland Media Groep SA, hierna "HMG" genoemd, tussen RTL4 SA, hierna "RTL" genoemd, Vereniging Veronica Omroeporganisatie, hierna "Veronica" genoemd, en Endemol Entertainment Holding BV, hierna "Endemol" genoemd, aan een onderzoek te onderwerpen. Op 20 september 1995 gaf de Commissie een beschikking op grond van artikel 8, lid 3, juncto artikel 22 van de concentratieverordening, waarbij zij de concentratie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaarde (3).
-
(2)Ten tijde van deze beschikking was de concentratie reeds tot stand gebracht, daar HMG was opgericht, alle activa daarin waren ondergebracht en op 1 september 1995 met uitzenden was begonnen. De Commissie besloot in haar beschikking op grond van artikel 8, lid 3, geen maatregelen als bedoeld in artikel 8, lid 4, van de concentratieverordening op te nemen, maar kondigde aan een afzonderlijke beschikking te zullen vaststellen om een daadwerkelijke mededinging te herstellen en verzocht de partijen dienaangaande passende maatregelen voor te stellen.
-
I.Aanleiding voor de beschikking van 20 september 1995 overeenkomstig artikel 8, lid 3.
-
(3)De Commissie kwam tot de conclusie dat de oprichting van HMG tot het ontstaan van een machtspositie op de Nederlandse markt voor televisiereclame zou leiden en tot versterking van de reeds bestaande machtspositie van Endemol op de markt voor onafhankelijke televisieprodukties.
-
(4)Met betrekking tot de Nederlandse markt voor televisiereclame werd geconcludeerd dat HMG ontegenzeglijk op afstand de marktleider zou zijn. HMG zou in staat zijn alle actieve pogingen tot concurrentie van bestaande marktpartijen tegen te gaan en zou de toetreding van nieuwkomers tot deze markt ernstig bemoeilijken. Deze analyse was hoofdzakelijk gebaseerd op vijf elementen:
-
-De combinatie van de bestaande zenders RTL4 en RTL5 en de nieuwe commerciële zender Veronica zou tot een hoog publieksaandeel van HMG in het Nederlandse omroepbestel leiden. Dit diende te worden beschouwd als de belangrijkste parameter voor HMG's positie op de televisiereclamemarkt.
-
-De combinatie van de drie zenders RTL4, RTL5 en Veronica zou HMG in staat stellen het programma-aanbod van deze zenders te coördineren om daarmee zo veel mogelijk kijkers te bereiken en in te spelen op de voor adverteerders meest aantrekkelijke groepen.
-
-Door RTL5 als "vechtkanaal" te gebruiken, zou HMG in staat zijn rechtstreeks te reageren op het programma-aanbod van concurrerende kanalen en op nieuwe toetreders tot de markt, waardoor geen ruimte voor nieuwe concurrenten zoals SBS zou overblijven.
-
-HMG zou op de televisiereclamemarkt een marktaandeel van ten minste 60 % bereiken.
-
-De structurele band met de grootste Nederlandse onafhankelijke producente als gevolg van de deelname van Endemol in HMG zou HMG voorrang bieden bij de toegang tot de zeer succesvolle produkties van Endemol en daarmee een bijkomend concurrentievoordeel op andere omroepen opleveren.
-
(5)Ten aanzien van de Nederlandse markt voor onafhankelijke televisieprodukties werd geconcludeerd, dat Endemol reeds vóór de concentratie een machtspositie op deze markt innam. De belangrijkste redenen voor deze conclusie waren het marktaandeel van Endemol van duidelijk meer dan 50 %, de aanzienlijk geringere marktaandelen van de concurrentie en de specifieke sterke punten van Endemol op de markt voor televisieprodukties, zoals het bezit van een groot aantal zeer populaire Nederlandse formules, de bevoorrechte toegang tot buitenlandse formules en het feit dat een groot deel van de populaire Nederlandse televisiepersoonlijkheden bij Endemol onder contract staat.
-
(6)Door haar deelneming in HMG zou Endemol een structurele band krijgen met de toekomstige belangrijkste zender in Nederland, waardoor haar machtspositie op de Nederlandse markt voor televisieprodukties aanzienlijk zou worden versterkt. Deze structurele band zou Endemol een brede afzetbasis voor haar produkties verschaffen die zeker zou zijn en niet door concurrenten zou kunnen worden aangevochten.
II. Verdere ontwikkelingen op de Nederlandse omroepmarkt
-
(7)Sinds de vaststelling van de beschikking overeenkomstig artikel 8, lid 3, door de Commissie hebben zich in Nederland op TV-omroepgebied enige belangrijke ontwikkelingen voorgedaan. Naar aanleiding van de beschikking van de Commissie trok Endemol zich volledig uit HMG terug. Vervolgens sloot Endemol zich aan bij een groep ondernemingen, waartoe ook Philips, ING Bank en KPN behoren, welke de lancering van het nieuwe sportkanaal "Sport 7" aankondigde. Verdere structurele veranderingen in de Nederlandse omroepwereld hielden verband met de verwerving van de zender Arcade door een der belangrijkste Nederlandse dagbladuitgeverijen, Wegener, en de deelneming van de Telegraaf, een andere belangrijke Nederlandse uitgeverij, in de commerciële zender SBS.
