Besluit 2002/159 - Gemeenschappelijk model voor de indiening van samenvattingen van nationale gegevens over de brandstofkwaliteit - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
2002/159/EG: Beschikking van de Commissie van 18 februari 2002 betreffende een gemeenschappelijk model voor de indiening van samenvattingen van nationale gegevens over de brandstofkwaliteit (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 508)
Publicatieblad Nr. L 053 van 23/02/2002 blz. 0030 - 0036
Beschikking van de Commissie
van 18 februari 2002
betreffende een gemeenschappelijk model voor de indiening van samenvattingen van nationale gegevens over de brandstofkwaliteit
(kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 508)
(2002/159/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG(1), en met name op artikel 8, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)De lidstaten dienen toezicht te houden op de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof die op hun grondgebied in de handel worden gebracht teneinde ervoor te zorgen dat wordt voldaan aan de milieutechnische specificaties in Richtlijn 98/70/EG en de effectiviteit van maatregelen om de door motorvoertuigen veroorzaakte luchtverontreiniging terug te dringen, te waarborgen.
-
(2)Krachtens artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG dient er een gemeenschappelijk model voor de indiening van het rapport met informatie over het toezicht op de brandstofkwaliteit te worden vastgesteld,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
Bij deze beschikking wordt een gemeenschappelijk model vastgesteld voor de indiening van nationale gegevens over de brandstofkwaliteit overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 98/70/EG.
Artikel 2
Wanneer de lidstaten hun informatie indienen, gebruiken zij het in bijlage bij deze beschikking beschreven model.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 18 februari 2002.
Voor de Commissie
Margot Wallström
Lid van de Commissie
-
(1)PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.
BIJLAGE
GEMEENSCHAPPELIJK MODEL VOOR DE INDIENING VAN SAMENVATTINGEN VAN NATIONALE GEGEVENS OVER DE BRANDSTOFKWALITEIT
-
1.INLEIDING
In Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2000/71/EG van de Commissie(2), zijn de milieutechnische specificaties vastgesteld voor alle benzine en dieselbrandstof die in de Europese Unie in de handel wordt gebracht. Deze specificaties zijn vermeld in de bijlagen I tot en met IV van de richtlijn. Krachtens artikel 8, lid 1, zijn de lidstaten verplicht er met behulp van de in de richtlijn vermelde analysemethoden op toe te zien dat deze specificaties voor de brandstofkwaliteit in acht worden genomen. Uiterlijk op 30 juni van elk jaar moeten de lidstaten een overzicht indienen van de gegevens over het toezicht op de brandstofkwaliteit die in de periode van januari tot en met december van het voorgaande kalenderjaar zijn verzameld. Het eerste rapport moet uiterlijk op 30 juni 2002 worden ingediend. Het model voor de gegevens in dit rapport is door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 3, van Richtlijn 98/70/EG en deze beschikking vastgesteld.
-
2.GEGEVENS OVER DE SAMENSTELLERS VAN HET RAPPORT OVER HET TOEZICHT OP DE BRANDSTOFKWALITEIT
De instanties die verantwoordelijk zijn voor de samenstelling van het rapport over het toezicht op de brandstofkwaliteit, dienen onderstaande tabel in te vullen:
>PIC FILE= "L_2002053NL.003102.TIF">
-
3.DEFINITIES EN TOELICHTING
Standaardbrandstofsoorten: In Richtlijn 98/70/EG worden de milieutechnische specificaties vastgesteld voor benzine en dieselbrandstof die in de Europese Unie in de handel worden gebracht. De specificaties in de richtlijn kunnen als "standaardbrandstofsoort" worden beschouwd. Hierbij gaat het om i) gewone ongelode benzine (RON > 91), ii) ongelode benzine (RON > 95) en iii) dieselbrandstof.
