Richtlijn 1996/40 - Vaststellen van een gemeenschappelijk model voor een identiteitskaart voor inspecteurs die de havenstaatcontrole verrichten - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 96/40/EG van de Commissie van 25 juni 1996 houdende het vaststellen van een gemeenschappelijk model voor een identiteitskaart voor inspecteurs die de havenstaatcontrole verrichten (Voor de EER relevante tekst)
Publicatieblad Nr. L 196 van 07/08/1996 blz. 0008 - 0009
RICHTLIJN 96/40/EG VAN DE COMMISSIE van 25 juni 1996 houdende het vaststellen van een gemeenschappelijk model voor een identiteitskaart voor inspecteurs die de havenstaatcontrole verrichten (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 95/21/EG van de Raad van 19 juni 1995 betreffende de naleving, met betrekking tot de schepen die gebruik maken van havens in de Gemeenschap en varen in de onder de jurisdictie van de Lid-Staten vallende wateren van internationale normen op het gebied van de veiligheid van schepen, voorkoming van verontreiniging en leef- en werkomstandigheden aan boord (havenstaatcontrole) (1), inzonderheid op artikel 12, lid 4,
Overwegende dat Richtlijn 92/21/EG voorziet in het vaststellen van een gemeenschappelijk model voor een identiteitskaart voor inspecteurs die de havenstaatcontrole verrichten;
Overwegende dat de identiteitskaart ten minste de volgende informatie dient te bevatten: naam van de afgevende instantie, volledige naam van de houder van de identiteitskaart, een foto van de houder van de identiteitskaart, de handtekening van de houder van de identiteitskaart en een verklaring dat de houder gemachtigd is inspecties te verrichten overeenkomstig de nationale wetgeving die uit hoofde van de richtlijn is aangenomen;
Overwegende dat het om de inspecteur aan de kapitein en de bemanning bekend te maken nodig is dat de identiteitskaart een vertaling in de Engelse taal bevat, als dat niet de gebruikte hoofdtaal is;
Overwegende dat de uiteindelijke vormgeving van de identiteitskaart aan de Lid-Staten dient te worden overgelaten;
Overwegende dat de deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het krachtens artikel 12 van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (2) opgerichte comité,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De identiteitskaart, bedoeld in artikel 12, lid 4, van Richtlijn 95/21/EG, moet voldoen aan de in de bijlage vermelde eisen.
Artikel 2
-
1.De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 februari 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.
Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.
-
2.De Lid-Staten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.
Gedaan te Brussel, 25 juni 1996.
Voor de Commissie
Neil KINNOCK
Lid van de Commissie
-
(1)PB nr. L 157 van 7. 7. 1995, blz. 1.
-
(2)PB nr. L 247 van 5. 10. 1993, blz. 19.
BIJLAGE
EISEN WAARAAN DE IDENTITEITSKAART VOOR INSPECTEURS DIE DE HAVENSTAATCONTROLE VERRICHTEN MOET VOLDOEN
(zoals bedoeld in artikel 12, lid 4, van Richtlijn 95/21/EG)
De identiteitskaart moet ten minste de volgende informatie bevatten:
-
a)naam van de afgevende instantie;
-
b)volledige naam van de houder van de identiteitskaart;
-
c)een recente foto van de houder van de identiteitskaart;
-
d)de handtekening van de houder van de identiteitskaart;
-
e)een verklaring dat de houder van de identiteitskaart gemachtigd is inspecties te verrichten overeenkomstig de nationale wetgeving die uit hoofde van de richtlijn is aangenomen.
Als de op de identiteitskaart gebruikte hoofdtaal een andere taal dan het Engels is, moet de identiteitskaart een vertaling in het Engels bevatten.
De bevoegde instanties zijn verantwoordelijk voor de vormgeving van de identiteitskaart.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.