-
(8)Wat de marktaandelen betreft, hadden de HMG-zenders in de periode van 1 september 1995 tot en met 29 februari 1996 een gemiddeld kijkersaandeel van 39 %, enigszins minder dan algemeen was verwacht. In de laatste vier maanden van 1995 bedroeg het marktaandeel van HMG op de markt voor televisiereclame ongeveer 60 %.
-
(9)In de eerste twee maanden van 1996 bezat HMG een marktaandeel op de markt voor televisiereclame van ongeveer 58 %. De openbare omroepen behaalden sinds september 1995 een kijkersaandeel van 39-40 % en op de markt voor televisiereclame een aandeel van aanzienlijk minder dan 40 %. SBS, die ten tijde van de beschikking van de Commissie in september 1995 een nieuwe toetreder tot de Nederlandse markt was, breidde haar kijkersaandeel gedurende deze zes maanden uit van 3 % tot 5 % en behaalde een marktaandeel op de reclamemarkt dat ongeveer overeenstemde met haar kijkersaandeel.
-
(10)Hoewel algemeen een gestage groei van de Nederlandse markt voor televisiereclame werd verwacht, vertoonden de reclame-uitgaven in de eerste maanden van 1996 een lichte daling ten opzichte van dezelfde periode in 1995. Volgens de bij de televisiereclame in Nederland betrokken ondernemingen en organisaties is dit te wijten aan de toename van het aantal zenders voor een breed publiek en aan de onzekerheid over de toekomstige marktontwikkeling.
III. Wijziging van de concentratie
-
(11)In de eerste plaats maakte Endemol op 5 februari 1996 het besluit tot beëindiging van haar deelneming in HMG bekend. Op 3 mei 1996 gaven de overige aandeelhouders van HMG de Commissie de bevestiging dat Endemol niet langer aandeelhouder was. Op grond van een nieuwe fusieovereenkomst verwerft RTL 65 % van de aandelen in HMG en Veronica 35 %.
-
(12)In de tweede plaats heeft HMG jegens de Commissie de volgende verbintenissen aangegaan: HMG zal uiterlijk op 1 januari 1997 de exploitatie van RTL5 als kanaal voor een breed publiek staken en in plaats van het huidige RTL5 een nieuwskanaal exploiteren (een televisiekanaal dat zich hoofdzakelijk beperkt tot het uitzenden van nieuws en actualiteitenprogramma's) in overeenstemming met het ontwerp-ondernemingsplan dat HMG op 1 mei 1996 bij de Commissie heeft ingediend. Volgens dit ondernemingsplan zal het kanaal op termijn als een betaaltelevisiekanaal worden geëxploiteerd, dat het grootste deel van zijn inkomsten uit betalingen door de kijkers of de kabelexploitanten verkrijgt. Op verzoek van de partijen kan de Commissie deze uiterste termijn voor de omvorming van RTL5 tot een nieuwskanaal met drie maanden verlengen indien dit beslist noodzakelijk is voor de partijen om deze omvorming te kunnen verwezenlijken. Binnen een periode van vijf jaar na de vaststelling van deze beschikking mag HMG zonder voorafgaande goedkeuring van de Commissie het fundamentele karakter van dit nieuwskanaal niet wijzigen, noch wezenlijk van genoemd ondernemingsplan afwijken.
IV. Beoordeling
-
a)Terugtrekking van Endemol uit HMG
-
(13)Nu Endemol zich uit HMG heeft teruggetrokken, zal de structurele band tussen de grootste Nederlandse televisieproducente en de belangrijkste commerciële zender, welke volgens de beschikking van de Commissie leidde tot een versterking van de machtspositie van Endemol, worden verbroken. De terugtrekking van Endemol herstelt derhalve in dit opzicht de mededingingsomstandigheden die voorafgaand aan de huidige concentratie op de Nederlandse markt voor televisieprodukties golden. Naar aanleiding van de terugtrekking van Endemol uit HMG zal de produktieovereenkomst die tussen Endemol en HMG was gesloten, ingrijpend worden gewijzigd. Volgens de partijen zal het gegarandeerde aandeel van Endemol in de levering van Nederlandse televisieprodukties aan HMG worden teruggebracht van [ . . . ] (4) tot [ . . . ] (5) van de totale waarde van de vraag van HMG naar Nederlandstalige programma's. Bovendien zal HMG niet langer het recht van eerste keuze hebben met betrekking tot de formules of sterren van Endemol. Hoewel de produktieovereenkomst geen deel van de onderhavige concentratie uitmaakte en derhalve niet in de procedure op grond van de concentratieverordening werd behandeld, maar eerder voor aanmelding uit hoofde van Verordening nr. 17 in aanmerking kan komen, weerspiegelt de beoogde wijziging van deze overeenkomst de veranderde relatie tussen HMG en Endemol.