Nationale brandstofsoorten: De lidstaten kunnen uiteraard "nationale" brandstofsoorten definiëren, die echter wel aan de specificaties van de standaard-brandstofsoort moeten voldoen. Nationale brandstofsoorten kunnen bijvoorbeeld zijn: ongelode superbenzine (RON > 98), benzine met loodvervangers, zwavelvrije benzine, benzine met 50 ppm zwavel, zwavelvrije dieselbrandstof, dieselbrandstof met 50 ppm zwavel enz.
Zwavelvrije brandstoffen: benzine en dieselbrandstof die minder dan 10 mg/kg (ppm) zwavel bevatten.
-
4.BESCHRIJVING VAN HET SYSTEEM VOOR TOEZICHT OP DE BRANDSTOFKWALITEIT
De lidstaten dienen een beschrijving te geven van de wijze waarop hun nationale systeem voor toezicht op de brandstofkwaliteit functioneert.
-
5.TOTALE OMZET VAN BENZINE EN DIESELBRANDSTOF
De lidstaten dienen onderstaande tabel in te vullen, waarin een overzicht wordt gegeven van de hoeveelheid van elke soort benzine en dieselbrandstof die op hun grondgebied wordt verkocht.
>PIC FILE= "L_2002053NL.003201.TIF">
-
6.GEOGRAFISCHE BESCHIKBAARHEID VAN ZWAVELVRIJE BRANDSTOFFEN
De lidstaten dienen een beschrijving te geven van de mate (d.w.z. de geografische spreiding) waarin zwavelvrije brandstoffen op hun grondgebied in de handel worden gebracht.
>PIC FILE= "L_2002053NL.003202.TIF">
-
7.DEFINITIE VAN DE ZOMERPERIODE VOOR DE VLUCHTIGHEID VAN BENZINE
Krachtens Richtlijn 98/70/EG moet de dampspanning van benzine gedurende de zomerperiode, die van 1 mei tot en met 30 september loopt, lager zijn dan 60,0 kPa. Voor lidstaten met "arctische omstandigheden" loopt de zomerperiode echter van 1 juni tot en met 31 augustus en mag de dampspanning niet hoger zijn dan 70 kPa. De lidstaten dienen aan te geven welke zomerperiode op hun grondgebied geldt.
>PIC FILE= "L_2002053NL.003203.TIF">
-
8.RAPPORTAGEMODEL VOOR BENZINE
De lidstaten moeten een rapport indienen met een overzicht van de gegevens over het toezicht op de kwaliteit van benzine (voor zowel de standaard- als de nationale brandstofsoorten) die zij in een bepaald kalenderjaar (januari tot en met december) hebben verzameld. De overzichtstabel is in aanhangsel I opgenomen. Als testmethoden dienen de methoden van EN 228:2000 of eventueel een latere versie te worden gebruikt.
-
9.RAPPORTAGEMODEL VOOR DIESELBRANDSTOF
De lidstaten moeten een rapport indienen met een overzicht van de gegevens over het toezicht op de kwaliteit van dieselbrandstof (voor zowel de standaard- als de nationale brandstofsoorten) die zij in een bepaald kalenderjaar (januari tot en met december) hebben verzameld. De overzichtstabel is in aanhangsel II opgenomen. Als testmethoden dienen de methoden van EN 590:2000 of eventueel een latere versie te worden gebruikt.
-
10.INDIENING VAN HET RAPPORT OVER HET TOEZICHT OP DE BRANDSTOFKWALITEIT
Het rapport over het toezicht op de brandstofkwaliteit dient officieel te worden ingediend bij: De Secretaris-generaal Europese Commissie Wetstraat 200 B - 1049 Brussel
Daarnaast dient het rapport in elektronische vorm te worden ingediend bij het volgende e-mail-adres: env-report-98-70@cec.eu.int
-
(1)PB L 350 van 28.12.1998, blz. 58.
-
(2)PB L 287 van 14.11.2000, blz. 46.
Aanhangsel I
>PIC FILE= "L_2002053NL.003402.TIF">
>PIC FILE= "L_2002053NL.003501.TIF">
Aanhangsel II
>PIC FILE= "L_2002053NL.003602.TIF">
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.