-
(14)De volledige terugtrekking van Endemol uit HMG heeft ook ingrijpende gevolgen voor de positie van HMG op de markt voor televisiereclame in Nederland. HMG zal niet langer het voorkeursrecht op de produkties van Endemol hebben dat voortvloeide uit de structurele band tussen beide ondernemingen. Hiervan getuigt ook het feit dat HMG volgens de gewijzigde produktieovereenkomst niet langer een recht van eerste keuze zal hebben op Endemols produkties. Bovendien kon Endemol door zich uit HMG terug te trekken samen met andere partners het nieuwe sportkanaal oprichten, dat mogelijk een belangrijke rol op de Nederlandse markt voor televisiereclame zal gaan spelen.
-
b)Omvorming van RTL5 tot een nieuwskanaal
-
(15)De Commissie is van oordeel dat de omvorming van RTL5 tot een nieuwskanaal in het licht van de terugtrekking van Endemol uit HMG en andere recente ontwikkelingen op de markt een passende en toereikende maatregel is om een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt voor televisiereclame te herstellen. Deze conclusie is in hoofdzaak op de volgende overwegingen gebaseerd:
-
-Verwacht kan worden, dat het huidige marktaandeel van HMG van ongeveer 58 % tot een niveau zal dalen dat in de buurt ligt van de aandelen van RTL4 en RTL5 voorafgaand aan de oprichting van HMG, te weten ongeveer 50 %. Het huidige marktaandeel van RTL5 in de televisiereclame bedraagt ongeveer 9 %. Het is aannemelijk dat een nieuwskanaal met een lage begroting slechts een marktaandeel van minder dan 2 % zal behalen. Bovendien zal de reclame die dit marktaandeel voortbrengt, voornamelijk verband houden met een specifieke groep kijkers die nog niet op vergelijkbare wijze wordt bediend. Derhalve zal waarschijnlijk vrijwel het gehele huidige martkaandeel van RTL5 voor concurrentie op de markt vrijkomen. Hoewel een gedeelte van dit marktaandeel naar verwachting zal worden ingenomen door de resterende algemene kanalen van HMG, zal het verlies van het advertentiepotentieel van RTL5 het marktaandeel van HMG waarschijnlijk tot ruim onder 55 % doen dalen. Het is aannemelijk dat de toetreding van de nieuwe sportzender tot de markt zal leiden tot een verdere daling van de marktaandelen van HMG.
-
-Na de omzetting van RTL5 in een nieuwskanaal zal HMG nog slechts twee op het brede publiek gerichte kanalen met een gecoördineerd programma-aanbod exploiteren, waardoor meer ruimte voor concurrenten zoals SBS overblijft.
-
-Bovendien zal HMG de mogelijkheid verliezen RTL5 als "vechtkanaal" te gebruiken dat direct op het programma-aanbod van concurrerende kanalen kan reageren.
-
V.Conclusie
-
(16)In het licht van de wijziging van de onderhavige concentratie, en mits de door de partijen aangegane verbintenissen volledig worden nagekomen, kan de Commissie de concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaren,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Mits de in de verbintenissen van de partijen jegens de Commissie vervatte voorwaarden en verplichtingen, zoals omschreven in overweging 12, volledig worden nagekomen, wordt de concentratie bestaande in de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Holland Media Groep in haar gewijzigde vorm verenigbaar met de gemeenschappelijke markt verklaard.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot:
-
1.Compagnie Luxembourgeoise de Télédiffusion SA (CLT)
45, Boulevard Pierre Frieden
L-1543 Luxembourg
-
2.NV Verenigd Bezit VNU (VNU)
Ceylonpoort 5-25
NL-2036 AA Haarlem
-
3.RTL4 SA
Villa Louvigny
Allée Marconi
L-2850 Luxembourg
-
4.Veronica Omroeporganisatie (VOO) BV
Laapersveld 75
NL-1213 VB Hilversum
-
5.Endemol Entertainment Holding
Zevenend 45
NL-1251 RL Laren.
Gedaan te Brussel, 17 juli 1996.
Voor de Commissie
Karel VAN MIERT
Lid van de Commissie
-
(1)PB nr. L 395 van 30. 12. 1989, blz. 1. Verordening gerectificeerd in PB nr. L 257 van 21. 9. 1990, blz. 13.
-
(2)PB nr. C 348 van 19. 11. 1996.
-
(3)PB nr. L 134 van 5. 6. 1996, blz. 32.
-
(4)Zakengeheimen.
-
(5)Zakengeheimen.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.